Raadsvergadering 18 november 2004 voorgelezen en geciteerd hoe het in 1996, 1997 gekomen is zoals het toen gegaan is. Dat is niet te keren. Vervolgens is er de afgelopen drie, vier jaar drie keer een poging gewaagd, drie keer het been eigenlijk in een andere richting gezet, om een vraagstuk op te lossen. En het vraagstuk zit dus echt op een nulpunt. En als u dus vraagt, dat hebt u mij eigenlijk commissiebreed wel aangegeven, als u gaat overleggen, mag dat overleggen, hoe voorzichtig ik ook dat moet zeggen, niet leiden tot een soort verwachting van nu kan het wellicht in een handomdraai geregeld worden. Dat is de lastigheid. Dus ik zit gewoon met de dilemma dat ik natuurlijk, als u zegt: doe dat op de manier zoals dat tot nu toe vanuit het bestuur gedaan is, haal eruit wat er in zit, dan kan ik dat niet doen met het laten ontstaan van een valse verwachting. En daar ben ik wat voorzichtig mee als het gaat om de beantwoording van vraag 5. Want bij vraag 5 zullen we in het overleg nagaan wat wilden we nou, en dat zijn die drie soorten die ik u noemde, en hoe degelijk is nou de analyse geweest om te zeggen: het komt er niet meer van. En met de resultaten daarvan en met het overeind houden van die ambitie in dat overleg moet ik gewoon dat overleg ingaan. En ik kan er eigenlijk niet iets meer overheen zetten dan we tot nu toe hebben gedaan. Nou ben ik misschien toch te lang aan het woord geweest, maar u vraagt nogal wat over wat er aan de orde is, en terecht denk ik, de heer Lemmen en u, dat ik dacht: dan moet ik het toch wat uitgebreider beantwoorden. Tot zover de beantwoording in eerste termijn. Ik geef het eerst even terug aan mevrouw Van Elalen en de heer Lemmen en dan geef ik andere leden van de raad gelegenheid, onder anderen de heer Van den Pol. Mevrouw VAN HALEN (GGS): Dank u wel. Het is inderdaad helder. Maar wat wij ook al eerder aangegeven hebben in de commissie, we vinden het niet acceptabel dat het zomaar zondermeer tot nul gereduceerd is en wij willen ook duidelijk gaan voor toch een enigszins behoud. Juist omdat de trend gezet gaat worden naar een wat kleinschaliger medische zorg weer. En het lijkt nu, en dat is mijn persoonlijke mening, niet van mijn fractie, maar het lijkt mij nu voorkomen dat de directie van het Meander eerst wil dat daar een groot ziekenhuis komt en dan kan er dus helemaal niets kleinschalig want dat is begrijpelijk, dat is de trend, maar op het moment dat het ziekenhuis er staat, dan gaan we ineens weer terug. En dan krijg je weer ontzettend veel extra investeringen. Dat wil ik zeker voorkomen. Plus wat het bestuur van Meander, de heer Meijers ook gezegd heeft, van ja, de toekomst wordt virtueel. Ik ben er toen even niet op ingegaan, omdat ik dacht: waar praat u over, ziet u onze ouderen al virtueel achter de computer zitten? We gaan er wel naar toe langzamerhand, en over dertig jaar of twintig jaar mag ik tot die groep gerekend worden, maar zie ik nog niet hoe ik virtueel bloed kan prikken. En ik vrees dat er dus veel problemen gaan komen op deze manier. Wij willen eigenlijk u een beetje meer kracht geven en daar vraag ik straks aan de raad steun voor om dat overleg straks in te gaan in december. We hebben nog vier jaar en ik wil daar ook zeker gebruik van maken. Ik zou dat zo in eerste termijn even laten. Heer LEMMEN (PvdA): Voorzitter, ik denk dat we als raad in ieder geval ons hard moeten maken dat Soest in ieder geval geen slaapwijk wordt van Amersfoort en dat het juist belangrijk is dat er een aantal voorzieningen boven tafel blijven. Een aantal centrumvoorzieningen. Niet alleen op het gebied van winkelen en dergelijke, maar ook op het gebied van de gezondheidszorg. En ik denk dat in ieder geval de commissie heel nadrukkelijk naar voren heeft gebracht, zo breed mogelijk dacht ik, dat wij ons daar ook voor willen inzetten als raad. U zegt: u moet niet verwachten dat in een handomdraai iets geregeld kan gaan worden. Ik denk dat het ook heel reëel is om het zo te stellen. Maar tussen niks, neerleggen bij datgene wat de heer Meijers ons als een koude douche heeft voorgelegd, en iets bereiken, daar zitten nog een aantal stappen tussen. En wij denken en daar hebben we het met GGS over gehad en ik hoop dat andere raadsfracties dat ook ondersteunen, dat we toch de nodige stappen moeten zetten om u in uw overleg straks met de andere partners te sterken, dat in ieder geval de raad, ik hoop unaniem erachter staat om toch die centrumvoorzieningen ook op het gebied van de gezondheidszorg binnen Soest te houden. Dat is denk ik de strekking van onze vragen. Heer VAN DEN POL (Soest 2002): Voorzitter, achter die strekking willen wij ook wel staan, heel graag zelfs. Maar ik wil toch graag even wat nuchterheid overbrengen. Het ligt niet meer in onze handen. En ik vind zoals er nu gepraat wordt, lijkt het net alsof die man die namens ons allen in dat overleg gaat zitten, daar nog steeds een forse inbreng zou kunnen hebben. Zo is het gewoon helemaal niet. Voorzitter, u gaat daar zelf naar toe. Ik wens u alle sterkte. Ik wil u alle back-hulp geven die maar

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 2004 | | pagina 306