Raadsvergadering 22 april 2004
van ons voorstel om te zeggen: we kiezen voor een externe Rekenkamer en daarbij twee ja, noem het
maar klankbordleden, of hoe je het dan ook noemen wil. Wat vindt u van dat voorstel?
Heer VAN DER TORRE (VVD): Dat lijkt me geen efficiënt voorstel. Ik denk dan dat het geheel een
beetje te topzwaar gaat worden.
Mevrouw VAN ROOMEN (CDA): Maar dat beantwoordt wel, naar u toe, de onafhankelijkheid aan de
ene kant en aan de andere kant toch het gevoel in het leertraject dat een raadslid mee kan maken.
Heer VAN DER TORRE (VVD): Maar dat kan dan ook in een kleine samenstelling van drie - twee,
denken wij.
Heer ROEST (D66): Voorzitter, D66 heeft ook al in de commissie, maar ook al veel eerder, we
hebben het namelijk in de raadscommissie destijds Bestuurlijke Vernieuwing hier al over gehad, over
de Rekenkamer. We hebben ook duidelijk gemaakt dat raadsleden niet over hun eigen functioneren
moeten willen oordelen. Dat staat voor ons vast. Wij willen dus een commissie met louter externen. Ik
zie wel het punt van de heer Van der Torre dat hij zegt: je doet ervaringsopbouw op. Maar ik heb zelf
in een beleidsevaluatiecommissie gezeten, dat komt een beetje in de richting van een Rekenkamer, en
daar heb ik toch gemerkt dat dus je ongewild, hoewel je objectief probeert te blijven, toch in de
verleiding komt bepaalde dingen naar voren te brengen. En dat moetje niet willen. Ik ben er dus dan
ook niet voorstander van. Ik heb wel destijds ongelooflijk veel geleerd, en dat moet ik hem toegeven,
dat is een belangrijk argument. Wij kiezen voor louter externen.
Dit voorstel als je het echt op zijn merites bekijkt, we gaan niet meer op de puntjes kijken, dan zie je
een overdaad aan invloed van de raad. En eigenlijk is de kern van het hele verhaal dat het
onafhankelijk moet zijn. Het moet een Rekenkamer zijn die echt over het functioneren ook van de raad
kan oordelen. De raad zit in de commissie als het voorstel doorgaat. De raad benoemt leden van de
commissie. De raad stelt onderwerpen vast en ga zo maar door. Er zijn een heleboel dingen aan te
geven. Ik ga niet op de millimeter kijken, maar vast staat volgens ons dat de raad teveel invloed heeft.
En dan lijkt het een beetje op windowdressing, van kijk eens, wij hebben wel een Rekenkamer, maar
in feite, als je het goed beschouwt, is het iets wat toch heel erg aan de raad gekoppeld is.
Het CDA heeft het voorstel gedaan met een klankbordgroep. Dat vonden wij, als dat de meerderheid
zou vermurwen om voor onafhankelijkheid te kiezen een goed voorstel, maar ik heb een beetje het
idee dat we toch wel een meerderheid kunnen krijgen voor een klankbordgroep. En bovendien moeten
we vaststellen dat wou ik richting het CDA vertellen, dat zo'n Rekenkamer altijd de raad om
informatie kan vragen. En dan moet de raad als een soort klankbordgroep functioneren en dat is niet
bewaken weer, in de verdediging kruipen, maar resonantie. Dat is iets ruimer.
Wij hebben wel om die onafhankelijkheid te bevorderen, en dat is de hoofdlijn van mijn betoog, een
aantal amendementen. Allereerst: om de benoemingsperiode van Rekenkamerleden te verhogen tot zes
jaar. Wij denken dat het beter is datje over een raadsperiode uitkijkt. Dat een club niet meteen
weggestuurd kan worden na driejaar. Dat impopulaire conclusies mogelijk zijn zonder datje
weggestuurd kan worden. In het algemeen komt dat dus tegemoet aan minder de waan van de dag
volgen. En het tweede amendement dat ik mijn collega's zou willen geven, behalve dus de termijn
verhogen tot zes jaar, ik hoor daar graag in tweede termijn nog het een en ander over, is dat we de
commissie de kans moeten geven om in ieder geval één onderzoeksonderwerp te agenderen zonder
tussenkomst van de raad, zodat die commissie daar zelf mee kan komen. En dan maakt het ook niet
gevoelig voor de politiek. Want we hebben allemaal met elkaar meegemaakt destijds bij zaken als de
Brede Bibliotheek en zo dat bepaalde onderwerpen heel beladen waren en als de raad daar weer een
discussie over kan aangaan dan denk ik dat het geen goede zaak is. Dus ik zou u willen adviseren als
amendement dus mee te geven dat die commissie één onderwerp zelfstandig kan agenderen.
Heer VAN DER TORRE (VVD): Voorzitter, bij interruptie. Bedoelt u één onderwerp per jaar?
Heer ROEST (D66): Ja, we gaan binnen dit voorstel uit van twee onderwerpen. Eén van de twee
onderwerpen zou deze commissie zelfstandig moeten kunnen agenderen.