Raadsvergadering 8 oktober 2003 (begrotingsraad) 6- Ri VOORZITTER: Dames en heren, met deze hamerslag open ik deze openbare raadsvergadering, heropen ik de openbare raadsvergadering, omdat we vanmiddag en het begin van de avond het vervolg van de begrotingsraad zullen hebben. Er is zo dadelijk nog een inspreker over een onderwerp waarover ook nog niet is ingesproken, de heer De Kruijf zal dat zo dadelijk doen, dus ik zal hem daar ook zo dadelijk voor uitnodigen, om over de kinderopvang overwegingen naar voren te brengen. De orde van de middag en begin van de avond is dat we starten bij agendapunt 6, dus zo dadelijk na de inspreker is er gelegenheid voor de respectievelijke fracties om de tweede termijn te benutten voor een reactie op al datgeen wat schriftelijk of mondeling naar voren is gebracht. Wat de aanwezigen en afwezigen betreft, mevrouw De Waard is vanwege de familieomstandigheden verhinderd, en vanwege ziekte de heer Van den Deijssel en de heer Koning. Wij hebben nog de vacature Bervoets en de heer Corbeij is iets verlaat. Ben ik nu nog iemand vergeten? Dat betekent 27 min 4 is 23. We zijn met 22 raadsleden. We starten zo dadelijk bij agendapunt 6, en ja, ik durf na maandagavond geen tijdsindicatie meer te geven. Ik zou wel nog een ambitie kunnen verwoorden en dan laat ik de tijd een beetje in het midden, die aan u, maar het zou mooi zijn als we toch zo rond zes uur een heel eind gekomen zijn met deze agenda. En dat moet ook kunnen als je kijkt naar alle politieke boodschappen die inmiddels middels moties ook zijn afgegeven. Want we zouden dan zo rond zes uur half zeven even een broodje kunnen eten, en dan de reguliere raad die we voorzien hebben voor morgen, als dat nodig zou zijn, conform afspraak vanavond houden. Daar hebben we ook naar buiten toe over gecommuniceerd, maar ik zou u willen vragen als dat mogelijk is uw medewerking aan die ambitie of aan die doelstelling te geven. De heer Corbeij is er niet, hij is jarig zeg ik even, dat wil hij misschien helemaal niet weten, maar het kan zijn dat hij met het gebak wat verlaat is, dus u kijkt hem zo dadelijk maar verwachtingsvol aan als hij binnenkomt, want dan heeft hij er geen vermoeden van waar dat vandaan komt. Enfin, de hoogste tijd voor de inspreker.Meneer De Kruijf, het woord is aan u. U krijgt drie minuten de gelegenheid voor een eerste mogelijkheid van inspraak en als u van een tweede mogelijkheid gebruik wilt maken na afloop van de termijn, dan zal ik u daarop attenderen, mocht dat het geval zijn. Heer DE KRUIJF: Dank u wel voorzitter. Geacht college, geachte leden van de gemeenteraad, geachte aanwezigen. Bezuinigingen. Een begrip waar we toch altijd even van schrikken. Een begrip waar we toch even stil van worden: waarop dan en met welke consequenties? Een begrip ook waar we beslist in mee willen denken, ons aandeel in willen leveren. Samen dragen moet dan ook het uitgangspunt zijn, naast de intentie om de werkelijke schade zoveel mogelijk te beperken en de continuïteit van ingezette belangrijke ontwikkelingen niet te verstoren. De Stichting Kindercentra Soest, de SKS. Sinds 1970 realiseert de SKS binnen uw gemeente diverse kinderopvangvoorzieningen. Wekelijks maken ca. 900 kinderen hier gebruik van. Kinderdagverblijven, op drie locaties, buitenschoolse opvang, op twee locaties, en peuterspeelzalen op zeven locaties. Kinderen worden hier op plezierige en verantwoorde wijze opgevangen en verzorgd. Goede en pedagogisch verantwoorde opvang is afhankelijk van een goede organisatie, goed opgeleide medewerkers, geschikte accommodaties, veiligheid, hygiëne, speelmogelijkheden en pedagogische visie en werkwijze. Alleen dan kunnen kinderen goed worden gestimuleerd in hun ontwikkeling. In ons doelgroepenbeleid richten wij ons met name op psycho-sociale en medisch geïndiceerde kinderen (69 in 2002). Tevens is ons beleid gericht op de opvang en ontwikkeling van anderstalige kinderen (163 in 2002). De speciale positie van onze peuterspeelzalen. Onze peuterspeelzalen worden wekelijks bezocht door ca. 500 kinderen, waarvan 134 anderstaligen (ruim 25% dus). Landelijk gezien zitten de peuterspeelzalen enorm in de lift. Er wordt regelmatig geschreven over imagoverbetering, professionalisering en de belangrijke rol in het kader van de voor- en vroegschoolse educatie (WE). Ook zijn er duidelijke doelen geformuleerd in het gemeentelijk onderwijsachterstanden- en kansenbeleid. Op het gebied van de toeleiding en het werken met gerichte methodiek (Kaleidoscoop) om kansen voor kinderen in het basisonderwijs te vergroten wordt bijzonder veel werk verzet. Intern ontwikkelen wij momenteel een informatie-overdrachtstructuur om de beoogde aansluiting bij het basisonderwijs via een doorgaande lijn nog meer gestalte te kunnen geven. Uit eigen ervaring (ik heb 30 jaar in het basisonderwijs gewerkt) weet ik hoe vertragend en kansbeperkend het werkt als kinderen

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 2003 | | pagina 279