s
Raadsvergadering 19 februari 2004
Heer ROEST (D66): Je zou de accountant kunnen zeggen van: dit zijn de controlemiddelen van de
raad. Heeft u daar in het licht van de dualisering die we nu hebben, opmerkingen over, dat sommige
verordeningen die wij hebben slecht zijn om de doelmatigheid, de rechtmatigheid en de efficiency te
beoordelen. Dat zou een accountant kunnen vragen.
Mevrouw KOOMEN (GGS): Bij interruptie voorzitter. Meneer Roest, die modelverordeningen lagen
er. Wij wisten niet van het bestaan af. Wij hebben dat van de week ontdekt, zeg maar. Ja, waarom is
dat niet meegenomen in de discussie in de commissies? Dat is toch wel een vraag die bij mij blijft
leven dan.
Heer LEMMEN (PvdA): Ik wilde gewoon in tweede termijn nog iets zeggen. Ik ben er in ieder geval
voor dat we zo snel mogelijk, in ieder geval vanavond nog, een beslissing nemen. Want deze discussie
hebben we voor een belangrijk deel gevoerd en nogmaals, een aantal van de modelverordeningen die
lagen wel aan de achterkant om erover te kijken. Dat u ze dan niet tot u genomen hebt, ja, dat is uw
zaak. Maar we hebben een discussie gehad, tot twee keer toe. We hebben over dit onderdeel ook heel
uitgebreid gesproken. Eigenlijk zijn toch ook wel de standpunten gewisseld. Ik vond het een hele
goede discussie in de commissie hierover, en er is iets uitgekomen waar wij ons in ieder geval in
kunnen vinden en die avond was ook de conclusie van de voorzitter dat dit wel ongeveer het was als
afronding van de verschillende standpunten die er lagen. En ja, ik vind het eigenlijk waarschijnlijk ook
weinig zinvol om over 14 dagen of over een maand nog een keertje hierover te hebben, want ik zie
niet direct dat de standpunten nou ineens volkomen anders zullen zijn. Dus ik kan me voorstellen dat
we wel de tijd gebruiken om eens goed te verzamelen en dan ook heel goed de komende tijd
ervaringen ermee op te doen en dan te kijken of het ook zodanig wordt opgevat. En als het gaat over
de accountants, dat is 2.13, dat is niet 2.12. Uw opmerking gaat met name over 2.12. Dus daar zou ik
wat dat betreft ook de discussie wat gerichter op willen voeren, want het gaat nu allemaal door elkaar
lopen en ik heb het idee dat we met deze verordening een heel stuk verder zijn dan in het begin. En ik
zou toch in ieder geval aandurven om hiermee de eerstkomende jaren mee in te gaan.
Heer KOELEWIJN (Soest 2002): Voorzitter, mag ik bij interruptie nog even iets zeggen? We zitten nu
al, ik denk, 20 minuten over deze verordeningen te praten en duidelijk is wel dat er sommigen zijn die
volstrekt aanvullingen willen, wijzigingen willen, die het met een aantal zaken niet eens zijn. Ik zou
wel eens willen weten wat is er nu op tegen om daar dan nu nog een paar weken mee te wachten, zodat
iedereen ruimschoots de kans krijgt om nog eens de details door te nemen en dat dan te bespreken. We
doen er nu ook al 20 minuten over en iedereen die op dit moment dan niet zijn zin krijgt, gaat
ontevreden weg. Is het zo belangrijk dat we dat nu, a la minute, vanavond vaststellen? Dat is mijn
vraag.
Mevrouw MANN (GL): Ik zeg altijd: je weet niet watje niet weet. Dat is echt een probleem. En in dit
geval weet ik dus niet wat ik niet weet. Ik ben ook een beetje verbaasd. Ik denk: zulke belangrijke
dingen, wat maakt het uit. Ga er nog een keer over praten. Dan is iedereen tevreden. Ik vind het een
compliment aan de raad eigenlijk dat men weer geneigd is om toch weer zoveel tijd, want als ik zie
hoeveel tijd we eigenlijk al besteden aan het raadswerk, datje dan met z'n allen ook weer bereid bent
om dat nog een keer te doen, dat laat eigenlijk wel zien hoe serieus de raad is. Ik vind het echt gewoon
heel belangrijk.
VOORZITTER: Daarmee de tweede termijn voldoende? Dan gaan we naar wethouder Krijger voor
een mogelijke reactie.
Wethouder KRIJGER: Heel voorzichtig. Allereerst de strekking uit de opmerkingen rondom de
verordeningen dat men wil zien wat er gebeurt, die is goed verstaan. Die past ook bij de werkwijze die
wij nastreven, zo transparant mogelijk. Ook zonder verordening. Nu de verordeningen zelf. Waarom
wordt voorgesteld een evaluatie pas in het derde kwartaal van 2005? Hij heeft betrekking op de
begroting 2004, de eerste programmabegroting. Die is vorig jaar vastgesteld en de opdracht aan de
gemeenteraad was: bij het vaststellen van deze programmabegroting in ieder geval in 2003 de daarbij
behorende verordeningen ook vast te stellen. Nu is op uitdrukkelijk verzoek van de raad zelf, in de
c
h
r:
z
v
P
b
u
rr
O]
d<
ai
d;
al
D
V
in
kc
M
te
V
ha
V
m
M
va
ste
vc
V<
po
ve
de
be
ka
da
ka:
Da
He
wc
10,
2'
ei
Vi
Zf
Vf