Raadsvergadering 24 juni 2004 Heer VERKERK (PvdA): Dank u voorzitter. Ja, het is al eerder gezegd. Er is aan dit raadsvoorstel een uitgebreide inspraak voorafgegaan. We hebben veel waardering voor de wijze waarop de inspraakprocedure gehouden is. Deze heeft o.a. geleid tot het totaalplan ruimtelijke ordening Soesterberg 2020, dat door het college, terecht, als richtinggevend kader wordt gebruikt. Minder tevreden zijn we over de aanpak van het college met betrekking tot de nieuwe locatie Wethouder De Haanschool. Aanvankelijk werden drie locaties genoemd, waarbij een voorkeur leek te bestaan voor Wostok. Vervolgens besloot het college te kiezen voor het Evenemententerrein en duldde daarover geen inspraak. Uiteindelijk liet het college deze eis varen en nu is de keuze aan de raad. Er zijn wat onze fractie betreft wat onduidelijkheden en daarom zouden we graag in eerste termijn een antwoord willen hebben op de volgende vragen. Waarom is het college afgestapt van haar oorspronkelijke en duidelijke voorkeur voor de locatie Evenemententerrein. Is het juist, zoals in de adviesnota een jaar geleden genoemd staat, dat op de locaties Evenemententerrein en Wostok volgens de wet niet gebouwd kan worden zolang de huidige geluidszonering gehandhaafd blijft. En waarom is het college afgestapt van haar oorspronkelijke idee om te streven naar een multifunctioneel gebouw? Tot zover in eerste termijn. Heer ROEST (D66): Voorzitter, D66 gaat akkoord met het eerste beslispunt, de overeenkomst met Dura voor de ontwikkeling van het Dorpsplein. Beide andere beslispunten hebben niet onze instemming. Wij vinden het, ik hoop dat ik niet de enige ben, namelijk heel raar dat er nu een klein stukje uit een ontwerp totaalvisie van het college en WTS wordt gepresenteerd. Het is echt heel merkwaardig dat WTS een onderzoek heeft gedaan, waarvoor ik alle respect heb, dat het college daarover heeft gesproken, maar dat de raad nog geen uitspraak heeft gedaan. Dat is heel merkwaardig. Over elke majeure ontwikkeling moet de raad aan bod zijn. En wij hebben nog geen enkel moment gehad. Ik begrijp dat niet en ik stel de raadsleden, mijn collega's voor, om dat na de zomervakantie alsnog te doen. Dat is echt een omissie. En dan daarbij wil ik nu al aangeven dat het weliswaar een goed uitgangspunt is, maar dat ik nog bepaalde punten mis. Ik heb al eerder aangegeven dat ik geen enkele onderbouwing heb gezien voor de onderwijsbehoefte. Toch wel een vrij essentieel punt. Het gaat om wonen, maar het gaat ook om onderwijs, het gaat om zorg, en daar moetje een goede afweging in maken. Dat dorp wordt binnen een paar jaar een paar duizend inwoners groter, geleidelijk heeft de wethouder uitgelegd in de loop der tijden, maar ook hier: regeren is vooruitzien. En nadenken over de behoefte van zo'n dorp. En dat gaat wat mij betreft ook over grenzen heen, dus in samenwerking met Zeist. D66 mist een solide onderbouwing ook wat sportvelden betreft. En ook missen wij een goede onderbouwing of een goede afweging, aangegeven door GGS, tussen groen en rood. Hoe gaat het ermee, hoe staan we daar tegenover? En wij staan er in ieder geval als D66 op een bepaalde manier in. We zijn dus voor een onderbouwde visie. We hebben aangegeven, dat zal ik niet uitgebreid meer doen, van de Postiljonschool, die zit nu in een te klein jasje, komt nu al drie lokalen tekort, komt zo meteen zeker meer lokalen tekort. Daar komt een besluit op de raad af en daar moeten we nu rekening mee houden. Ik kom niet meer terug op het onderwerp clustering, want dan word ik als barbaar afgeschilderd. Wij kunnen dus, resumerend, nog geen verantwoorde keuze maken voor een zorgvuldige afweging. Wij hebben in de commissie de vraag gesteld aan het college en ik heb aangegeven dat ik die niet als art. 38 vraag, maar ik wens wel dat beantwoord wordt: een onderzoek naar die onderwijsbehoefte op middellange tennijn die op het gemeentehuis niet aanwezig is voor Soesterberg, en dat onderzoek moet wat D66 betreft niet alleen gaan over aantallen, maar heel belangrijk, ook over onderwijsbehoefte, de kwaliteit van accommodaties. Een unieke kans om voor Soesterberg drie scholen in vrijwel nieuwe gebouwen te plaatsen. En wij wensen van het college een lange- termijncalculatie van de kosten eventuele aanbouw en dan kom je tot een heel ander plaatje dan op korte termijn. Wat betreft het dorpshuis heb ik mevrouw Bouwmeester al aangegeven dat er kansen liggen bij de sporthal. Daar wil ik in ieder geval aangeven die richting uit zal wat mij betreft een toegevoegde

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 2004 | | pagina 173