MAISON MODERNE
So e s t e r Courant
voor
Nieuws- en Advertentieblad.
ïersrMjnl eiken Zaterdag.
1924 WINTERSEIZOEN 1924
Dames- en Kinderhoeden
1924 WINTERSEIZOEN 1924
Mr. F.C.Terlingen
jlAPORTE&Cof
T
Advocaat en Procureur
gevestigd te SOEST,
Uitgever G. v. d. BOVïjNKAMP Soestdijk.
Verpakte Vogelzaden
H. W. SPIJKER
Van Weedestraat 25
Likdoorns, Eelt, Hoornvlies en Wratten
f RïlSCREDIETBRIEVEN
BJITENL. CHEQUES
fVtEEMD BANKPAPIER?
MUNTSPECIËN
I BAGAGE-VERZEKERING
Slootje springen.
FOTOGRAFIE ATELIER
„MODERN"
KUNSTLICHT-OPNAMEN
No. 38
Adres voor Administratie en Redactie
Van Weedestraat 7, Soest
Advertentiè'n worden ingewacht tot Vrijdags
voormiddags 9 uur bij den Uitgever.
Ingezonden stukken tot Dinsdagavond 9 uur
aterdag ZO Sept. 1924
ADVERTENTIËN
Van 1—5 regels 75 ct. Elke regel meer 15 ct.
Groote letters naar plaatsruimte.
Bij abonnement groote korting.
Abonnementsprijs 50 cent per kwartaal.
MAAKT BEKEND, DE ONTVANGST
- VAN EEN PRACHTCOLLECTIE -
Spoorstraat 18, Soestdijk - Westsingel 21, A'foort
P.S. Dames, nu is het tijd om hoeden te laten
vervormen.
De beteekenis van
de Ned. Jaarbeurs
Over Oost- en West-fndië
en nog iets.
Een van de belangrijkste evenementen
in het Nederlandsche zakenleven, is wel
de thans 2 keer per jaar plaatsvindende
jaarbeurs te Utrecht. En niet alleen voor
den zakenman is deze beurs van
groote beteekenis. Ook het publiek vindt
op deze tentoonstelling zeer veel uiterst
belangwekkende zaken. Zoo in de eerste
plaats krijgt de nauwkeurige waarnemer
een beeld van de beteekenis van onze
Koloniën, speciaal van de zoo dikwijls
stiefmoederlijk behandelde „West", dat
zeer zeker een bezoek aan de Jaarbeurs
waard is. Sommige bladen meenen het
belang van het publiek te dienen, door
een causerietje aan deze tenstelling te
wijden, dat men gevoeglijk met „slag
room" zou kunnen vergelijken. Als men
goed bekijkt, wat er eigenlijk gezegd
wordt, blijkt, dat er eigenlijk niets gezegd
wordt, dan eenige zoetelijke opmerkingen
van onbenullig gehalte. Het publiek slikt
het wel.
Wij hebben echter gemeend niet daar
mee te mogen volstaan. En bij ons bezoek
aan ditjaarlijksche festijn van „Mercurius"
hebben wij eenige zeer belangrijke ge-
ge.vens verzameld, die aan hetmeerendeel
van dè „groote" pers ontsnapt zijn. Wij
hebben hier in de eerste plaats het oog
op de inzending van „Koloniën" inzake
Onze West, zooals gezegd, de West wordt
zoo vaak hier in Holland stiefmoederlijk
behandeld, omdat men de beteekenis
ervan niet kent. Zoo heeft ons bijzonder
getroffen, de opgaven van de Curagaosche
Petroleum Maatschappij, waaruit de
groeiende beteekenis van onze West zoo
duidelijk blijkt. Want is het niet van
groot belang te weten, dat alle uit
Venezuela aangevoerde ruwe petroleum
in Cura?ao wordt geraffineerd De vol
gende cijfers geven een levendig,beeld
van de sterk stijgende beteekenis van
Cura<?ao
e Opslagruimte
1919 1923 1925X
79.505 M3. 108.801 Ms. 391.514 M3
Verwerkte ruwe Olie
1919 1923 1925X
3.900 K.G.T. 372.300 K.GT. 1.440.000 K.G.T.
De netto-tonnenmaat der in CuraQao
binnengeloopen schepen bedraagt
1919 1923 1925X
1.530.000 ton. 4.500.000 ton. 7.500.000 ton.
X) geschat.
Commentaar op deze cijfers is o.i.
overbodig. Van de West-Indische pro
ducten noemen wij specerijen, struis-
veeren, stroohoeden, zaden,* kruiden,
vellen, aloë en zout.
Het koloniaal Instituut heeft voorts voor
den Oost-Indischen producten-uitvoer
een origineele wijze van aanschouwelijke
voorstelling in praktijk gebracht. De
hoeveelheid uitgevoerd product wordt
voorgesteld door kleine vrachtauto'tjes,
geladen met het betrokken product. Elke
auto stelt een waarde van f 10.000.000
per jaar voer. Hierdoor krijgt de leek
een duidelijk beeld van de beteekenis
van den Oost-Indischen productenhandel.
Wij hebben een en ander nagegaan en
kwamen tot de volgende uitvoercijfers
(1922):
1. Petroleum f 350.000.000
2. Suiker300.000.000
3. Rubber90.000.000
4. Coprah80.000.000
5. Tabak80.000.000
6. Koffie40.000.000
7. Thee40.000.000
Enz. enz.
Zijn dit niet zeer, zeer veel zeggende
getallen, die men hier op de Jaarbeurs
zoo eens even onder de oogen krijgt?
Van beteekenis voor de publieke
voorlichting achten wij ook vooral de
expositie van bedrijven in werking, zoo
dat het publiek ziet wat en hoe de
Nederlandsche Industrie fabriceert. Daar
om verdienen bijzondere vermelding de
Jurgen's Fabrieken, welke een olieperserij
in werking le zien geven. Men ziet de
Cocoskoeken, in de riffelwals, vijfwals
en wormpers, uit coprah fabriceeren,
men ziet de cocosolie, enz. enz., terwijl
tal van afbeeldingen van de verschillende
phasen uit het bedrijf, alsmede van den
cocosnoot, van zaad tot vrucht, een
duidelijk beeld geven van deze voorname
industrie, waarin duizenden een bestaan
vinden. De Philips Fabrieken vertoonden
een bedrijfsfilm, welke voor de duizen
den en duizenden gloeilamp-verbruikers
eveneens zeer leerzaam was. En zoo is
er nog heel veel meer. Maar het boven
staande heeft wel aangetoond, dat er op
de Jaarbeurs voor het publiek nog heel
wat te leeren valt. Hier kan men den
harteklop van het Nederlandsche zaken
leven beluisteren, hier wordt een natio
naal belang gediend.
F. C.
Hef kantoor van
is thans
VAN WEEDESTRAAT 44, TEL. 204
KAMEKKRONSEK
Opening der Staten-Generaal
- De Troonrede - De eerste
werkzaamheden in het nieu
we zittingsjaar - De indruk
in den lande.
Zoo is de jaarlijksche plechtigheid,
de opening der Staten-Generaal dan
weer op gewone luisterrijke wijze .ge
schied; Eit hoewet iitte" ceremonieel na
tuurlijk veranderd was, kan niet worden
ontkend, dat de troonrede deze keer in
vele kringen teleurstelling heeft gewekt
Veel wordt er niet in gezegd.
„Schoon alle zorgen nog niet zijn
weggevaagd, mag gehoopt worden, dat
de economische crisis thans haar diep
ste punt heeft bereikt", heet het. En een
stukje verder: „Zelfs valt voor het oogen-
blik in sommige opzichten eenige, zij
het geringe, opleving van handel, land
bouw en nijverheid waar te nemen.
Ook de verbetering in den toestand van
's lands financiën kan als een lichtpunt
worden beschouwd'.
Erg enthousiast klinkt een en ander
niet. Natuurlijk er moet nog meer be
zuinigd worden, meer inkomsten moeten
verkregen worden, dus heet het verder:
„Wetsontwerpen tot heffing eener be
lasting op weeldeverteringen en tot ver
laging van sommige te drukkende di
recte belastingen zijn in voorbereiding".
Een mooi principe. Natuurlijk de be
grooting moet toch eindelijk s|uitend
gemaakt worden.
Maar wat werd daar ook weer ge
zegd? Speuren wij daar niet een tipje
van een nieuwe vlootwet? Gaat men
het nog eens probeeren? „Andermaal
zullen U voorstellen bereiken tot rege
ling van de sterkte en de samenstelling
der zeemacht en het verdeelen van de
kosten daarvan over de staatsbegrooting
en de begrooting van Ned.-Indië".
Dus m.a.w. in het loopende zittings
jaar zullen we een reprise te zien krij
gen van de „vlootwet-historie". Het
zal ons werkelijk benieuwen, hoe men
dif wil rijmen aan de zoo dringend noo-
dige bezuiniging en vooral nu, nu de
ontwapeningsgedachte zoo sterk veld
wint, een verdedigingsoorlog door oor-
logsmaterieel vrijwel uitgesloten lijkt in
verband met de chemische strijdmidde
len. Want men moet niet vergeten, dat
'25 toch altijd nog een deficit te zien geeft
van een dikke f 80 millioen I Een beetje
vreemd doet deze clausule uit de troon
rede dun ook aan. Het wringt een beetje
vooral daar het even te voren heet:
„De betrekkingen welke wij met andere
mogendheden onderhouden, zijn van
den meest vriendschappelijken aard".
Het kan dan ook niet ontkend wor
den dat de troonrede in vele kringen
teleurstelling heeft gewekt, schreven wij.
En dat is inderdaad zoo. Men had meer
verwacht. Men had op aankondiging
van andere wetsvoorstellen gehoopt,
vooral op cultureel gebied. En dan, zoo
als reeds gezegd, van een doordringen
der ontwapeningsgedachte, die toch mo
menteel de gansche beschaafde wereld
sterker dan ooit bezig houdt, geen spoor.
Geen woord wordt er aan gewijd. Het
wereldgebeuren schijnt .wel aan de re
geering te zijn voorbijgegaan, zonder
ook raaar eenigen blijvenden indruk
achter te laten.
Ja, men was wel teleurgesteld. Men
kreeg zoo den indruk, dat de regeering
lusteloos, zonder veel fut, de zware taak
weer opnam. Want dat moet erkend,
de taak onzer regeering is een zeer
zware. En men mag teleurgesteld zijn
in zijn verwachtingen; onbegrijpelijk is
haar houding niet helemaal, wanneer
men de groote n jMjkheden beziet,
waarmede zij te kampen heeft en welke
nog geenszins overwonnen zijn.
Want wel mocht H.M. bij het uitspre
ken der troonrede met stemverheffing
de passage lezen: „Hoewel dus het on
middellijk dreigend gevaar voor 's lands
financiën zal zijn gestuit, moet niettemin
met onverzwakten ijver naar verdere
bezuiniging worden gestreefd".
Een driewerf „hoera", als naar ge
woonte door den grijzen martialen over
ste Duyinaer aangeheven na de voor
lezing van de troonrede, "werd door de
aanwezigen luide herhaald. En daarmede
was dan Dinsdag de nieuwe zittings
periode ingeluid.
Dadelijk is men aan het werk gegaan.
In denzelfden middag gehouden verga
dering der Eerste Kamer werd den heer
J. G. Baron van Voorst tot Voorst
mededegedeeld, dat hij wederom tot
voorzitter was benoemd, hetgeen een
levendig applaus uitlokte. Het adres op
de troonrede werd met 34 tegen 11
stemmen (s.d.a.p. en Westerdijk, v.d.)
aangenomen. Daarna werd tot de be
noeming van voorzitters enz. der afdee-
lingen e.d. overgegaan.
Ook de Tweede Kamer ging volijverig
aan het werk en maakte de voordracht
op voor het voorzitterschap. De heer
Kooien (R.K.) de tactvolle oud-voorzitter,
kreeg 70 van de 75 uitgebrachte stem
men. Deze zal dus wel weer den voor
zittershamer hanteeren. De heer Monte
Verloren (A.R.) werd tweede met 48
stemmen en de he^r van Gijn derde
met 37 stemmen.
En nu kan men dus weer met frissche
moed aan het werk gaan.
De verschillende nieuwe wetsontwer
pen zien wij met belangstelling tegemoet.
POLITICUS.
voor Kanarievogels, Parkieten, Indische vo
gels, Papagaaien, Lijsters en andere wilde
Vogels zijn prima en houden Uw vogels in
pracht conditie.
Pluimveevoederhandel „Avicultura"
Van Weedestraat 36 - Telef. 202 - Soestdijk
VIJFTIG JAREN SOCIALE WETGEVING
IN NEDERLAND.
Op ~T9 "Scptömbc? 1074 ~r*r hw
bekende wetje op den kinderarbeid,
initiatief van het toenmaals zeer radicaal
geoordeelde Tweede Kamerlid Mr. S.
van Houten, aangenomen en daarmede
een begin gemaakt met sociale wetgeving
in Nederland. Plannen daartoe en voor
nemens, in het bijzonder ook betrekking
hebbende op den kinderarbeid, dateeren
echter van veel vroeger. Reeds in 1840,
kort voor zijn aftreden, gelastte Koning
Willem 1 een onderzoek naar den kin
derarbeid; dit onderzoek, in 1841 vol
eindigd, werd een volgend jaardoor
een tweede onderzoek gevolgd, nadat
de bekende Luttenberg zijn proeve voor
armenzorg had in het licht gegeven en
in de schoolplichtige opvoeding van de
fabrieksjeugd een middel zag om ge
deeltelijk armenzorg overbodig te maken.
Toen in 1853 de Maatschappij ter be
vordering der Nijverheid een prijsvraag
over dit onderwerp uitschreef, bleken
beide enquêtesvrijwel geheel ver
geten. Vandaar dan ook, dat de aandrang,
door deskundigen op hygiënisch en
medisch gebied uitgeoefend, en in het
bijzonder het zij te hunner eere naar
voren gebracht door de industrieelen
uit Leiden en Noord-Brabant ondersteund,
in 1860 leiddetot een nieuw onder
zoek, waaruit de benoeming eener Staats
commissie onder leiding van den hoofd
ingenieur van het stoomwezen De Vries
Robbé voortvloeide. Deze Staatscommis
sie heeft met eene pijnlijke nauwkeurig
heid gewerkt en haar rapport met bijlagen
is dan ook zeer lijvig geworden. Maar
haar onderzoek duurde lang, te lang
naar het oordeel van Minister Thorbecke,
van het Comitë voor Sociale vraagstukken,
samengesteld uit een aantal vooruitstre
vende mannen van beteekenis, en van
het destijds invloedrijke Algemeen Ne-
derlandsch Werkliedenverbond.
De gezamenlijke aandrang dezer laats-
ten heeft er den heer Van Houten toe
gebracht een wetsonderwerp op den
kinderarbeid in te dienen. Ongewijzigd
is het niet uit den smeltkroes der dikwerf
vrij heftige beraadslagingen voortgeko
men; integendeel, de veldarbeid werd
er uit gelicht en het verband tusschen
dit wetsonderwerp en de schoolplichtig
heid verbroken. Men heeft dan ook meer
dan eens gevoeld dat de bepalingen van
deze wet moesten worden uitgebreid
en achtereenvolgende ontwerpen zijn
daarvan het uitvloeisel geweest. Maar
ongunstig waren de achtereenvolgende
Voorl. Verslagen en zoodoende kwam
er niets, of bijna niets tot stand.
Dit heeft Goeman Borgesius meteen
tiental politieke vrienden geleid tot het
in 1885 aanhangig gemaakte voorstel
eener algemeene arbeidsenquête. Deze
werd gedurende 1886 gehouden en
leidde tot resultaten, die ingrijpen van
den wetgever dra deden volgen. Minister
Ruys de Beerenbrouck, de nog levende
vader van den tegenwoordigen premier,
diende in 1889 het eerste ontwerp eener
Arbeidswet in, welke sedert ettelijke
malen is gewijzigd. Het belangrijkst reeds
korten tijd later toen in de instelling
eener Arbeidsinspectie werd voorzien;
daarna in 1911 toen Minister Talmade
bepalingen aanmerkelijk uitbreidde en
vervolgens in 1919, toen Minister Aal-
berse de wet geheel omwerkte om daarin
de (voorzieningen betreffende de acht
uren arbeidsdag op te nemen.
Qp de arbeidsenquête van 1886 volgde
de benoeming der Staatscommissie van
189D, die geheel een sociaal programma
uitwerkte; weer later de Staatscommissie
benpemd speciaal voor het vraagstuk
der: sociale verzekering. Dank zij den
arbeid dezer laatste kon het Ministerie,
Pieijson-Borgesius (1897—1901), het bij
uitstek sociale Ministerie, tot de indiening
eenpr Ongevallenwet overgaan, welke,
aanvankelijk door de Eerste Kamer af-
gesfbmd, in veilige haven werd gebracht.
Bij iele schriftelijke behandeling van dit
ontyerp is er bezwaar tegen gemaakt
metreen afzonderlijke Ongevallenwet in
zee j te gaan zonder dat eerst over de
andl're objecten van sociale verzekering
(ziekte, invaliditeit en ouderdom) althans
in beginsel, regelen waren vastgesteld.
Deze drie verzekeringen, zoo werd be
toogd door enkele leden die een
scherpen blik in de toekomst bleken te
hebben vormden één natuurlijk geheel.
En icnen kon de verzekering tegen on-
gevjtllen .h. i. niet regelen zonder vanzelf
te komen op het gebied van deze andere
soorten van verzekering. Maar de Re
geering, begeerig haar Ongevallenwet
binnen te halen, naast Leerplicht-,
Woilirig-, Oezondsheids- en Kinderwet
ten ontkende dit rechtstreeksch
verband en achtte het een niet gering
voordeel harer regeling, dat elk oogenblik
de daarin vastgelegde organisatie zou
kunnen plaats maken voor een nieuwe.
Het centraal lichaam, dat in elke orga
nisatie eener verplichte verzekering van
Staaiswege niet zou kunnen ontbreken;
zag zij in de door haar ontwerpen Rijks
verzekeringsbank; daaromheen konden
andere colleges, hetzij door het centraal
gezag, betzij door de keuze der belang
hebbenden ontstaan, zich scharen.
Dë werkzaamheid van achtereenvol
gens drie kabinetten, in het bijzonder
van de Ministers Kuyper, Veegens en
Talna heeft voor een groot deel de
nadoelen ondervonden, dat men het
verband der sociale verzekering zoo los
had gelegd. De zoodoende mislukte po
gingen oin verzekeringswetten totstand
te (>rengen, leidden de aandacht van
bijl) alle ander groot sociaal werk af
en A'odoende valt uit de jaren 1901
190y na de ontwerp gebleven sociale
cod. icatie van dr. Kuyper voornarne-
lijXV invoering van het Arbeidscontract
Yc®?,EKrcfueui-inaenjK"sradgueivmii5Tcr
Talifia er in 1912 en 1913 in om zijne
sociiile verzekeringswetten aangenomen
te kinjgen en daaronder ook de Radenwet,
die (lle organisatie der verzekering bevatte.
Toeji echter de verkiezingen van 1913
de rechtsche meerderheid tot aftreden
dwongen, stond het vrijwel vast, dat van
de inwerkingtreding dezer wetten, tegen
welke het votum der kiezers mede was
gericht, niets zou komen. Toen dan ook
het kabinet Cort van der Linden, ter
voldoening aan de door de wet voor
geschreven verplichtigen, drie jaren later
gelden voor de uitvoering d^r Radenwet
aanvroeg, werden deze geweigerd. Maar
tegelijk kwam er van de wetsontwerpen,
door Minister Treub in gereedheid ge
bracht om de wetten-Talma te vervangen,
niets. Het in de oorlogsjaren aangegaan
politiek compromis werd op het gebied
der sociale verzekering al spoedig ver
broken en evenals het militaire vraagstuk,
is het sociale vraagstuk er waarlijk niet
beter van geworden naar het zuiver
politiek terrein te zijn overgebracht.
Toen in 1918 Minister Aalberse als
eerste .Minister van Arbeid optrad, slaag
de hij er in een compromis tot stand
te brengen, dat wellicht noch links noch
rechts geheel kon bevredigen, maar door
beiden werd aanvaard. Dit compromis
leidde tot de invoering op 3 December
1919 van invaliditeits- en ouderdoms-
verzekering, ten uitvoer gelegd door
Raden van Arbeid, welken aantal tot de
helft werd teruggebracht. Tot dusverre
is Talma's ziektewet nog niet ingevoerd
en omtrent de grondslagen der nieuw
voorgenomen Ziekteverzekering staat
nog weinig vast. Tegelijk is gebleken,
dat de eigenlijke afzonderlijke werking
van elk der takken van sociale verzeke
ring .litermate verwarrend, kostbaar en
druktend werkt, zoodat op dit oogenblik
de herziening van geheel het vraagstuk
der sociale verzekeringen bovenaan staat
in alle prijzen
verdwijnt door „DO-DO" Z&Rf. Per doos 25 ct.
Verkrijgbaar bij D. F. VOIGT, Gediplomeerd Drogist, Opticien, Soestdijk
Maatregelen op het gebied van de
woningpolitiek, van de werkloosheidver
zekeringen van gezondheidszorg eischten
vooral in de eerste jaren van des Minis
ters optreden, groote aandacht De Ar-
beidswet-1919 bracht den achturigen
arbeidsdag met de veel bestreden 45-
jarige werkweek voor een achttal groepen
van arbeiders en is totdusverre slechts
voor fabrieken en bakkerijen ingevoerd
en inmiddels, onder den drang der
omstandigheden, niet onbelangrijk ge
wijzigd. De Ongevallenverzekering in het
land- en tuinbouwbedrijf werd met een
groote mate van vrijheid voor het eigen
initiatief, aangenomen en ingevoerdeen
Arbeidswet voor den landbouw voorbe
reid; tal van wettelijke maatregelen op
hygiënisch gebied werden tot stand ge
bracht; de dusgenaamde Arbeidsgeschil-
lenwet aangenomen en reeds ingevoerd,
terwijl op het gebied der huisindustrie
verschillende voorbereidingen werden
getroffen. Maar, geheel dit sociaal program
dat, toen dit werd opgesteld, niet kon
denken aan een economischen druk als
sedert 1920 over ons is gekomen, heeft
de gevolgen van dien druk moeten
ondervinden. Dat heeft 's Ministers taak
naar beide zijden niet vergemakkelijkt
en veraangenaamd; teekent zijn figuur
minder scherp als anders het geval zou
zijn geweest, maar doet juist waardeering
voor hem behouden, wijl hij den zeldza-
men zedelijken moed heeft gehad om
den invloed der omstandigheden te er
kennen. Zijn arbeid op sociaal wetgevend
gebied blijft dan ook belangrijk.
Aan den Hoogen Raad van Arbeid
werd prae-advies over verschillende
belangrijke vraagstukken op gedragen.
In 1918 en volgende jaren heeft de
zoogenaamde socialisatie, opgekomen
onder geheel bijzondere omstandigheden,
uc 'uaiirlro-M rnl'ker» - Het -sociaüsftGo
vraagstuk wordt in Nederland nog immer
naarstig onderzocht door een daartoe
ingestelde Staatscommissie, maar een
belangrijk vraagstuk op ditzelfde gebied
is inmiddels door den Hoogen Raad van
smm BAHtCIEFgSra» I
S ©«a®©®®®®*»®®®®»©®®®®®»®
op Ht sociaal programma.
Mn kan mindere of meerdere waar-
deerig gevoelen voor Minister Aalberse
en jjn werkzaamheid, maar men kan
hem.niet den lof onthouden, dat hij
bijna geheel het uitvoerig sociaal pro-
gratma, door hem begin 1919 ontwikkeld,
heèfjten uitvoer gelegd. Een Hooge
Raat] van Arbeid, bedoeld als college
vanpverleg tusschen werkgevers en
werljemers, is onder zijn voorzitterschap
ingepld, maar heeft tot dusverre geen
voldbnde bevrediging geschonken.
Kleine Joost viel in het water
Met zijn mooie truitje aan
Dat zijn moeder hem dien morgen
Zoo verheugd had aangedaan.
Dat was loopen, roepen, wijzen
Joost zonk dieper in de sloot
Hulpgeroep en dikke tranen
Want de stumper was in nood.
Haastig kwam de oude tuinman
Met een lange, sterke stok
Waar hij Joost met heel veel moeite
Gauw mee naar den kant toe trok
Toen een greep, een ruk en trekken
En de tuinman sterk en vlug
Had hem bij de trui te pakken
In de boord en bij zijn rug
„Als dat ding maar niet gaat scheuren'
Riep de grijsaard aangedaan
„Want dan zinkt hij en verdrinkt hij'
„Dan is [oostje naar de Maan"
Ach geen nood. Trek maar naar boven",
Roept en schreeuwt zijn broertje Piet,
„Want Moeder koopt altijd bij Foeken
En die Truien scheuren niet".
(adv.)
kenmerk van het eind dezer halve eeuw
periode dat de vakvereenigingen een
macht zijn geworden, die de werkgevers
gedwongen, in elk geval genoopt hebben
zich mede aaneen te sluiten. In 1910
bedroeg het aantal georganiseerden
omstreeks 185.000; in 1920 was dit
683,000, terwijl sindsdien het cijfer een
weinig is gedaald. Op het gebied der
vakbeweging hebben zich een vijftal
principieele richtingen gevormdhet N.
V.V., tellend ongeveer 217.000 leden en
politiek nauw verbonden met de S.D.A.P.
het Christelijk Nationaal Vakverbond en
het R.K. Vakverbond, met resp. 71.000
en 142.000 leden; het N.A.S., staande
dicht bij de communisten met omstreeks
31.000 leden en inmiddels gesplitst, het
KERKDWARSSTRAAT 15 SOEST.
Atelier dagelijks geopend - Ook Zondags
Familiegroepen - Bruidsportretten
VERGnOOTINGEN
Arbeid onderzocht. Dat is de zooge
naamde vraag van de bindend verklaring
der collectieve arbeidsovereenkomst. De
vraag in het kort: of men werkgevers,
die zich buiten een overeenkomst van
een groot deel hunner collega's met de
werknemers hebben gehouden,kan dwin
gen tot het aanvaarden daarvan. Zooda
nige samenwerking in het typografisch
bedrijf heeft tot consequenties geleid,
die intusschen geenszins onverbeterlijk
worden geoordeeld en dit van geen van
beide kanten. Maar zelfs, zoo heeft men
geredeneerd, al zou dit wel het geval
zijn, dan staat daarom nog geenszins
vast, dat zij op elk ander bedrijf zonder
uitzondering van toepassing te maken
zijn. Het lijkt dan ook niet waarschijnlijk,
dat van dit rapport practische consequen
ties zullen uitgaan, maar het is daarom
van belang er de aandacht op te vestigen,
wijl het a.h.w. met één trek aangeeft in
welk stadium van sociale ontwikkeling
wij zijn gekomen. De sociale wetgeving
zelve, hoezeer ook belangrijk geoordeeld,
min of meer op den achtergrond
geraakt. Reeds ten aanzien van de wijzi
gingen in de Arbeidswet 1919 aan te
brengen, is gebleken, dat ook de werk
nemers gevoelen, dat de loonpolitiek
door de wederzjjdsche organisatie van
werkgevers en werknemers in evenwicht
wordt gehouden. Op den voorgrond
getreden is echter de wensch, dat in
het bedrijfsleven de werknemer zijn in
vloed kan doen gevoelen. Kan dit niet
verkregen worden door de macht, die
de vakvereeniging tegenover den werk
gever ongetwijfeld uitoefent, dan langs
den wettelijken weg der bindendverkla
ring, die echter geheel in strijd is met
het principe van vrijheid, dat in de
Nederlandsche wetgeving terecht eene
groote rol heeft gespeeld.
Inderdaad, dat is het mee;lt typeerend
neutrale A.N.V., eerst later opgekomen,
met omstreeks 50.000 leden.
Wel heel scherp is dit machtskarakter
van den socialen strijd uitgekomen bij
de behandeling een paar jaar geleden,
van voorgenomen, doch afgestemde wet
telijke maatregelen tegen trusts en han
delscombinatiën naar het scherpzinnig
denkbeeld van wijlen den heer de Sa-
vornin Lohman, vielen loonovereenkoms-
ten, door de macht van vakvereenigingen
opgelegd, ook onder een dergelijk on
derzoek. Wat natuurlijk van die zijde
terr zeersitr"«reitrTyesireaëir.
De sociale wetgeving, nog in den
aanvang dezer eeuw doel, is middel
geworden in den strijd tusschen werk
gevers en werknemers, die een zuivere
machtsstrijd is geworden. Vandaar dan
ook, dat bij velen in beide kampen het
verlangen bestaat om vooral aan het
rechtstreeksch overleg tusschen de par
tijen de regeling van vele der voornaam
ste economische vraagstukken over te
laten. Hetgeen een gedeeltelijke terugkeer
zoude beteekenen tot maatregelen van
verzachting der economische tegenstellin
gen als men in vroeger jaren door middel
van Kamers van Arbeid, sociaal intellec
tueel werk door bibliotheken en Volks
universiteiten, sociale opheffing door
middel van Ons Huis e.d. mogelijk en
wenschelijk achtte. Welk werk, voordat
het zich ten volle heeft kunnen ontwik
kelen als factor van eerste beteekenis
in den machtsstrijd der beide partijen
min of meer is doodgedrukt.
Publïcatiën
BEKENDMAKING.
Burgemeester en Wethouders der
gemeente Soest brengen ter openbare
kennis, dat:
Gelegenheid tot kostelooze inenting
zal worden gegeven op:
Woensdag 24 September a.s. des nam.
om 3V2 uur in de O. L. School te Soest,
Kerkebuurt;
Donderdag 25 September a.s. des
nam. om 31/* uur in de O. L. School
aan de Beetzlaan en op
Vrijdag 26 September a.s. des nam.
om 3% uur in de school met den Bijbel,
te Hees.
Het nazien der ingeënte kinderen zal
geschieden op:
Woensdag 1 October a.s. des nam.
om 3Va uur in de O. L. School te Soest,
Kerkebuurt;
Donderdag 2 October a.s. des nam.
om 3V» uur in de O. L. School aan de
Beetzlaan en op
Vrijdag 3 October a.s. des nam. om
37s uur in de School met den Bijbel,
te Hees.
De ouders worden er aan herinnerd
hunne trouwboekjes vooral mede te
brengen, terwijl het voorts aanbeveling
verdient, dat de armen der kinderen te
voren goed met water en zeep gewas-
schen worden.
Soest, den 18 September 1924.
Burgem. en Weth. voornoemd,
De Burgemeester,
P. P. DE BEAUFORT.
De Secretaris,
J. BATENBURG.
VRI'JWILLIGÉ BRANDWEER TE SOEST
Centrale Sectie.
Oefening op Dinsdag 23 September
1924 des namiddags te 7 uur. Plaats
van samenkomst aan de centrale berg
plaats a./d. Langen Brinkweg. De leden
worden verzocht hun rijwiel mede te
brengen.
De Secretaris.