Raadsvergadering 19 februari 2004 3. Vaststelling notulen van de raadsvergadering van 18 december 2003 en de besluitenlijst raadsvergadering 22 januari 2004 De notulen van de raadsvergadering van 18 december 2003 en de besluitenlijst raadsvergadering 22 januari 2004 worden ongewijzigd vastgesteld. 4. Ingekomen stukken en mededelingen van de voorzitter Geen. 5. Vragenhalfuurtje Hiervan wordt geen gebruik gemaakt. 6. Voorstel tot het niet nemen van een voorbereidingsbesluit Zuidelijke Eng; achter perceel Nieuweweg 51 Heer NIJHOFF (Soest 2002): Dank u wel meneer de voorzitter. In de commissievergadering zijn we het eens geworden dat we geen inhoudelijke discussie gaan voeren over dit onderwerp. Wat mij betreft betekent dat dat we de discussie opgeschort hebben. Ik ga er dan ook van uit dat de uitvoering van bestuurlijke dwang op dezelfde wijze opgeschort wordt. Dat wou ik even bevestigd hebben. V Heer VAN VUUREN (CU/SGP): De heer Nijhoff maakt een opmerking dat bij het niet nemen van een j voorbereidingsbesluit voor hem logisch eruit voortvloeit dat een bestuursdwang ook logisch uitgesteld (j, zou worden. Ik vind dat geen logische conclusie. Ik wil daar wel graag wat meer over horen. j Heer ROEST (D66): Ik was niet van plan om het woord te voeren, maar ik neem aan dat de vraag van de heer Nijhoff een vraag aan de commissie is, en niet aan de wethouders, want wat dat betreft doen wij het natuurlijk hier met elkaar. En dan zou ik toch ook wel willen zeggen dat dat niet de uitleg was van de discussie zoals ik die heb gezien. m V( d< ni al Wethouder KROL: Het belangrijkste dat ik erover wil zeggen hebben we in de commissie ook al met 9 elkaar gewisseld en dat is dat het een kwestie is die onder de rechter is, en de voorzitter van de P< et raadscommissie RVM, de heer Middelkoop, heeft terecht aangegeven en aangedrongen op terughoudendheid over dit onderwerp. De eerste zitting bij de Raad van State over dit onderwerp is binnenkort, 26 februari even uit mijn hoofd, en het lijkt ons verstandig, ook vanuit de verantwoordelijkheid vanuit het college, om het bestemmingsplan ook ter plekke te handhaven en er dus niet te veel over te zeggen, maar ik concludeer wel dat de conclusie die de heer Nijhoff hier trekt, V( dat dat niet de onze is en dat hij daarmee ook een uitspraak doet bij een agendapunt waar het wat aj betreft het college, niet passend is. Dus ik geef twee dingen aan: a. het is niet als het gaat over handhaving, de conclusie van de commissie. Het is b. niet de conclusie van het onderwerp. En c., ik 0j vraag me zelfs af of het verstandig is deze opmerking te maken. ar al Heer MIDDELKOOP (Soest 2002): Ik vind, voorzitter, als je praat over belangrijke zaken dat er een m ziekenhuis, of een school, of een hospice gebouwd moet worden op terreinen die ontruimd moeten worden, dat dan bestuursdwang onmiddellijk gehanteerd wordt, alle begrip voor. Maar wat is er op gÉ tegen om te zeggen: die bestuursdwang blijft boven het hoofd hangen, maar dan gaan we het niet z{ realiseren totdat de Raad van State gesproken heeft. Als we nu de bestuursdwang gaan uitvoeren dan vj lopen wij zelfs het risico, denk ik, om het in oude staat terug te brengen als de Raad van State tot een ander standpunt komt. Dan zeg ik: wat is er op tegen, een situatie die heel lang bestaan heeft, die nog be onder de rechter is, waarvan terecht opgemerkt is dat de voorzitter van de commissie RVM zei: daar oe 01 Vf V(

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 2004 | | pagina 33