Raadsvergadering 22 januari 2004
brengen. En mochten er uit de opdracht aan het college extra financiële middelen voor nodig zijn, dan
willen we die afweging nemen op het moment dat die financiële afweging genomen kan worden. Dus
dat we er een kostenplaatje bij hebben. In die zin willen we geen verwachtingen wekken die we
misschien later niet waar kunnen maken.
We hadden ook nog één vraagje aan het college, dat kwam ons nog later tegemoet. Dat is het
accommodatiebeleid. Daar zou een voorstel voor moeten komen voor de zomer en we vragen eigenlijk
of dit wel een haalbare kaart is, want ook daar willen we niet verwachtingen wekken die het college
misschien niet waar kan maken.
Wat betreft de nieuwe formulering met het Cultuurfestival. Daar kunnen we ons in vinden en we
hebben vernomen dat het Cultuurplatform zich er ook in kan vinden, dus ik denk dat we de werkgroep
mogen bedanken dat ze daar een goed eind aan hebben weten te breien. Dat was het.
Heer LEMMEN (PvdA): Wat het laatste betreft, hebben we ook nog een opmerking. Maar wij vinden
dat de opdracht die er nu staat over het Cultuurfestival wel erg terughoudend is verwoord. In de
commissie is dat ook opengelaten. Wij vinden dat het Cultuurfestival een ijkpunt kan zijn voor de
gemeentelijke ambities, en daarom denken wij datje er juist voor kunt zorgen dat het Cultuurplatform
ook in financiële zin voorjaren in staat gesteld wordt om dat samenbindende festival te organiseren.
Wij hebben dan geen behoefte aan een evaluatie met als directe uitkomst dat het festival niet meer op
gemeentelijke steun zou hoeven te rekenen. Dus ik zou eigenlijk de oorspronkelijke versie, waar het
als een opdracht wordt gezien, willen handhaven.
Mevrouw OOSTROM (CDA): Voorzitter, het CDA is ook een heel groot voorstander van het
Cultuurfestival. We hebben allemaal kunnen zien hoe geweldig succes het was. Mevrouw De Waard
en ik waren vrijwilliger op die dag en we zouden dat graag dit jaar weer willen doen. En we konden
zelf zien hoeveel jongeren en allochtonen ook aanwezig waren en iedereen vond het hartstikke leuk.
Zo bereik je toch de doelgroepen die we willen stimuleren om met kunst en cultuur in aanraking te
komen. We vinden het een heel belangrijk evenement, maar we vinden het toch heel belangrijk dat het
geëvalueerd wordt en dan pas in de begrotingsbehandeling naar voren komt. Dat is ons standpunt. Dus
we zijn heel blij met de opdracht aan het college, zoals het nu aangepast voor ons ligt.
Mevrouw MANN (GL): Ten eerste natuurlijk, het Cultuurfestival is in onze ogen vorig jaar een groot
succes en een grote aanwinst voor Soest. Ik neem aan dat het voor dit jaar financieel geregeld is, maar
dat we dus inderdaad in de begroting in het najaar dat structureel moeten gaan maken. En ik denk dat
het Cultuurplatform enorm belangrijk gaat worden, want daarin krijg je natuurlijk toch dat alle
groeperingen zich goed kunnen vertegenwoordigen, en ik hoop dat ze een heel goede entree vinden bij
ons, in de gemeentelijke politiek. Want dat is natuurlijk heel belangrijk. Daar draait het om.
Heer ROEST (D66): Voorzitter, uit deze cultuurvisie spreekt een behoorlijke ambitie. Maar ik moet
constateren dat dit jonge kind toch niet al te veel groeikansen heeft. Het moet groeien, zoals
aangegeven binnen de financiële kaders, en dat is ons iets te strak. Voor D66 geldt dat bij
cultuurbeleid het motto moet zijn: laat duizend bloemen bloeien, behoud en versterk het goede. Dat is
in de discussie vooraf aan de orde gekomen, dat dat essentieel is. Maar essentieel is ook kansen geven
aan vernieuwing. Deze nota zegt: nieuwe ideeën zoveel mogelijk binnen de huidige financiële kaders.
Wij denken echter dat er tot dusver nog wat dorre stukjes zijn, ook in de nota aangegeven, jeugd,
allochtonen, en dat daar ook hele mooie bloemen zouden kunnen bloeien. Want de jongerencultuur
verandert voortdurend. Dat zie ik elke dag voor mijn ogen. En in die zin veranderen zelfs mijn lessen
waar kinderen bezig zijn met breakdance. Als je ziet hoe dat werkt voor kinderen. Dat is zo'n
activiteit. Wij zijn dus voor extra steun en wij zouden dat eigenlijk een soort kunstmest willen
noemen. Dus er moet een kunstmestruimte komen voor onontgonnen terreintjes. Wij zijn al overtuigd
van de toegevoegde waarde van het Cultuurfestival en zullen bij de Voorjaarsnota, ik denk niet dat we
tot de begroting moeten wachten mevrouw Mann, want de Voorjaarsnota is het moment om kaders aan
het college te geven, die dat via een begroting weer uitwerkt. Dus het moment zoals aangegeven in
deze notitie achter de Voorjaarsnota aan, lijkt ons niet zinvol. Ik denk dat het goed is: duizend
bloemen bloeien, om als raad kleur te bekennen en te zeggen van: wat willen we. Als we willen wat in