Raadsvergadering 8 oktober 2003 (begrotingsraad) Ik zou eigenlijk willen beginnen met de motie van ChristenUnie-SGP over RMN. Wij hebben in de commissie RVM in Soesterberg vrij uitgebreid gesproken over het RMN. Vanuit de gemeentelijke overheid hebben we eigenlijk een tweetal posities bij het RMN. Dat is RMN als eigenaar aandeelhouder, wat de gemeente is, maar daarnaast ook de gemeente die afnemer van producten is van RMN. Dat zijn twee verschillende belangen die niet hoeven te botsen, maar die nou eenmaal samenkomen aan de tafel zoals we hier zitten. Want de raad is bestuur in feite van beide kwesties. Nu hebben we allerlei zaken geregeld bij het RMN in een dienstverleningsovereenkomst, het DVO, en het huidige DVO loopt af 1 januari 2006. En dat betekent dat we in de loop van volgend jaar een nieuwe dienstverleningsovereenkomst moeten maken. Over het aspect van de risico-opslag en allerlei andere aspecten wordt in de dienstverleningsovereenkomst gesproken of in de achterliggende documenten die bij de dienstverleningsovereenkomst horen. Nu is er dacht ik deze afspraak gemaakt in de raadscommissie dat we het onderwerp risico-opslag niet lopende de rit, lopende de overeenkomst wijzigen, maar dat we het punt van discussie laten zijn bij het formuleren weer van de nieuwe overeenkomst en de nieuwe documenten. Als dat de afspraak is, en dat was de afspraak die mij bijstond als portefeuillehouder RMN in de commissie RVM, dan sluit dat aan bij de invulling zoals die in dat schema staat, met ombuigingsvoorstellen van de gemeente. En in die zin sluit de gedachte van ChristenUnie-SGP dus aan op de gedachtewisseling en zal er dus ook geen wijziging optreden voordat het lopende contract is afgelopen. U geeft hiermee een schot voor de boeg voor weer de nieuwe periode. Vanuit het college zeggen we: wij vinden het al mooi genoeg, gelet op de beraadslagingen in RVM dat we de huidig periode laten voor wat die is en gaan graag de discussie in de loop van volgend jaar aan om te kijken hoe het er dan weer uit moet gaan zien. En in die zin, maar het is aan de raad daar natuurlijk een eindoordeel over te spreken, zeggen we, is deze motie zo in lijn met de gedachtewisseling van de raadscommissie RVM dat we er op dit moment geen behoefte aan hebben. Heer VAN VUUREN (CU/SGP): Voorzitter, misschien begrijp ik het niet helemaal. U geeft aan dat de dienstverleningsovereenkomst loopt tot 1 januari 2006. Maar in de voorstellen voor bezuiniging wordt in 2005 al een bedrag van 80.000,- ingeboekt. En dat zou dus een jaar op moeten schuiven. VOORZITTER: Dat klopt dan niet inderdaad. Als dat zo is, ik dacht dat die, ik weet niet of die met bedragen is ingevuld, dan is het zo, zoals ik u vertelde, en staat het in die tabel verkeerd. Want de afspraak is geweest in de raadscommissie RVM en op basis daarvan is er ook een brief gestuurd vanuit B&W naar het RMN toe, dat we op basis van de behandeling van de begroting en de rekening het onderwerp echt een discussiepunt willen laten zijn, maar niet vooruitlopend op de afloop van de overeenkomst. Dan ben ik blij dat u ons daarop duidt. Heer VAN WUIJCKHUIJSE (GGS): Sorry voorzitter, maar kunt kort aangeven welke tabel we er nu bij moeten pakken, want nu gaat het toch wel heel snel. VOORZITTER: Dat is het raadsvoorstel programbegroting 2004-2007, perspectief van oud naar nieuw, op blz. 9, de kolom 2005. Maar zie mijn reactie even als eerste reactie, als het nog nader nodig is het even te doorgronden, dan zullen we dat zeker doen. Het onderwerp Soest 975 jaar en het Cultuurfestival, waarover een brief geschreven is door de initiatiefnemers en waar de heer Roest specifiek naar vroeg omdat hij in beide eigenlijk ziet de concretisering van het thema 'de ontmoeting in de samenleving'. U weet dat inmiddels in voorbereiding is genomen ook vanuit het particulier initiatief het organiseren van Soest 975 jaar en dat zich inmiddels 80 organisaties hebben gemeld om daar op de een of andere manier vorm en inhoud aan te geven. Maar dat er aan de andere kant natuurlijk de wens is vanuit die organisaties om hen daarmee financieel te faciliteren. Maar dat gelet op het financieel klimaat waarin we zitten er een gezonde aarzeling is, bij u heb ik dat mogen ervaren, maar ook bij B&W, over met welke omvang we dat financieel willen en kunnen faciliteren. Datzelfde is op dit moment de stand van zaken ten aanzien van het onderwerp het Cultuurfestival. Er ligt een verzoek, een verzoek ook dat hoger uitgaat dan het verzoek van vorig jaar. En moetje die twee dingen nou gecombineerd zien of apart zien? En dat heeft ertoe geleid, en daarom ben ik blij dat u er naar vraagt, want dan kunnen we daarvan mededeling doen in de raad, daarom is het het voornemen van B&W om in de commissievergadering van november en

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 2003 | | pagina 318