- 10- Raadsvergadering 22 januari 2004 - 11 - te zijn om de doorstroming te bevorderen, ga je betaald parkeren invoeren. Ik vraag me af, als een auto de hele dag langs de weg staat, dan heb je het minste last van die auto. Als je ieder halfuur parkeerbeweging op de hoofdstraat hebt, dan bevorder je de doorstroming niet, maar dan belemmer je de doorstroming op een enorme manier. Dus ik denk dat er iets heel anders aan de hand is en ik zou de discussie het liefst beëindigd willen zien door te zeggen: op de agenda wat is afgesproken. Heer VAN BUITEN (CDA): Dat wou ik bij interruptie ook net doen, maar ik ben de baas hier niet. Maar ik wou maar zeggen, inhoudelijk zijn we nou toch teveel bezig, of niet? VOORZITTER: Nee, u bent de baas niet hè. Heer ROEST (D66): In 2006 heeft u goede kans hoor. VOORZITTER: Maar als u wenst te interrumperen moet u uw stem verheffen en dan krijgt u de ruimte. Ik weet niet of ieder het ten volle weet, maar op verzoek van één van de fracties in de raad, de fractie van D66, is in de aanstaande commissie RVM het onderwerp waar we nu over spreken geagendeerd, mede naar aanleiding van brieven die zijn binnengekomen. En ik proef ook aan vele reacties van u dat u zegt: er zitten zoveel kantjes aan, het is goed het in commissieverband daarover te hebben. Dus laten we dat even ten volle weten, want de agenda's zijn nog niet de deur uit. De portefeuillehouder en enkelen van u uit het agendaoverleg weten dat wel, maar niet iedereen. Daarom spreek ik het even volledigheidshalve uit. Ik ga terug naar wethouder Witte. Wethouder WITTE: Voorzitter, ik dacht dat ik mijn betoog uitstekend had beëindigd. Ik heb er niets aan toe te voegen. VOORZITTER: Ja, maar ze laten u nog niet gaan. Mevrouw VAN ROOMEN (CDA): Dank u wel voorzitter. Ja, er staat een heleboel in de krant, en ik zou toch willen zeggen: laten we ons houden aan de afspraak die we gemaakt hebben, laten we het onderzoeken, laten we met elkaar afwachten wat er uit komt. Ik wil zeker niet inhoudelijk de discussie gaan voeren of we wel of niet betaald parkeren moeten, en wat daar de consequenties van zijn. Ik denk dat wij als raad een opdracht hebben gegeven en dat het goed is dat we daar met elkaar inhoudelijk over praten in de commissie om te kijken van hoever is het en gaan we het nog halen met elkaar. Maar ik denk niet dat het juist is als we op dit moment nog weer alle argumenten boven tafel kunnen halen. We kunnen de hele avond met elkaar vullen om alle argumenten weer boven te krijgen. Voor we het weten zijn we met de grote rondweg bezig. Ik denk niet dat hier op dit moment daar de plaats voor is. Ik zou het graag willen beperken tot dit en dan in de commissie. Heer LEMMEN (PvdA): Heel kort voorzitter. Ik hoor hier dat het zich toespitst op het betaald parkeren, maar ik heb de wethouder ook duidelijk horen zeggen dat het om meer zaken gaat, het laden en lossen, een verbetering door pleintjes, waar ik zeer in geïnteresseerd ben. Ik denk dat het handig is om het de volgende vergadering van RVM aan de orde te stellen, enkel de zesde vraag was of het college daarin mee wilde gaan, maar de raad staat het natuurlijk zelf vrij om dat te agenderen. En ik heb al begrepen dat dit door meer fracties wordt gedeeld. Wethouder WITTE: Voorzitter, op het gevaar af dat op de volgende commissievergadering niet echt heel veel meer te melden is door het college dan ik op dit moment kan melden, is het college natuurlijk altijd bereid erover te praten wanneer er in de commissie wordt aangegeven dat men erover wil praten. Alleen, ik geef nu al aan dat ik eigenlijk verwacht dat we in de commissievergadering van februari niet erg veel meer zullen kunnen melden dan de brieven van de Winkelkring en dat er misschien een volgend gesprek is geweest maar dat de voortgang dan niet echt heel veel verder is. We leven vandaag 22 januari en de commissie is al over twee weken, dus dat is bar kort tijd om nog tot enorme prestaties te komen.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 2004 | | pagina 12