Raadsvergadering 2 november 2004 (begrotingsraad) in de hand. Maar dat is voor ons het moment datje zegt: dan heb je zicht op hoe het verder gaat met het leerlingenvervoer en op dat moment zouden we ook met elkaar van gedachten willen wisselen hoe we daar verder mee omgaan en hoe we daar eventueel een bedrag aan kunnen koppelen om het dus goedkoper te laten zijn. In ieder geval niet nu op basis van geen gegevens. Heer VAN DEN POL (Soest 2002): Wij steunen deze motie, want ik denk dat het een extra stimulans kan zijn om de inkoop goed scherp te organiseren. Mevrouw DE WAARD (CDA): Dank u wel voorzitter. Wij steunen de motie niet. Ook wij hebben in de commissie aangegeven dat straks met de Europese aanbesteding er mogelijk iets te halen is door scherp onderhandelen. Maar kwaliteit moet voorop staan. Ik wil graag die discussie verder in de commissie voeren en we hebben geen behoefte op dit moment aan de motie. Heer ROEST (D66): Wij zullen hem ook niet steunen met exact dezelfde motivatie als mijn voorgangster. Mevrouw MANN (GL): Wij willen hem ook niet steunen. Ik vind niet datje op voorhand kunt zeggen dat 30.000,- te bezuinigen is, maar opdracht zal wel moeten zijn dat er inderdaad zo zuinig mogelijk aanbesteed moet gaan worden. Mevrouw KOOMEN (GGS): Wij ondersteunen deze motie ook niet en mevrouw De Waard heeft het prima verwoord. VOORZITTER: Dank u wel. Van de zijde van B&W zal wethouder Witte reageren. Wethouder WITTE: Voorzitter, het is een motie die een bezuiniging voorziet in het leerlingenvervoer. Een aantal andere partijen zeggen terecht laten we nou in 2005 maar eerst de nieuwe aanbesteding doen en kijken waar we daarop uitkomen. Er ligt een taakstelling op het gebied van inkoop, dus als het mogelijk is bij Europese aanbesteding om te bezuinigen zonder dat we daarmee bepaalde groepen duperen, dan zal dat uiteraard gebeuren, maar ik wil nogmaals gezegd hebben dat de aanbestedingen die we het afgelopen halfjaar in onze omgeving zien, alleen laten zien dat het overal duurder wordt. Ik wil dus al meteen even, niet dat als we het kunnen realiseren we het dan niet zouden doen, maar de algemene verwachting over de nieuwe aanbesteding kan betekenen datje dan fors goedkoper uit bent, de praktijk op dit moment laat iets heel anders zien. VOORZITTER: Zijn er leden van de raad in tweede termijn? Ik kijk ook even naar de indiener van het voorstel. Wenst u het overeind te houden? Heer LEMMEN (PvdA): Ik wil wel nog even reageren op diegenen die zeggen: je moet pas de taakstelling doen wanneer je veel meer weet. Ik wil in herinnering brengen dat wij dat bij andere onderdelen ook niet doen. Zoals bijvoorbeeld de WVG hebben wij van tevoren ook een taakstelling meegegeven aan het college: zorg er maar voor dat daar een X-bedrag, ik meen 500.000,-, maar ik weet met meer hoeveel, verdiend wordt. En in die zin moet u deze motie ook op dezelfde manier lezen. Maar ik vind het belangrijker dat de motie een kans krijgt in de uitwerking, dan dat die nu verworpen wordt. Dus ik zou hem willen aanhouden. VOORZITTER: U trekt hem dan in en dan is die niet meer aan de orde. Daarmee maakt die geen onderdeel meer uit van de beraadslagingen vanavond. Heer LEMMEN (PvdA): Ik wil hem aanhouden, zei ik. Meer met. VOORZITTER: Dat is een merkwaardige formulering. Ik begrijp wat u bedoelt. U wilt aangeven dat u hem nu intrekt, maar u houdt zich het recht voor op enig moment mee terug te komen. Heer LEMMEN (PvdA): Het is juist als u het zo formuleert, want ik wil hem boven de markt houden.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 2004 | | pagina 296