-24- Raadsvergadering 31 maart 2004 -25 Ik geef u aan waarom ik handel zoals ik gehandeld heb, en als u dat nog eens graag nader wilt bespreken, vind ik dat prima, maar ik verklaar even waarom het loopt zoals het loopt omdat ik natuurlijk als voorzitter van de raad aan hecht in het bijzonder dat punten die relevant zijn, gewoon door u als raad relevant worden geacht in de termijnen, dat die gewoon beantwoord worden. Heer ROEST (D66): Ja voorzitter, dat is dus niet helemaal, want dan zit ik in mijn tweede termijn. Ik denk dat wij met elkaar afspreken, ook in de commissies dat de voorzitter bewaakt aan het einde van het antwoord van de wethouder, wethouder bent u niet vergeten een aantal vragen te beantwoorden. Dus ik was dan inderdaad wat dat betreft ook door de frustratie heen VOORZITTER: U was voorbarig. Maar over dit punt, we mogen er best nog even zo over spreken, hebben we wel eens debat met elkaar gehad, ook met de andere fractievoorzitters en ik heb u toen gezegd, maar misschien moeten we daar nog eens nader over discussiëren, dat we uiteindelijk hebben afgesproken dat de voorzitter niet waakt op alle vragen, en ik heb het als volgt beantwoord: omdat sommige vragen door fracties echt in letterlijke zin retorisch bedoeld zijn en soms de relevantie van het stellen belangrijker is dan het beantwoorden. En dat het aan de fracties zelf ligt om de volledigheid van vraag en antwoord te krijgen. Dat is de lijn die ik normaal volg, dat leidt ook nooit tot discussie, maar ik had het beeld nu gecompleteerd als u in tweede termijn anders begonnen was dan u begonnen bent. Dat is de reden. Ik kan het u niet anders zeggen. Nog even naar dat punt, want dat is wel blijven liggen, even wethouder Witte, over dat eerste onderdeel van het voorstel, waarvan de heer Van Vuuren zegt: ik begrijp dat er een financiële spanning of behoefte is van 209.000,-, ontneem me nou niet een oordeel over de inhoud van die samenstellende onderdelen, dat als ik later tot het inzicht kom dat ik bij de onderbouwing toch commentaar heb, dan moet u niet tegen mij zeggen van jij hebt het eenmaal gefiatteerd, nou is je het spreken voor de toekomst ontnomen. In feite vraagt de heer Van Vuuren dat. Wethouder WITTE: Voorzitter, ik vind het, als ik mag, een beetje een hypothetische kwestie, want op het moment dat die 209.000,- gevoteerd is, dan uiteraard, als de heer Van Vuuren later dan vanuit ik zou niet weten wat, tot de conclusie zou komen dat hij het er toch niet helemaal mee eens is dat het ABB is, maar ik kan, omdat die accountantsverklaring er ligt daar niet echt iets me bij voorstellen, ja dan zal ik de heer Van Vuuren het recht niet ontzeggen om me daarop aan te spreken. Dat lijkt me helder. Maar ik kan het me bijna niet voorstellen. Heer VAN VUUREN (CU/SGP): Misschien is het inderdaad een hypothetisch geval, maar als ik me probeer voor te stellen van hoe accountants hiermee omgaan, dan heeft de accountant van Dyade hier heel grondig naar gekeken, en zal het waarschijnlijk ook helemaal safe zitten. Onze accountant, Price Waterhouse Coopers gaat ook nog eens een keer kijken naar een aantal dingen en zal daarbij waarschijnlijk zeggen: ik neem het oordeel van de accountant van Dyade over. Waarschijnlijk. En geeft dan een totaal oordeel over de jaarrekening van de gemeente Soest. En ik wil dus dat voorbehoud maken dat de vaststelling van dit bedrag inderdaad alleen maar is vastgesteld door de andere accountant, en dat onze accountant voor mijn part in één regeltje mag zeggen: ik neem dat over. Dat is het enige. Het is misschien puur hypothetisch, maar ik vind het formeel juist. Wethouder WITTE: Dan begrijp ik de heer Van Vuuren en dan kan ik gewoon volmondig ja zeggen. VOORZITTER: Oké, dan is het helder. Zijn er, wethouder Witte, nog andere punten die u in tweede termijn nog wenst te beantwoorden of kan beantwoorden? Wethouder WITTE: Het CDA heeft gevraagd over kwartaalrapportages over 2004. Dat is inderdaad mogelijk, maar we hebben een contract met Dyade waar niet in voorzien is in kwartaalrapportages. Dat vergt extra werk, dus daar zal ook een kostenplaatje aan zitten, waar ik dan mee terug zal komen naar de commissie om voor te leggen of men dat een goede zaak vindt. Voorzitter, ik wou toch ook nog even ingaan op de tragiek waar mevrouw Huberts het over had, net de discussie die zich ontspon tussen mevrouw Mann en mevrouw Huberts over dat het wellicht beter was

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 2004 | | pagina 72