FtesaSseiïjk Nieuws. NEDERL. OQST-INDIË Kerlcberichten. "^J<ente mctar wind in de laatste jaren heeft onze gemeente wel héél erg in de put ge holpen. Of dit gekomen is door een onoordeelkundig beheer en door het doen van allerlei uitgaven -tot een veel hooger bedrag dan waarmee desnoods wel had kunnen worden volstaan, dan wel door een niet goede of niet ver genoeg doorvoerde bezuiniging, willen wij hier thans niet bespreken. Doch alleen maar even vaststellen, dat de huidige finantieele positie onzer ge meente verre van rooskleurig is en op de inwoners lasten legt, die wel het uiterste maximum hebben bereikt en die gebiedend verlaagd moeten worden. En dat weinig aanlokkelijke beeld geeft thans een gemeente, die zoo sterk vooruitgaande is, dat het zielenaantal in een luttel aantal jaren is verdubbeld en die thans meer inwoners dan Baarn telt. Natuurlijk heeft de bedoelde kiezer geen direct succes op zijn actie gezien en dit was in de gegeven omstandigheden ook niet te verwachten fluks trachtte men zijn actie in den doofpot te doen en kwam aan met bezwaren, zoo vele en zoo ernstige, dat men maar gauw naar het volgende agendapunt ging. En men vond blijkbaar het gebeurde zoo erg, dat in de r.k. Bode van 27 Nov. j.1. een twee-kolom-lang redactieel stuk verscheen om het laatste restje leven, dat mogelijk nog in dat snoode plan was achtergebleven, grondig uitte roeien En men sprak zelfs over het gebeurde als in strijd met de Bisschoppelijke voorschriften. En betoogde, dat buiten staanders geheel onbevoegd waren een oordeel (laat staan een veroordeel) te hebben over de gemeente-zaken, die maar moesten worden overgelaten aan het wijs beleid van de daarvoor aan gewezenen, zonder bespreking of kritiek te mogen ondervinden. Of de bedoelde kiezer erg hard overtuigd is geworden Wij betwijfelen het. Maar in ieder geval, in het poli tieke leven in onze gemeente komt '.entering, langzaam, o zoo langzaam, zekersteeds terrein winnend op de stijf ^ingeroeste en. verouderde be grippen. En, eenmaal, misschien niet eens zoo héél lang meer, zal de tijd komen voor veranderde opvattingen en voor het verzetten der bakenswant als iets onafwendbaar is, dan is het wel het veranderen van systemen en begrip pen naar aanleiding van gewijzigde omstandigheden. En die omstandigheden zijn in onze gemeente wel zeer sterk veranderd. En dan zal de nu veel ge smade kiezer met trots kunnen wijzen op den moed, die hij had om in de oude omstandigheden reeds den eersten stap te hebben gezet op het pad der verandering. En voor dien stap komt hem hulde toe, niet alleen van zijn partijgenooten, maar ook van alle an deren, die de gunstige ontwikkeling van Soest willen bevorderen. En in hetzelfde stukje in de Bode werd van de gelegenheid gebruik ge maakt om de Katholieke raadsfractie verschillende verwijten te doen, dat zij „met geringschatting en afkeuring van hetgeen in het verleden als goed poli- Igner met ^r.ur-Üm gëpa5T en gevolgd, zich eeTHTOiai nieuwe weg baant", welke weg „on verbiddelijk niet alleen ten nadeele, maar ten ondergang is van de katholieke zaak' En ook in dit opzicht is er dus ver heldering gekomen. Niet alleen, dat thans vaststaat, dat de leiding in het r.k. kamp van belasting-verlaging niets moest heb ben, daarenboven is reeds mede veroor deeld het volgen van „een nieuwe weg". Het zal ons bijzonder interesseeren op welke wijze de r.k. raadsfactie op de Beschouwing in de Bode in de practijk reageertin de boezem van die fractie schijnt het echter ook niet koek en ei te zijn. De met zooveel ophef aangekondigde lezing van het raadslid Hilhorst over Gemeentepolitiek ging-diet door, ondanks een vraag van den heer de Koning, waarbij echter wel bleek, dat er in de fractie zelve nog al groot verschil van meening wasen daarom werd natuurlijk in de Beschouwing krachtig van wal getrokken tegen die r.k. raadsleden, die het niet altijd en overal met de oude leiding eens waren en werd een warm pleidooi gehouden om toch de zoo noodige eenheid goed te bewaren. Reeds de noodzakelijkheid van zoo'n warm pleidooi geefr, afgezien van al het andere, reeds ernstig te denken. Inderdaad, er komt kentering De heer J. H. Benschop heeft het noodig gevonden in de R.K. Bode van 4 December een ingezonden stukje te plaatsen, waarin de heer G. J. Grootewal wordt aangevallen over diens stukje in dit blad van 27 November over de werkverschaffing. De heer Benschop ontzegt onzen inzender het recht kritiek te geven op het finantieel beleid van vroegere gemeentebesturen, daar hij eerst slechts enkele jaren in Soest woont en vraagt overigens bewijzen voor dit wanbeleid. Het komt ons voor, dat een gemeente ambtenaar, dat is dus iemand in dienst van, en ondergeschikt aan het gemeente bestuur, zelfs al staat hij op het punt de gemeentedienst (met of zonder gratificatie) te verlaten, zeker niet over gemeente-zaken in plaatselijke bladen behoort te schrijven, noch kritisch, noch verdedigend. Daarenboven hebben wij uit het stukje van den Heer B. tusschen de regels door meenen te lezen, dat deze heer zich zelf eenigszins verantwoordelijk vindt voor de besluiten van het gemeentebestuur in de afge- loopen jaren, doch dat idee kunnen wij geenszins deelen. Hoe ook voor tal van besluiten het advies is geweest van den betrokken ambtenaar, de verantwoordelijkheid heeft deze nooit in ook maar de geringste matehet college, dat het besluit neemt is zelf, met uitsluiting van ieder ander, ervoor verantwoordelijk. Wij zeggen dat hier nog eens uitdrukkelijk, omdat wij reeds meer hebben opgemerkt, dat tal van gemeente-ambtenaren een totaal ver keerde indruk hebben van de positie, welke zij innemen, bezien uit het oog punt van deze zelfstandige verantwoor delijkheid. Terwijl wij, als we de zaak zelf even bezien, ons heel goed kunnen indenken, dat iemand, die nog slechts enkele jaren hier woont, toch vrij aardig met de omstandigheden en met de Soester geschiedenis op de hoogte is. De mogelijkheid bestaat zelfs dat zoo iemand daarmee nog beter op de hoogte is, dan Soesters van geboorte, want be houdens van „hooren zeggen" zijn er nog wel andere manieren om wat aan de weet te komen. En als de heer B. bewijzen vraagt voor de kritiek op het gemeentebestuur over vorige jaren, in de veronderstelling dat zoo'n kritiek algeheel misplaatst is, och. dan is de heer B. toch wel erg naïef. Maar in het algemeen, de heer B. houde ons ten goede, vinden wij het tijdstip voor publicatie van zoodanige bewijzen nog een ietsepietsie te vroeg. Over een stuk of wat maanden lijkt ons een meer gunstiger tijdstip en misschien zal de heer B. dan wel bewijzen lezen, meer en grootere, dan hem wel eens lief kon zijn. Maar in- tusschen,tot zoolang. VOORDRACHTAVOND ALBERT VOGEL Woensdag 1 Dec. trad voor het Nut op Albert Vogel in samenwerking met z'n vrouw, Ellen Vareno. We hebben hier te doen gehad, met een kunstenaarspaar van de eerste rang. Vooral wat Vogel betreft. Prachtig van intonatie, met zuivere accenten, zonder eenige overdrijving, gaf hij alles echt en eerlijk. Geen schijn van effectbejag of dikdoenerij. Vooral de voordracht van Multatuli's „Toespraak" voor velen misschien al wat te bekend werd tot een groot genieten, door de eenvoud en de stijl waarin het gehouden werd. Ook het luchtige genre, dat hij bracht met „Het Wonderkind" van Theo Mann, was prachtig van uitbeel ding, eenig in persoonstypeering. Een bijzondere vermelding mag niet achter wege blijven voor de gedichten en wel in de eerste plaats voor Jan Prins' „Landjuweel". Dit knappe, schilderende stukje, droeg hij zoo verrukkelijk voor, dat de eigenaardige rythmeloosheid op sommige plaatsen, die men ertegen zou kunnen aanvoeren, in 't geheel niet meer opviel. Zelfs met het overbekende „Die zwei Grenadiere" wist hij z'n publiek te pakken. Wat Mevrouw Ellen Vareno betreft: Zij heeft als, wij zouden bijna durven zeggen, gelijkwaardige kracht aan deze ^vond meegewerkt. Het élan waarmee zij sr verschillende dingen uitgooide ik denk hier aan „Het Geluk" van Adema van Scheltema en het prachtige „Les Elfes" van Leconte de Lisle vergoedde ruimschoots de, in verge lijking met Vogel, mindere routine. Als we dan tenslotte het zeer matige enthousiasme van het schaarsche publiek toeschrijven aan het feit dat Vogel hier voor het eerst optrad, en voor velen misschien nog niet zoo bekend was, rest ons de wensch dat Vogel hier nog vele malen zal optreden, en dat hem dan een vollere en meer enthousiaste wachten. GEVONDEN VOORWERPEN Op werkdagen, des voorin, tusschen 9—12 uur, zijn op het Politiebureau inlichtingen te bekomen van de navol gende voorwerpen Een kleine kinderportemonnaie, rij wielplaatje, R.K. kerkboekje, paar damesschoenen, darnesportemonnaie met inhoud, heerenportemonnaie met inhoud. Aangeloopen twee honden* Te Soesterberg gevonden: zilveren vulpotlood. - „NEERBOSCH" Aan allen, die zoo vriendelijk waren aan Mevrouw Brans kousen toe te zeggen voor Neerbosch, wordt mede gedeeld, dat deze inzameling thans is overgenomen door Mevrouw Midden dorp, Kerkpad 22, die de kousen dit jaar gaarne zal ontvangen voor 20 December a.s. VEREENIGING TOT STEUN. Donderdag 25 November 1.1. werd op initiatief van Mevr. M. A. van Krieken- Leliveld alhier opgericht de afdeeling „Soest en Omstreken van de Vereeniging tot Steun. Dit enkele bericht zal een aantal lezers van dit blad niets zeggenmisschien zullen er onder zijn, die denken alweer een nieuwe vereeniging in Soest, waar voor zeker ook weer medewerking en geld zal worden gevraagd 1" Inderdaad, dat is zeer waarschijnlijk en daarom is het stellig niet ondienstig een en ander omtrent de „Vereeniging tot Steun" mede te deelen. „Op 2 Nov. 1886 werd, na de alge- meene vergadering van den 'Ned. Pro testantenbond te Nijmegen op initiatief van Dr. G. J. D. Mounier teUtrechten Prof. Dr. J. Knappert te Amsterdam besloten tot oprichting eener Vereeniging die in vrijzinnig-godsdienstige richting verwaarloosde jeugd zou doen opvoeden in gezinnen. Was een dergelijkevereenigingnoodig? Zonder eenigen twijfel I Bij ieder, die heeft opgemerkt hoe in tal van gezinnen, voornamelijk in de groote steden maar toch ook wel in kleinere plaatsen en zelfs te plattenlande, de opvoeding der kinderen totaal wordt verwaarloosd, of in geheel verkeerde richting gestuwd, is ongetwijfeld wel eens dc vraag gerezen„wat wordt er van deze kleinen?" En het antwoord zal helaas moeten luiden „bedelaars, dieven zoo niet erger I" En kan het wel anders De bekende schrijfer Ds. Gustav Frensen zegt het zoo juist: „Vader is een „dronkaard^ Moeder gaat op slechte „wegen.Watzien, watleeren de kinderen „Hun dagelijüsch brood is slaag. Zij „krijgen iederen dag les in het kwaad 1 „Honderden kinderen zijn er zoo. Te „helpen is geen gemakkelijke taak. Maar „wij doen het Dat heeft ook de „Vereeniging tot Steun" gezegd: „Wij doen het!" Wij nemen de zorg voor de verwaarloosde stumpers op ons, wij plaatsen ze in goede gezinnen, waar ze zullen ervaren, wat hun al hun dagen vreemd is gebleken: zorgzaamheid, hartelijkheid, liefde I Maar ook eerlijkheid, braafheid en ware vroom heid I Is het geen v^heffende gedachte mee te mogen wedfflf aan dezen heer lijken arbied Wie zal met Kaïn vragen „Ben ik mijns broeders hoeder „leder menschenleven heeft oneindige waarde Helpt ons dan in ons streven, om vele levens, die dreigen verloren te gaan te behouden. Wijst ons niet af, wanneer wij Uw hulp vragen bij ons werk, „reddingswerk „in dienst van Hem, Die niet wil, dat „één der kleinen verloren ga!" FILMAVOND. Woensdag 15 December a.s. 'savonds half acht, zal in de Rembrandtzaal alhier de wereldberoemde film „De Eeuwige Stilte" vertoond worden. Men zal goed doen zich tijdig van kaarten te voorzien, omdat we voor deze film-vertooning groote belangstel ling verwachten. De entreéprijzen zijn slechts f0.75 en f0.50. Deze zelfde film werd voor de En gelsche Kon. Familie en ook voor H. M. de Koningin, Prinses Juliana, Prins Hendrik en talrijke genoodigden ten paleize „Het Loo" vertoond. Maasbode. Deze film, welke in beeld .brengt de expeditie van den Eng. ka pïtein Scott naar de Zuidpool, is boeiend van het begin tot het eindeDe projectiebeelden bewijzen, welk kundig operateur in den heer Ponting aan de expeditie was toegevoegd De Rotterdammer. De werelnberoemde film „De Eeuwige Stilte" verklaart dan ook alleszins dezen grooten toeloop, 't Is een filmwerk, zoo grootsch van opzet, zoo schoon van fotografie, als er weinig gevonden zullen wotden. 'tls een lied van sneeuw en ijs, van zelfopoffering en heldenmoed Wij wekken ieder ten zeerste op, om deze film, die velen ongetwijfeld voor de tweede maal willen aanschouwen, te gaan zien Dortsch Dagblad.Wie gisteravond deze film zag, wist zijn avond welbe steed Deze film heeft geboeid van A tot Z. De Standaard alwaar toen deze interressante film werd vertoond. Van begin tot einde boeit deze film AFGEKEURD. Gedurende het 3e kwartaal 1926 werd door den Keuringsdienst voor jaren voor het gebied Utrecht in deze gemeente de navolgende werkzaamheden verricht, Aan winkels en werkplaatsen werden 97 bezoeken gebracht. Aan bakkerijen 31. Aan stallen geen. Onderzocht werden 111 monsters, waarvan melk en melkproducten 78. Aantal ter plaatse gekeurde voorraden 2353, aantal partijen gewogen brood 89, afgekeurde voorraden 6, uitgereikte waarschuwingen 13 en aantal opgemaak te processenverbaal 4. COMPTABILITEIT. Voor de vacante betrekking van hoofd der Comptabiliteit ter gemeentesecretarie alhier hebben zich 41 solicitanten aan gemeld. De benoeming heeft nog niet plaats gehad. ^^ïïWbare BIJEENKOMST. Maandagavond 20 December zal voor „De Orde van de Ster in het Oosten' in het Gebouw „Religie en Kunst" kleine zaal optreden, de Heer J. H, Bolt, uit Amersfoort, met als onderwerp: „De komst van den Wereldleeraar". Aanvang 8 uur. LEZING MR. P. J. OUD. A.s. Maandagavond zal in een Open bare Vergadering optreden Mr. P. f Oud, lid der 2e Kamer, met het onder werp „De parlementaire gebeurtenissen der laatste maanden, in het bijzonder het Ned.-Belg. Tractaat". Waar het Ned.-Belg. Tractaat op het oogenblik in het middelpunt van de belangstelling staat en de beslissing der le kamer nog moet vallen, zullen zeer velen het zeker op prijs stellen een zoo bekwame spreker als Mr. Oud eens over dit onderwerp te hooren. Men verzuime deze belangrijke ver gadering niet! Voor verdere bijzonderheden zie men de advertentie in dit nummer. KERSTFEEST. Het Kerstfeest voor de meisjes van de Naaischool zal worden gevierd op Maandag 20 December om 2 uur n.m. in de Naaischool. Den meisjes wordt verzocht een kopje mede te brengen. DERDE ABONNEMENTS-CONCERT. We herinneren even aan het optreden van „Het Hollandsche strijkkwartet" op Zaterdag 18 December in „Religie en Kunst". Door zijn onberispelijk samenspel, technisch meesterschap en geestelijk rijpe voordracht heeft „Het Hollandsch Strijkkwartet" zich niet alleen in het Nederlandsche muziekleven, doch ook in het buitenland een plaats naast de eerste strijkkwartet Vereenigingen van den tegenwoordigen tijd weten te ver overen. Losse kaarten f 1.50 verkrijgbaar aan de zaal. KOSTELOOS RIJWIELBELASTINGMERK. Het is bekend, dat degenen, die in aanmerking komen voor een kosteloos rijwielbelastingmerk, zich voor de aan vrage daarvan gersoonlijk moeten ver voegen ten kantore van den Ontvanger der Directe Belastingen. Daarvoor ging tot dusver voor de arbeiders veel van het voordeel verloren, wijl er werkver zuim mee gepaard ging. Teneinde zoo veel mogelijk aan dit bezwaar tegemoet te komen, heeft de Minister van Finan ciën thans bepaald dat de Rijksontvanger gedurende het tijdvak van 13 December tot 8 Januari a.s. wekelijks twee avonden en wel telkens twee uren ten zijnen kantore alhier gelegenheid zal geven tot het indienen van aanvragen om ver strekking van kostelooze rijwielbelasting- merken voor het jaar 1927. Ten kantore van den Ontvanger der dir. bel. te Baarn (Hoofdstraat 3) zal gelegenheid bestaan op Dinsdagen 14, 21, 28 December 1926, 4 Januari 1927, Vrijdagen 17 en 24 December 1926, Donderdag 30 December 1926 cn Vrij dag 7 Januari 1927, telkens van 7 tot 9 uur des avonds. 30. BESTUURSVORM. Dc grondslagen van het Bestuur over ons tropisch Rijk waren tot heden neergelegd in het „Reglement op het beleid der Regeering van N. 1." kortv\3;g Regéerings-reglement genoemd hetwelk dagteekent van 1854, doch sindsdien herhaaldelijk is gewijzigd en aangevuld. De laatste wijziging is thans aange bracht door de Wet van 23 Juni 1925, waarbij o.a. de benaming dezer voor schriften is gewijzigd, zoodat deze voorlaan heeten„Wet op de staats inrichting van N. Indië". Volgens beide voorschriften wordt de regeering „in naam des Konings" uitgeoefend door den Gouverneur-Gene raal (verder kortweg" G. G. genoemd), aan wien kan worden toegevoegd een Luitenant-Gouv. Gen. De G. G. is bevoegd ordonnanties en algemeene verordeningen te vergelijken met Koninkl. besluiten bij ons vast te stellen in zaken, welke niet door de wet zijn of worden ge regeld. Hij is opperbevelhebber van Land- en Zeemacht, hij verklaart oorlog en ifiaakt vrede met inlandsche vorsten en Volken. Hij is verplicht den „Raad van Ned. Indië" te hooren over: bestuursreglementen, staatkundige be trekkingen met inl. vorsten, maatregelen te nfcmen bij oorlog of opstand en over enkujle mindere zaken. Dji hier bedoelde Raad van N. I. bestaat uit een Vice-president en vier ledeji, alle door den Koning te benoemen. De 'G. G. zelf is voorzitter van dezen Raaa. De Vice-president vervangt den G. als hoofd der regeering, wanneer de taatste niet in staat mocht zijn, zijn taak te vervullen. De verschillende takken van algemeen best&ur staan elk onder een Direkteur. welke direkteuren mèt den Legercom mandant en den Commandant der Zeemacht dus de departements-hoofden zijn* Een Alg. Rekenkamer is evenals hier te lande belast met het toezicht over de geldmiddelen. Wetten, Indië betreffende, worden in onze Staten Generaal vastgesteld onder verantwoordelijkheid van den Minister van' Koloniën. Om echter tegemoet te komen aan den drang tot medezegging schap ook van de Indische ingezetenen (die niet meestemmen bij de Kamer verkiezingen in Holland), is voor eenige jaren ingesteld de Indische Volksraad. De Voorzitter van dezen Raad wordt benpemd door den Koning; tot heden werden 24 leden benoemd door den G. G. en wel 8 inl. leden en 16 Euro peanen of vreemde Oosterlingenverder werden nogmaals 24 leden 12 inlan ders en 12 Europ. of vreemde Ooster lingen gekozen. Ingevolge de wet van 23 Juni '25 zal voortaan, en zulks met ingang van Mei '27, het aantal ledqn 60 bedragen, te verdeelen als volgt: a. 25 inheemsche onderdanen-niet Nederlanders, a n e nN e d e r e. hoogstens 5 en ten minste 3 uitheemsche onderdanen-niet- Nederlanders (dus z.g. vreemde Oosterlingen). Allen moeten zijn ingezetenen van N. I. Van deze leden worden voor 4 jaren gekozen, 20 van groep a, 15 van groep b en 3 van groep c, terwijl de overigen door den G. G. worden benoemd eveneens voor 4 jaren. De verkiezing geschiedt volgens het stelsel van evenredige vertegenwoor diging, doch zulks in daarvoor aange wezen kiesdistricten. De G. G. raadpleegt den Volksraad zoo vaak hem dit gewenscht voorkomt, 2e. 3e. 4e. 5 e. doch hij is verplicht dit te doen over: le. de begrooting en het slot der rekening van N. I. de bestemming van een voor- deelig of de dekking van een nadeelig saldo. het aangaan van geldleeningen, ontwerp-ordonnanties, die per soonlijke militaire lasten opleggen en betreffende bestuurshervor- mingen en onderwerpen, die door den Koningdaarvoorzijn aangewezen. Per jaar worden te Batavia 2 openbare zittingen gehouden, die de G. G. zelf kan bijwonen, doch waarin hij zich meestal door een gemachtigde doe't vertegenwoordigen. Buitengewone zittingen worden bijeen geroepen zoo de G. G. of minstens één derde der leden dit wenschelijk achten. Daar in zulk een uitgebreid land het bijeenkomen van den 60 leden- tellenden Volksraad veel tijd kost,.is thans ingesteld een college van Gede legeerden, aan hetwelk een deel der bevoegdheden van den Raad wordt overgedragen. Dit college bestaat uit den Voorzitter van den Volksraad en 20 leden van dien Raad. Voor het binnenlandsch bestuur is Indië verdeeld in gebieden, bestuurd door een gouverneur of resident, die rechtstreeks staan onder den Direkteur van Binnenl. Bestuur. Één assistent resident, n.l. op Billiton, staat rechtstreeks onder dien Direkteur. Zoo'n Gouverneur of Resident bestuurt vaak een landstreek, die eenige malen grooter is clan Nederland. Celebes toch vormt één bestuurseenheid, Borneo is slechts in 2 residenties gesplitst. Onder de Gouverneurs en Residenten staan de Assistent-residenten, Controleurs en Adspirant-controleursnaast hen staan in sommige streeken de daar gehand haafde inl. vorsten, die in den Resident „hun ouderen broeder" moeten erkennen. Naast de Assistent-residenten staan op Java de Regenten, veelal behoorende tot oud-adelijke geslachten, tegen wie de gewone man met ontzag op ziet. Rangen en titels van lagere inl. bestuurs ambtenaren zullen wij verder voorbij gaan. Door de inschakeling van hoogere en lagere inl. ambtenaren in den Be- stuursketen is verkregen, dat de bevolking wat bestuurszaken betreft, alleen in onmiddellijke aanraking komt met eigen landgenooten. Overigens is er veel handigheid en fijn gevoel voor noodig, vooral van de zijde der hoogere Europ. ambtenaren, oni de inl. vorsten in hun waardigheden te erkennen en hen toch te doen meewerken in de door ons gekozen bestuursrichting. Waar die samenwerking door onwil van inl. zijde onmogelijk blijkt te zijn, is het soms wel eens noodig gebleken een vorst uit zijn waardigheid te ontzetten en te vervangen door een meer volgzaam lid zijner familie. Voor het vak van Ind. bestuursamb tenaar moet men roeping gevoelen, maar voor wien dit gevoel echt bestaat, is die betrekking buitengewoon mooi, vooral op vele buiten-bezittingen. Wei zit de controleur daar vaak afgezonderd van alle Europ. beschaving en alleen te midden van soms nog totaal onbe schaafde inlanders, maar op hem rust juist de taak hen althans de eerste beschaving bij te brengen en hen in hun kinderlijke gevoelens te leiden. Hij zit soms te midden van koppensnellers, maar dit bedrijf is geen gevolg van bloeddorst, doch eenvoudig een over geleverde gewoonte, die onze ambtenaren hen moeten doen opgeven, wat steeds zij het ook langzaam en onder nu en dan terugkeerende hervattingen gelukt. Slechts zelden is daarbij onzer zijds geweld noodig; overreding geeft •meestal den gewenschten uilslag. Onze ambtenaren moeten vaak zonder genees kundige hulp ingrijpen in hygiënische toestandenzij moeten de bevolking aanzetten tot het aanleggen van wegen en bouwen van bruggen, tot woning verbetering of tot toepassing van nieuwe landbouwmaatregelen. Een goed ambte naar moet dus niet alleen bestuurder en rechter zijn, maar ook hygiënist, ingenieur en landbouwdeskundige. Dat zoovele eigenschappen in één persoon wel niet ten volle ontwikkeld zullen zijn, ligt voor de hand, maar ik haal dit slech.s aan om het vak te kenschetsen. Ten slotte wil ik ook nog er op wijzen, dat menig ambtenaar in omstandigheden heeft verkeerd, waarin koelbloedigheid en moed een eersten eisch waren. Reeds vroeger zijn soms verschillende residenties samengebracht onder één bestuurder en thans is in gang een hergroepeering op java, waardoor dit eiland in 3 provincies verdeeld wordt. Het bestuur van West Java is onlangs geregeld en in dienst gesteld. Voor medezeggingschap der ingezete nen, ook in gewestelijke en plaatselijke belangen, zijn Raden ingesteld, waarin die belangen worden behartigd. De leden der gewestelijke raden worden voorloopig nog benoemd, die der ge meente-raden worden gekozen, waarbij meerderjarige inlanders met minstens f600.inkomen, mee kiezen. Deze raden zijn nog verre van algemeen, doch slechts ingesteld in die deelen, die daarvoor rijp worden geacht. Enkele belangrijke steden hebben in den loop der laatste jaren een burgemeester ge kregen en hebben, naast dezen, verdere plaatselijke ambtenaren. Waar geen burgemeester is, vervult de Europ. of inlandsche besluurs-ambtenaar diens plaats. De politie is, ook in die plaatsen, die onder een burgemeester staan, in geheel Indië ondergeschikt aan de arhDienare'h "van net Tnunem. oesiuui Elke bestuursambtenaar, zelfs de inl. ambtenaren, hebben daartoe minstens een paar polïtie-oppassers tot hunne beschikking. Wij wezen erj op, dat de Europ. bestuurder meestal alleen door tusschen komst van Inl. hoofden met de bevolking in aanraking komt. Met hetzelfde doel zijn ook over de vreemde Oosterlingen groepsgewijze althans zoo ze eenigs zins talrijk aanwezig zijn hoofden uit hun eigen landaard aangesteld. 31. LEGER EN VLOOT. Wij zeiden in ons vorig opstel, dat de Gouverneur-Generaal is Opperbevel hebber van Land- en Zeemacht. Voor deze taak staan hem ter zijde de Legercommandant en de Commandant van de Zeer: acht. Het leger staat ginds geheel los van het Nederl. Leger, doch de Zeemacht is voorloopig nog een onderdeel van de Koninkl. Nederl. Marine. In hoeverre dit laatste zoo blijven zal, zal wellicht spoedig in onze Staten Generaal beslist worden, zoo de Vlootwet daar in behandeling mocht komen. Omtrent de samenstelling van het Leger zullen wij niet in bijzonderheden treden, doch wij vermelden slechts, dat het ten deele uit Europeanen, ten deele uit Inlanders bestaat. De Inlanders worden wat land-aard betreft meestal uit elkaar gehouden, daar dooreen menging soms tot ongewenschte ver houdingen leidt. Zoo onderscheidt men dus Europeesche Compagniën en o.a. [avaansche, Amboneesche en Timo- reesche Compagniën. De Amboneezen hebben zich een bijzonderen naam als soldaat verworven en vormen een hoofdbestanddeel van het Marechaussée-korps, dat in Indië niet bereden is, doch daarentegen bestaat uit uitgezochte woud-loopers. De officieren van het Ind. Leger waren eertijds alle Europeanen, doch in den laatsten tijd zijn ook voor ont wikkelde inlanders de officiersrangen open. Als eeretitel trouwens werden militaire rangen reeds lang toegèkend aan personen van vorstelijken bloede, zoodat de Sultan van Djokjakarta en de Soesoehoenan van Solo meestal den generaalsrang bekleeden. Het Leger is over geheel Indië ver spreid, doch verreweg het grootste deel ligt op Java en verder altijd nog een zeer sterke afdeeling in Atjeh. Hoe zwak overigens de militaire bezetting op de buitenbezittingen is, moge blijken utt het feit, dat wij op Borneo, dat wat het Nederl. deel betreft ruim vier keer zoo groot is als Java, slechts twee garnizoensbataljons infanterie heb ben. Naast het eigenlijke Leger bestaan neg een paar bijzondere Inlandsche afdeelingen, t.w. het Legioen van Mang- koe Negoro in Soerakarta en de Barisans op Madoera. De handhaving van eerstgenoemd korps, bestaande uit Infanterie en Cava lerie en gevormd door lieden uit het eigen land met eigen officieren, berust op een in vroegere tijden aan het Hoofd van het Mangkoe-Negoro^j|?< Huis opgelegde verplichting. De Barisans werden in 1830 opgericht als hulptroep voor het Gouvernement en zulks als verplichting tegenover de kwijtschelding van een bestaande schuld. Het is een Infanterie-korps, geheel bestaande uit Madoereezen onder eigen officieren, terwijl alleen enkele Holl. officieren zijn aangewezen als Instruc teurs. In de vorige eeuw zijn deze troeper, in samenwerking met ons Leger, een paar maal te velde geweest, en hebben toen zeer goede diensten be wezen. Overigens is het korps ook bestemd voor de handhaving van rust op het eiland Madoera zelve, waartoe het onder toezicht staat van den Resident van dit eiland. Een bijzonderen wetenschappelijken naam heeft de Ind. Topographische Dienst, die belast is met opname en kaarteering van terreinen, welke kaarten niet alleen voor het leger van nut zijn, maar die ook voor verschillende bur gerlijke diensten, voor kadaster, land rente-regeling e.d. worden gebruikt. Trouwens ook aan ander Wetenschap pelijk werk wordt meermalen door het leger deelgenomen, waarbij wij vooral op het oog hebben de vele onder zoekingstochten op Borneo en Nieuw- Guinea, waaraan soms slechts werd deelgenomen als beschermingstroep, doch waarbij vaak onze officieren zoowel van land- als van zeemacht een zeer daadwerkelijk aandeel en zelfs de leiding hadden. Ook ander praktisch werk wordt vaak door het Leger verricht. Zoo noemen wij den aanleg van de Atjeh-lram door de Genie en zouden wij ook op den bouw van vele andere wegen kunnen wijzen. Hulp bij natuur rampen, laatstelijk bijv. na de vulkanische verwoesting bij Wonosobo, wordt ginds evenals hier vaak verleend. De Marine is zooals gezegd een onderdeel van de Nederl. Zeemacht. De Officieren en verdere Europeanen worden telkens voor een zeker aantal jaren in Indië te werk gesteld, terwijl overigens de bemanning der schepen voor een groot deel met inlandsche matrozen wordt aangevuld. De Com mandant van de Zee nacht zetelt te -- Weltevreden; de marinewerf m.t. is te Soerabaija gevestigd. Ook de Majifie verricht naast haar militaire plichten, bezigheden, die ten algemeene nutte strekken, n.l. door de opmetingen der Indische wateren, waarmee de hydro- graphische afdeeling belast is. De z.g. opnemingsvaartuigen zijn voortdurend aan het werk om peilingen en opmetingen te verrichten en aldus onze zeekaarten, die trouwens een uitstekenden naam hebben, aan te vullen en te verbeteren. Wij moeten hier ook vermelden dez.g. „Indische Gouvernements-Marine", die bij de oprichting in 1866 deel uitmaakte van de Zeemacht, doch in 1898 werd geplaatst onder den Inspecteur van Bebakening en Loodswezen, waardoor feitelijk met het militaire karakter werd gebroken. De vaartuigen worden ter beschikking gesteld van de hoofden van gewestelijk bestuur en wel voor de volgende doeleinden 1. Vervoer van land's dienaren en gucücrcu, 2. politietoezicht in de territoriale wateren, 3. tegengaan van slavenhandel, 4. Verdere diensten noodig voor een goed en krachtig bestuur. In verband met deze taak zijn de vaartuigen voorzien van een lichte bewapening en nog heden dragen zij bij de inlanders den naam „Setengah Compenie", hetgeen te vertalen is door „half regeeringsmacht". Het officierskorps van de gouv. marine staat geheel buiten dat der oorlogsmarine. De vloot telt 28 vaartuigen, waaronder is medegerekend het kabelschip „de Telegraaf" en waarvan er ongeveer 18 in dienst zijn. Het binnenlandsch bestuur eindelijk beschikt nog over een heele vloot van „gewestelijke vaartuigen", waarmee de ambtenaren de onder hun gezag staande eilandjes kunnen bezoeken en de rivieren kunnen opvaren, die echter noch met de oorlogsmarine, noch met de gouver- nements-marine in eenig verband staan. W. D. SRORT VOETBAL E.S.V.AC. Zondag 5 Dec. j.1. heeft het 1ste elftal haar thuiswedstrijd tegen het de- buteerende elftal „Lensden" met 7—0 gewonnen. Het 2de elftal moest met 6—1 voor 't Gooi 5 de vlag strijken. Zondag 12 Dec. a.s. gaat het 1ste elftal naar Barneveld bij „De Schaffe- laar" op bezoek en begint alzoo aan de tweede helft van haar wedstrijd-pro gramma. Vertrek per autobus vanaf den Heer Stalenhoef om 12 uur (precies). Het 2de elftal is vrij. Vestigen tevens de aandacht, dat supporters die den autorit naar Barne veld mee willen maken, zich bij den Heer Clements Soesterb.straat kunnen opgeven. Zondag 12 December 1926 SOEST Ned Herv. Kerk Voorm. 10 uur (Ringvacaturebeurt) Ds J. Pannebakker van Amersfoort. Bediening van den H Doop. 's Avonds 6 uur Ds. R. Bartlema van Zeist. SOESTDIJK Rembrandtzaal Voorm. 10.30 uur Ds. P. W. Foeken van Haarlem. 's Avonds 6.30 uur Ds E. B. Couvee van Utrecht

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1926 | | pagina 2