Raadsvergadering 24 juni 2004 -44- Ra groot deel in haar portefeuille had, ook ziek thuis zat. Dat betekent dus dat we genoodzaakt waren om daar behoorlijk wat interimkosten voor te maken, want je zult toch mensen nodig hebben die bijvoorbeeld een visie ontwikkelen over waar dat openbaar onderwijs naar toe gaat, wantje kunt wel denken dat een wethouder van onderwijs dat moet doen, maar ook een wethouder van onderwijs heeft daar deskundigen voor nodig en die zijn ingehuurd en die hebben hun werk gedaan. En als we vandaag kijken wat er op de Smitsweg aan een school staat, hoe daar samengewerkt wordt met allerlei dingen, de brede school, hoe de kantoorurenschool zich ontwikkelt, dan denk ik dat we daar gewoon hele goede zaken mee hebben gedaan. Terugkomend op het verhaal dat mevrouw De Waard vertelde, zij is in 1997 bij de vorige wethouder geweest om er op te wijzen dat het niet verstandig was dat de gemeente Soest de extra ABB-kosten niet gewoon per jaar, per begroting vergoedde aan het openbaar onderwijs. Dat gebeurt in heel veel gemeentes wel. Toen is gezegd: hier was de mores om dat gewoon niet te doen zolang de reserves en voorzieningen nog aanwezig waren. Daar kan je van zeggen: verkeerd. Maar uiteindelijk komt het per saldo natuurlijk allemaal op hetzelfde neer. Anders had u gewoon per jaar 50.000 moeten bijdragen en moeten we dat dan in één keer goed maken omdat de reserves en voorzieningen uitgeput waren en we moesten kijken op welke manier dat was gebeurd. En heel duidelijk was dat we gewoon qua ABB-kosten enorm boven het bedrag dat uit Den Haag kwam hebben moeten spenderen. Voorzitter, ik denk dat ik zo voldoende duidelijk heb gemaakt dat het beleid dat gevoerd is door deze wethouder en daarbij ook het college wil ik zeggen, want ook in het college hebben we met enige regelmaat met elkaar gesproken over de zorgelijke financiële situatie in het openbaar onderwijs. Ik denk dat we vanavond een mijlpaal bereiken en ik ben ervan overtuigd dat Eem vallei Educatief en de Soester onderdeel daarvan een hele mooie toekomst tegemoet gaan. Dank u wel. Heer VAN DEN POL (Soest 2002): Ik vind over een mijlpaal spreken niet van toepassing. Het is noodzaak en het gaat gebeuren. Daar zijn we tevreden over. Maar de wethouder gaat nog steeds vlot heen over het feit dat als we dan met die grote tekorten zitten en er wordt eerst afgesproken ze niet jaarlijks bij te boeken, maar als je ziet dat de pot echt leeg is, dan ga je toch een keer praten en zegje: jongens, dat moeten we wel doen. En dan moeten we dat niet vier jaar achteraf, dat u zegt het is maar 50.000 per jaar, het was als 209.000 in de laatste vergadering, dus dan is dat vier jaar al mis gegaan. En dan nog hadden we geen goedkeuring van de accountant van 2003 en 2004. Wethouder WITTE: Toch bij interruptie. Het is niet vier jaar verkeerd gegaan. Mevrouw De Waard heeft net al duidelijk gemaakt dat het in 1997 al verkeerd ging en dat in 2000 het toenmalige college al in de gaten had dat de exploitatie niet vol te houden was in meeijarenperspectief. Heer VAN DEN POL (Soest 2002): Maar wethouder, dan doe je er toch wat aan? Heer LEMMEN (PvdA): Voorzitter, ik respecteer de verdediging van de wethouder. Ik had een paar keer de neiging om te interrumperen, maar dat heb ik niet gedaan. Ik kan me voorstellen dat hij ook dit verhaal hier neerlegt. Alleen, wat de heer Van den Pol ook zegt, op een gegeven moment zeggen van: je hebt een eigen verantwoordelijkheid en als je ziet dat het verkeerd gaat, dan kan ik mij voorstellen datje eigen verantwoordelijkheid neemt en zegt: mensen, zo moeten we het anders gaan doen. Wij worden ermee geconfronteerd als raad dat nu in 2004 ineens zo'n groot bedrag er ligt om op te hoesten uit de algemene middelen en dat is het punt, het enkele punt waar het om gaat. Het gaat over het financieel beheer in de afgelopen periode. Daar gaat deze motie ook over om daar in ieder geval om met de woorden van mevrouw Mann te spreken een gele kaart uit te delen. Wantje kunt natuurlijk op een gegeven moment zeggen: ja, laten we daar weer overheen hobbelen en je kunt er over oordelen of je het te hard of niet te hard vindt, dat kun je doen, maar ik vind wel datje op een gegeven moment ook een punt moet maken en zeggen van: vinden we het oké als raad, of vinden we het niet oké. Die uitspraak leggen wij aan de andere fracties voor en ik wacht wel af wat daar de stemming over zal zijn. Heer CORBEIJ (GGS): Dank u voorzitter. Aan de heer Lemmen, ja, misschien zijn er dan ook nog gele kaarten aan raadsleden uit het verleden te geven, aan de PvdA, aan de PvdA-wethouder. Heer LEMMEN (PvdA): Dat had u ook kunnen doen.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 2004 | | pagina 191