MAISON MODERNE So e s t e r Courant voor Nieuws- en Advertentieblad. ïersrMjnl eiken Zaterdag. 1924 WINTERSEIZOEN 1924 Dames- en Kinderhoeden 1924 WINTERSEIZOEN 1924 Mr. F.C.Terlingen jlAPORTE&Cof T Advocaat en Procureur gevestigd te SOEST, Uitgever G. v. d. BOVïjNKAMP Soestdijk. Verpakte Vogelzaden H. W. SPIJKER Van Weedestraat 25 Likdoorns, Eelt, Hoornvlies en Wratten f RïlSCREDIETBRIEVEN BJITENL. CHEQUES fVtEEMD BANKPAPIER? MUNTSPECIËN I BAGAGE-VERZEKERING Slootje springen. FOTOGRAFIE ATELIER „MODERN" KUNSTLICHT-OPNAMEN No. 38 Adres voor Administratie en Redactie Van Weedestraat 7, Soest Advertentiè'n worden ingewacht tot Vrijdags voormiddags 9 uur bij den Uitgever. Ingezonden stukken tot Dinsdagavond 9 uur aterdag ZO Sept. 1924 ADVERTENTIËN Van 1—5 regels 75 ct. Elke regel meer 15 ct. Groote letters naar plaatsruimte. Bij abonnement groote korting. Abonnementsprijs 50 cent per kwartaal. MAAKT BEKEND, DE ONTVANGST - VAN EEN PRACHTCOLLECTIE - Spoorstraat 18, Soestdijk - Westsingel 21, A'foort P.S. Dames, nu is het tijd om hoeden te laten vervormen. De beteekenis van de Ned. Jaarbeurs Over Oost- en West-fndië en nog iets. Een van de belangrijkste evenementen in het Nederlandsche zakenleven, is wel de thans 2 keer per jaar plaatsvindende jaarbeurs te Utrecht. En niet alleen voor den zakenman is deze beurs van groote beteekenis. Ook het publiek vindt op deze tentoonstelling zeer veel uiterst belangwekkende zaken. Zoo in de eerste plaats krijgt de nauwkeurige waarnemer een beeld van de beteekenis van onze Koloniën, speciaal van de zoo dikwijls stiefmoederlijk behandelde „West", dat zeer zeker een bezoek aan de Jaarbeurs waard is. Sommige bladen meenen het belang van het publiek te dienen, door een causerietje aan deze tenstelling te wijden, dat men gevoeglijk met „slag room" zou kunnen vergelijken. Als men goed bekijkt, wat er eigenlijk gezegd wordt, blijkt, dat er eigenlijk niets gezegd wordt, dan eenige zoetelijke opmerkingen van onbenullig gehalte. Het publiek slikt het wel. Wij hebben echter gemeend niet daar mee te mogen volstaan. En bij ons bezoek aan ditjaarlijksche festijn van „Mercurius" hebben wij eenige zeer belangrijke ge- ge.vens verzameld, die aan hetmeerendeel van dè „groote" pers ontsnapt zijn. Wij hebben hier in de eerste plaats het oog op de inzending van „Koloniën" inzake Onze West, zooals gezegd, de West wordt zoo vaak hier in Holland stiefmoederlijk behandeld, omdat men de beteekenis ervan niet kent. Zoo heeft ons bijzonder getroffen, de opgaven van de Curagaosche Petroleum Maatschappij, waaruit de groeiende beteekenis van onze West zoo duidelijk blijkt. Want is het niet van groot belang te weten, dat alle uit Venezuela aangevoerde ruwe petroleum in Cura?ao wordt geraffineerd De vol gende cijfers geven een levendig,beeld van de sterk stijgende beteekenis van Cura<?ao e Opslagruimte 1919 1923 1925X 79.505 M3. 108.801 Ms. 391.514 M3 Verwerkte ruwe Olie 1919 1923 1925X 3.900 K.G.T. 372.300 K.GT. 1.440.000 K.G.T. De netto-tonnenmaat der in CuraQao binnengeloopen schepen bedraagt 1919 1923 1925X 1.530.000 ton. 4.500.000 ton. 7.500.000 ton. X) geschat. Commentaar op deze cijfers is o.i. overbodig. Van de West-Indische pro ducten noemen wij specerijen, struis- veeren, stroohoeden, zaden,* kruiden, vellen, aloë en zout. Het koloniaal Instituut heeft voorts voor den Oost-Indischen producten-uitvoer een origineele wijze van aanschouwelijke voorstelling in praktijk gebracht. De hoeveelheid uitgevoerd product wordt voorgesteld door kleine vrachtauto'tjes, geladen met het betrokken product. Elke auto stelt een waarde van f 10.000.000 per jaar voer. Hierdoor krijgt de leek een duidelijk beeld van de beteekenis van den Oost-Indischen productenhandel. Wij hebben een en ander nagegaan en kwamen tot de volgende uitvoercijfers (1922): 1. Petroleum f 350.000.000 2. Suiker300.000.000 3. Rubber90.000.000 4. Coprah80.000.000 5. Tabak80.000.000 6. Koffie40.000.000 7. Thee40.000.000 Enz. enz. Zijn dit niet zeer, zeer veel zeggende getallen, die men hier op de Jaarbeurs zoo eens even onder de oogen krijgt? Van beteekenis voor de publieke voorlichting achten wij ook vooral de expositie van bedrijven in werking, zoo dat het publiek ziet wat en hoe de Nederlandsche Industrie fabriceert. Daar om verdienen bijzondere vermelding de Jurgen's Fabrieken, welke een olieperserij in werking le zien geven. Men ziet de Cocoskoeken, in de riffelwals, vijfwals en wormpers, uit coprah fabriceeren, men ziet de cocosolie, enz. enz., terwijl tal van afbeeldingen van de verschillende phasen uit het bedrijf, alsmede van den cocosnoot, van zaad tot vrucht, een duidelijk beeld geven van deze voorname industrie, waarin duizenden een bestaan vinden. De Philips Fabrieken vertoonden een bedrijfsfilm, welke voor de duizen den en duizenden gloeilamp-verbruikers eveneens zeer leerzaam was. En zoo is er nog heel veel meer. Maar het boven staande heeft wel aangetoond, dat er op de Jaarbeurs voor het publiek nog heel wat te leeren valt. Hier kan men den harteklop van het Nederlandsche zaken leven beluisteren, hier wordt een natio naal belang gediend. F. C. Hef kantoor van is thans VAN WEEDESTRAAT 44, TEL. 204 KAMEKKRONSEK Opening der Staten-Generaal - De Troonrede - De eerste werkzaamheden in het nieu we zittingsjaar - De indruk in den lande. Zoo is de jaarlijksche plechtigheid, de opening der Staten-Generaal dan weer op gewone luisterrijke wijze .ge schied; Eit hoewet iitte" ceremonieel na tuurlijk veranderd was, kan niet worden ontkend, dat de troonrede deze keer in vele kringen teleurstelling heeft gewekt Veel wordt er niet in gezegd. „Schoon alle zorgen nog niet zijn weggevaagd, mag gehoopt worden, dat de economische crisis thans haar diep ste punt heeft bereikt", heet het. En een stukje verder: „Zelfs valt voor het oogen- blik in sommige opzichten eenige, zij het geringe, opleving van handel, land bouw en nijverheid waar te nemen. Ook de verbetering in den toestand van 's lands financiën kan als een lichtpunt worden beschouwd'. Erg enthousiast klinkt een en ander niet. Natuurlijk er moet nog meer be zuinigd worden, meer inkomsten moeten verkregen worden, dus heet het verder: „Wetsontwerpen tot heffing eener be lasting op weeldeverteringen en tot ver laging van sommige te drukkende di recte belastingen zijn in voorbereiding". Een mooi principe. Natuurlijk de be grooting moet toch eindelijk s|uitend gemaakt worden. Maar wat werd daar ook weer ge zegd? Speuren wij daar niet een tipje van een nieuwe vlootwet? Gaat men het nog eens probeeren? „Andermaal zullen U voorstellen bereiken tot rege ling van de sterkte en de samenstelling der zeemacht en het verdeelen van de kosten daarvan over de staatsbegrooting en de begrooting van Ned.-Indië". Dus m.a.w. in het loopende zittings jaar zullen we een reprise te zien krij gen van de „vlootwet-historie". Het zal ons werkelijk benieuwen, hoe men dif wil rijmen aan de zoo dringend noo- dige bezuiniging en vooral nu, nu de ontwapeningsgedachte zoo sterk veld wint, een verdedigingsoorlog door oor- logsmaterieel vrijwel uitgesloten lijkt in verband met de chemische strijdmidde len. Want men moet niet vergeten, dat '25 toch altijd nog een deficit te zien geeft van een dikke f 80 millioen I Een beetje vreemd doet deze clausule uit de troon rede dun ook aan. Het wringt een beetje vooral daar het even te voren heet: „De betrekkingen welke wij met andere mogendheden onderhouden, zijn van den meest vriendschappelijken aard". Het kan dan ook niet ontkend wor den dat de troonrede in vele kringen teleurstelling heeft gewekt, schreven wij. En dat is inderdaad zoo. Men had meer verwacht. Men had op aankondiging van andere wetsvoorstellen gehoopt, vooral op cultureel gebied. En dan, zoo als reeds gezegd, van een doordringen der ontwapeningsgedachte, die toch mo menteel de gansche beschaafde wereld sterker dan ooit bezig houdt, geen spoor. Geen woord wordt er aan gewijd. Het wereldgebeuren schijnt .wel aan de re geering te zijn voorbijgegaan, zonder ook raaar eenigen blijvenden indruk achter te laten. Ja, men was wel teleurgesteld. Men kreeg zoo den indruk, dat de regeering lusteloos, zonder veel fut, de zware taak weer opnam. Want dat moet erkend, de taak onzer regeering is een zeer zware. En men mag teleurgesteld zijn in zijn verwachtingen; onbegrijpelijk is haar houding niet helemaal, wanneer men de groote n jMjkheden beziet, waarmede zij te kampen heeft en welke nog geenszins overwonnen zijn. Want wel mocht H.M. bij het uitspre ken der troonrede met stemverheffing de passage lezen: „Hoewel dus het on middellijk dreigend gevaar voor 's lands financiën zal zijn gestuit, moet niettemin met onverzwakten ijver naar verdere bezuiniging worden gestreefd". Een driewerf „hoera", als naar ge woonte door den grijzen martialen over ste Duyinaer aangeheven na de voor lezing van de troonrede, "werd door de aanwezigen luide herhaald. En daarmede was dan Dinsdag de nieuwe zittings periode ingeluid. Dadelijk is men aan het werk gegaan. In denzelfden middag gehouden verga dering der Eerste Kamer werd den heer J. G. Baron van Voorst tot Voorst mededegedeeld, dat hij wederom tot voorzitter was benoemd, hetgeen een levendig applaus uitlokte. Het adres op de troonrede werd met 34 tegen 11 stemmen (s.d.a.p. en Westerdijk, v.d.) aangenomen. Daarna werd tot de be noeming van voorzitters enz. der afdee- lingen e.d. overgegaan. Ook de Tweede Kamer ging volijverig aan het werk en maakte de voordracht op voor het voorzitterschap. De heer Kooien (R.K.) de tactvolle oud-voorzitter, kreeg 70 van de 75 uitgebrachte stem men. Deze zal dus wel weer den voor zittershamer hanteeren. De heer Monte Verloren (A.R.) werd tweede met 48 stemmen en de he^r van Gijn derde met 37 stemmen. En nu kan men dus weer met frissche moed aan het werk gaan. De verschillende nieuwe wetsontwer pen zien wij met belangstelling tegemoet. POLITICUS. voor Kanarievogels, Parkieten, Indische vo gels, Papagaaien, Lijsters en andere wilde Vogels zijn prima en houden Uw vogels in pracht conditie. Pluimveevoederhandel „Avicultura" Van Weedestraat 36 - Telef. 202 - Soestdijk VIJFTIG JAREN SOCIALE WETGEVING IN NEDERLAND. Op ~T9 "Scptömbc? 1074 ~r*r hw bekende wetje op den kinderarbeid, initiatief van het toenmaals zeer radicaal geoordeelde Tweede Kamerlid Mr. S. van Houten, aangenomen en daarmede een begin gemaakt met sociale wetgeving in Nederland. Plannen daartoe en voor nemens, in het bijzonder ook betrekking hebbende op den kinderarbeid, dateeren echter van veel vroeger. Reeds in 1840, kort voor zijn aftreden, gelastte Koning Willem 1 een onderzoek naar den kin derarbeid; dit onderzoek, in 1841 vol eindigd, werd een volgend jaardoor een tweede onderzoek gevolgd, nadat de bekende Luttenberg zijn proeve voor armenzorg had in het licht gegeven en in de schoolplichtige opvoeding van de fabrieksjeugd een middel zag om ge deeltelijk armenzorg overbodig te maken. Toen in 1853 de Maatschappij ter be vordering der Nijverheid een prijsvraag over dit onderwerp uitschreef, bleken beide enquêtesvrijwel geheel ver geten. Vandaar dan ook, dat de aandrang, door deskundigen op hygiënisch en medisch gebied uitgeoefend, en in het bijzonder het zij te hunner eere naar voren gebracht door de industrieelen uit Leiden en Noord-Brabant ondersteund, in 1860 leiddetot een nieuw onder zoek, waaruit de benoeming eener Staats commissie onder leiding van den hoofd ingenieur van het stoomwezen De Vries Robbé voortvloeide. Deze Staatscommis sie heeft met eene pijnlijke nauwkeurig heid gewerkt en haar rapport met bijlagen is dan ook zeer lijvig geworden. Maar haar onderzoek duurde lang, te lang naar het oordeel van Minister Thorbecke, van het Comitë voor Sociale vraagstukken, samengesteld uit een aantal vooruitstre vende mannen van beteekenis, en van het destijds invloedrijke Algemeen Ne- derlandsch Werkliedenverbond. De gezamenlijke aandrang dezer laats- ten heeft er den heer Van Houten toe gebracht een wetsonderwerp op den kinderarbeid in te dienen. Ongewijzigd is het niet uit den smeltkroes der dikwerf vrij heftige beraadslagingen voortgeko men; integendeel, de veldarbeid werd er uit gelicht en het verband tusschen dit wetsonderwerp en de schoolplichtig heid verbroken. Men heeft dan ook meer dan eens gevoeld dat de bepalingen van deze wet moesten worden uitgebreid en achtereenvolgende ontwerpen zijn daarvan het uitvloeisel geweest. Maar ongunstig waren de achtereenvolgende Voorl. Verslagen en zoodoende kwam er niets, of bijna niets tot stand. Dit heeft Goeman Borgesius meteen tiental politieke vrienden geleid tot het in 1885 aanhangig gemaakte voorstel eener algemeene arbeidsenquête. Deze werd gedurende 1886 gehouden en leidde tot resultaten, die ingrijpen van den wetgever dra deden volgen. Minister Ruys de Beerenbrouck, de nog levende vader van den tegenwoordigen premier, diende in 1889 het eerste ontwerp eener Arbeidswet in, welke sedert ettelijke malen is gewijzigd. Het belangrijkst reeds korten tijd later toen in de instelling eener Arbeidsinspectie werd voorzien; daarna in 1911 toen Minister Talmade bepalingen aanmerkelijk uitbreidde en vervolgens in 1919, toen Minister Aal- berse de wet geheel omwerkte om daarin de (voorzieningen betreffende de acht uren arbeidsdag op te nemen. Qp de arbeidsenquête van 1886 volgde de benoeming der Staatscommissie van 189D, die geheel een sociaal programma uitwerkte; weer later de Staatscommissie benpemd speciaal voor het vraagstuk der: sociale verzekering. Dank zij den arbeid dezer laatste kon het Ministerie, Pieijson-Borgesius (1897—1901), het bij uitstek sociale Ministerie, tot de indiening eenpr Ongevallenwet overgaan, welke, aanvankelijk door de Eerste Kamer af- gesfbmd, in veilige haven werd gebracht. Bij iele schriftelijke behandeling van dit ontyerp is er bezwaar tegen gemaakt metreen afzonderlijke Ongevallenwet in zee j te gaan zonder dat eerst over de andl're objecten van sociale verzekering (ziekte, invaliditeit en ouderdom) althans in beginsel, regelen waren vastgesteld. Deze drie verzekeringen, zoo werd be toogd door enkele leden die een scherpen blik in de toekomst bleken te hebben vormden één natuurlijk geheel. En icnen kon de verzekering tegen on- gevjtllen .h. i. niet regelen zonder vanzelf te komen op het gebied van deze andere soorten van verzekering. Maar de Re geering, begeerig haar Ongevallenwet binnen te halen, naast Leerplicht-, Woilirig-, Oezondsheids- en Kinderwet ten ontkende dit rechtstreeksch verband en achtte het een niet gering voordeel harer regeling, dat elk oogenblik de daarin vastgelegde organisatie zou kunnen plaats maken voor een nieuwe. Het centraal lichaam, dat in elke orga nisatie eener verplichte verzekering van Staaiswege niet zou kunnen ontbreken; zag zij in de door haar ontwerpen Rijks verzekeringsbank; daaromheen konden andere colleges, hetzij door het centraal gezag, betzij door de keuze der belang hebbenden ontstaan, zich scharen. Dë werkzaamheid van achtereenvol gens drie kabinetten, in het bijzonder van de Ministers Kuyper, Veegens en Talna heeft voor een groot deel de nadoelen ondervonden, dat men het verband der sociale verzekering zoo los had gelegd. De zoodoende mislukte po gingen oin verzekeringswetten totstand te (>rengen, leidden de aandacht van bijl) alle ander groot sociaal werk af en A'odoende valt uit de jaren 1901 190y na de ontwerp gebleven sociale cod. icatie van dr. Kuyper voornarne- lijXV invoering van het Arbeidscontract Yc®?,EKrcfueui-inaenjK"sradgueivmii5Tcr Talifia er in 1912 en 1913 in om zijne sociiile verzekeringswetten aangenomen te kinjgen en daaronder ook de Radenwet, die (lle organisatie der verzekering bevatte. Toeji echter de verkiezingen van 1913 de rechtsche meerderheid tot aftreden dwongen, stond het vrijwel vast, dat van de inwerkingtreding dezer wetten, tegen welke het votum der kiezers mede was gericht, niets zou komen. Toen dan ook het kabinet Cort van der Linden, ter voldoening aan de door de wet voor geschreven verplichtigen, drie jaren later gelden voor de uitvoering d^r Radenwet aanvroeg, werden deze geweigerd. Maar tegelijk kwam er van de wetsontwerpen, door Minister Treub in gereedheid ge bracht om de wetten-Talma te vervangen, niets. Het in de oorlogsjaren aangegaan politiek compromis werd op het gebied der sociale verzekering al spoedig ver broken en evenals het militaire vraagstuk, is het sociale vraagstuk er waarlijk niet beter van geworden naar het zuiver politiek terrein te zijn overgebracht. Toen in 1918 Minister Aalberse als eerste .Minister van Arbeid optrad, slaag de hij er in een compromis tot stand te brengen, dat wellicht noch links noch rechts geheel kon bevredigen, maar door beiden werd aanvaard. Dit compromis leidde tot de invoering op 3 December 1919 van invaliditeits- en ouderdoms- verzekering, ten uitvoer gelegd door Raden van Arbeid, welken aantal tot de helft werd teruggebracht. Tot dusverre is Talma's ziektewet nog niet ingevoerd en omtrent de grondslagen der nieuw voorgenomen Ziekteverzekering staat nog weinig vast. Tegelijk is gebleken, dat de eigenlijke afzonderlijke werking van elk der takken van sociale verzeke ring .litermate verwarrend, kostbaar en druktend werkt, zoodat op dit oogenblik de herziening van geheel het vraagstuk der sociale verzekeringen bovenaan staat in alle prijzen verdwijnt door „DO-DO" Z&Rf. Per doos 25 ct. Verkrijgbaar bij D. F. VOIGT, Gediplomeerd Drogist, Opticien, Soestdijk Maatregelen op het gebied van de woningpolitiek, van de werkloosheidver zekeringen van gezondheidszorg eischten vooral in de eerste jaren van des Minis ters optreden, groote aandacht De Ar- beidswet-1919 bracht den achturigen arbeidsdag met de veel bestreden 45- jarige werkweek voor een achttal groepen van arbeiders en is totdusverre slechts voor fabrieken en bakkerijen ingevoerd en inmiddels, onder den drang der omstandigheden, niet onbelangrijk ge wijzigd. De Ongevallenverzekering in het land- en tuinbouwbedrijf werd met een groote mate van vrijheid voor het eigen initiatief, aangenomen en ingevoerdeen Arbeidswet voor den landbouw voorbe reid; tal van wettelijke maatregelen op hygiënisch gebied werden tot stand ge bracht; de dusgenaamde Arbeidsgeschil- lenwet aangenomen en reeds ingevoerd, terwijl op het gebied der huisindustrie verschillende voorbereidingen werden getroffen. Maar, geheel dit sociaal program dat, toen dit werd opgesteld, niet kon denken aan een economischen druk als sedert 1920 over ons is gekomen, heeft de gevolgen van dien druk moeten ondervinden. Dat heeft 's Ministers taak naar beide zijden niet vergemakkelijkt en veraangenaamd; teekent zijn figuur minder scherp als anders het geval zou zijn geweest, maar doet juist waardeering voor hem behouden, wijl hij den zeldza- men zedelijken moed heeft gehad om den invloed der omstandigheden te er kennen. Zijn arbeid op sociaal wetgevend gebied blijft dan ook belangrijk. Aan den Hoogen Raad van Arbeid werd prae-advies over verschillende belangrijke vraagstukken op gedragen. In 1918 en volgende jaren heeft de zoogenaamde socialisatie, opgekomen onder geheel bijzondere omstandigheden, uc 'uaiirlro-M rnl'ker» - Het -sociaüsftGo vraagstuk wordt in Nederland nog immer naarstig onderzocht door een daartoe ingestelde Staatscommissie, maar een belangrijk vraagstuk op ditzelfde gebied is inmiddels door den Hoogen Raad van smm BAHtCIEFgSra» I S ©«a®©®®®®*»®®®®»©®®®®®»® op Ht sociaal programma. Mn kan mindere of meerdere waar- deerig gevoelen voor Minister Aalberse en jjn werkzaamheid, maar men kan hem.niet den lof onthouden, dat hij bijna geheel het uitvoerig sociaal pro- gratma, door hem begin 1919 ontwikkeld, heèfjten uitvoer gelegd. Een Hooge Raat] van Arbeid, bedoeld als college vanpverleg tusschen werkgevers en werljemers, is onder zijn voorzitterschap ingepld, maar heeft tot dusverre geen voldbnde bevrediging geschonken. Kleine Joost viel in het water Met zijn mooie truitje aan Dat zijn moeder hem dien morgen Zoo verheugd had aangedaan. Dat was loopen, roepen, wijzen Joost zonk dieper in de sloot Hulpgeroep en dikke tranen Want de stumper was in nood. Haastig kwam de oude tuinman Met een lange, sterke stok Waar hij Joost met heel veel moeite Gauw mee naar den kant toe trok Toen een greep, een ruk en trekken En de tuinman sterk en vlug Had hem bij de trui te pakken In de boord en bij zijn rug „Als dat ding maar niet gaat scheuren' Riep de grijsaard aangedaan „Want dan zinkt hij en verdrinkt hij' „Dan is [oostje naar de Maan" Ach geen nood. Trek maar naar boven", Roept en schreeuwt zijn broertje Piet, „Want Moeder koopt altijd bij Foeken En die Truien scheuren niet". (adv.) kenmerk van het eind dezer halve eeuw periode dat de vakvereenigingen een macht zijn geworden, die de werkgevers gedwongen, in elk geval genoopt hebben zich mede aaneen te sluiten. In 1910 bedroeg het aantal georganiseerden omstreeks 185.000; in 1920 was dit 683,000, terwijl sindsdien het cijfer een weinig is gedaald. Op het gebied der vakbeweging hebben zich een vijftal principieele richtingen gevormdhet N. V.V., tellend ongeveer 217.000 leden en politiek nauw verbonden met de S.D.A.P. het Christelijk Nationaal Vakverbond en het R.K. Vakverbond, met resp. 71.000 en 142.000 leden; het N.A.S., staande dicht bij de communisten met omstreeks 31.000 leden en inmiddels gesplitst, het KERKDWARSSTRAAT 15 SOEST. Atelier dagelijks geopend - Ook Zondags Familiegroepen - Bruidsportretten VERGnOOTINGEN Arbeid onderzocht. Dat is de zooge naamde vraag van de bindend verklaring der collectieve arbeidsovereenkomst. De vraag in het kort: of men werkgevers, die zich buiten een overeenkomst van een groot deel hunner collega's met de werknemers hebben gehouden,kan dwin gen tot het aanvaarden daarvan. Zooda nige samenwerking in het typografisch bedrijf heeft tot consequenties geleid, die intusschen geenszins onverbeterlijk worden geoordeeld en dit van geen van beide kanten. Maar zelfs, zoo heeft men geredeneerd, al zou dit wel het geval zijn, dan staat daarom nog geenszins vast, dat zij op elk ander bedrijf zonder uitzondering van toepassing te maken zijn. Het lijkt dan ook niet waarschijnlijk, dat van dit rapport practische consequen ties zullen uitgaan, maar het is daarom van belang er de aandacht op te vestigen, wijl het a.h.w. met één trek aangeeft in welk stadium van sociale ontwikkeling wij zijn gekomen. De sociale wetgeving zelve, hoezeer ook belangrijk geoordeeld, min of meer op den achtergrond geraakt. Reeds ten aanzien van de wijzi gingen in de Arbeidswet 1919 aan te brengen, is gebleken, dat ook de werk nemers gevoelen, dat de loonpolitiek door de wederzjjdsche organisatie van werkgevers en werknemers in evenwicht wordt gehouden. Op den voorgrond getreden is echter de wensch, dat in het bedrijfsleven de werknemer zijn in vloed kan doen gevoelen. Kan dit niet verkregen worden door de macht, die de vakvereeniging tegenover den werk gever ongetwijfeld uitoefent, dan langs den wettelijken weg der bindendverkla ring, die echter geheel in strijd is met het principe van vrijheid, dat in de Nederlandsche wetgeving terecht eene groote rol heeft gespeeld. Inderdaad, dat is het mee;lt typeerend neutrale A.N.V., eerst later opgekomen, met omstreeks 50.000 leden. Wel heel scherp is dit machtskarakter van den socialen strijd uitgekomen bij de behandeling een paar jaar geleden, van voorgenomen, doch afgestemde wet telijke maatregelen tegen trusts en han delscombinatiën naar het scherpzinnig denkbeeld van wijlen den heer de Sa- vornin Lohman, vielen loonovereenkoms- ten, door de macht van vakvereenigingen opgelegd, ook onder een dergelijk on derzoek. Wat natuurlijk van die zijde terr zeersitr"«reitrTyesireaëir. De sociale wetgeving, nog in den aanvang dezer eeuw doel, is middel geworden in den strijd tusschen werk gevers en werknemers, die een zuivere machtsstrijd is geworden. Vandaar dan ook, dat bij velen in beide kampen het verlangen bestaat om vooral aan het rechtstreeksch overleg tusschen de par tijen de regeling van vele der voornaam ste economische vraagstukken over te laten. Hetgeen een gedeeltelijke terugkeer zoude beteekenen tot maatregelen van verzachting der economische tegenstellin gen als men in vroeger jaren door middel van Kamers van Arbeid, sociaal intellec tueel werk door bibliotheken en Volks universiteiten, sociale opheffing door middel van Ons Huis e.d. mogelijk en wenschelijk achtte. Welk werk, voordat het zich ten volle heeft kunnen ontwik kelen als factor van eerste beteekenis in den machtsstrijd der beide partijen min of meer is doodgedrukt. Publïcatiën BEKENDMAKING. Burgemeester en Wethouders der gemeente Soest brengen ter openbare kennis, dat: Gelegenheid tot kostelooze inenting zal worden gegeven op: Woensdag 24 September a.s. des nam. om 3V2 uur in de O. L. School te Soest, Kerkebuurt; Donderdag 25 September a.s. des nam. om 31/* uur in de O. L. School aan de Beetzlaan en op Vrijdag 26 September a.s. des nam. om 3% uur in de school met den Bijbel, te Hees. Het nazien der ingeënte kinderen zal geschieden op: Woensdag 1 October a.s. des nam. om 3Va uur in de O. L. School te Soest, Kerkebuurt; Donderdag 2 October a.s. des nam. om 3V» uur in de O. L. School aan de Beetzlaan en op Vrijdag 3 October a.s. des nam. om 37s uur in de School met den Bijbel, te Hees. De ouders worden er aan herinnerd hunne trouwboekjes vooral mede te brengen, terwijl het voorts aanbeveling verdient, dat de armen der kinderen te voren goed met water en zeep gewas- schen worden. Soest, den 18 September 1924. Burgem. en Weth. voornoemd, De Burgemeester, P. P. DE BEAUFORT. De Secretaris, J. BATENBURG. VRI'JWILLIGÉ BRANDWEER TE SOEST Centrale Sectie. Oefening op Dinsdag 23 September 1924 des namiddags te 7 uur. Plaats van samenkomst aan de centrale berg plaats a./d. Langen Brinkweg. De leden worden verzocht hun rijwiel mede te brengen. De Secretaris.

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1924 | | pagina 1