Raadsvergadering 14 oktober 2004 -7- opmerkingen tot stand? Op grond van overleg, en diegene die overlegt met de marktcommissie heeft begrepen dat men zou komen met een verzoek tot verplaatsing van de markt. Er is ook een brief over gekomen. En zo staat er in: ja, er komt een voorstel voor iets anders. Dat voorstel is gekomen middels een brief van de marktlui van: mag die verplaatst worden. Daar is publiciteit aan gegeven en toen kwam het wijkbeheerteam, en nu ga ik het verhaal even afmaken, vragen: wat gaat u doen. Ik ben daar geweest. Ik zei: wij stellen niets voor als B&W. Er is geen enkel voornemen, het staat niet in een raadsprogramma, niet in collegeprogramma dat wij gaan voorstellen de markt te verplaatsen. Dat wil niet zeggen dat er opmerkingen gemaakt worden dat er belangen zijn dat mensen zich daarmee bezighouden en die mogen dat gewoon voorstellen. Elet kan zijn, terecht, een aantal mensen van de markt. Dat kunnen zijn partijen, waaronder ik niet wil vergeten D66. Wij stellen het dus niet voor. Heel concreet. Nu komt een initiatiefvoorstel. Wij hebben dat gelezen. En ja, er staat in ons idee wel iets mee te spelen, kunnen wij vanuit de markt en de kwaliteit die geboden wordt iets verbeteren. Het had geen prioriteit. Als de raad zegt: wij willen wel een onderzoek, maar dan breed, dan kan dat. Dan kan gekeken worden wat de gevolgen zijn van verplaatsing. Wat heb je nodig om niet te verplaatsen en de kwaliteit te verbeteren. Dat zijn elementen die bij elkaar komen, teweeggebracht zo'n discussie, door een initiatiefvoorstel. Dat kan. Dus als de raad zegt: u moet dat gaan uitzoeken en rapporteer wat de voor- en nadelen zijn, welke verbeteringen nodig zijn, kan dat op de huidige plaats, kan dat niet op de huidige plaats, kan er een tweede markt bij. Al die overwegingen kunnen wij tegenkomen. Dat heb ik ook vanavond gehoord, dan kunnen wij daarmee aan de gang. Heer VAN BUITEN (CDA): Mag ik even vragen? Die laatste zin die daar staat: inzake eventuele verplaatsing van de markt zal medio 2004 een voorstel gedaan worden. Hoe moet ik die zin dan lezen? Wethouder KRIJGER: Net wat ik netjes heb weergegeven. Degene die de brieven binnenkrijgt wordt gevraagd: maak een opzet voor voorbeelden voor een productenraming. Hij is dus niet via B&W gegaan en men heeft gehoord: er komt een voorstel. En dat voorstel is ook gekomen, een verzoek van de marktlieden om de markt te verplaatsen. Dat is medio 2004 gekomen. Niet ons voorstel. Wij hadden geen voorstel klaar voor u om de markt te verplaatsen. Dat is in mei nog een keer bevestigd in het wijkbeheerteam. Het is niet ons voornemen, u kunt ons wel opdracht geven. Heer VAN BUITEN (CDA): Dus ik begrijp dat wij als raad laat zijn, en niet het college. Wethouder KRIJGER: U had ook geen voornemen, alleen, u bent nu dus, omdat mensen dat vragen, ook gevraagd een mening te geven. VOORZITTER: Ten aanzien van het onderwerp veiligheid, zowel de indiener als verschillende fracties Soest 2002, Gemeentebelangen Groen Soest en GroenLinks maakten daar een kanttekening bij, ik denk naar aanleiding van het inspreken. Ik denk datje in z'n algemeenheid kan zeggen dat geen plek in Soest of Soesterberg of Soestduinen gevrijwaard is van overlast of criminaliteit. Dus als we dat type incidenten als maatstaf nemen van iets kan wel of iets kan niet, dan zit die exclusiviteit nooit in overdreven mate op één plek in het bijzonder. En in die zin vind ik het ook wel goed voor de beeldvorming, dat uit te spreken zoals ik dat uitspreek. Dus uit hoofde van veiligheid is er geen voor- of nadelige situatie. Als er klachten zijn over plekken, en die krijgen wij soms, soms over Smitsveen, maar ook in de Van Weedestraat, welk type criminaliteit of overlast dan ook, dan doen we daar vanuit de politie wat we daaraan moeten doen. In die zin hoop ik dat van een voldoende reactie te hebben voorzien. Voordat we de tweede termijn ingaan, kijk ik nog even naar de heer Netten en de heer Middelhoven. Hebt u aanleiding om nog voor een tweede keer iets naar voren te brengen, want dan geef ik u graag gelegenheid om naar voren te komen. Heer NETTEN: Ik had een vraag over de toevoeging voor het Smitsveen. Ik heb dat verhaal gehoord van de heer Lemmen. Aan welke toevoeging dacht u? Ik had een opmerking over Baarnaars die naar Soest komen. Is er iets mis mee om de winkeliers daarmee iets extra's in het laatje te geven? Baarn trekt hier naar toe, dat lijkt me voor u als gemeente goed, voor uw gemeente gezelligheid. Dat lijkt me heel prettig. Vandaar dat wij ook als bestuur

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 2004 | | pagina 238