- 14- Raadsvergaderin» 19 februari 2004 - 15- vooral goed. Wel stellen wij voor in dit vooronderzoek ook het voorstel 8a en b mee te nemen. Een keurmerk voor interactieve projecten. Wij hebben daar in de commissie ook al voor gepleit, waarin duidelijke spelregels worden afgesproken met de burger. Dit past volgens onze fractie heel goed binnen de kaders van het onder voorstel 2 genoemde burgerhandvest, temeer daar in de notitie dit voorstel door u onmisbaar wordt gevonden als je burgerparticipatie serieus neemt. Wij zijn het daar volkomen mee eens, en daarom zeggen wij: neem ook dit in dat voorstel op. Wij gaan ervan uit dat alle hiervoor noodzakelijke voorbereidingen en onderzoeken binnen het eigen gemeentelijke apparaat kunnen plaatshebben, en dus geen externe kosten voor onderzoek zullen vergen. Wanneer dat onverhoopt wel het geval zal zijn. dan willen wij dat graag van u vooraf vernemen. Dat was het voorzitter. Dank u wel. VOORZITTER: Dank u wel. U had met name aangegeven er toch over te willen spreken, maar mevrouw Huberts schaart zich inmiddels in deze rij. Mevrouw HUBERTS (VVD): Voorzitter, in algemene zin moet de raad zich natuurlijk steeds bezighouden omdat er steeds meer mensen zich betrokken voelen bij datgene wat we hier met elkaar besluiten en bepraten en dat hangt niet vast aan projecten of verkenningen of wat dan ook. Ik denk dat dat gewoon een algemeen uitgangspunt steeds moet zijn en dat het mooi zou zijn dat mensen zich ook betrokken voelen bij het werk van de gemeenteraad als het niet meteen in hun achtertuin plaatsvindt. Dat in algemene zin. Als we kijken naar het voorstel dat er ligt, dan denk ik dat die handreiking een goede weergave is van de discussie zoals verwoord in de commissie. Wij kunnen ons er dan ook heel goed in vinden en ten aanzien van maatschappelijke verkenningen zou ik willen opmerken dat het wat ons betreft goed is om in eerste instantie, omdat je daar ook feeling mee moet krijgen en niet een te groot onderwerp en een te complex onderwerp te pakken en datje eerst met wat kleinere zaken moet beginnen, daar verkenningen op loslaten, en dan een groot complex probleem als integratie kan altijd nog. om Heer VAN ARKEL (GGS): Bestuurlijke vernieuwing en burgerparticipatie, ik denk dat elk raadslid hier zijn eigen mening over heeft. Toch is onze fractie op zich blij dat dit nu als geheel door de raad gedragen wordt, want het zijn denk ik een aantal goede punten die eruit zijn gepakt, die echt belangrijk op dit gebied zijn. Verder denken we wel dat, Soest 2002 gaf aan dat punt 8a en b, dus het keurmerkproject, op zich kan dat wat ons betreft, zou ook nu al aan de gang mee gegaan mogen worden, want op zich, het zijn een aantal dingen die eruit gekozen zijn, die zijn belangrijk, maar op zich, wat ons betreft is de ambitie naar meer er toch, omdat in bestuurlijke vernieuwing kun je, ja dat vinden we gewoon erg belangrijk en vinden we dat we best meer door mogen gaan en best ook wat ambitie in mogen hebben. Liefst alles, schrijft mijn voorzitter hierop, maar dat is misschien ook niet echt realistisch om alles in één keer te doen, maar iets meer ambitie zou er van ons vanuit mogen gaan. Dus in die zin, dat keurmerk steunen wij dan van harte. Dat was het. Sorry, en wat betreft de maatschappelijke verkenning van de heer Roest, zoals hij zegt van integratie, in principe gaan we daar natuurlijk nog een keer met z'n allen over hebben van wat de voordelen en wat de nadelen van de verschillende onderwerpen zijn, maar op zich, integratie meneer Roest, ik citeerde onze fractievoorzitter, heeft ook onze interesse. Heer LEMMEN (PvdA): Voorzitter, wat betreft de ambitie kun je dat zien in de breedte, dus zoveel mogelijk erbij pakken. Ik denk dat het heel goed is geweest dat het college de vorige keer gekozen heeft en ook het advies van de commissie heeft opgevolgd om juist het te zoeken in de beperking. Want daar kan je ambitie ook op zetten, om datgene wat je wilt gaan doen, om dat ook zo goed mogelijk te gaan doen. En ik vind dan die vier al meer dan genoeg. Ik vind het een hele goede samenvatting van de gemene deler die er de vorige keer aan de orde is geweest. Mevrouw VAN ROOMEN (CDA): Dank u wel voorzitter. Wij vinden het jammer dat het hier geformuleerd is. Wij hadden toch liever gezien dat we met alle 27 raadsleden zouden aangeven wat prioriteit zou moeten hebben. Dat was mijns inziens ook afgesproken, alleen aan het eind bij de afsluiting werd het op een wat wonderlijke manier samengevat en dat zien we dus ook terug in het voorstel. Ik hoop niet dat dat een voorbode is van hoe de burgerparticipatie zich gaat vormen, want dat

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 2004 | | pagina 46