-8-
Raadsvergadering 19 februari 2004
-9-
neus. Ik vind het jammer dat u niet even precies hebt kunnen aangeven waar die verschillen
hoofdzakelijk op neerkomen, het verschil tussen wat u in de modelverordening gezien hebt. Dan was
het voor ons al een beetje makkelijker geweest om te besluiten van: het is zo ontzettend belangrijk dat
we het misschien toch nog een keertje in de commissie bespreken. Nu moet ik zeggen, is het voor mij
ook een beetje natte-vingerwerk. Maar persoonlijk, zo belangrijk, wij hebben in ieder geval nooit
bezwaar tegen nog een keertje daarover te spreken.
Heer ROEST (D66): Ja voorzitter, bij dit onderwerp had ik een heel rustig gevoel na twee
behandelingen. Ik dacht: nou, dat is keurig. In tweede instantie hebben wij toch als raad de nodige
aanvullingen aangebracht, waarvan de teneur eigenlijk was: er is een balans in dit apparaat, in dit
duale stelsel en die balans, daar moet de raad vooral in zijn controlerende functie natuurlijk goed aan
die taak werken. En ik dacht dat dat ook aardig gelukt was. We kunnen ook zelf onderwerpen voor
onderzoek hier binnen het huis aandragen. En zo waren er een reeks verbeteringen. Nu ben ik toch
weer wat ongerust geworden, want nou schijn ik dus erg veel te missen. Twee punten erover:
evaluatie, is inderdaad mogelijk, is op korte termijn. Dat heeft de heer Van der Torre duidelijk
aangegeven. Zo'n opmerking over de accountant, dat front is ook heel erg in beweging. Het laatste
tijdschrift dat we vandaag in de bus hebben gekregen van de Bank Nederlandse Gemeenten geeft ook
aan dat gemeentes zelf hele procedures ontwikkelen om een accountant vast te stellen, dus ook dat is
in beweging en daar kunnen we in voortgaan. Niettemin wil ik toch de partijen, er wordt toch door drie
partijen aangegeven, VVD, GGS en Soest 2002, die hebben het over dat weerstandsvermogen. Ik weet
niet of dat een groot artikel is. Ik heb het in ieder geval tot nu toe niet gemist, maar als zij dat een
belangrijk punt vinden, dan kunnen wij gewoon staande de vergadering, dan moeten we wel even
schorsen, gewoon even kijken: zijn dit artikelen, gaan we even met vijf mensen daar even bij elkaar
zitten, is dat heel erg ingrijpend, willen we daar iets aan doen en dan gaan we daar gewoon, via een
amendement, nemen we dat op. Wat dat betreft wil ik het wel serieus nemen. En ik hoor graag wat u
daarvan vindt. Ik wil er ook op wijzen dat inderdaad tijdens de begroting we het heel vaak hebben
over ons weerstandsvermogen. Sommigen vinden dat weerstandsvermogen bijvoorbeeld heel erg
klein, anderen vinden dat weer voldoende enzo. Daar kunnen we ook tijdens de begroting het nodige
aan doen. Kortom, ik heb eventjes hier voorgelegd, als de andere partijen dat een heel belangrijk punt
vinden, dan zou ik ze in overweging geven, maar ik kom er zelf niet mee, om schorsing te vragen en
een amendement in te dienen.
ïomen
mogen
an kun
3rg
nijn
Heer VAN VUUREN (CU/SGP): Voorzitter dank u wel. We hebben twee vergaderingen lang
uitvoerig over dit document gesproken en we hebben geprobeerd ons daar zoveel mogelijk bij voor te
stellen hoe dat in de praktijk werkt. Na twee vergaderingen en ook het eindresultaat ziend, ben ik erg
gelukkig met wat er ligt en we moeten ook beseffen dat het kaders zijn, dat het een raamwerk is, dat
het wellicht een netwerk is met een heleboel mazen daarin. Daar zijn kaders voor bedoeld, om in te
kaderen. Bovendien heb je ook nog de Gemeentewet zelf waar de artikelen 2.12, 2.13, 2.13a in staan
waar een heleboel in geregeld is. Aangevuld met wat de heer Van der Torre al noemde dat we eind
volgend jaar een evaluatie van dit hele proces gaan hebben, durf ik het aan. Ik daag het college uit om
ons te tarten met het weerstandsvermogen en ik wens hen er veel succes bij.
Wethouder KRIJGER: Meneer de voorzitter, danku wel. Wij worden getart. En dat past ook wel in
het duale stelsel. Want ik denk als we kijken naar de eerste regels van het voorstel en zo begon
mevrouw Koomen ook, dan zijn er een aantal instrumenten aangegeven aan de raad om die
kaderstellende rol en die controlerende rol te volgen. Een aantal. We moeten niet denken dat hiermee
alles geregeld wordt, want we beschikken over zeer veel meer instrumenten. Wij, ik moet zeggen de
raad, beschikt over veel meer instrumenten om die rollen te vervullen. Maar allereerst moet ik
opmerken dat de reactie van het college in deze zeer terughoudend moet zijn. Want er is juist ook
aangegeven dat het tot stand komen van deze regels is niet door B&W gedaan, is gedaan door de
griffier, met daarin gefaciliteerd, zo heet dat tegenwoordig, door het college dat mensen meewerken
aan de totstandkoming van de juiste regels. En ik hoor nog heel goed bij de eerste bespreking in
november was dat, dat de heer Middelkoop zei: ik heb gekeken naar een voorbeeld verordeningen,
november, en ik mis de gemeentelijke creditcard. Ja, die hebben wij dus niet. Maar het geeft wel aan
dat de raad had kunnen zien, toen, wat de modelverordeningen zouden zijn. Er is in discussie ook
iet