Raadsvergadering 3 juni 2004 -24- Het is hier de zaal van de democratie en dat moeten we vind ik heel serieus met elkaar nemen en niet zo'n blikkenwisseling met elkaar van ojee, daar heb je ze al weer. Heer VAN GEET (VVD): Voorzitter, bij interruptie. Ik moet eerlijk zeggen dat mij de woorden van mevrouw Mann toch wat verbazen want ik kan u zeker zeggen dat de VVD-fractie en waarschijnlijk toch wel meer fracties absoluut niet lacherig reageren, nog minder dat die blikken wisselen met anderen als een bepaalde fractie niet voldoende antwoord krijgt op gestelde vragen. Ik vind ook dat als een fractie vragen stelt, dat daar antwoorden op moeten komen en het is niet zo, zoals u stelt, ook in de wij-vorm, of in de zij-vorm dat er lacherig over wordt gedaan of dat men blikken van verstandhouding gaat wisselen omdat wij het niet eens zijn met het feit dat een fractie vragen stelt en daarop kennelijk niet voldoende antwoorden krijgt. Dank u. Mevrouw MANN (GL): Nog één keer een reactie. Meneer Van Geet, als dat zo is, dan spijt me dat. Dan heb ik me misschien iets te grof uitgedrukt. Maar ik heb toch een beetje uiting willen geven aan een bepaald soort sfeer die er dan ontstaat en die ik eerlijk gezegd niet helemaal goed vind. Mevrouw VAN ROOMEN (CDA): Ik wil afronden. Ik denk dat mevrouw Mann met de woorden 'een sfeer die ik niet helemaal goed vind', daar sluit ik me bij aan. Ik denk dat de manier hoe we daarin met elkaar omgaan niet juist is en ik zou het jammer vinden op deze manier, maar dit is het enige wat ik er verder over wil zeggen, ik denk dat dat voldoende is. Heer ROEST (D66): Voorzitter, het jaarverslag. Wij waren globaal positief, dat hebben we die avond ook laten merken. En in die zin ga ik mee met de heer Van der Torre. Ik wil het hele verhaal niet overdoen. Wij hebben nog wel vraagtekens gezet bij ISV, daar komen we op terug, of we daar nou wel zo vooruit gaan. Maar wat mij betreft geen punt. Ik heb me ook door de wethouder laten overtuigen dat de ideeën die ik had over de bestemming van het jaarresultaat niet goed doordacht waren. Dus ik ga ook daarmee akkoord, na zijn argumentatie. Dan wil ik dus ook het punt nog even aan de orde stellen, want ik vind het belangrijk genoeg om met elkaar hier in deze raad een sfeer te creëren waarin we dus gewoon kritisch onze rol als controlerend orgaan kunnen vervullen. Ik ben van harte van mening dat wij alle vragen moeten stellen, en ik denk ook dat we ze kunnen stellen. Mijn ervaringen zijn, in het ambtelijke apparaat, dat je zelfs ondersteuning krijgt, in de sfeer van ook kritische vragen, als je zelf niet zoveel kennis hebt. Het punt van Soest 2002 is niet aan de orde. Ik vind het een heel belangrijk dossier, dat wil ik hier ook laten blijken. Alleen vind ik dat ze niet de goede effectieve manier hebben om vragen te stellen. Want zoals ze ze stellen steeds in korte zin, krijgen ze niet de antwoorden. Je moetje vragen nader preciseren. Krijg je niet de goede antwoorden. Wij vonden dat bijvoorbeeld, als ik Soest 2002 mag aangeven, bij de bouwfraudevragen wij een beetje wazige antwoorden kregen. En daar gaan we nu zelf wat onderzoek op zetten. Dus als je niet tevreden bent, dan moetje dat doen. En u vindt mij aan uw zijde als u niet de goede antwoorden krijgt. Dan ben ik uw man en dan gaan we er achteraan. Dat wil ik hier heel duidelijk zeggen. En ik vind dat het de taak van alle partijen is, en daar heb ik ook vertrouwen in. Dus ik wil elkaar eigenlijk toespreken in de zin van elkaar daarin steunen, dat we elkaar de kans geven ook.. Heer LEMMEN (PvdA): Voorzitter, bij interruptie. Het is toch niet zo, neem ik aan, dat de heer Roest nu voorstelt om elke keer als de vragen worden beantwoord door het college, en die zijn niet goed, dan zelf maar te moeten gaan doen. Wij moeten ervan uitgaan, vind ik, als raad, dat wij de goede antwoorden krijgen. En dat is interventie van een partij nu al geweest op grond van wat we nu met de jaarrekening voorgeschoteld hebben gekregen. Het moet wat dat betreft strakker denk ik en ik hoop dat daar meer partijen nog iets over kunnen zeggen. Heer ROEST (D66): Voorzitter, af en toe krijg je de goede antwoorden, af en toe ben je niet tevreden. En dan moetje nader preciseren. Vragen stellen is kennis verkrijgen. Zo eenvoudig is het. VOORZITTER: Wij gaan naar de afronding van de eerste termijn. Wie van u meer in de eerste termijn?

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 2004 | | pagina 137