Zomer - lli T Bel op Telefoon 2001 NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VERSCHIJNT ELKEN ZATERDAG HANDELSCREDIETEN jagende pijnen Sanapirin-tabletten W. D. BOS Jr., Brandstoffen - Grint La Porte Co. GEMEENTE-FILM UITGEVER: G. VAN DEN BOVENKAMP VAN WEEDESTRAAT 7 - TEL. 2O02 - SOEST N.V. MiDDENSTANOSBANK INCASSO'S - DEPOSITO'S 0e ééne voorwaarde Garage „WII0DELWIJK" LuxeVERHUUR-AUTO's VENEMA's Heeren Mode-Magazijn VAN DIUK'S MEUBELTRANSPORT STEENH0FSTR. 57 TEL. 69 Mededeeling der Redactie f Van het front. UITVOERING VAN EFFECTENORDERS E. van Mleursi Piano leerares Leekedichtjes van Jan Joris No. 28 Zaterdag 8 Juli 1927 BUREAU VOOR ADMINISTRATIE EN REDACTIE V. WEEDESTRAAT 7, SOEST ADVERTENTIËN WORDEN INGEWACHT TOT VRIJDAGS VOORMIDDAGS 9 UUR INGEZONDEN STUKKEN TOT DINSDAGAVONDS 9 UUR AAN HET BUREAU ADVERTENTIËN: VAN 1 TOT 5 REGELS 75 CENT, ELKE REGEL MEER 15 CENT GROOTE LETTERS NAAR PLAATSRUIMTE, BIJ ABONNEM. GROOTE KORTING ABONNEMENTSPRIJS 50 CENT PER DRIE MAANDEN FRANCO PER POST voor AMERSFOORT en OMSTREKEN Telefoon 2097, Van Weedestraat 37 t.o. den Heer Haremaker Vriendelijke woorden zijn de muziek der wereld. F. W. FABER. Zonder vriendelijkheid kan er geen ware vreugde zijn. CARLYLE. Hij is niet groot, die niet grootelijk goed is. SHAKESPEARE. Wanneer de een of andere jongekerel weer eens uit „principe dienst weigert" en we hooren, dat deze recalcitrante, die zich niet aan de bestaande wetten van zijn land wil onderwerpen, gestraft wordt, dan zijn er velen eigenlijk wat uit het lood geslagen. Want aan den eenen kant vinden ze het juist, dat de recalcitrante zijn straf ondergaat en aan den anderen kant beseffen ze heel goed, dat het feitelijke principe van het motief voor zijn daad, toch eigenlijk door ieder weldenkend mensch volgaarne onder schreven wordt. Want welk mensch zou het „gij zult niet dooden" niet met zijn geheele ziel aanvaarden Vanwaar dan deze tegenstrijdigheid van gevoelen De reden hiervan kan gezocht worden in de omstandigheid, dat men onwille keurig voelt, dat men door het simpele feit van de dienstweigering de gedachten niet verandert, die achter het stelsel van leger en oorlog staan. Zoolang de ge dachten der massa niet verbeterd, ver edeld zijn, zoodat vriendelijkheid er eerbied voor den medemensch altijd en overal overheerschen, geeft het niet, of men al weigert dienst te doen. Dit staat gelijk met de poging om een sterke boom te willen uitroeien, door er een paar blaadjes af te plukken. Het is het uitroeien van gevolgen, terwijl men de oorzaak intact Iaat. En wat kan dit helpen? De oorzaak moet aangepakt worden. De gedachten der menschen moeten opgevoed worden in banen van grooter naastenliefde, van meer hulpvaardigheid, van vriendelijkheid en- verdraagzaamheid. En wanneer deze voorwaarden vervuld zullen zijn, dan zal de tijd rijp zijn voor een wereld zonder oorlog. Dit is de ééne voorwaarde. En dan zullen uit de massa, sprekende door haar vertegen woordigers welke het parlement samen stellen, de wetten en maatregelen voort komen, die den vrede zullen vastleggen. Niemand kan ontkennen, dat we reeds aanzienlijke vorderingen in die richting hebben gemaakt. Er is inderdaad een groote verbetering van gevoelen waar te nemen. Langzaam aan worden de lessen van den oorlog geleerd. Zooate een confrater in de New-Yorksche Chr. Herald dezer dagen opmerkte „stemmen tegen den oorlog gaan nu op, als nooit te voren in de geschiedenis. Organisaties worden gevormd om het volk op te voeden. Kerken nemen er stelling tegen. Journalisten en sprekers spreken in toe nemend getal van het redenaarsgestoelte en door middel van het gedrukte woord. Er wordt een gevoelen geschapen, en die schepping kan niet vernietigd worden. Het eerste gevoelen, dat hervormingen schept en menschelijke vooruitgang, wordt geboren in de ziel van den een of anderen moedigen man of vrouw, die gelooft dat de hervorming niet alleen noodig is, maar ook mogelijk". AI sterker wordt er den nadruk op gelegd en dringt het lot de menschen door, wat de „ééne voorwaarde" voor den vrede is. Zooals Hiram Bingham een Amerikaansch sena tor opmerkteEr is een groote vraag naar meer wetten, om den vrede te bevorderen en de misdaad uit te bannen. Wetten voorkomen de misdaad niet. Wetten zullen nooit den oorlog voor komen. Wat we noodig hebben, is goeden wil en liefderijkheid te bevorderen. Het werkelijke geneesmiddel voor oorlog en misdaad ligt in het opvolgen van den Gulden Regel. Het „eert allen menschen" vindt steeds wijder weerklank. Maar, zooals John Stuart Blackie in „Self-Culture" zegt, dit kunt gij niet doen, tenzij ge tracht alle menschen te kennenen gij kent geen mensch, voordat ge met het oog van een broeder hebt gezien naar het beste dat in hem is. En houdt dit „eeren" van alle menschen weer niet in, die ééne groote voorwaarde, de wet van vriendelijkheid, die zich blijvend in het denken der menschen moet nestelen, alvorens de „wereld zodder oorlog" komen kan? FLORIS C. KAMERKRONIEK Hetwerkeloosheidsvraagstuk en alles wat daarmee samen hangt - Een interpellatie op papier! - De Koninginnebrug - Minister Kan verweert zich - Een ge-olied debat l Heelemaal tot rust komt de parlemen taire machine nooit, evenmin als immers het leven of de tijd stilstaan. Is de Tweede Kamer met vacantie, dan zijn er altijd nog wel een of meer belangrijke wets ontwerpen die de Eerste Kamer bezig houden. Of de ministers roeren zich en laten in de talrijke parlementaire com missies van zich hooren. En de kamer leden gaan op stap, om zich van ver schillende toestanden of belangrijke overheidswerken op de hoogte te stellen. Waren er Maandag niet even een der tigtal van de leden der Tweede Kamer, w.o. nog de voorzitter Jhr. Ruys, IJmuiden, om een bezoek te brengen aan de sluiswerken te IJmuiden? Van daag was het grootste waterbouwkundige werk van vele eeuwen aan de beurt, namelijk de bezichtiging der Zuiderzee werken. Veel belangrijker dan menige kamer discussie in ons breedsprakig parlement, was de vergadering van de commissie voor de economische politiek, een in stelling uit den oorlogstijd, die sedert Febr. 1922 niet meer bijeen was geweest. Minister Slolemaker besprak daar het onderzoek van de sub-commissie voor het werkeloosheidsvraagstuk. De minister gaf daarbij te kennen, dat het z.i. duidelijk was, dat de oplossing van de werke loosheid niet in de eerste plaats zal moeten worden gezocht in repressieve bestrijding, dn.~h veeteer in wegneming der oorzaken. Vari de werkzaamheden der sub-commissie, die zich momenteel in een meer gevorderd stadium bevinden valt te noemen, in de eerste plaats een onderzoek naar de prijsvorming in het distributie proces. Een desbetreffend werkplan waarvoor de medewerking van belanghebbenden uit den kring van den vrijen handel, alsook van coöperatieve zijde gevraagd zal worden, is in groote trekken gereed. Het op dien grondslag uit te voeren onderzoek zal dan ook binnenkort een aanvang kunnen nemen. Omtrent de werkloosheid is eveneens een summier onderzoek te wachten, alsmede over Ioonen en salarissen en wat daarmede samenhangt en het vraag stuk der handelsbelemmeringen. Over een vraagstuk, dat nog onlangs zoo sterk de aandacht vroeg, n.1. dat der valuta-concurrentie, had de sub commissie een verslag uitgebracht en zij kwam tot deze twee conclusies: 1 Er ligt op het gebied der valuta-con currentie thans voor de regeering geen directe taak. 2. Het is wenschelijk aan de regeering de bevoegdheid te geven tegen valuta-concurrentie onmiddellijk een invoerbeperking in werking te aan een Nederlandsche onderneming mogelijk te maken, had de regeering besloten aan de gemeente Rotterdam f 49.000 te vergoeden, zijnde het verschil tusschen de laagste inschrijving (van een buitenlandsche onderneming) die van Werkspoor. En nu zat de zaak zóó in elkaar, legde minister Kan uit. Rotterdam wilde het werk, op aandrang van den minister, wel aan een Neder landsche onderneming gunnen, als het Rijk het verschil,bijpaste. De minister kreeg toen van de gemeenten Utrecht en Amsterdam de toezegging van een bijdrage in de kosten van werkverschaf fing aan den staat van elk f5 duizend. Ook Werkspoor zegde een vergoeding van f14000 toe. Een dergelijke vergoe ding was gebruikelijk. Daarna verklaarde de minister zich bereid de f 49.000 aan Rotterdam te vergoeden. En dat deed z.exc. op grond van de overweging, dat, indien de bouw aan Werkspoor werd gegund bij normale uitvoering van het werk niet minder dan ongeveer f 150.000 méér in Nederland zou worden verloond. Zelfs als dit bedrag van f 49.000 ten volle ten laste van den Staat ware gekomen, zou dit nog slechts een bijdrage beteekenen van 6%, veel geringer dus, dan de 15% in de volle kosten van het werk (ongeveer f 800.000) welke marge als richtlijn pleegt te worden gebruikt. Van een beweerde „zijdeling- het aller goedkoopste adres voor en overtuigd U F. C. KUIJPERSTRAAT10 - TEL 169 sche verlaging van den inschrijvingsprijs" was dus geen sprake. En of de minister het nooit weer zou doen Wel wis en drie. Minister Kan vond het vanzelfsprekend, dat hij niet de belofte kon doen, zelfs niet mócht doen, zich in de toekomst van steun aan de Nederlandsche industrie te ont houden. Al zou het natuurlijk bij hooge uitzonderingsgevallen blijven. De wetsontwerpen befreffentl sluiten van overeenkomsten als bedoeld in art. 5a der Indische Mijnwet met de Koloniale Petroleum Mij., de Ned. Indi sche Aardolie Mij. enz. tot opsporing ontginning van aardolie enz. zullen meteen in de Kamers heel wat stof doen opwaaien, zooals uit de voorloopige verslagen blijkt. Tegen de Ned. Koloniale Petroleum Mij. heeft men het bezwaar, dat het een dochtermaatschappij der Standard Oil is en men hierin een her haling van het gebeurde met de Djambi- concessie ziet. Verder waren verscheide ne leden van oordeel, dat de schatten van den Indischen bodem toebehooren aan de gemeenschap en dat het mitsdien op den weg van het land ligt, die schatten te exploiteeren ten bate van de bevolking van Indië. Anderen keurden staatsex ploitatie weer af. Ook tegen de over eenkomst met de Ned. Ind. Aardolie Mij. hadden velen bezwaar, ook weer, omdat zij staatsexploitatie wenschten, De terreinen in kwestie, op Boenjoe, moesten nog waardevoller zijn dan die te Djambi en het was een groot politiek belang, dat de regeering zelf den eigen dom van deze terreinen heeft, met het oog op mogelijke conflicten in het Verre Oosten. Zoodat we dus binnenkort een grootsch petroleum-debat in het parle ment kunnen verwachten. Waarbij heel wat gesproken zal worden vermoede lijk. Want is er iets beters denkbaar voor de smering der spreekorganen, dan juist olie POLITICUS. in gewrichten en ledematen, alsmede hoofd- en kiespijn, verdrijft men met Proefbuisje 25 ct. Bij Apoth. en Drog. hipben gevonden van tijd tot tijd onze le-fers eens in te lichten. En thans het woord aan onzen cor respondent. Burgerlijk© Stand GEBOREN Hendrik, z. v, T. v. d. Neut en G. Smit Teunis, z. v. T. v. d. Neut en G. Smit Gijsbertus, z. v. H. van Ooijen en W. van Velzen. ONDERTROUWDJacob Roos en Rosina Bantjes. OVERLEDENElbertus Lammertse, 73 jr., echtgen. v. H. Kok Margot Sophie Leeuwe, 2 mnd., d. v. A. Leeuwe en E. W. B. Peters Johannes de Bree, 81 jr., wed. v, A. Natter Jacobus Cornelis Bom, 63 jr., echtg. v. S. C. Wolhoff. stellen, met de verplichting om daarop op korten termijn de sanctie van den volksvertegenwoordiging te vragen. Nu, over de eerste conclusie waren de heeren het allemaal eens. En de commissie voor de economische politiek aanvaardde die dan ook z.h.s. Maar bij de tweede kwam de oppositie los. Hoe kon men nu de regeering de bevoegdheid willen geven tegen valuta-concurrentie op te treden, terwijl pas de Economische conferentie te Genève zich zoo sterk tegen de hooge tolmuren in Europa en andere handelsbelemmeringen had uit gesproken Zou zoo'n wet in Nederland het vrijhandelsland bij uitnemendheid tot stand komen, dan zou dat al een heel ongunstigen indruk maken en aan het resultaat van de conferentie ernstig afbreuk doen. De voorstanders betoogden echter, dat hier sprake was van maatregelen tegen abnormale toe standen, zoodat van een indruischen tegen de Geneefsche conferentie geen sprake was. Maar bij de stemming bleek toch, dat de stemmen staakten 1 Dan was daar nog de interpellatie- de Zeeuw in de Eerste Kamer. De Kamer was voor een poosje met vacantie? Best, zei minister Kan, al zal de interpellatie dan wat moeten wachten, ik zal meneer de Zeeuw nu maar vast antwoorden. En hij richtte zich schriftelijk tot de Eerste Kamer. Een interpellatie op papier dus I Het ging over de gunning van den bouw van de brug over de Konings haven in Rotterdam, en om de gunning WIE VERHUISD U DIE IS GOEDKOOP EN NETJES Zooals velen van onze lezers wel bekend zal zijn, is het grondgebied van onze gemeente veelal getuige van meer dere militaire en andere oefeningen, waarbij de twee partijen fel in oorlogs stemming tegenover elkaar staan. Verleden jaar hebben wij èn door de inkwartiering èn door den verwoeden strijd om den Stompert te Soesterberg een klein kijkje gekregen op hetgeen in onze gemeente omging. Waar het thans blijkbaar in de bedoeling der hoogere legerleiding ligt hel grondgebied van onze gemeente meer permanent tot slagveld te promoveeren en het te voor zien is dat meerdere veldslagen, op verschillend gebied, in Soest zullen wor den uitgestreden, hebben wij gemeend onze lezers eens van tijd tot tijd een kijkje te moeten geven op de ontwikke ling van den toestand, zoodat ook zij. die niet in de gelegenheid zijn persoon lijk hun indrukken op te doen, toch met het schokkend gebeuren in onzegemeente op de hoogte blijven. Het is danook zeer aangenaam onzen lezers te kunnen mededeelen, dat wij een speciale en ter zake zeerkundigen oorlogs-correspondent, die lange jaren gedurende den Wereldoorlog aan de verschillende fronten is geweest, bereid (Vin onzen bijzonderen oorlogscorrespondent) M, Zenuwachtig en opgewonden was dijstemming op het redactiebureau. Over uur moesten de persen draaien en i'T allerlaatste nieuws moest nog in lbgende haast persklaar worden ge maakt. De redacteur Binnenland legde dq laatste hand aan een berichtje over eeiige benoemingen en onze sport-re- datfeur liet door een loopjongen nog stf?l de juist binnengekomen zwemuitsla- gfh wegbrengen. Mijnheer X, of U even bij de Hoofd- rreactie komt", aldus een jongeling, sterk trsfaspireerend en zwart van drukinkt. ),Ik kom". \:a mijn zeer gevoelvolle beschouwing ir het zoo sterk achteruitgaand moreel geVle der menschheid, waaraan ik juist bclg was te werken, in de lessenaar te hebben weggesloten, begaf ik mij naar de Hoofdredactie en klopte aan. Binnen". „Wenscht U mij te spreken vroeg ik jaan de twee aanwezige hoofdredac teuren. ja, mijnheer X, gaat U eens zitten; hebben een mooie en zeer veree- re$de opdracht voor. U". .Aangenaam, hoogst aangenaam", was mi n wederwoord. Kijkt U eensen toen kwam he heele relaas, dat de redactie van dit alom bekende blad reeds verkort hiiirboven heeft weergegeven. „En wij dachten nu zoo, U bent daar- ,r nu juist the right man on the right ce Aangenaam, hoogst aangenaam", zei beduusd terug. zoo keuvelden we verderde ufdredactie zette mij haar bedoeling oerig uiteen, terwijl ik haar op ver- llende punten nog vragen stelde. zei ik tenslotte. TT thans gaat verrichten is natuurlijk veel vertrouwen noodig van de hoogere legerleiding in UU zult heel veel in lichtingen moeten inwinnen en U zult veel gewaar worden, dat niet of niet direct voor publicatie bestemd is. Immers anders zou de vijandelijke legergroep een prachtige spion in U hebben". Natuurlijk, ik begrijp het volkomen, mondje dicht". „Om U echter een introductie en legitimatie te verschaffen, daar waar het noodig is, hebben wij reeds een beroep gedaan op den generaal, hoofd van den scheidsrechterlijken dienst en leider van de oefeningen voor beide partijen, die ons reeds zeer ter wille is geweest. Zie hierEn er werd mij getoond een erg gewichtig en officieel uitziende licht blauwe kaart met vele stempels en hand- teekeningendwars erover liep diago- naalswijze een breede oranje band. „Zooals U ziet, is uw portret er reeds opgeplakt; U hebt alleen maar even hier uw handteekening te zetten en de zaak is in orde". Ik deed het en las dat alle militaire autoriteiten werden verzocht mij ter wille te zijn en alle gewenschte inlichtingen te verschaffenook geheime inlichtingen, doch dan werd er bij gezegd, dat pu blicatie voorloopig nog verboden was. Het was „fijn in orde" 1 „Ja", zei de hoofdredacteur P., „maar nu moet U nog even dit ook teekenen". En een tweede officieel papier werd mij toegeschoven, waarbij ik mij verbond, van de eene partij geen inlichtingen over te brengen aan de andere en niets te publiceeren, waarvan was gezegd, dat het geheim was, tot zoolang die geheim houding door den zelfden berichtgever niet was opgeheven. En met een zucht onderteekende ik ook dit tweede stuk, mij bloot stellende aan de kans, dat bij overtreding alle fasciiiteiten terstond zouden worden in getrokken. „En thans op stapwij zouden U aanraden eerst maar eens naar het staf- kwartier van de blauwe partij te gaan, dat is geloof ik in S.vraagt U daar maar eens. Veel succes en we hopen op interessante copie. Adieu". „Heeren, ik zal mijn best doen", was mijn kort, maar beslist antwoord. En zoo ging ik op dien warmen avond op stap. Een uur in den trein, een half uur in een hotsende en stootende auto bus, een kwartier loopen langs stoffige wegen, waarbij ik nog bijna het ongeluk had aan de kant van de weg in eeu groote modderige kuil vol water te vallen: zoodat ik erg blij was eindelijk een ge riefelijke bank te ontdekken, waarop ik wat kon rusten. Heerlijk, zoo rustig en kalm was het hier. En die heerlijke zuivere lucht. Als ik niet beter had ge weten, zou ik nooit op de gedachte zijn gekomen, dat hier het brandpunt van de actie was. Je zag en hoorde niets. Maar enfin, uitgerust maar weer voort naar het opgegeven adres. Eindelijk hier is het. Aanschellen, wachten. De deur wordt opengedaan. „Wat wenscht U", is de vraag van den norsch uitzienden militair, die mij opendeed. „Ben ik hier terecht bij den kapitein- KERKSTRAAT 20 VOORHEEN FA. STRIJKER TELEFOON 2084 JULIANASTRAAT 7 adjudant B. „Jawel", was het korte antwoord. „Dan zou ik den kapitein wel gaarne even willen spreken". De norsche man kijkt bedenkelijk en zegt„Dat zal wel niet gaan, de kapitein rust op het oogenblik". Op vertoon van mijn lichtblauwe kaart veranderde als door een wonder en geheele ascept en sloeg ook de norsche militair een heel wat vriendelijker en welwillender toon aan. „O, neemt U mij niet kwalijk", zei hij, „komt U binnen, ik zal den kapitein direct waarschuwen. Ja ziet U, er komen zooveel hier, dat ik altijd maar begin, met ze af te poeieren. Maar U natuurlijk niet, nu ik weet dat U zulk een speciale aanbeveling heeft. Wacht U hier even, als het U belieft", en met Iaat hij mij binnen in een keurig gemeubileerde wachtkamer, waar een tweetal schrijf- bureaux mij zeiden, dat die kamer ook nog wel eens voor wat anders gebruikt werd, dan alleen als wachtkamer. „De kapitein komt direct bij U", kon digde mij de boodschapper. „O, dank U zeer". BANKIERS BAARN - SOEST - BUSSUM Incasso - Coupons Prolongatie - Deposito Safe-Deposit den verkeerden persoon op aankijken en deze er een verwijt van maken, dat nou onder een valschen naam z'n filmpjes wil eindigen. Maar dat is heele maal niet het geval hoor! Brandnetel is nog altijd Brandnetel en gaat rustig verder. Speciaal onze wethouder R. L. van den Berg schijnt het te verduren te hebben gehad. Ze hadden vroeger op 't gemeentehuis ook al gezegd: „Mannetje, jij bent Brandnetel en geen mensch anders". Wat hij natuurlijk terecht ontkende. Maar nou het toeval wil dat in „de Soester" van 1.1. Zater dag tevens een advertentie staat, dat Bergie ook de zaken van Dr. G. hier afwikkelt, nou klinkt het natuurlijk dubbel hard Zie je nou wel, heb ik het niet gezegd I" Waarde lezers, geloof me, ze zijn er allemaal vierkant naast. Die arme kerel is er net zoo onschuldig aan als Dr. G. zelf. En waar het ook gestormd heeft, dat was natuurlijk in „Plaatselijk Be lang". Dat werd nou toch zoo'n gemeene streek van Dr. G. gevonden, om als Voorzitter van die vereeniging, zijn eigen bestuursleden te beduvelen, 't Was eenvoudig ongehoord I Maar ook zij kunnen gerust zijnl Och, och, wat een beweging door dien eenen naaml Maar desniettemin, de mop is geslaagd en degenen die [het dadelijk door hadden dat het een mop was hebben gelijk gehad en zijn verstandiger geweest dan alle andere samen. Ze hebben er om gelachen en [zullen nog harder moeten lachen als ze hooren hoe anderen zich boos heb- jben gemaaktom niks. Lezers en lezeressen, heeft het U ge lspeten dat Brandnetel vertrokken was? [Zooveel te meer zal het U plezier doen [dat ie per extra film tot U terugkeert. Ik ihoop dat jullie nog lang plezier van em mogen hebben. Tot zien dus maar ireerl BRANDNETEL. XXVII Den WelEd. Zeergel. Heer Dr. J. A. GROENMAN, Arts ter Zee, Oceaan. WelEd. ZeerGel. Heerl Het is niet dan met de meeste dee moedigheid dat ik de pen opneem, want mijn zonde was groot. Ik ben er mij van bewust. Het was een ontzag lijke brutaliteit van mij, nietige brand netel, Uw naam te misbruiken en te plaatsen onder mijn filmpje. Doch 't was slechts een grap. En aangezien mijn informaties luiden dat gij geen nurks of kribbebijter zijt, maar iemand die. zooais men dat noemt, best tegen een stootje kan, vertrouw ik dat gij mijn onderdanige verontschuldigingen zult willen aanvaarden, en na kennisname van een en ander zult doen wat ieder er over zal doen namelijk: lachen. Aanvaard de betuigingen mijner hoogachting, Uw zeer dw., BRANDNETEL. Pffl Dat is er uit. Zoo'n gewichtige, deftige brief schrijven is niks voor mij. Maar 't moest. Ik ben erg stout geweest en dus moet ik 't weer goedmaken ook. En ik hoop nou maar dat Dr. G. als hij terugkomt geen gedresseerde zee aap op me los zal laten. Want ik heb het heusch niet kwaad bedoeld. Maar de mop was goed. Had ik Dr. G. per soonlijk gekend, ik had hem van te voren gevraagd of ie 't goed vond. Maar dat dorst ik nu niet. Dus dacht ikvooruit, hoogstens is ie er een dag boos overl Goeie genade, wat heeft m'n filmpje een beroering gewekt. Zoodanig zelfs, dat ik me werkelijk gedrongen voel me te haast met een extra filmpje te laten verschijnen, om te vertellen dat het maar een grap was. Natuurlijk is deze op genomen, al naar de aard van het beessie was. Die 't met Brandnetel eens waren zeiden: „Neen maar, dat had ik nou nooit gedacht dat Dr. G. die lollige Brandnetel was. Daarvoor had ik hem nou nooit aangezien". De tegenstanders van Brandnetel spuwden vuur en vlam. Dat laat zich ook levendig indenken. En van die arme dokter Groenman die er niks mee te maken heeft, bleef geen spaan heel. En er waren zelfs patiënten van hem die zeiden„als ik dat geweten had, had ik 'm met z'n eigen drankjes vergeven". Maar de bedoeling was niet, dat de lezers zouden gelooven dat het Dr. G. niet was en er anderen zouden op aan zien die er net heelemaal niks mee te maken hebben en er zelfs last door kregen. Nou kun je wel zeggen: „Wat flauw", maar het is toch maar een feit, dat tegenstanders van Brandnetel er Begeleiding Muziek-theorie, Compositie, Muziekgeschiedenis Condities f6.f4.50, f3.per maand. Muziek in bruikleen. Spreekuur: 's Zaterdags van 1-2 NIEUWERHOEKSTRAAT 2. XVIII. BRANDNETEL AF. Juicht broeders, juicht 1 Hij is vertrokken, Die vent met z'n brutaal geschrijf Hij springt U nimmer meer op 't lijfl Juicht thans 1 Hij staakte 't snood bedrijf En nam de sokken 1 Ja broeders, jal Hij is verdwenen Die tolk was van het Soester „men", Die knuppel in uw kippenren, Hij lei U met z'n scherpen pen 't Vuur aan de schenen. Ach broeders, ach, Gij wilt 't niet weten Dat hij uw grootste schrik hier was. Ja, zijn lancet kwam wel te pas, Maar hij sneed U wat èl te kras, En deed U zweten. Juicht broeders, ja Maar niet te vroeg hoor Brandnetels tieren welig voort, Al zit die eene ook aan boord Er zijn er van dat zelfde soort Hier nog genoeg hoor Naschrift. Neen broeders, neen Hij ging niet heen. Die snuiter maakte maar een grapje, Hij hield ons allemaal voor 't lapje, En nou lacht-ie ons uit, dat snapje O, wat gemeen I Plaatselijk Nieuws. LEDENVERGADERING VAN LUISTERVINKEN Te Amsterdam heeft 1.1. Zondag onder voorzitterschap van Mr. J. H. van Doorne, alhier, de vergadering plaats gehad van het voorloopig bestuur der pas opgerichte Vereeniging van Luistervinken. Hierin werden o.m. de statuten der nieuwe vereeniging, door den Voorzitter geconcipieerd, voorloopig vastgesteld. Zondag 17 Juli a.s. heeft te Utrecht in hotel „de 1' Europe" om 2.30 n.m. de eerste ledenvergadering plaats. Op de agenda staatverkiezing van definitief bestuur, waarbij o.m. vaststelling der statuten en het werkprogramma der Vereeniging. Als naam der nieuwe vereeniging wordt door het Bestuur voorgesteld „Vereeniging De Vrije Luistervink". In de „Aetherbode" van heden treft men de oproeping tot genoemde vergadering en de volledige agenda aan. Luistervinken die sympathiseeren met de nieuwe vereeniging verzuimen niet die vergadering bij te wonen I

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1927 | | pagina 1