-16-
Raadsvergadering 24 juni 2004
17-
perspectief kritisch moeten zijn over een dergelijke suggestie zoals die genoemd wordt. En als derde
punt daarbij genoemd dat een onderzoek, ook intern, als wij mensen die op dit moment iets aan het
doen zijn, iets anders laten doen in de sfeer van een intern onderzoek, dan zijn daar kosten mee
gemoeid. En ik heb de kosten die daarmee gemoeid zijn, niet bij dit voorstel gezien. Laat onverlet dat
onderzoeken naar de mogelijkheden als er scholen zelf clusteren of anderszins ruimte op
gemeentegrond ontstaat, dat wij daar natuurlijk op dit moment actief in overleg met u mogelijkheden
voor jongerenhuisvesting of anderszins op dit moment al benoemen. Ik denk dat de heer Van Buiten
dat terecht noemde. Als het BEC, de Egelantier moet ik zeggen, opent dan ontstaan daar op twee
plekken vrijkomende locaties. Op één van die vrijkomende locaties zijn we bezig met SEW, samen
voor jongerenhuisvesting. Dus we zijn eigenlijk bezig in de lijn zoals u hier suggereert en eigenlijk
gaat dat in onze optiek dus ver genoeg.
VOORZITTER: Wie van u? Genoeg over gesproken? Moeten we hem in stemming brengen, meneer
Roest?
Heer ROEST (D66): Absoluut, want ik heb driejaar geleden gewoon geprobeerd dat het college een
motivatie geeft, maar die voelt daar niet zo erg voor. Die is gevoelig voor een opdracht van de raad.
En dat is nou het punt dat ik op dit moment wil bereiken. Dat de raad gewoon een opdracht geeft.
Wethouder KROL: Voorzitter, misschien mag een wethouder ook interrumperen. Eén zin: we doen
altijd graag wat de raad op dat punt wil, maar ik heb alleen aangegeven dat wat u vraagt we feitelijk al
doen en als u het per motie aan ons vraagt, zullen we het feitelijk blijven doen. En in die zin vind ik
hem een beetje dubbel op.
Heer ROEST (D66): Mag ik nog even? Ik denk dat het college dat nog onvoldoende doet. Dat er nog
meer mogelijkheden zijn, dat is de essentie van het verhaal. Zij vinden het goed. En ik denk, en ik wil
ook verder kijken dan het college, want die is meestal toch niet veel verder dan die vier jaar bezig, ik
wil iets verder.
Heer VAN BUITEN (CDA): Ik vind dit een behoorlijke ad hoc-motie. Dus eigenlijk zou ik zeggen: dit
punt kunnen we beter in de betreffende commissie bediscussiëren en van daaruit een opdracht
distilleren naar het college. Dank u.
VOORZITTER: We hebben er genoeg over gesproken. Dus we gaan gewoon de opvattingen daarover
verzamelen. Ik wil vragen of u een korte stemverklaring wilt afgeven, want de heer Roest heeft
aangegeven hem graag te willen handhaven. Meneer Van Buiten, heeft u namens de CDA-fractie
gesproken?
Mevrouw VAN HALEN (GGS): Voorzitter, wij steunen de motie, nraar wel met de opmerking dat het
misschien nu geld kost vanwege het onderzoek, maar op lange termijn levert het geld op.
Mevrouw MANN (GL): Wij steunen de motie ook.
VOORZITTER: ChristenUnie/SGP heeft aangegeven tegen te zijn.
Mevrouw HUBERTS (VVD): Voorzitter, wij hadden vragen aan de heer Roest gesteld, en daar
hebben wij geen antwoord op gehad, want wij willen eigenlijk niet een algeheel breed onderzoek. Wij
vinden het idee zoals door het CDA-fractie naar voren is geschoven om niet nu te beslissen maar in
een commissie aan de orde te stellen om ook het college duidelijker kaders mee te geven van wat we
willen, hoe we het willen en ook een financieel dekkingsplan daarvoor te verzinnen. Dat vinden wij
een betere insteek, dus wij steunen op dit moment de motie niet.
Heer MIDDELKOOP (Soest 2002): Wij steunen de motie met de randvoorwaarden dat het intern moet
gebeuren en dat het geen geld kost.