10 - Raadsvergadering 22 april 2004 - 11 - ar kanttekening over vacatiegeld. Het is misschien goed als de raad zich in tweede termijn expliciet n je uitspreekt over de periode. Er zijn overwegingen voor drie jaar en er zijn overwegingen voor zes jaar lijk te noemen. Drie jaar misschien wat meer de handen vrij, maar met zes jaar doe je wat meer aan -gei- continuïteit en ervaring. Misschien is het goed dat u in tweede termijn daar expliciet een uitspraak over doet, zodat we kunnen zien hoe de uiteindelijke richting naar besluitvorming gemaakt kan wat worden. Dan is een openstaand punt, daarvan wil ik vragen in tweede termijn of de raad daarop wil ie reageren, geef je de raad een eigen onderwerp zonder consultatie van de onderzoekscommissie, de heer Middelkoop noemde dat, of andersom gespiegeld: geef je de commissie een eigen onderwerp t- Het zonder consultatie van de raad? Dus twee onderwerpen per jaar, maar allebei de geledingen de handen in de vrij, of doe je het in de procedure zoals het hier staat, waarin ook toch wel zekere onafhankelijkheid, zo'n zie commentaar Stichting De Lokale Rekenkamer is aangegeven, s, Heer MIDDELKOOP (Soest 2002): Bij interruptie voorzitter. Het is niet mijn bedoeling dat het ieder lke jaar ieder één moet zijn, maar de mogelijkheid moet nadrukkelijk aanwezig zijn. Misschien dat de raad an er maar één keer in de vier jaar gebruik van maakt. Maar die mogelijkheid moet aanwezig zijn, en die ie is nu niet aanwezie. VOORZITTER: Oké. Dan heb ik denk ik de punten benoemd. De zes jaar, de keuze eigen onderwerp en en dan kom ik op het belangrijke punt dat genoemd is. Het punt was afkomstig uit de concept-regeling van de Stichting De Lokale Rekenkamer. U geeft dat eigenlijk in de discussie ook goed aan: laat nou die Rekenkamer zijn eigen conclusies trekken en de raad kan dat ook wel. En als die conclusies verschillen, dan hebben we iets om over te discussiëren, en vallen ze samen, dan hoefje ze ook niet op elkaar af te stemmen. Dus doe je het met respect naar de organen, dan moetje eigenlijk de Rekenkamer strikt formeel geredeneerd de conclusies laten trekken en de vraag is dan aan de raad: deelt u de conclusies van de Rekenkamer of niet. En daarmee wordt u dus gedwongen positie te kiezen en dat is wat zuiverder geredeneerd, denk ik, dan in de regeling zat. Maar dat is een beetje de gedachtewisseling naar aanleiding van de discussie in eerste termijn. Ik denk dat ik het toch even zo moet verwoorden. Mag ik de tweede termijn van u vragen? Wie van u over de zittingstermijn, de keuze eigen onderwerp, de eigen vaststelling of conclusies trekken en de zittingsduur. Mevrouw VAN ROOMEN (CDA): Ik denk dat ik dan in de eerste termijn niet duidelijk ben geweest over het budget. Maar waar het ons om gaat is dat het ons in ieder geval lastig lijkt om voor dit budget externe leden te vinden die zitting willen hebben. Ik wil niet op dit moment gelijk het budget gaan verhogen. Ik denk dat we goed moeten kijken naar de kandidaten die solliciteren op de functie en dat we dan goed moeten kijken naar de kwaliteit en als kwaliteit meer geld kost, denk ik dat we dat met elkaar moeten bespreken om het budget eventueel anders te bespreken, om het punt interne secretaris wellicht te verschuiven of het onderzoeksrapport. Het gaat mij erom dat we gewoon kwaliteit hebben en dat we even geen goedbedoelde vrijwilligers krijgen, maar dat we echt een goede stevige Rekenkamer kunnen hebben. En dat kan natuurlijk best voor dat bedrag, en als dat kan is dat natuurlijk prachtig. Maar als het niet kan, dan moeten we daar zeker over praten. Heer KOELEWIJN (Soest 2002): Voorzitter, mag ik daar even op interrumperen? Mevrouw Van Roomen heeft het over externen die eventueel de beloning, laat ik het dan zo maar noemen, wellicht te weinig zouden vinden. Maar ik denk ook dat wij moeten mikken op verantwoordelijke externen, hoog gekwalificeerd die het inkomen niet nodig hebben, maar die dat willen doen in het burgerbelang. U en ik zitten hier ook als raadslid, wij doen dat toch ook niet voor dat geld? Wij doen het toch ook omdat wij iets willen doen voor Soest. Mevrouw VAN ROOMEN (CDA): Dat ben ik helemaal met u eens. Ik noem het altijd uit de hand gelopen vrijwilligerswerk wat ik hier doe. Het gaat er echter wel om dat we een Rekenkamer willen hebben die ons beleid controleert en ik denk dat we daar met elkaar toch heel zorgvuldig omgaan. Ik vind het dus prachtig als we iemand kunnen vinden met de juiste kwaliteiten. Maar laten we wel wezen, mensen die commissariaten en dergelijke doen, doen het ook met omdat ze een leuk pensioen omen udget :n aan vloed naar t het vel een k niet le raad ietsje e rende ;er ik .t t datje ik niet ;en a de

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 2004 | | pagina 86