Raadsvergadering 11 september 2003 zo dat wij weliswaar de norm kennen, en de normbedragen ook, maar dat we ook met regelmaat, en dat heelt deze raad toch echt bij het Griftland bijvoorbeeld gedaan, op advies van het college uiteraard, kijken naar de feitelijkheid en dat normbedragen aardige aanwijzingen zijn, maar wij als college toch hebben begrepen dat de raad er erg veel prijs op stelt dat onderwijshuisvesting in Soest op een adequaat niveau verkeert. Daarbij komt het dus voor datje de normbedragen, dat is dan de minimale maat die je wel moet geven, maar waarbij het college en ook uw raad, toch heel vaak van mening is van: dit is wel meer dan het normbedrag, maar het feitelijke bedrag waar het voor kan worden gerealiseerd op een sobere manier, ja, daar kiezen we dan voor. En ik denk dat dat een hele verstandige keuze is. Het is niet zo dat we het geld zomaar even aan het onderwijs geven. Het is op overeenstemming gericht besturenoverleg, en u kunt u voorstellen dat er menige school is op het ogenblik in het primair onderwijs die er tegenaan loopt dat de school niet helemaal is ingericht volgens de onderwijskundige opvattingen die men heeft. Dus dat er een behoorlijke concurrentie is, en een behoorlijk ambitieniveau ook, en dat toch in dat besturenoverleg we met elkaar kunnen uitkomen dat de ene school op een gegeven moment wel iets krijgt en de andere school dan maar even moet wachten. Dus wat dat betreft denk ik dat er hier in Soest op een hele verstandige manier omgegaan wordt met het geven van financiële middelen aan het onderwijs in Soest om gewoon hun taken waar te maken en ja, het geval van het protestants christelijk onderwijs berust echt op een incident, voorzover ik kan bekijken, in die zin dat er vergeten is te indexeren vanaf de normbedragen die in de huisvestingsverordening 2002 stonden. Dat is de enige verklaring die ik u ervoor kan geven en ik neem aan dat in die zin u niet mag verwachten dat u nog eens een keertje op zo'n feestje wordt getrakteerd. Dank u wel. VOORZITTER: Dank u wel. Ik kan me voorstellen dat u na deze uitvoerige beantwoording uw steun kunt verlenen aan het raadsvoorstel. Dan is het vastgesteld. Het voorstel (RV 03-51) wordt zonder hoofdelijke stemming unaniem aangenomen. 17. Krediet brandveiligheidsvoorzieningen t.b.v, Daniëlschool 18. Wijziging verordening voor Kinderopvang De voorstellen (RV 03-55 en RV 03-53) worden zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming unaniem aangenomen. 19. Wijziging verordening instelling Regionale Programmaraad Heer ROEST (D66): Voorzitter, in de commissie was D66 uiterst kritisch. We zeiden dat we niet mee wilden doen aan dit circuit en dat we voor deregulering waren. Inmiddels is ons echt wel duidelijk geworden dat het wettelijk verplicht is. Dat betekent niet dat onze indruk beter is, maar wij kunnen dus eigenlijk wettelijk gesproken onze toestemming niet aan dit voorstel onthouden, maar we geven hierbij toch onze grote bedenkingen weer. VOORZITTER: Dank u wel. Dat was dan bij herhaling. Het voorstel (RV 03-57) wordt zonder hoofdelijke stemming unaniem aangenomen. 20. Benoeming commissielid VOORZITTER: Voor de benoeming van een commissielid moeten we schriftelijk stemmen. Dat betekent dat ik de beschikking nodig heb over een stembureau en ik zou de heren Corbeij en Nijhoff willen vragen, nadat zij hun stem hebben uitgebracht hier te komen om die functie te vervullen.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 2003 | | pagina 203