B. KRAAL, IRI6IST Automobiel-Centrale W. F. Selder-beek - Telef. 61 Verhuur-Enriciiting Reparatie-Inrichting Beste Malaga Kerstboomversiering. K. ÜA1IUS Aan cl' oeves-s Schrale „Is het wel mogelijk om thans nog ver der ons college in zijn huidigen vorm te handhaven?" Het uittreden van den Heer De Ko ning uit het college, gezondheidsredenen mogen dan ook een belangrijke oorzaak zijn geweest, lijkt ons niet de eenigste en belangrijkste oorzaak van zijn heen geen te zijn geweest. Veeleer wil ik dit zoeken in het feit, dat door het niet hebben van een vaste Raadsmeerderheid achter zich en zelfs een herhaaldelijk terugkeerende verdeeldheid in zijn eigen fractie hem het verder werken onmo gelijk bleek te zijn. En dan is een der gelijk besluit te begrijpen en te waar- deeren. Hoe het zij, de thans bestaande toe stand, de verdeeldheid in de Katholieke fractie, de antipathie tegen wethouder v. d. Berg vooral van zijn geloofsgenoot en steeds meer van de anli-revolution- nairen, welke eerst alle moeite gedaan hebben hem op de wethouderszetel te krijgen, hebben in het afgeloopen jaar aanleiding gegeven tot onaangename incidenten in den Raad. Tot fel per soonlijke aanvallen en alles samengevat tot onvruchtbaar werken, zeer tot schade van onze gemeente. Hoe echter ook de samenstelling van het dagelijksch bestuur zou worden, ik geloof dat er. tenzij er mutaties on der de raadsleden zelf plaats vonden, van een vruchtbaar werkend college in de huidige zittingsperiode niets zal ko men. Wil er althans van zoo'n college nog iets uitgaan, dan zal er wel in de eerste plaats moeten zijn een vertrou wende samenwerking tusschen B. cn W. en vooral de hoofdambtenaren. Stelt een college zich ook ten dien opzichte op het standpunt van den dictator, dan moet het ook daar tot conflicten leiden. Er is maar één stand punt mogelijk: de ambtenaren zijn be kwaam of ze zijn het niet. Zijn ze berekend voor hun taak, dan moet er vertrouwen in hun leiding zijn. Zijn ze onbekwaam dan hebben wij er niets aan. De gemeente is geen philantropische instelling. Nu zal er, afgescheiden van hetgeen ik hiervoor zeide, toch iets moeten wor den gevonden om verschillende moei lijkheden tusschen het dagelijksch be stuur en gemeentepersoneel te ontzei len. Het steeds optreden van andere wethouders en burgemeesters brengt mede, dat deze ook hun eigen inzicht hebben in de arbeidsvoorwaarden voor het personeel. Ik had mij voorgenomen om over de arbeidsvoorwaarden van het personeel niet meer te spreken en te wachten tot er uit dat personeel zelf aandrang kwam op behoorlijke reglementeering hunner arbeidsvoorwaarden. Evenwel ik moest daarop terug ko men, omdat ook de gemeente er belang bij heeft als werkgever, zich van de volle arbeidsprestatie van haar perso neel te verzekeren en daarop nauwlet tend toe te zien. Dit is evenwel alleen mogelijk als rechten en plichten weder- zijdsch zijn afgebakend. Ik dien daarom een voorstel in om B. en W. uit te noodigen ten spoedig ste de rechtspositie van het personeel in den Raad aanhangig te maken en haar een reglement (dienstvoorwaarden) ter bespreking aan te bieden. Als ik mijn algemeene indruk moet weergeven over deze begrooting, dan is het deze: ze is niet beter als vorige jaren, en ook niet slechter. Dat is nog al vaag, maar ik bedoel dan wat de einduitkomst betreft. Inkomsten en uit gaven dekken elkaar. Precies eender als voorheen. Het is echter een dek king op papier. En of nu die einduit komst een paar duizend gulden meer of minder is doet aan het geheel niets af. Een bravogeroep dat deze begroo ting staat in het teeken der bezuiniging is larie. Dat zou alleen waar zijn als de einduitkomst enkele 10 duizenden guldens lager was. Ik ben misschien de eerste om te zeggen, dat, zonder een belangrijke be snoeiing der salarissen en loonen, niet noemenswaard te bezuinigen is. Althans, men versta mij goed, „in deze ge meente". Maar daar is het nu nog geen tijd voor en het verheugt mij, dat èn B. en W. èn de commissie van onderzoek deze meening ook zijn toegedaan. Evenwel onderschrijf ik ook de mee ning der commissie, dat een herziening om billijkheden weg te nemen noodig is, waarbij tevens moet worden onder zocht hoe de de salarisschalen zijn in andere en omliggende gemeenten. Dat teeken van bezuiniging waarin deze begrooting dan heet te staan heeft voor mij geen werkelijke waarde. In tegendeel, het meerendeel der z.g. be zuinigingen zijn mij in wezen zeer on- symphatiek. Er zijn in de begrooting niets te vin den dan posten, welke de rijkswetten ons opleggen. Wat er verder uitgegeven wordt voor sociale, doeleinden is zoo gering, dat er wel eens de aandacht op mag worden gevestigd. Dat is niet alleen nu, maar dat is altijd zoo geweost. Men heeft in het bezuinigingsspook nu een prachtig middel gevonden om allerlei noodige dingen niet op de be grooting te brengen of af te voeren. Op het gebied der volksgezondheid b.v. geschiedt veel te weinig. Hoogstens een paar duizend gulden is er voor dat doel bestemd. De vereeniging „Het groene Kruis" kan haar vleugelen niet uitslaan door gebrek aan geld. Ik wil hier niet uit weiden over hare noodzaak. Het jaar van haar bestaan heeft getoond in welk een behoefte zij vooi^t. De wijkverplegin^wm er nog best een verpleegster bij hebben om haar nuttig werk te kunnen uitbreiden. Bad of zwemgelegenheid kennen wij niet. Het verzoek van de vereeniging „Goed Wonen" om haar te helpen bij de stichting van een bescheiden badinrichting berust al 2 jaar bij B. en W. Het is aan den Raad gericht, waarom komt het dan niet eens eindelijk in behandeling? Ik stel er prijs op dat B. en W. verklaren het in een der eerst volgende vergaderingen te zullen brengen, al of niet met een advies hunnerzijds. Het is een noodzakelijke maatregel die de gemeente niets behoeft te kosten. De drinkwatervoorziening. Hoe staat het daar nu mee? Moeten eerst alle bewoners van een weg daaraan mede werken voor dat er waterleiding komt Dan vrees ik dat dit geslacht door gebrek aan water zal zijn omgekomen voor dat er met het leggen der leiding een aanvang wordt gemaakt. Willen B. en W. daarover het een en ander eens inededeelen Er is in de begrooting niets dienaangaande te vinden. Hoe moet het voorts gaan met de toestand welke er voor de bewoners der Hartweg is geschapen. De water- losing der wasscherij is daarheen geleid z.g. ontzeept. Maar het is nu een stinksloot geworden, waarvan de aan- wonenden grooten last zullen ondervin den. Zelfs wordt al geklaagd over ver ontreiniging der waterputten. In hoeverre zulks in verband staat met deze water lossing kan ik niet beoordeelen maar wel kan men mij niet overtuigen dat deze oplossing de juiste is geweest. B. en W. dienen zich te vergewissen in hoeverre hier een fout begaan is en die alsnog te herstellen. Ik spreek nog steeds over het onder werp volksgezondheid. Juist omdat er op dat gebied nog zoo ontzaglijk veel te doen is. Juist omdat toch ook Soest eens zal moeten inzien dat er bij een uitbreiding der gemeente in een tempo als de laatste jaren ook opdat gebied nog heel wat zal moeten gebeuren wil deze expansie der gemeente een gelei delijken voortgang hebben, of liever gezegd wil die niet afstuiten op een gebrek aan allerlei noodige instellingen. Geneeskundig schooltoezicht. Voor onze gemeente een onbekend iets. Een verplegingsinrichting in de ge meente 't Wordt voor onze meer dan 10000 inwoners meer dan noodig. Een consultatie bureau voor tuberculose, voor zuigelingenzorg, voor moederschap en meer van die zaken, men schijnt van meening te zijn dat het particulier initiatief hiervoor maar moet zorgen. Doch dit schiet te kof&n daarom alleen reeds is het de taak der gemeenschap om hiervoor te zorgen. Evenzoo gaat het met de „Volkshuis vesting". Met alle lof wat op dit gebied is tot stand gebracht, moet nu toch geconstateerd worden dat er nu niets meer gebeurt. De particuliere bouwnijverheid bepaalt zich alleen tot het bouwen van grootere woningen en villa's, welke eendeels worden verkochten, voorzoo ver verhuurd vallen buiten het bereik der arbeiders klasse. En toch is het een vanzelfsprekend feit dat in een zich zoo sterk uitbreidende gemeente ook de stichting van woningen voor de arbeidersklasse voortgang moet hebben. Ik spreek dan nog niet eens van het sociale belang om slechte woningen door goede te vervangen. Omdat het rijk zich rqet de woningvoor ziening niet meer bemoeit behoeft de gemeente niet hetzelfde te doen. Boven dien, is het thans mogelijk om woningen te bouwen, tegen een dergelijke huurprijs, waar geen cent op de exploitatie behoeft te worden bijgepast. Ik stel voor dat B. en W. een onderzoek instellen naar de woningbehoefte in de gemeente en hiervan den Raad al of niet vergezeld gaande van voorstellen mededeeling doen. Thans kom ik te spreken over de „Volksontwikkeling", over het onderwijs enz. Men zal natuurlijk denken nat ik over de sommen daaraan besteed wel danig tevreden zou moeten zijn. Niets is minder waar. Er is misschien geen hoofdstuk in de geheele begroo ting waarover ik minder te spreken ben dan juist over dat. Het is waar, de sommen voor het onderwijs, ons door de wet opgelegd, zijn belangrijk, doch ik ben geneigd om te zeggen: gelukkig dat er nog rijks wetten zijn, anders zou het er ook in Soest op onderwijsgebied misschien droevig uit zien. Buiten deze bij de wet bepaalde uit gaven wordt voor onderwijs en volks ontwikkeling niets gedaan. Het beschikbaar stellen van een loca- liteit voor een of andere cursus schijnt al een heel prestatie te zijn. Vervolgonderwijs Het eenigste on derwijs wat een arbeiderskind nog kan krijgen als zijn werkzaamheden als loopjongen of wat dan ook afgeloopen zijn, men vindt het te duur. Lichamelijke onderwijszorg? Zorgen dat kinderen die slecht gekleed ter school komen, met lekke schoenen, met kapotte klompjes, in den winter als vader geen werk heeft en van onvoldoende ondersteuning moet leven, ook nog met half Ieege magen, zorgen dat die kin deren althans niet droge voelen en voldoende eten het onderwijs kunnen volgen, kijk, ook dat schijnt in het Latijn der gemeente Soest niet thuis te behooren. De Schoolbibliotheek? f60 voor alle scholen. Het gevolg is, dat daardoor kinderen, welke hun leesgierigheid toch willen bevredigen, zich gaan verdiepen in Nic Carters en dergelijke kinder geesten bedervende lkctuur. De rijkswet schept op onderwijsge bied 3nhoudbare toestanden. Klassen worden overbevolkt, waardoor het on derwijs in de knel komt. De kinderen worden de dupe. De Raad van Soest erkent dit, maar weet geen beter te doen dan een assistent aan te stellen en met een fooitje, een snoepertje te beloonen. Straks komt in behandeling het voor stel B. en W. om een volontair ter secretarie te beloonen met f 1200. Let wel, deze man is ook hier om practische kennis op te doen. Toen de assistent aangesteld werd, schermde men met dat motief alsmede de gemeentefinanciën Nu er een ambtenaar ter secretarie moet wezen schijnt dat geen opgeld meer te doen. Let wel, als die ambte naar noodig is ben ik er voor hem te bezoldigen. Maar ik ontzeg dan tevens het recht om met de assistente op andere wijze te handelen. Een geringe subsidie voor de open bare leeszaal, waarvan druk gebruik wordt gemaakt, alles wordt met een beroep op de financiën afgewezen. In de zorg voor de werkeloozen is de laatste tijd verbetering verbetering te bespeuren. De armenzorg, met name de onder steuning aan behoeftigen, laat zeer veel te wenschen over. De uitkeeringen zijn schriel en er is geen regel in. Die het noodig hebben krijgen dikwijls minder als zij die het verhoudingsgewijs met minder zouden kunnen doen. Dat schept onbillijkheden. De totaalsom van f 10.000 mag voor armenzorg belangrijk schijnen, in werkelijkheid is het schriel. Omge rekend over aanlal personen en dagen dat ondersteuning moet worden gegeven zal de uitkomst voor de betrokkenen droevig zal blijken. Deze zaken zijn door mij genoemd en kan niet zeggen dat er op bezuinigd is, want ze hebben nooit op de bej grooting gestaan. Toch heeft men in de bezuinigingsmanie een welkom mid del om al deze zaken, die van zoo groot belang zijn voor onze gemeente, voorloopig van de baan te schuiven. Daarnaast komen de bezuinigingen door B. en W. voorgesteld. Zij hebben zich bij gebrek aan wezenlijke bezuini gingsobjecten laten verleiden tot het voeren van kruidenierspolitiek. Krenten- wegerij. Minister Colijn zou zeggen: grabbelen hier en grabbelen daar. De resultaten van die bezuinigingen zullen bij elkaar geteld op liet eind cijfer der begrooling van weinig invloed zijn. Vermindering der rijwieltoelage. Intrekking der vrije, geneeskundige be handeling, bijdragen in de kosten van telefoonaansluiting enz. wat brengt dat voor resultaat Ik ben geen voorstander voor allerlei toelagen, voor dit en voor dat. Een b.e- hoorlijke salarieering zonder allerlei wissewasjes is eisch. Maar wij zitten er nu mee en door intrekking der vrije geneeskundige be handeling worden de laagstbezoldigden getroffen. Dezen zullen dit voelen als een indirecte loonsverlaging terwijl de ambtenaren er buiten vallen. Aan een dergelijke maatregel kunnen wij niet medewerken. Een gemeente als de onze kan zich niet gaan toeleggen op vermindering van uitgaven. Bij een dergelijke uitbreiding is de bezuiniging al groot als de uit gaven contant blijven. Op vermeerdering van inkomsten door vestiging verkregen daarop is alles ge vestigd en daarvan zijn en B. en W. en de Raad incluis wel overtuigd. Alleen kan men van meening verschillen over de wijze waarop dit het beste kan geschieden. De exploitatie van het grondbezit moet zoodra het beroep op de kroon betref fende het grondbedrijf bekend is krachtig ter hand worden genomen. Heel wat propaganda zal moeten wor den gemaakt en er moet niet tegen op worden gezien daar een belangrijk be drag beschikbaar te stellen. „De kost gaat voor de baet uit". Een stelregel die elk zakenman huldigt en die ook hier toegepast moet worden. De uitgifte van gronden in erfpacht moet worden bevorderd. Speciaal van gronden welke in den eerstkomende tijd niet voor bebouwing in aanmerking komen. Doch daarnaast wil dit in onze uitgestrekte gemeente slagen, dan moet ook gezorgd worden voor een behoorlijke verbinding, niet alleen naar omliggende spoorwegstations, doch ook tusschen de verschillende gemeentedeelen. Ten dien opzichte is er aan de gemeente onbe rekenbare schade berokkend. De ver binding is thans absoluut onvoldoende. Het is zonder twijfel waar dat reeds heel wat personen welke zich hier wil den vestigen door deze slechte ver binding hierop terug gekomen zijn. Anderzijds zijn er welke er aan denken de gemeente te verlaten als er niet spoedig verbetering komt. Een belangrijk bouwplan schijnt opgeschort te zijn om dezelfde reden. Hoe moet dat nu gaan Vertrouwen in het particulier bedrijf is er niet. Zelfs met een hooge subsidie is er nooit absolute zekerheid dat uitsluitend het gemeenschapsbelang wordt gediend. De raad heeft zich door het gemeen tebedrijf op te heffen op den verkeerden weg begeven, dit zal nu wel gebleken zijn. ,B. en W. gaan in deze niet vrij vrij uit. De Raad heeft het besluit ge nomen om tot liquidatie over te gaan als het particulier bedrijf afdoende in de behoefte voorzag. Dat woordje af doende daar komt het op aan, en B. en W. kunnen nooit aantoonen dat dit is geschied. Ik sta wat dat betreft volkomen aan de zijde der commissie van onderzoek. Wat de vraag der commissie betreft ten aanzien van de publieke verkoop der rails deelen B. en W. mede dat het raadsbesluit werd genomen 22 Augustus en het besluit tot verkoop der rails op 10 Juli. Ik zou daaromtrent alleen antwoord wenschen op deze vraag. Hebben B. en W. op dezen datum besloten tot verkoop der rails over te gaan, of zijn ze op die datum verkocht. Dat geeft natuurlijk een groot verschil. Een wonderlijke rol hebben de Anti revolutionairen in deze zaak gespeeld. Eerst was het gemeentebedrijf. Toen stemden zij voor particulier bedrijf. Daarna weer voor mijn voorstel voor gemeentebedrijf. Toen in 2e instantie weer tegen mijn voorstel. Zij schijnen er een soort knoopentellerij van te hebben gemaakt. Voor, tegen, voor, tegen. Nu schijnen zij, althans het Soester Nieuwsblad laat daarover weinig twijfel weer een jas aangetrokken te hebben waar een knoop meer aan zit en is het weer gemeente bedrijf geworden. Ik vergeef het hun echter gaarne. Beter ten halve gekeerd, dan ten heele gedwaald. Ik hoop dat ook de andere fracties hebben ingezien dat het ge meentebelang eischt dat er spoedig een goede verbinding komt en dat het par ticulier bedrijf in deze geen voldoende zekerheid biedt. Teneinde de Raad nogmaals in de gelegenheid te stellen zich hierover uit te spreken dien ik in de volgende motie De Raad der Gemeente Soest Van oordeel zijnde, dat het belang der gemeente eischt, dat er ten spoe digste een goe<Je verkeersverbinding tot stand komt; Overwegende, dat het particuliere be drijf in deze niet in de behoefte voor ziet en geen voldoende waarborg voor een doorloopend goede verbinding geeft; Dat dientengevolge de gemeente Soest op den grondslag van gemeentebedrijf voor deze verbinding behoort zorg te dragen Besluit B. en W. op te dragen ten spoedigste bij den Raad voorstellen dienaangaande in te dienen en gaal over tot de orde van den dag. Ik hoop dat de Raad bij zijn beoor deeling dezer motie zich uitsluitend zal laten leiden door het gemeentebelang en niet door de vrees, dat er op deze wijze „koren op de S.D.A.P.-moleu wordt gedragen", zal nalaten wat het belang der gemeente eischt. Er zit voor de toekomst een ie groot belang in deze! zaak om haar voor politieke oog merken te gebruiken. Vervolgens wil ik nog uwe aandacht vragjsn voor de mogelijkheid tot cen tralisatie der gemeentediensten. lijkt mij zeer -goed—mogelijk de afd.; publieke werken en techn. dienst onder een hoofd te vereenigen. Zij hooren bij elkander en bovendien kan op deze wijze bezuiniging worden verkregen. Ik geef dit in welwillende overweging van B. en VV. Hoewel de inkomsten der gemeente voor het grootste deel worden gevonden door den hoofdelijken omslag, toch moet om deze niet te hoog op te voe ren ook naar andere bronnen van in komsten worden omgezien en die zijn er toch nog wel te vinden. Een belasting van perceelen, welke uitweg hebben op gemeentewegen, acht ik zeer op zijn plaats. Als moG worden gewacht tot de wegen zijn volgebouwd zitten wij nog langen tijd met halfbe- bouwde onverharde wegen. Door in voering van een dergelijke belasting kunneu de eigenaren aan de kosten van den weg mee betalen. Een belasting van personen, welke welke bijzondere voordeelen hebben van gemeentewerken, kan in sommige gevallen ook gunstig werken. Ik noem in dil verband de wegen, welke naar de losplaatsen aan de Eem leiden. Deze worden jaar in jaar uit kapot gereden door enkele en bijna steeds dezelfde personen. Een billijke bijdrage was hier zeker op zijn plaats. Een belasting op bouwterreinen, ik zie ook daar niets onbillijks in. De gemeenschap heeft zich groote offers getroost voor wegverbetering. De aan- grenzenden eigenaren zien hierdoor hun gronden sterk in waarde stijgen en spoedig staat er een bordBouwterrein te koop. Wat is natuurlijker als van die vermeerdering der bouwterreinwaarde een bescheiden bijdrage te heffen Ik geef deze maatregelen in overwe ging en hoewel ik er geen voorstel van maak vertrouw ik dat onderzocht zal worden in hoeverre deze zaken, voor verwezenlijking vatbaar zijn. Het is een bekend feit, dat de betalingen der ver schillende belastingen zeer Iaat plaats hebben. Het betalen van belastingen en schoolgeld gaat voor de arbeidersklasse zeer inoeielijk. Men kan lang theoreti- seeren over de wenschelijkheid om in een goed geordend huishouden weke lijks een bedrag uit te leggen voor belasting, maar daarvan komt zelfs in beterbezoldigde gezinnen niets terecht. De inkomsten zijn maar al te noodig voor de dagelijksche levensbehoeften. Het gevolg van een en ander is dat er tenslotte heel wat oninbare posten komen, want als het er op aan komt kan men van kikkers geen veererjj^tjtken. De gemeente krijgt Oneigen be lastingen en schoolgelden zeer laat binnen. De gezinnen komen in de grootste zorgen als het op beslag leggen enz. aankomt. Ook hier kan de gemeente helpend optreden, met voordeel naar beide kanten. Door instelling van een gemeentelijken ophaaldienst worden de belastingschul digen in de gelegenheid gesteld, weke lijks of maandelijks zegels van verschil lende waarden te koopen. De gestortte bedragen worden afgeschreven op de verschuldigde gemeentebelastingen en schoolgelden of afgedragen bij den Rijks ontvanger. De inwoners worden alzoo in de gelegenheid gesteld op gemakke lijke wijze hun betalingen te doen en de gemeente heeft het voordeel dat minder oninbaar zal wezen. Ik acht de baten vooi de gemeente zelfs grooter dan de kosten welke op de uitvoering van dezen maatregel zullen vallen. Tot mijn spijt ben ik niet in de gelegenheid met cijfers te komen, aan gezien ik op mijn schrijven om inlich tingen aan een paar gemeenten nog geen antwoord mocht ontvangen. Ik hoop dus in een der eerstvolgende vergaderingen met een voorstel te komen. Het is wel haast een feit dat de be lasting voor dit jaar moet worden ver hoogd. Dit, terwijl de loonen gedaald zijn en de levensmiddelen duurder worden is bovenal voor de arbeiders klasse weer een drukkende last. Het leven is in Soest duur. Alle dagelijksche verbruiksartikelen zijn belangrijk duur der dan in de stad, waar men spreekt van le klas omdat daar alles duur heet, maar in werkelijkheid heel wat goed- kooper is. Op groenten komt op de veilingprijzen 50 tot 100 op voor deze bij de consumenten komen. Ik wil hier niet in de eerste plaats de schuld zoeken bij de groenteboeren, die mis schien wel 200 moeten verdienen om een weekloon te halen. Of bij de melkboeren, welke 5 cent op één liter melk moeten verdienen om een bestaan te vinden. De oorzaak is te zoeken in het maat schappelijk stelsel, waardoor alles maar een kar met groenten qf melk kan op nemen en door elkaar loopt, hier een klant en daar een klant. Van onderlinge concurrentie is geen sprake zoodat de consument moet bloeden. Toch bestaan er middelen welke prijsregelend kunnen werken. Waarom zou de gemeente haar laak ook in deze niet kunnen verrichten Ik weet dat ik weinig kans heb voor deze zaak gehoor te vinden. Toch vindt ik hifctvan zooveel belang dat ik een zeer bescheiden voor stel doe, n.l. dit: De Raad besluit B. en W. te verzoeken een onderzoek te willen instellen op welke wijze het mogelijk is voor artikelen welke daarvoor in aanmerking prijsre gelend te kunnen optreden. M. de V. ik hoop nog bij enkele artikelen welke daar speciaal voor in aanmerking "kOihèTl Tiet 'Woortt të"vrageir en dank Z.Ed. en de Raad voor haar aandachtig gehoor. De heer Rietveld erkent, dat de sa menstelling der begrooting en het slui tend maken wel met moeilijkheden zal gepaard zijn gegaan. Spr. wijst er op, dat 't hem onjuist voorkomt dat B. en W. niet accepteeren de kleine rectificatie op het rapport, dat zegt: het onderwijs kost ons een kleine ton, doch dat dit moet zijn een halve ton. Wanneer f 100.000 wordt uitgegeven en men ont vangt f 40.000 terug, dan blijft kostprijs f 60.000. Komende tot een terugblik op het bijna ten einde zijnde jaar, memoreert Spr. allereerst de belofte, door de A.R. veileden jaar gedaan, dat zij het college zouden steunen en in samenwerking en wederzijdsch vertrouwen het gemeente belang wilden dienen. In dit jaar is echter duidelijk geble ken, dat er geen sfeer van vertrouwen is. Daar moet, zegt Spr., reden voor zijn. jjDe heer de Koning heeft gezegd, dat ik de R.K. fractie heel erg beleedigd had, ik meen met meer recht te kunnen spreken van beleedigingen die men in zijn kringen de A.R. heeft aangedaan. De stembusstrijd in 1923 en de daarop gevolgde wetli. verkiezing was een strijd van groote beteekenis. Het is geworden een algeheele omzetting, doch de gele genheden die er waren om daarvan nog goede resultaten te kweeken, zijn verwaarloosd. Zoo noem ik, zegt Spr., en dat doe ik omdat ik dat zelf zoo sterk voel, de verhouding van het Bestuurscollege tot de leidende ambtenaren deze ver houding is niet meer die van goede trouw daardoor wordt de lust tot arbeiden gedoofd. Er is niemand die niet geloofd dat de ambtenaren hun best niet doen, maar de bejegening is niet goed. Dan is er het economisch beleid van B. en W. Het trambedrijf is nu zoo goed als weg en wat hebben we er voor in de plaats? De verbinding met de groote lijnen is den hals omgedraaid, dut is dc gemeente door mindere vesti ging tot groote schade. Groot bezwaar heeft Spr. tegen de leiding van B. en W. inzake het Grondbedrijf, dat was geen exploitatie, maar kapitaalvernieti ging. Er moeten groote bedragen aan rente en aflossing worden betal het grootste gedeelte van het bezit i het Grondbedrijf is buiten de exploitatie gehouden. Als 't gaat om bezuiniging, zegt Spr., dan moeten we zien onze inkomsten te versterken, want een groeiende gemeente kan de uitgaven niet verminderen. De heer Endendijk, zegt Spr., heeft de meerderheid van B. en W. op prin- cipieele gronden het vertrouwen opge zegd, ik doe 't thans om economische redenen. Door onze fractie is verleden jaar de verkiezing van weth. v. d. Berg bevorderd, doch Spr, verklaart thans spijt te hebben tot die verkiezing te hebben medegewerkt. De Voorz. zegt dat Onderwijszaken door B. en W. steeds worden getoetst aan de wet. Wanneer niet de Wetgever, maar het Persoonlijk inzicht domineert dan komt men zeer zeker in conflicten en brengt de schoolstrijd op Gemeente- terrein. Op alles wat door den heer Besselsen naar voren is gebracht kan Spr. niet in details ingaan, toch zal dat bewaren tot de behandeling der des betreffende Hoofdstukken. Wat de vertrouwenskwestie betreft wil Spr. wel zeggen dat 't hem meermalen heeft gehinderd dat er gebrek aan onder ling vertrouwen is, dit kan natuurlijk niet zijn in het algemeen Gemeentebelang. De heer Endendijk zegt dat zeker de Wetgever in eerste en hoogste instantie beslist, maar als de Wet wordt uitge legd door B. en W. in een geest die steeds is ten nadeele van het Chr. Onderwijs dan neemt Spr. daar stelling tegen. De strijd is niet ontketend door mij maar door Weth. v. d. Berg. Ik heb alleen de diagnose gesteld en meen daarin objectief te zijn geweest. De heer Heijnings zegt 't te waar- deeren dat Weth. v. d. niet aan den leiband van anderen heeft geloopen. Weth. v. d. Berg schijnt 't toe dat de heer Endendijk geijverd heeft voor de laatste Weth.zetel, en dat hij persoonlijk is aangezocht voor een oplossing van uit de R. K. Raadsfractie, met het doel weer tot vrede te komen. Dit is niet gelukt, doch de hoop is voor 't vervolg niet opgegeven. De heer Besselsen zegt dat hij zich houdt aan de woorden van den Voorz. en zal bij de Hoofdstukken daarop nader terug komen. Hierna sluit de Voorz. de algerneene beschouwingen en de debatten daarover en gaat over tot de artikelsgewijze be handeling der begrooting. (Vervolg in volgend nummer) Door den Raad zijn o.m. de volgende beslissingen genomen. Belastingen50 opcenten op de Perso- neele belasting. Verhooging der Honden belasting. 3 cent per K.G. keurings- recht op bevroren vleesch Voor vrije Geneeskundige behande ling van Gemeente Personeel en hun gezinsleden wordt een regeling ontwor pen voor verzekering met premiebetaling. Voor de assistentie der O. L. School ie. -SQesterbergJs aeji_xeigQÊdvj^^L gesteld voor 1925, groot totaalWM^T" (Ongecorrigeerd). Voor zieken, gezonden en herstellenden is onze Malagawijn de beste eetlustopwekkende en versterkende wijn. Prijs per flesch fl.80 per halve flesch f 1,—. v.li. H. GEUBBELS Soest Telefoon 121. Grooie keuze - Zeer goedkoope Ballen vanaf25 ct. per dozijn. Kaarsen per pak18 ct. Steurine Kaarsen per pak 45 Knijpers per dozijn40 Kerstkaarten3 2e Kerstdag opruiming tegen ver minderde prijs. VEENHUIZERSTRAAT 47a. Van den Nijl, te Dordt en Wormerveer, Stijgt d' omzet der Gedézalf Maar altijd, altijd meer. Likdoornzalf Gedé, prijs 45 ct. p. doos. Verkrijgbaar bij B. Kraal v.h. H. Geubbels Soestdijk en Theod. Wag- ner, Soest. ruwe huid,Gesprongen handen,Springende lippen. .M Gebruik m Jjf Gebruik Os-gel- en Pianohandel H. VERHOOG - NIJKERK De beste merken Groote voorraad. Ook 2e hands Instrumenten. ,LAGE PRIJZEN. Vakkundige garantie Ruilen.

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1924 | | pagina 6