Raadsvergadering 18 november 2004
-20-
school Iederwijs die daar zit, vandaag niet genoemd, is in wezen ook verliezer. Ik heb een vraag toch
aan de wethouder, die nog niet aan bod is gekomen, want die krijgt een opdracht, en ik wil graag van
hem weten hoe hij met deze opdracht naar de Provincie kan gaan, wat zijn mening daarover is.
Heer VAN DEN POL (Soest 2002): Bij interruptie, voorzitter. En de jongeren van Soest zijn ook
verliezer.
Heer ROEST (D66): Ik heb gezegd: die zijn winnaars, als het doorgaat. Dat was het eerste punt. De
eventuele nieuwe bewoners, dat zijn starters en jongeren. Dat zijn de winnaars op korte termijn.
Heer VAN DEN POL (Soest 2002): Als het niet gebeurt, krijgen we het andersomverhaal en er is door
de heer Middelkoop gezegd datje best met elkaar een speculatiebeding kunt afspreken, dus dat directe
winst maken, daar moetje niet zo hard aan trekken.
Heer LEMMEN (PvdA): Voor ons is zeker na deze ronde nog eens duidelijk dat de urgentie om
betaalbaar te bouwen voor mensen die in Soest ook willen blijven wonen en niet naar Vathorst of naar
Almere willen gaan nog eens een keertje bevestigd. Ik zou dus in ieder geval willen zeggen, als de
heer Roest zegt: incidentenplanologie, je kunt ook zeggen: gelegenheidsplanologie. Neem nu de
gelegenheid waar, want er is nu een aanbod dat er ligt van Soest 2002, en ik blijf erbij dat de Provincie
een probleem heeft om nog extra woningen te kunnen creëren. Als je die twee bij elkaar brengt, dan
zou het hier een mooie gelegenheid zijn om dit voorstel echt verder te brengen.
Mevrouw VAN ROOMEN (CDA): Dank u wel voorzitter. Allereerst wil ik even aangeven dat ik
enigszins verbaasd was dat u de discussie op die manier net afsloot. Het lijkt mij dat we hier met
elkaar open kunnen discussiëren, en ik dacht niet dat ik beschuldigingen had geuit jegens een collega.
Die legde zelf de woorden in mijn mond en ik dacht niet dat ik dat zo had neergelegd. Dat vind ik
jammer als op deze manier de discussie vorm wordt gegeven.
Even in mijn tweede termijn. Er werd gesteld dat het CDA zegt: er zijn 68 woningen en het wordt
volgebouwd. We leven hier in een gebied in Soest en ik denk dat als we het helemaal vol plempen dat
ze ook volkomen. Ik denk dat we dat met z'n allen weten. Dat hebben we ook meermalen
geconstateerd in de commissie. Er ligt een ontzettend stevige druk op de woningmarkt in dit gebied
waar wij wonen. Dus hoeveel wij bouwen, het komt vol. Daar kunnen we met elkaar van op aan. Dus
ook deze woningen zullen zeker ook vol komen met bewoners. Het CDA kiest echter voor een andere
inzet. Wij kiezen voor inbreiding, Soesterberg, de nota Wonen, woonruimteverdeling. Wij geloven
meer in instrumenten om daadwerkelijk planologisch wat te doen aan het gebied en niet zo maar
plekken te bestemmen. Wat de heer Roest ook al aangaf, ongetwijfeld zijn er meer grondeigenaren die
hun grond zouden willen inzetten voor dit soort toch wel relatief grootschalige woningbouwprojecten,
en ik denk niet dat wij als gemeente daar naar toe moeten en dat we daar ook met z'n allen stevige
visie neer moeten zetten en ons niet moeten laten leiden door dat soort dingen, want die staan
ongetwijfeld op de stoep. Het CDA zal de motie niet ondersteunen.
Heer CORBEIJ (GGS): Ik was nog geïntrigeerd door een zinsnede in het betoog van de heer
Middelkoop. Als je met een lusje de rode contour verlegt, dan is er geen compensatie nodig. Dat klinkt
als een zinsnede uit een boek van George Orwell. Kunt u dat nader toelichten?
VOORZITTER: Dat komt zo dadelijk, als we de tweede termijn hebben gecompleteerd. Er was een
vraag aan wethouder Krol, dan geef ik daarna het slotwoord aan de heer Middelkoop.
Wethouder KROL: Voorzitter, ik denk dat het gepast was en is dat het college een wat terughoudende
positie bij het debat in de raad heeft gehouden. Dus u heeft mij ook betrekkelijk weinig gehoord op dit
punt en ik kan ook niet helemaal vooruitlopen op wat het standpunt van het college zou zijn als het
debat nog niet is afgelopen. Ik wil wel aangeven datje als college natuurlijk door de raad op pad
gestuurd wordt op een aantal momenten. En dat zijn momenten waarop je je bestemmingsplan
vaststelt. Dat zijn de momenten waarop je je contourennota vaststelt. Dat zijn de momenten waarop je
debatteert over het streekplan. En op al die momenten dat de raad ongelukkig was met hoe het ontwerp