-8 Raadsvergadering 24 juni 2004 9 - reactie op mijn initiatief. Vorig jaar heb ik een initiatief bij hem binnengebracht om wat meer fietsgebruik te ontwikkelen in Soest, maar daar is nog niet echt iets uit gekomen. Graag zijn reactie daarop. Even enkele invullingen. Inkoop- en aanbestedingsbeleid denkt mijn partij dus dat er per jaar 100.000 zal zijn te halen en wij komen dus in vier jaar tot een besparing van 400.000 structureel. Dat ligt wat hoger dan het college heeft aangegeven, maar niet erg veel hoger. Wat betreft de politiesurveillanten. Wij hebben gepleit voor het terugbrengen van de politiesurveillanten naar het gemiddelde van de provincie. En de allerbelangrijkste reden voor D66 was dat wij nog steeds niet de goede informatie hebben om na te kunnen gaan of die politie-inzet in Baarn, waar ze geen surveillanten hebben, niet weglekt naar Baarn. Worden er in Baarn dingen door de politie gedaan die hier door onze surveillanten worden gedaan? Wij hebben daar tot nog toe. ook al zijn we daar al een jaar of drie, vier mee bezig, na het beleidsevaluatieonderzoek, geen inzicht in gekregen en tot die tijd zijn wij niet overtuigd dat er dus zeven surveillanten moeten zijn, hetgeen er dus langzamerhand oneindig veel meer zijn dan in onze buurgemeente. Daar wachten we dus op. Maar inmiddels heb ik wel nagedacht. Ik zat oorspronkelijk op vier surveillanten, ik heb nagedacht, we hebben ook inspraakreacties gehad van wijkbeheerteams en ik heb gedacht van: voorlopig ga ik naar vijf. Helemaal weg, zoals Soest 2002, en naar twee, lijkt mij niet verstandig. Heer MIDDELKOOP (Soest 2002): Voorzitter, wij hebben gezegd: wij willen voorstellen terug naar nul en dan als de behoefte duidelijk blijkt eventueel naar vier. Dat was ons standpunt. Heer ROEST (D66): Sorry, meneer Middelkoop. Dat had ik niet gedacht. Ik zou wel willen toelichten waarom ik dus op dat aantal terecht kom, dat zou ik ook het CDA willen meegeven, ik denk dat twee niet meer werkt. Het moet een team blijven. Het moet met elkaar kunnen blijven werken. En daarbij heb ik dus gedacht: nou, wat zijn nou voor mij de prioriteiten in Soest en in welke wijken? Ik wil er eentje hebben in Smitsveen, de Eng, Overhees, Klaarwater en Soesterberg. Niet omdat deze mensen allemaal op de tribune zitten, maar ik vind dat daar ook één zou moeten horen. Dan kom ik dus op vijf. Dat vind ik vijf belangrijke plekken in Soest. Ik denk dat we daar voorlopig naar terug moeten gaan, maar ik hou nog steeds in mijn achterzak die vraag naar de informatie over de inzet van de politiesurveillanten. Heer KOELEWIJN (Soest 2002): Voorzitter, mag ik even interrumperen? Meneer Roest, het lijkt nu wel of het onderwerp politiesurveillanten op de agenda staat, maar we hebben het over algemene kaderstelling. Ik denk niet dat we nu in detail over politiesurveillanten moeten praten, want ik denk dat dat in een later stadium moet. Het staat niet op de agenda. Heer VAN GEET (VVD): Mag ik hierop reageren, voorzitter? Ik ben het met de heer Koelewijn absoluut oneens, want het gaat hier namelijk over het feit dat de politiesurveillanten in de kaderstelling staan in de vorm van bezuiniging en ik begrijp niet waarom de heer Roest dat niet mag zeggen. Van het CDA is ook een aantal zaken duidelijk geworden. Ik heb dat in eerste instantie niet gedaan, maar ook wij, zoals in eerste instantie is aangegeven, blijven bij vijf, en ik begrijp niet waarom de heer Roest dit niet zou mogen zeggen. Heer KOELEWIJN (Soest 2002): Voorzitter, ik wil dat wel graag toelichten. Als we ieder onderdeel van wat wij als bezuiniging inbrengen bespreken, zijn wij tot twaalf uur bezig. Daar moeten we nu niet over discussiëren. Wij hebben steeds gesproken: in de raad moet je op hoofdlijnen sturen, kaderstellen is dan voor mij op hoofdlijnen, en aan het college is de taak om het in te vullen. U heeft in detail kunnen vermelden, iedere keer, waar u op wilt bezuinigen, maar om dat nu expliciet op politiesurveillanten, omdat het wellicht in de actualiteit is, nu uit te spitten, lijkt mij wat overdreven. VOORZITTER: Dank voor uw interrupties. Meneer Roest voor de afronding of wellicht voltooiing van uw inbreng. Heer ROEST (D66): Nee, voltooiing. Ik zou inderdaad voor mezelf ook wel kunnen opkomen. We moeten zelf uitmaken wat de kaderstelling is. Ik zie aan de reacties van inwoners dat de kaderstelling

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 2004 | | pagina 156