FtesaSseiïjk Nieuws.
NEDERL. OQST-INDIË
Kerlcberichten.
"^J<ente
mctar
wind in de laatste jaren heeft onze
gemeente wel héél erg in de put ge
holpen. Of dit gekomen is door een
onoordeelkundig beheer en door het
doen van allerlei uitgaven -tot een veel
hooger bedrag dan waarmee desnoods
wel had kunnen worden volstaan, dan
wel door een niet goede of niet ver
genoeg doorvoerde bezuiniging, willen
wij hier thans niet bespreken. Doch
alleen maar even vaststellen, dat de
huidige finantieele positie onzer ge
meente verre van rooskleurig is en op
de inwoners lasten legt, die wel het
uiterste maximum hebben bereikt en
die gebiedend verlaagd moeten worden.
En dat weinig aanlokkelijke beeld geeft
thans een gemeente, die zoo sterk
vooruitgaande is, dat het zielenaantal
in een luttel aantal jaren is verdubbeld
en die thans meer inwoners dan Baarn
telt. Natuurlijk heeft de bedoelde kiezer
geen direct succes op zijn actie gezien
en dit was in de gegeven omstandigheden
ook niet te verwachten fluks trachtte
men zijn actie in den doofpot te doen
en kwam aan met bezwaren, zoo vele
en zoo ernstige, dat men maar gauw
naar het volgende agendapunt ging. En
men vond blijkbaar het gebeurde zoo
erg, dat in de r.k. Bode van 27 Nov.
j.1. een twee-kolom-lang redactieel stuk
verscheen om het laatste restje leven,
dat mogelijk nog in dat snoode plan
was achtergebleven, grondig uitte roeien
En men sprak zelfs over het gebeurde
als in strijd met de Bisschoppelijke
voorschriften. En betoogde, dat buiten
staanders geheel onbevoegd waren een
oordeel (laat staan een veroordeel) te
hebben over de gemeente-zaken, die
maar moesten worden overgelaten aan
het wijs beleid van de daarvoor aan
gewezenen, zonder bespreking of kritiek
te mogen ondervinden.
Of de bedoelde kiezer erg hard
overtuigd is geworden Wij betwijfelen
het. Maar in ieder geval, in het poli
tieke leven in onze gemeente komt
'.entering, langzaam, o zoo langzaam,
zekersteeds terrein winnend op
de stijf ^ingeroeste en. verouderde be
grippen. En, eenmaal, misschien niet
eens zoo héél lang meer, zal de tijd
komen voor veranderde opvattingen en
voor het verzetten der bakenswant
als iets onafwendbaar is, dan is het wel
het veranderen van systemen en begrip
pen naar aanleiding van gewijzigde
omstandigheden. En die omstandigheden
zijn in onze gemeente wel zeer sterk
veranderd. En dan zal de nu veel ge
smade kiezer met trots kunnen wijzen
op den moed, die hij had om in de
oude omstandigheden reeds den eersten
stap te hebben gezet op het pad der
verandering. En voor dien stap komt
hem hulde toe, niet alleen van zijn
partijgenooten, maar ook van alle an
deren, die de gunstige ontwikkeling van
Soest willen bevorderen.
En in hetzelfde stukje in de Bode
werd van de gelegenheid gebruik ge
maakt om de Katholieke raadsfractie
verschillende verwijten te doen, dat zij
„met geringschatting en afkeuring van
hetgeen in het verleden als goed poli-
Igner met ^r.ur-Üm
gëpa5T en gevolgd, zich eeTHTOiai
nieuwe weg baant", welke weg „on
verbiddelijk niet alleen ten nadeele, maar
ten ondergang is van de katholieke zaak'
En ook in dit opzicht is er dus ver
heldering gekomen. Niet alleen, dat thans
vaststaat, dat de leiding in het r.k. kamp
van belasting-verlaging niets moest heb
ben, daarenboven is reeds mede veroor
deeld het volgen van „een nieuwe weg".
Het zal ons bijzonder interesseeren
op welke wijze de r.k. raadsfactie op
de Beschouwing in de Bode in de
practijk reageertin de boezem van die
fractie schijnt het echter ook niet koek
en ei te zijn. De met zooveel ophef
aangekondigde lezing van het raadslid
Hilhorst over Gemeentepolitiek ging-diet
door, ondanks een vraag van den heer
de Koning, waarbij echter wel bleek,
dat er in de fractie zelve nog al groot
verschil van meening wasen daarom
werd natuurlijk in de Beschouwing
krachtig van wal getrokken tegen die
r.k. raadsleden, die het niet altijd en
overal met de oude leiding eens waren
en werd een warm pleidooi gehouden
om toch de zoo noodige eenheid goed
te bewaren.
Reeds de noodzakelijkheid van zoo'n
warm pleidooi geefr, afgezien van al
het andere, reeds ernstig te denken.
Inderdaad, er komt kentering
De heer J. H. Benschop heeft het
noodig gevonden in de R.K. Bode van
4 December een ingezonden stukje te
plaatsen, waarin de heer G. J. Grootewal
wordt aangevallen over diens stukje
in dit blad van 27 November over
de werkverschaffing. De heer Benschop
ontzegt onzen inzender het recht kritiek
te geven op het finantieel beleid van
vroegere gemeentebesturen, daar hij
eerst slechts enkele jaren in Soest
woont en vraagt overigens bewijzen
voor dit wanbeleid.
Het komt ons voor, dat een gemeente
ambtenaar, dat is dus iemand in dienst
van, en ondergeschikt aan het gemeente
bestuur, zelfs al staat hij op het punt
de gemeentedienst (met of zonder
gratificatie) te verlaten, zeker niet over
gemeente-zaken in plaatselijke bladen
behoort te schrijven, noch kritisch,
noch verdedigend. Daarenboven hebben
wij uit het stukje van den Heer B.
tusschen de regels door meenen te
lezen, dat deze heer zich zelf eenigszins
verantwoordelijk vindt voor de besluiten
van het gemeentebestuur in de afge-
loopen jaren, doch dat idee kunnen
wij geenszins deelen. Hoe ook voor
tal van besluiten het advies is geweest
van den betrokken ambtenaar, de
verantwoordelijkheid heeft deze nooit
in ook maar de geringste matehet
college, dat het besluit neemt is zelf,
met uitsluiting van ieder ander, ervoor
verantwoordelijk. Wij zeggen dat hier
nog eens uitdrukkelijk, omdat wij reeds
meer hebben opgemerkt, dat tal van
gemeente-ambtenaren een totaal ver
keerde indruk hebben van de positie,
welke zij innemen, bezien uit het oog
punt van deze zelfstandige verantwoor
delijkheid.
Terwijl wij, als we de zaak zelf even
bezien, ons heel goed kunnen indenken,
dat iemand, die nog slechts enkele
jaren hier woont, toch vrij aardig met
de omstandigheden en met de Soester
geschiedenis op de hoogte is. De
mogelijkheid bestaat zelfs dat zoo iemand
daarmee nog beter op de hoogte is,
dan Soesters van geboorte, want be
houdens van „hooren zeggen" zijn er
nog wel andere manieren om wat
aan de weet te komen.
En als de heer B. bewijzen vraagt
voor de kritiek op het gemeentebestuur
over vorige jaren, in de veronderstelling
dat zoo'n kritiek algeheel misplaatst
is, och. dan is de heer B. toch wel
erg naïef. Maar in het algemeen, de
heer B. houde ons ten goede, vinden
wij het tijdstip voor publicatie van
zoodanige bewijzen nog een ietsepietsie
te vroeg. Over een stuk of wat maanden
lijkt ons een meer gunstiger tijdstip en
misschien zal de heer B. dan wel
bewijzen lezen, meer en grootere, dan
hem wel eens lief kon zijn. Maar in-
tusschen,tot zoolang.
VOORDRACHTAVOND
ALBERT VOGEL
Woensdag 1 Dec. trad voor het Nut
op Albert Vogel in samenwerking met
z'n vrouw, Ellen Vareno.
We hebben hier te doen gehad, met
een kunstenaarspaar van de eerste rang.
Vooral wat Vogel betreft. Prachtig van
intonatie, met zuivere accenten, zonder
eenige overdrijving, gaf hij alles echt
en eerlijk. Geen schijn van effectbejag
of dikdoenerij. Vooral de voordracht
van Multatuli's „Toespraak" voor
velen misschien al wat te bekend
werd tot een groot genieten, door de
eenvoud en de stijl waarin het gehouden
werd. Ook het luchtige genre, dat hij
bracht met „Het Wonderkind" van
Theo Mann, was prachtig van uitbeel
ding, eenig in persoonstypeering. Een
bijzondere vermelding mag niet achter
wege blijven voor de gedichten en wel
in de eerste plaats voor Jan Prins'
„Landjuweel". Dit knappe, schilderende
stukje, droeg hij zoo verrukkelijk voor,
dat de eigenaardige rythmeloosheid op
sommige plaatsen, die men ertegen zou
kunnen aanvoeren, in 't geheel niet
meer opviel. Zelfs met het overbekende
„Die zwei Grenadiere" wist hij z'n
publiek te pakken.
Wat Mevrouw Ellen Vareno betreft:
Zij heeft als, wij zouden bijna durven
zeggen, gelijkwaardige kracht aan deze
^vond meegewerkt. Het élan waarmee
zij sr verschillende dingen uitgooide
ik denk hier aan „Het Geluk" van
Adema van Scheltema en het prachtige
„Les Elfes" van Leconte de Lisle
vergoedde ruimschoots de, in verge
lijking met Vogel, mindere routine.
Als we dan tenslotte het zeer matige
enthousiasme van het schaarsche publiek
toeschrijven aan het feit dat Vogel hier
voor het eerst optrad, en voor velen
misschien nog niet zoo bekend was,
rest ons de wensch dat Vogel hier nog
vele malen zal optreden, en dat hem
dan een vollere en meer enthousiaste
wachten.
GEVONDEN VOORWERPEN
Op werkdagen, des voorin, tusschen
9—12 uur, zijn op het Politiebureau
inlichtingen te bekomen van de navol
gende voorwerpen
Een kleine kinderportemonnaie, rij
wielplaatje, R.K. kerkboekje, paar
damesschoenen, darnesportemonnaie
met inhoud, heerenportemonnaie met
inhoud. Aangeloopen twee honden*
Te Soesterberg gevonden: zilveren
vulpotlood.
- „NEERBOSCH"
Aan allen, die zoo vriendelijk waren
aan Mevrouw Brans kousen toe te
zeggen voor Neerbosch, wordt mede
gedeeld, dat deze inzameling thans is
overgenomen door Mevrouw Midden
dorp, Kerkpad 22, die de kousen dit
jaar gaarne zal ontvangen voor 20
December a.s.
VEREENIGING TOT STEUN.
Donderdag 25 November 1.1. werd op
initiatief van Mevr. M. A. van Krieken-
Leliveld alhier opgericht de afdeeling
„Soest en Omstreken van de Vereeniging
tot Steun.
Dit enkele bericht zal een aantal lezers
van dit blad niets zeggenmisschien
zullen er onder zijn, die denken alweer
een nieuwe vereeniging in Soest, waar
voor zeker ook weer medewerking en
geld zal worden gevraagd 1"
Inderdaad, dat is zeer waarschijnlijk
en daarom is het stellig niet ondienstig
een en ander omtrent de „Vereeniging
tot Steun" mede te deelen.
„Op 2 Nov. 1886 werd, na de alge-
meene vergadering van den 'Ned. Pro
testantenbond te Nijmegen op initiatief
van Dr. G. J. D. Mounier teUtrechten
Prof. Dr. J. Knappert te Amsterdam
besloten tot oprichting eener Vereeniging
die in vrijzinnig-godsdienstige
richting verwaarloosde jeugd zou doen
opvoeden in gezinnen.
Was een dergelijkevereenigingnoodig?
Zonder eenigen twijfel I
Bij ieder, die heeft opgemerkt hoe in
tal van gezinnen, voornamelijk in de
groote steden maar toch ook wel in
kleinere plaatsen en zelfs te plattenlande,
de opvoeding der kinderen totaal wordt
verwaarloosd, of in geheel verkeerde
richting gestuwd, is ongetwijfeld wel eens
dc vraag gerezen„wat wordt er van
deze kleinen?" En het antwoord zal
helaas moeten luiden „bedelaars, dieven
zoo niet erger I" En kan het wel anders
De bekende schrijfer Ds. Gustav Frensen
zegt het zoo juist: „Vader is een
„dronkaard^ Moeder gaat op slechte
„wegen.Watzien, watleeren de kinderen
„Hun dagelijüsch brood is slaag. Zij
„krijgen iederen dag les in het kwaad 1
„Honderden kinderen zijn er zoo. Te
„helpen is geen gemakkelijke taak. Maar
„wij doen het
Dat heeft ook de „Vereeniging tot
Steun" gezegd: „Wij doen het!" Wij
nemen de zorg voor de verwaarloosde
stumpers op ons, wij plaatsen ze in goede
gezinnen, waar ze zullen ervaren, wat
hun al hun dagen vreemd is gebleken:
zorgzaamheid, hartelijkheid, liefde I Maar
ook eerlijkheid, braafheid en ware vroom
heid I Is het geen v^heffende gedachte
mee te mogen wedfflf aan dezen heer
lijken arbied Wie zal met Kaïn vragen
„Ben ik mijns broeders hoeder „leder
menschenleven heeft oneindige waarde
Helpt ons dan in ons streven, om vele
levens, die dreigen verloren te gaan te
behouden.
Wijst ons niet af, wanneer wij Uw
hulp vragen bij ons werk, „reddingswerk
„in dienst van Hem, Die niet wil, dat
„één der kleinen verloren ga!"
FILMAVOND.
Woensdag 15 December a.s. 'savonds
half acht, zal in de Rembrandtzaal alhier
de wereldberoemde film „De Eeuwige
Stilte" vertoond worden.
Men zal goed doen zich tijdig van
kaarten te voorzien, omdat we voor
deze film-vertooning groote belangstel
ling verwachten.
De entreéprijzen zijn slechts f0.75
en f0.50.
Deze zelfde film werd voor de En
gelsche Kon. Familie en ook voor H.
M. de Koningin, Prinses Juliana, Prins
Hendrik en talrijke genoodigden ten
paleize „Het Loo" vertoond.
Maasbode. Deze film, welke in beeld
.brengt de expeditie van den Eng. ka
pïtein Scott naar de Zuidpool, is boeiend
van het begin tot het eindeDe
projectiebeelden bewijzen, welk kundig
operateur in den heer Ponting aan de
expeditie was toegevoegd
De Rotterdammer. De werelnberoemde
film „De Eeuwige Stilte" verklaart dan
ook alleszins dezen grooten toeloop, 't Is
een filmwerk, zoo grootsch van opzet,
zoo schoon van fotografie, als er weinig
gevonden zullen wotden. 'tls een lied
van sneeuw en ijs, van zelfopoffering
en heldenmoed Wij wekken ieder
ten zeerste op, om deze film, die velen
ongetwijfeld voor de tweede maal willen
aanschouwen, te gaan zien
Dortsch Dagblad.Wie gisteravond
deze film zag, wist zijn avond welbe
steed Deze film heeft geboeid van
A tot Z.
De Standaard alwaar toen deze
interressante film werd vertoond. Van
begin tot einde boeit deze film
AFGEKEURD.
Gedurende het 3e kwartaal 1926 werd
door den Keuringsdienst voor jaren voor
het gebied Utrecht in deze gemeente de
navolgende werkzaamheden verricht,
Aan winkels en werkplaatsen werden
97 bezoeken gebracht. Aan bakkerijen
31. Aan stallen geen.
Onderzocht werden 111 monsters,
waarvan melk en melkproducten 78.
Aantal ter plaatse gekeurde voorraden
2353, aantal partijen gewogen brood 89,
afgekeurde voorraden 6, uitgereikte
waarschuwingen 13 en aantal opgemaak
te processenverbaal 4.
COMPTABILITEIT.
Voor de vacante betrekking van hoofd
der Comptabiliteit ter gemeentesecretarie
alhier hebben zich 41 solicitanten aan
gemeld.
De benoeming heeft nog niet plaats
gehad.
^^ïïWbare BIJEENKOMST.
Maandagavond 20 December zal voor
„De Orde van de Ster in het Oosten'
in het Gebouw „Religie en Kunst" kleine
zaal optreden, de Heer J. H, Bolt, uit
Amersfoort, met als onderwerp: „De
komst van den Wereldleeraar".
Aanvang 8 uur.
LEZING MR. P. J. OUD.
A.s. Maandagavond zal in een Open
bare Vergadering optreden Mr. P. f
Oud, lid der 2e Kamer, met het onder
werp „De parlementaire gebeurtenissen
der laatste maanden, in het bijzonder
het Ned.-Belg. Tractaat".
Waar het Ned.-Belg. Tractaat op het
oogenblik in het middelpunt van de
belangstelling staat en de beslissing der
le kamer nog moet vallen, zullen zeer
velen het zeker op prijs stellen een zoo
bekwame spreker als Mr. Oud eens over
dit onderwerp te hooren.
Men verzuime deze belangrijke ver
gadering niet!
Voor verdere bijzonderheden zie men
de advertentie in dit nummer.
KERSTFEEST.
Het Kerstfeest voor de meisjes van
de Naaischool zal worden gevierd op
Maandag 20 December om 2 uur n.m.
in de Naaischool. Den meisjes wordt
verzocht een kopje mede te brengen.
DERDE ABONNEMENTS-CONCERT.
We herinneren even aan het optreden
van „Het Hollandsche strijkkwartet" op
Zaterdag 18 December in „Religie en
Kunst".
Door zijn onberispelijk samenspel,
technisch meesterschap en geestelijk
rijpe voordracht heeft „Het Hollandsch
Strijkkwartet" zich niet alleen in het
Nederlandsche muziekleven, doch ook
in het buitenland een plaats naast de
eerste strijkkwartet Vereenigingen van
den tegenwoordigen tijd weten te ver
overen. Losse kaarten f 1.50 verkrijgbaar
aan de zaal.
KOSTELOOS
RIJWIELBELASTINGMERK.
Het is bekend, dat degenen, die in
aanmerking komen voor een kosteloos
rijwielbelastingmerk, zich voor de aan
vrage daarvan gersoonlijk moeten ver
voegen ten kantore van den Ontvanger
der Directe Belastingen. Daarvoor ging
tot dusver voor de arbeiders veel van
het voordeel verloren, wijl er werkver
zuim mee gepaard ging. Teneinde zoo
veel mogelijk aan dit bezwaar tegemoet
te komen, heeft de Minister van Finan
ciën thans bepaald dat de Rijksontvanger
gedurende het tijdvak van 13 December
tot 8 Januari a.s. wekelijks twee avonden
en wel telkens twee uren ten zijnen
kantore alhier gelegenheid zal geven tot
het indienen van aanvragen om ver
strekking van kostelooze rijwielbelasting-
merken voor het jaar 1927.
Ten kantore van den Ontvanger der
dir. bel. te Baarn (Hoofdstraat 3) zal
gelegenheid bestaan op Dinsdagen 14,
21, 28 December 1926, 4 Januari 1927,
Vrijdagen 17 en 24 December 1926,
Donderdag 30 December 1926 cn Vrij
dag 7 Januari 1927, telkens van 7 tot
9 uur des avonds.
30. BESTUURSVORM.
Dc grondslagen van het Bestuur over
ons tropisch Rijk waren tot heden
neergelegd in het „Reglement op het
beleid der Regeering van N. 1."
kortv\3;g Regéerings-reglement genoemd
hetwelk dagteekent van 1854, doch
sindsdien herhaaldelijk is gewijzigd en
aangevuld.
De laatste wijziging is thans aange
bracht door de Wet van 23 Juni 1925,
waarbij o.a. de benaming dezer voor
schriften is gewijzigd, zoodat deze
voorlaan heeten„Wet op de staats
inrichting van N. Indië".
Volgens beide voorschriften wordt
de regeering „in naam des Konings"
uitgeoefend door den Gouverneur-Gene
raal (verder kortweg" G. G. genoemd),
aan wien kan worden toegevoegd een
Luitenant-Gouv. Gen.
De G. G. is bevoegd ordonnanties
en algemeene verordeningen te
vergelijken met Koninkl. besluiten bij
ons vast te stellen in zaken, welke
niet door de wet zijn of worden ge
regeld. Hij is opperbevelhebber van
Land- en Zeemacht, hij verklaart oorlog
en ifiaakt vrede met inlandsche vorsten
en Volken. Hij is verplicht den
„Raad van Ned. Indië" te hooren over:
bestuursreglementen, staatkundige be
trekkingen met inl. vorsten, maatregelen
te nfcmen bij oorlog of opstand en over
enkujle mindere zaken.
Dji hier bedoelde Raad van N. I.
bestaat uit een Vice-president en vier
ledeji, alle door den Koning te benoemen.
De 'G. G. zelf is voorzitter van dezen
Raaa. De Vice-president vervangt den
G. als hoofd der regeering, wanneer
de taatste niet in staat mocht zijn, zijn
taak te vervullen.
De verschillende takken van algemeen
best&ur staan elk onder een Direkteur.
welke direkteuren mèt den Legercom
mandant en den Commandant der
Zeemacht dus de departements-hoofden
zijn* Een Alg. Rekenkamer is evenals
hier te lande belast met het toezicht
over de geldmiddelen.
Wetten, Indië betreffende, worden in
onze Staten Generaal vastgesteld onder
verantwoordelijkheid van den Minister
van' Koloniën. Om echter tegemoet te
komen aan den drang tot medezegging
schap ook van de Indische ingezetenen
(die niet meestemmen bij de Kamer
verkiezingen in Holland), is voor eenige
jaren ingesteld de Indische Volksraad.
De Voorzitter van dezen Raad wordt
benpemd door den Koning; tot heden
werden 24 leden benoemd door den
G. G. en wel 8 inl. leden en 16 Euro
peanen of vreemde Oosterlingenverder
werden nogmaals 24 leden 12 inlan
ders en 12 Europ. of vreemde Ooster
lingen gekozen. Ingevolge de wet
van 23 Juni '25 zal voortaan, en zulks
met ingang van Mei '27, het aantal
ledqn 60 bedragen, te verdeelen als volgt:
a. 25 inheemsche onderdanen-niet
Nederlanders,
a n e nN e d e r
e. hoogstens 5 en ten minste 3
uitheemsche onderdanen-niet-
Nederlanders (dus z.g. vreemde
Oosterlingen).
Allen moeten zijn ingezetenen van
N. I. Van deze leden worden voor 4
jaren gekozen, 20 van groep a, 15
van groep b en 3 van groep c, terwijl
de overigen door den G. G. worden
benoemd eveneens voor 4 jaren.
De verkiezing geschiedt volgens het
stelsel van evenredige vertegenwoor
diging, doch zulks in daarvoor aange
wezen kiesdistricten.
De G. G. raadpleegt den Volksraad
zoo vaak hem dit gewenscht voorkomt,
2e.
3e.
4e.
5 e.
doch hij is verplicht dit te doen over:
le. de begrooting en het slot der
rekening van N. I.
de bestemming van een voor-
deelig of de dekking van een
nadeelig saldo.
het aangaan van geldleeningen,
ontwerp-ordonnanties, die per
soonlijke militaire lasten opleggen
en betreffende bestuurshervor-
mingen en
onderwerpen, die door den
Koningdaarvoorzijn aangewezen.
Per jaar worden te Batavia 2 openbare
zittingen gehouden, die de G. G. zelf
kan bijwonen, doch waarin hij zich
meestal door een gemachtigde doe't
vertegenwoordigen.
Buitengewone zittingen worden bijeen
geroepen zoo de G. G. of minstens
één derde der leden dit wenschelijk
achten. Daar in zulk een uitgebreid
land het bijeenkomen van den 60 leden-
tellenden Volksraad veel tijd kost,.is
thans ingesteld een college van Gede
legeerden, aan hetwelk een deel der
bevoegdheden van den Raad wordt
overgedragen. Dit college bestaat uit
den Voorzitter van den Volksraad en
20 leden van dien Raad.
Voor het binnenlandsch bestuur is
Indië verdeeld in gebieden, bestuurd
door een gouverneur of resident, die
rechtstreeks staan onder den Direkteur
van Binnenl. Bestuur. Één assistent
resident, n.l. op Billiton, staat rechtstreeks
onder dien Direkteur.
Zoo'n Gouverneur of Resident bestuurt
vaak een landstreek, die eenige malen
grooter is clan Nederland. Celebes toch
vormt één bestuurseenheid, Borneo is
slechts in 2 residenties gesplitst. Onder
de Gouverneurs en Residenten staan
de Assistent-residenten, Controleurs en
Adspirant-controleursnaast hen staan
in sommige streeken de daar gehand
haafde inl. vorsten, die in den Resident
„hun ouderen broeder" moeten erkennen.
Naast de Assistent-residenten staan op
Java de Regenten, veelal behoorende
tot oud-adelijke geslachten, tegen wie
de gewone man met ontzag op ziet.
Rangen en titels van lagere inl. bestuurs
ambtenaren zullen wij verder voorbij
gaan.
Door de inschakeling van hoogere
en lagere inl. ambtenaren in den Be-
stuursketen is verkregen, dat de bevolking
wat bestuurszaken betreft, alleen in
onmiddellijke aanraking komt met eigen
landgenooten. Overigens is er veel
handigheid en fijn gevoel voor noodig,
vooral van de zijde der hoogere Europ.
ambtenaren, oni de inl. vorsten in hun
waardigheden te erkennen en hen toch
te doen meewerken in de door ons
gekozen bestuursrichting.
Waar die samenwerking door onwil
van inl. zijde onmogelijk blijkt te zijn,
is het soms wel eens noodig gebleken
een vorst uit zijn waardigheid te ontzetten
en te vervangen door een meer volgzaam
lid zijner familie.
Voor het vak van Ind. bestuursamb
tenaar moet men roeping gevoelen,
maar voor wien dit gevoel echt bestaat,
is die betrekking buitengewoon mooi,
vooral op vele buiten-bezittingen. Wei
zit de controleur daar vaak afgezonderd
van alle Europ. beschaving en alleen
te midden van soms nog totaal onbe
schaafde inlanders, maar op hem rust
juist de taak hen althans de eerste
beschaving bij te brengen en hen in
hun kinderlijke gevoelens te leiden. Hij
zit soms te midden van koppensnellers,
maar dit bedrijf is geen gevolg van
bloeddorst, doch eenvoudig een over
geleverde gewoonte, die onze ambtenaren
hen moeten doen opgeven, wat steeds
zij het ook langzaam en onder nu
en dan terugkeerende hervattingen
gelukt. Slechts zelden is daarbij onzer
zijds geweld noodig; overreding geeft
•meestal den gewenschten uilslag. Onze
ambtenaren moeten vaak zonder genees
kundige hulp ingrijpen in hygiënische
toestandenzij moeten de bevolking
aanzetten tot het aanleggen van wegen
en bouwen van bruggen, tot woning
verbetering of tot toepassing van nieuwe
landbouwmaatregelen. Een goed ambte
naar moet dus niet alleen bestuurder
en rechter zijn, maar ook hygiënist,
ingenieur en landbouwdeskundige. Dat
zoovele eigenschappen in één persoon
wel niet ten volle ontwikkeld zullen
zijn, ligt voor de hand, maar ik haal
dit slech.s aan om het vak te kenschetsen.
Ten slotte wil ik ook nog er op wijzen,
dat menig ambtenaar in omstandigheden
heeft verkeerd, waarin koelbloedigheid
en moed een eersten eisch waren.
Reeds vroeger zijn soms verschillende
residenties samengebracht onder één
bestuurder en thans is in gang een
hergroepeering op java, waardoor dit
eiland in 3 provincies verdeeld wordt.
Het bestuur van West Java is onlangs
geregeld en in dienst gesteld.
Voor medezeggingschap der ingezete
nen, ook in gewestelijke en plaatselijke
belangen, zijn Raden ingesteld, waarin
die belangen worden behartigd. De
leden der gewestelijke raden worden
voorloopig nog benoemd, die der ge
meente-raden worden gekozen, waarbij
meerderjarige inlanders met minstens
f600.inkomen, mee kiezen. Deze
raden zijn nog verre van algemeen,
doch slechts ingesteld in die deelen,
die daarvoor rijp worden geacht. Enkele
belangrijke steden hebben in den loop
der laatste jaren een burgemeester ge
kregen en hebben, naast dezen, verdere
plaatselijke ambtenaren. Waar geen
burgemeester is, vervult de Europ. of
inlandsche besluurs-ambtenaar diens
plaats.
De politie is, ook in die plaatsen,
die onder een burgemeester staan, in
geheel Indië ondergeschikt aan de
arhDienare'h "van net Tnunem. oesiuui
Elke bestuursambtenaar, zelfs de inl.
ambtenaren, hebben daartoe minstens
een paar polïtie-oppassers tot hunne
beschikking.
Wij wezen erj op, dat de Europ.
bestuurder meestal alleen door tusschen
komst van Inl. hoofden met de bevolking
in aanraking komt. Met hetzelfde doel
zijn ook over de vreemde Oosterlingen
groepsgewijze althans zoo ze eenigs
zins talrijk aanwezig zijn hoofden
uit hun eigen landaard aangesteld.
31. LEGER EN VLOOT.
Wij zeiden in ons vorig opstel, dat
de Gouverneur-Generaal is Opperbevel
hebber van Land- en Zeemacht. Voor
deze taak staan hem ter zijde de
Legercommandant en de Commandant
van de Zeer: acht.
Het leger staat ginds geheel los van
het Nederl. Leger, doch de Zeemacht
is voorloopig nog een onderdeel
van de Koninkl. Nederl. Marine. In
hoeverre dit laatste zoo blijven zal, zal
wellicht spoedig in onze Staten Generaal
beslist worden, zoo de Vlootwet daar
in behandeling mocht komen.
Omtrent de samenstelling van het
Leger zullen wij niet in bijzonderheden
treden, doch wij vermelden slechts, dat
het ten deele uit Europeanen, ten deele
uit Inlanders bestaat. De Inlanders
worden wat land-aard betreft meestal
uit elkaar gehouden, daar dooreen
menging soms tot ongewenschte ver
houdingen leidt. Zoo onderscheidt men
dus Europeesche Compagniën en o.a.
[avaansche, Amboneesche en Timo-
reesche Compagniën.
De Amboneezen hebben zich een
bijzonderen naam als soldaat verworven
en vormen een hoofdbestanddeel van
het Marechaussée-korps, dat in Indië
niet bereden is, doch daarentegen
bestaat uit uitgezochte woud-loopers.
De officieren van het Ind. Leger
waren eertijds alle Europeanen, doch
in den laatsten tijd zijn ook voor ont
wikkelde inlanders de officiersrangen
open. Als eeretitel trouwens werden
militaire rangen reeds lang toegèkend
aan personen van vorstelijken bloede,
zoodat de Sultan van Djokjakarta en
de Soesoehoenan van Solo meestal den
generaalsrang bekleeden.
Het Leger is over geheel Indië ver
spreid, doch verreweg het grootste deel
ligt op Java en verder altijd nog een
zeer sterke afdeeling in Atjeh. Hoe
zwak overigens de militaire bezetting
op de buitenbezittingen is, moge blijken
utt het feit, dat wij op Borneo, dat
wat het Nederl. deel betreft ruim
vier keer zoo groot is als Java, slechts
twee garnizoensbataljons infanterie heb
ben.
Naast het eigenlijke Leger bestaan
neg een paar bijzondere Inlandsche
afdeelingen, t.w. het Legioen van Mang-
koe Negoro in Soerakarta en de Barisans
op Madoera.
De handhaving van eerstgenoemd
korps, bestaande uit Infanterie en Cava
lerie en gevormd door lieden uit het
eigen land met eigen officieren, berust
op een in vroegere tijden aan het Hoofd
van het Mangkoe-Negoro^j|?< Huis
opgelegde verplichting.
De Barisans werden in 1830 opgericht
als hulptroep voor het Gouvernement
en zulks als verplichting tegenover de
kwijtschelding van een bestaande schuld.
Het is een Infanterie-korps, geheel
bestaande uit Madoereezen onder eigen
officieren, terwijl alleen enkele Holl.
officieren zijn aangewezen als Instruc
teurs. In de vorige eeuw zijn deze
troeper, in samenwerking met ons Leger,
een paar maal te velde geweest, en
hebben toen zeer goede diensten be
wezen. Overigens is het korps ook
bestemd voor de handhaving van rust
op het eiland Madoera zelve, waartoe
het onder toezicht staat van den Resident
van dit eiland.
Een bijzonderen wetenschappelijken
naam heeft de Ind. Topographische
Dienst, die belast is met opname en
kaarteering van terreinen, welke kaarten
niet alleen voor het leger van nut zijn,
maar die ook voor verschillende bur
gerlijke diensten, voor kadaster, land
rente-regeling e.d. worden gebruikt.
Trouwens ook aan ander Wetenschap
pelijk werk wordt meermalen door het
leger deelgenomen, waarbij wij vooral
op het oog hebben de vele onder
zoekingstochten op Borneo en Nieuw-
Guinea, waaraan soms slechts werd
deelgenomen als beschermingstroep,
doch waarbij vaak onze officieren
zoowel van land- als van zeemacht een
zeer daadwerkelijk aandeel en zelfs de
leiding hadden. Ook ander praktisch
werk wordt vaak door het Leger verricht.
Zoo noemen wij den aanleg van de
Atjeh-lram door de Genie en zouden
wij ook op den bouw van vele andere
wegen kunnen wijzen. Hulp bij natuur
rampen, laatstelijk bijv. na de vulkanische
verwoesting bij Wonosobo, wordt ginds
evenals hier vaak verleend.
De Marine is zooals gezegd
een onderdeel van de Nederl. Zeemacht.
De Officieren en verdere Europeanen
worden telkens voor een zeker aantal
jaren in Indië te werk gesteld, terwijl
overigens de bemanning der schepen
voor een groot deel met inlandsche
matrozen wordt aangevuld. De Com
mandant van de Zee nacht zetelt te --
Weltevreden; de marinewerf m.t. is te
Soerabaija gevestigd. Ook de Majifie
verricht naast haar militaire plichten,
bezigheden, die ten algemeene nutte
strekken, n.l. door de opmetingen der
Indische wateren, waarmee de hydro-
graphische afdeeling belast is. De z.g.
opnemingsvaartuigen zijn voortdurend
aan het werk om peilingen en opmetingen
te verrichten en aldus onze zeekaarten,
die trouwens een uitstekenden naam
hebben, aan te vullen en te verbeteren.
Wij moeten hier ook vermelden dez.g.
„Indische Gouvernements-Marine", die
bij de oprichting in 1866 deel uitmaakte
van de Zeemacht, doch in 1898 werd
geplaatst onder den Inspecteur van
Bebakening en Loodswezen, waardoor
feitelijk met het militaire karakter werd
gebroken.
De vaartuigen worden ter beschikking
gesteld van de hoofden van gewestelijk
bestuur en wel voor de volgende
doeleinden
1. Vervoer van land's dienaren en
gucücrcu,
2. politietoezicht in de territoriale
wateren,
3. tegengaan van slavenhandel,
4. Verdere diensten noodig voor
een goed en krachtig bestuur.
In verband met deze taak zijn de
vaartuigen voorzien van een lichte
bewapening en nog heden dragen zij
bij de inlanders den naam „Setengah
Compenie", hetgeen te vertalen is door
„half regeeringsmacht".
Het officierskorps van de gouv. marine
staat geheel buiten dat der oorlogsmarine.
De vloot telt 28 vaartuigen, waaronder
is medegerekend het kabelschip „de
Telegraaf" en waarvan er ongeveer 18
in dienst zijn.
Het binnenlandsch bestuur eindelijk
beschikt nog over een heele vloot van
„gewestelijke vaartuigen", waarmee de
ambtenaren de onder hun gezag staande
eilandjes kunnen bezoeken en de rivieren
kunnen opvaren, die echter noch met
de oorlogsmarine, noch met de gouver-
nements-marine in eenig verband staan.
W. D.
SRORT
VOETBAL
E.S.V.AC.
Zondag 5 Dec. j.1. heeft het 1ste
elftal haar thuiswedstrijd tegen het de-
buteerende elftal „Lensden" met 7—0
gewonnen.
Het 2de elftal moest met 6—1 voor
't Gooi 5 de vlag strijken.
Zondag 12 Dec. a.s. gaat het 1ste
elftal naar Barneveld bij „De Schaffe-
laar" op bezoek en begint alzoo aan de
tweede helft van haar wedstrijd-pro
gramma. Vertrek per autobus vanaf den
Heer Stalenhoef om 12 uur (precies).
Het 2de elftal is vrij.
Vestigen tevens de aandacht, dat
supporters die den autorit naar Barne
veld mee willen maken, zich bij den
Heer Clements Soesterb.straat kunnen
opgeven.
Zondag 12 December 1926
SOEST
Ned Herv. Kerk
Voorm. 10 uur (Ringvacaturebeurt)
Ds J. Pannebakker van Amersfoort.
Bediening van den H Doop.
's Avonds 6 uur Ds. R. Bartlema van
Zeist.
SOESTDIJK
Rembrandtzaal
Voorm. 10.30 uur Ds. P. W. Foeken
van Haarlem.
's Avonds 6.30 uur Ds E. B. Couvee
van Utrecht