Raadsvergadering 3 juni 2004 -22- Heer KOELEWIJN (Soest 2002): Daar heb ik geen zin in, mevrouw Koomen. Daar heb ik geen zin in. Ik wil de informatie krijgen die ik vraag. Mevrouw KOOMEN (GGS): Ik vind het ongelooflijk. Heer KOELEWIJN (Soest 2002): Voorzitter, ik ga over naar de jaarrekening. Wij gaan akkoord met het vaststellen van de jaarrekening. Wij zijn tegen het onttrekken uit de jaarresultaten van 100.000 aan de bouwimpuls. Wij vinden ook de storting in het BTW-compensatiefonds op dit moment niet van belang. Dat kan altijd. Wij stellen voor alles, behoudens datgene wat al besloten is, toe te voegen aan de algemene reserve. Dank u wel. Heer VAN DER TORRE (VVD): Voorzitter, ik wil toch even een wat ander verhaal laten horen. Ik wil ook niet de jaarrekening even afdoen met 'allemaal akkoord'. Want ik vind de jaarrekening, ook al hebben we die uitgebreid besproken, we zijn toen erg ingegaan op details, ik denk dat het goed is om het nog even in grote lijnen door te nemen. De jaarrekening is een officiële afsluiting van een voorbij jaar. En dan een moment om te toetsen of doelen gehaald zijn, om te kijken of de financiën hierbij een belangrijke rol spelen, of die achteraf kloppen. Die details zijn, zoals ik zei, al aan bod gekomen. Even wat het beleid betreft, ik denk dat we kunnen constateren, best wel met enige trots, dat het college in samenwerking met de raad erin is geslaagd een groot deel van de beleidsvoornemens te realiseren. Als raad zijn we kritisch, maar we mogen best ook af en toe een pluimpje uitdelen, denk ik. Wat de financiële controle betreft door de externe accountant, daar zijn een aantal verbeterpunten aan het licht gebracht, onder andere op het gebied van procedures en tussentijdse controle. De wethouder heeft toegezegd in de commissievergadering dat die punten geïmplementeerd zullen gaan worden. Wij vertrouwen erop dat dat gebeurt, maar zullen dat ook kritisch volgen. Ten aanzien van de treasury verwacht de VVD van de afdeling Financiën, dus ook van de verantwoordelijke wethouder, dat men alert en efficiënt omgaat met de aanwezige liquiditeiten, kasstromen, vorderingen en dergelijke om op die manier ook kosten te minimaliseren en opbrengsten te maximaliseren. Zij het dan natuurlijk binnen de kaders van de Wet Fido. De afsluiting, daar naartoe gaand, Iaat een positief resultaat zien. Daar moeten we blij mee zijn. We hebben het hard nodig voor een aantal zaken die we voor de boeg hebben. En wat de bestemming van het resultaat betreft: we gaan akkoord met het raadsvoorstel. Wat we wel triest vinden om te constateren is dat zo'n groot deel van het geld opzij gezet moet worden voor BTW-compensatiefonds, wat ook al door een andere partij is geconstateerd. We nodigen eigenlijk het college uit om dit toch aanhangig te maken bij het Rijk, eventueel ook via VNG, want het gaat hier toch om heel grote bedragen waar Soest op moet inleveren. Ik denk dat het goed is om dat toch te ventileren naar boven toe. Dan nog even ingaand op het verhaal van Gemeentebelangen Groen Soest ten aanzien van het bouwtoezicht. Het lijkt ons heel logisch dat dat gefinancierd wordt uit het overschot, omdat het overschot onder andere ook is ontstaan door hogere opbrengsten vanuit de bouwleges, en ik denk dat het heel onverstandig is om dat te laten komen uit kwaliteitsimpuls. Het is juist ook GGS die heeft voorgesteld bij de kaderstelling om kritisch te kijken naar de bezetting van het gemeentelijke apparaat. Als we dan gaan bezuinigen op kwantiteit, laten we dan a.u.b niet gaan bezuinigen op kwaliteit. Dank u wel. Heer LEMMEN (PvdA): Voorzitter, wij kunnen akkoord gaan met de jaarrekening, het eerste punt, maar toch wel een kanttekening erbij. En dan sluit ik aan bij wat de heer Van der Torre zei, maar niet in die positieve zin zoals hij zelf zegt. Ik denk dat de jaarrekening een goed moment is om te toetsen of het afgelopen jaar dat geboden heeft wat wij met z'n allen hebben afgesproken dat we zouden halen, maar wij vinden, en dat hebben we ook al in de eerdere vergaderingen gezegd, dat het college veel te optimistisch is door zelf te stellen dat het geheel redelijk op schema ligt. 83% is dan gehaald en 17% niet. Wij hebben al in de commissie aan de orde gesteld, die 83%, kun je die ook allemaal zien als op de borst kloppen datje het goed gedaan hebt? Als je durft te beweren dat de woningbouwproductie op schema ligt, en er zijn in 2003 40 woningen gebouwd, terwijl het college belooft er 100 te bouwen, dan vind ik dat een onjuiste voorstelling van zaken. Zo hebben we nog een aantal andere voorbeelden uit de reeks van beleidsvoornemens, het vinkenboekje, aan de orde gehad.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 2004 | | pagina 135