Zomer - lli
T
Bel op Telefoon 2001
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
VERSCHIJNT ELKEN ZATERDAG
HANDELSCREDIETEN
jagende pijnen
Sanapirin-tabletten
W. D. BOS Jr., Brandstoffen - Grint
La Porte Co.
GEMEENTE-FILM
UITGEVER: G. VAN DEN BOVENKAMP
VAN WEEDESTRAAT 7 - TEL. 2O02 - SOEST
N.V. MiDDENSTANOSBANK
INCASSO'S - DEPOSITO'S
0e ééne voorwaarde
Garage „WII0DELWIJK"
LuxeVERHUUR-AUTO's
VENEMA's
Heeren Mode-Magazijn
VAN DIUK'S
MEUBELTRANSPORT
STEENH0FSTR. 57 TEL. 69
Mededeeling der Redactie
f Van het front.
UITVOERING VAN
EFFECTENORDERS
E. van Mleursi
Piano leerares
Leekedichtjes van Jan Joris
No. 28
Zaterdag 8 Juli 1927
BUREAU VOOR ADMINISTRATIE EN REDACTIE V. WEEDESTRAAT 7, SOEST
ADVERTENTIËN WORDEN INGEWACHT TOT VRIJDAGS VOORMIDDAGS 9 UUR
INGEZONDEN STUKKEN TOT DINSDAGAVONDS 9 UUR AAN HET BUREAU
ADVERTENTIËN: VAN 1 TOT 5 REGELS 75 CENT, ELKE REGEL MEER 15 CENT
GROOTE LETTERS NAAR PLAATSRUIMTE, BIJ ABONNEM. GROOTE KORTING
ABONNEMENTSPRIJS 50 CENT PER DRIE MAANDEN FRANCO PER POST
voor AMERSFOORT en OMSTREKEN
Telefoon 2097, Van Weedestraat 37 t.o. den Heer Haremaker
Vriendelijke woorden zijn de muziek
der wereld. F. W. FABER.
Zonder vriendelijkheid kan er geen
ware vreugde zijn. CARLYLE.
Hij is niet groot, die niet grootelijk
goed is. SHAKESPEARE.
Wanneer de een of andere jongekerel
weer eens uit „principe dienst weigert"
en we hooren, dat deze recalcitrante,
die zich niet aan de bestaande wetten
van zijn land wil onderwerpen, gestraft
wordt, dan zijn er velen eigenlijk wat
uit het lood geslagen. Want aan den
eenen kant vinden ze het juist, dat de
recalcitrante zijn straf ondergaat en aan
den anderen kant beseffen ze heel goed,
dat het feitelijke principe van het motief
voor zijn daad, toch eigenlijk door ieder
weldenkend mensch volgaarne onder
schreven wordt. Want welk mensch zou
het „gij zult niet dooden" niet met zijn
geheele ziel aanvaarden Vanwaar dan
deze tegenstrijdigheid van gevoelen
De reden hiervan kan gezocht worden
in de omstandigheid, dat men onwille
keurig voelt, dat men door het simpele
feit van de dienstweigering de gedachten
niet verandert, die achter het stelsel van
leger en oorlog staan. Zoolang de ge
dachten der massa niet verbeterd, ver
edeld zijn, zoodat vriendelijkheid er
eerbied voor den medemensch altijd en
overal overheerschen, geeft het niet, of
men al weigert dienst te doen. Dit staat
gelijk met de poging om een sterke
boom te willen uitroeien, door er een
paar blaadjes af te plukken. Het is het
uitroeien van gevolgen, terwijl men de
oorzaak intact Iaat. En wat kan dit helpen?
De oorzaak moet aangepakt worden.
De gedachten der menschen moeten
opgevoed worden in banen van grooter
naastenliefde, van meer hulpvaardigheid,
van vriendelijkheid en- verdraagzaamheid.
En wanneer deze voorwaarden vervuld
zullen zijn, dan zal de tijd rijp zijn voor
een wereld zonder oorlog. Dit is de
ééne voorwaarde. En dan zullen uit de
massa, sprekende door haar vertegen
woordigers welke het parlement samen
stellen, de wetten en maatregelen voort
komen, die den vrede zullen vastleggen.
Niemand kan ontkennen, dat we reeds
aanzienlijke vorderingen in die richting
hebben gemaakt. Er is inderdaad een
groote verbetering van gevoelen waar
te nemen. Langzaam aan worden de
lessen van den oorlog geleerd. Zooate
een confrater in de New-Yorksche Chr.
Herald dezer dagen opmerkte „stemmen
tegen den oorlog gaan nu op, als nooit
te voren in de geschiedenis. Organisaties
worden gevormd om het volk op te
voeden. Kerken nemen er stelling tegen.
Journalisten en sprekers spreken in toe
nemend getal van het redenaarsgestoelte
en door middel van het gedrukte woord.
Er wordt een gevoelen geschapen, en
die schepping kan niet vernietigd worden.
Het eerste gevoelen, dat hervormingen
schept en menschelijke vooruitgang,
wordt geboren in de ziel van den een
of anderen moedigen man of vrouw,
die gelooft dat de hervorming niet alleen
noodig is, maar ook mogelijk". AI sterker
wordt er den nadruk op gelegd en dringt
het lot de menschen door, wat de „ééne
voorwaarde" voor den vrede is. Zooals
Hiram Bingham een Amerikaansch sena
tor opmerkteEr is een groote vraag
naar meer wetten, om den vrede te
bevorderen en de misdaad uit te bannen.
Wetten voorkomen de misdaad niet.
Wetten zullen nooit den oorlog voor
komen. Wat we noodig hebben, is goeden
wil en liefderijkheid te bevorderen. Het
werkelijke geneesmiddel voor oorlog en
misdaad ligt in het opvolgen van den
Gulden Regel.
Het „eert allen menschen" vindt steeds
wijder weerklank. Maar, zooals John
Stuart Blackie in „Self-Culture" zegt,
dit kunt gij niet doen, tenzij ge tracht
alle menschen te kennenen gij kent
geen mensch, voordat ge met het oog
van een broeder hebt gezien naar het
beste dat in hem is.
En houdt dit „eeren" van alle menschen
weer niet in, die ééne groote voorwaarde,
de wet van vriendelijkheid, die zich
blijvend in het denken der menschen
moet nestelen, alvorens de „wereld
zodder oorlog" komen kan?
FLORIS C.
KAMERKRONIEK
Hetwerkeloosheidsvraagstuk
en alles wat daarmee samen
hangt - Een interpellatie op
papier! - De Koninginnebrug
- Minister Kan verweert
zich - Een ge-olied debat l
Heelemaal tot rust komt de parlemen
taire machine nooit, evenmin als immers
het leven of de tijd stilstaan. Is de Tweede
Kamer met vacantie, dan zijn er altijd
nog wel een of meer belangrijke wets
ontwerpen die de Eerste Kamer bezig
houden. Of de ministers roeren zich en
laten in de talrijke parlementaire com
missies van zich hooren. En de kamer
leden gaan op stap, om zich van ver
schillende toestanden of belangrijke
overheidswerken op de hoogte te stellen.
Waren er Maandag niet even een der
tigtal van de leden der Tweede Kamer,
w.o. nog de voorzitter Jhr. Ruys,
IJmuiden, om een bezoek te brengen
aan de sluiswerken te IJmuiden? Van
daag was het grootste waterbouwkundige
werk van vele eeuwen aan de beurt,
namelijk de bezichtiging der Zuiderzee
werken.
Veel belangrijker dan menige kamer
discussie in ons breedsprakig parlement,
was de vergadering van de commissie
voor de economische politiek, een in
stelling uit den oorlogstijd, die sedert
Febr. 1922 niet meer bijeen was geweest.
Minister Slolemaker besprak daar het
onderzoek van de sub-commissie voor
het werkeloosheidsvraagstuk. De minister
gaf daarbij te kennen, dat het z.i. duidelijk
was, dat de oplossing van de werke
loosheid niet in de eerste plaats zal
moeten worden gezocht in repressieve
bestrijding, dn.~h veeteer in wegneming
der oorzaken. Vari de werkzaamheden
der sub-commissie, die zich momenteel
in een meer gevorderd stadium bevinden
valt te noemen, in de eerste plaats een
onderzoek naar de prijsvorming in het
distributie proces. Een desbetreffend
werkplan waarvoor de medewerking van
belanghebbenden uit den kring van den
vrijen handel, alsook van coöperatieve
zijde gevraagd zal worden, is in groote
trekken gereed. Het op dien grondslag
uit te voeren onderzoek zal dan ook
binnenkort een aanvang kunnen nemen.
Omtrent de werkloosheid is eveneens
een summier onderzoek te wachten,
alsmede over Ioonen en salarissen en
wat daarmede samenhangt en het vraag
stuk der handelsbelemmeringen.
Over een vraagstuk, dat nog onlangs
zoo sterk de aandacht vroeg, n.1. dat
der valuta-concurrentie, had de sub
commissie een verslag uitgebracht en
zij kwam tot deze twee conclusies: 1
Er ligt op het gebied der valuta-con
currentie thans voor de regeering geen
directe taak. 2. Het is wenschelijk aan
de regeering de bevoegdheid te geven
tegen valuta-concurrentie onmiddellijk
een invoerbeperking in werking te
aan een Nederlandsche onderneming
mogelijk te maken, had de regeering
besloten aan de gemeente Rotterdam
f 49.000 te vergoeden, zijnde het verschil
tusschen de laagste inschrijving (van
een buitenlandsche onderneming)
die van Werkspoor. En nu zat de zaak
zóó in elkaar, legde minister Kan uit.
Rotterdam wilde het werk, op aandrang
van den minister, wel aan een Neder
landsche onderneming gunnen, als het
Rijk het verschil,bijpaste. De minister
kreeg toen van de gemeenten Utrecht
en Amsterdam de toezegging van een
bijdrage in de kosten van werkverschaf
fing aan den staat van elk f5 duizend.
Ook Werkspoor zegde een vergoeding
van f14000 toe. Een dergelijke vergoe
ding was gebruikelijk. Daarna verklaarde
de minister zich bereid de f 49.000 aan
Rotterdam te vergoeden.
En dat deed z.exc. op grond van de
overweging, dat, indien de bouw aan
Werkspoor werd gegund bij normale
uitvoering van het werk niet minder dan
ongeveer f 150.000 méér in Nederland
zou worden verloond. Zelfs als dit bedrag
van f 49.000 ten volle ten laste van den
Staat ware gekomen, zou dit nog slechts
een bijdrage beteekenen van 6%, veel
geringer dus, dan de 15% in de volle
kosten van het werk (ongeveer f 800.000)
welke marge als richtlijn pleegt te worden
gebruikt. Van een beweerde „zijdeling-
het aller goedkoopste adres voor
en overtuigd U
F. C. KUIJPERSTRAAT10 - TEL 169
sche verlaging van den inschrijvingsprijs"
was dus geen sprake.
En of de minister het nooit weer zou
doen Wel wis en drie. Minister Kan
vond het vanzelfsprekend, dat hij niet
de belofte kon doen, zelfs niet mócht
doen, zich in de toekomst van steun
aan de Nederlandsche industrie te ont
houden. Al zou het natuurlijk bij hooge
uitzonderingsgevallen blijven.
De wetsontwerpen befreffentl
sluiten van overeenkomsten als bedoeld
in art. 5a der Indische Mijnwet met de
Koloniale Petroleum Mij., de Ned. Indi
sche Aardolie Mij. enz. tot opsporing
ontginning van aardolie enz. zullen
meteen in de Kamers heel wat stof doen
opwaaien, zooals uit de voorloopige
verslagen blijkt. Tegen de Ned. Koloniale
Petroleum Mij. heeft men het bezwaar,
dat het een dochtermaatschappij der
Standard Oil is en men hierin een her
haling van het gebeurde met de Djambi-
concessie ziet. Verder waren verscheide
ne leden van oordeel, dat de schatten
van den Indischen bodem toebehooren
aan de gemeenschap en dat het mitsdien
op den weg van het land ligt, die schatten
te exploiteeren ten bate van de bevolking
van Indië. Anderen keurden staatsex
ploitatie weer af. Ook tegen de over
eenkomst met de Ned. Ind. Aardolie
Mij. hadden velen bezwaar, ook weer,
omdat zij staatsexploitatie wenschten,
De terreinen in kwestie, op Boenjoe,
moesten nog waardevoller zijn dan die
te Djambi en het was een groot politiek
belang, dat de regeering zelf den eigen
dom van deze terreinen heeft, met het
oog op mogelijke conflicten in het Verre
Oosten. Zoodat we dus binnenkort een
grootsch petroleum-debat in het parle
ment kunnen verwachten. Waarbij heel
wat gesproken zal worden vermoede
lijk. Want is er iets beters denkbaar
voor de smering der spreekorganen, dan
juist olie
POLITICUS.
in gewrichten en ledematen, alsmede
hoofd- en kiespijn, verdrijft men met
Proefbuisje 25 ct. Bij Apoth. en Drog.
hipben gevonden van tijd tot tijd onze
le-fers eens in te lichten.
En thans het woord aan onzen cor
respondent.
Burgerlijk© Stand
GEBOREN Hendrik, z. v, T. v. d. Neut
en G. Smit Teunis, z. v. T. v.
d. Neut en G. Smit Gijsbertus,
z. v. H. van Ooijen en W. van
Velzen.
ONDERTROUWDJacob Roos en Rosina
Bantjes.
OVERLEDENElbertus Lammertse, 73
jr., echtgen. v. H. Kok Margot
Sophie Leeuwe, 2 mnd., d. v. A.
Leeuwe en E. W. B. Peters
Johannes de Bree, 81 jr., wed. v,
A. Natter Jacobus Cornelis Bom,
63 jr., echtg. v. S. C. Wolhoff.
stellen, met de verplichting om daarop
op korten termijn de sanctie van den
volksvertegenwoordiging te vragen. Nu,
over de eerste conclusie waren de heeren
het allemaal eens. En de commissie
voor de economische politiek aanvaardde
die dan ook z.h.s. Maar bij de tweede
kwam de oppositie los. Hoe kon men
nu de regeering de bevoegdheid willen
geven tegen valuta-concurrentie op te
treden, terwijl pas de Economische
conferentie te Genève zich zoo sterk
tegen de hooge tolmuren in Europa en
andere handelsbelemmeringen had uit
gesproken Zou zoo'n wet in Nederland
het vrijhandelsland bij uitnemendheid
tot stand komen, dan zou dat al
een heel ongunstigen indruk maken en
aan het resultaat van de conferentie
ernstig afbreuk doen. De voorstanders
betoogden echter, dat hier sprake was
van maatregelen tegen abnormale toe
standen, zoodat van een indruischen
tegen de Geneefsche conferentie geen
sprake was. Maar bij de stemming bleek
toch, dat de stemmen staakten 1
Dan was daar nog de interpellatie-
de Zeeuw in de Eerste Kamer. De Kamer
was voor een poosje met vacantie? Best,
zei minister Kan, al zal de interpellatie
dan wat moeten wachten, ik zal meneer
de Zeeuw nu maar vast antwoorden.
En hij richtte zich schriftelijk tot de
Eerste Kamer. Een interpellatie op papier
dus I Het ging over de gunning van
den bouw van de brug over de Konings
haven in Rotterdam, en om de gunning
WIE VERHUISD U
DIE IS GOEDKOOP EN NETJES
Zooals velen van onze lezers wel
bekend zal zijn, is het grondgebied van
onze gemeente veelal getuige van meer
dere militaire en andere oefeningen,
waarbij de twee partijen fel in oorlogs
stemming tegenover elkaar staan.
Verleden jaar hebben wij èn door de
inkwartiering èn door den verwoeden
strijd om den Stompert te Soesterberg
een klein kijkje gekregen op hetgeen
in onze gemeente omging. Waar het
thans blijkbaar in de bedoeling der
hoogere legerleiding ligt hel grondgebied
van onze gemeente meer permanent tot
slagveld te promoveeren en het te voor
zien is dat meerdere veldslagen, op
verschillend gebied, in Soest zullen wor
den uitgestreden, hebben wij gemeend
onze lezers eens van tijd tot tijd een
kijkje te moeten geven op de ontwikke
ling van den toestand, zoodat ook zij.
die niet in de gelegenheid zijn persoon
lijk hun indrukken op te doen, toch met
het schokkend gebeuren in onzegemeente
op de hoogte blijven.
Het is danook zeer aangenaam onzen
lezers te kunnen mededeelen, dat wij
een speciale en ter zake zeerkundigen
oorlogs-correspondent, die lange jaren
gedurende den Wereldoorlog aan de
verschillende fronten is geweest, bereid
(Vin onzen bijzonderen oorlogscorrespondent)
M, Zenuwachtig en opgewonden was
dijstemming op het redactiebureau. Over
uur moesten de persen draaien en
i'T allerlaatste nieuws moest nog in
lbgende haast persklaar worden ge
maakt. De redacteur Binnenland legde
dq laatste hand aan een berichtje over
eeiige benoemingen en onze sport-re-
datfeur liet door een loopjongen nog
stf?l de juist binnengekomen zwemuitsla-
gfh wegbrengen.
Mijnheer X, of U even bij de Hoofd-
rreactie komt", aldus een jongeling, sterk
trsfaspireerend en zwart van drukinkt.
),Ik kom".
\:a mijn zeer gevoelvolle beschouwing
ir het zoo sterk achteruitgaand moreel
geVle der menschheid, waaraan ik juist
bclg was te werken, in de lessenaar
te hebben weggesloten, begaf ik mij naar
de Hoofdredactie en klopte aan.
Binnen".
„Wenscht U mij te spreken vroeg
ik jaan de twee aanwezige hoofdredac
teuren.
ja, mijnheer X, gaat U eens zitten;
hebben een mooie en zeer veree-
re$de opdracht voor. U".
.Aangenaam, hoogst aangenaam", was
mi n wederwoord.
Kijkt U eensen toen kwam
he heele relaas, dat de redactie van
dit alom bekende blad reeds verkort
hiiirboven heeft weergegeven.
„En wij dachten nu zoo, U bent daar-
,r nu juist the right man on the right
ce
Aangenaam, hoogst aangenaam", zei
beduusd terug.
zoo keuvelden we verderde
ufdredactie zette mij haar bedoeling
oerig uiteen, terwijl ik haar op ver-
llende punten nog vragen stelde.
zei ik tenslotte.
TT thans gaat verrichten is natuurlijk
veel vertrouwen noodig van de hoogere
legerleiding in UU zult heel veel in
lichtingen moeten inwinnen en U zult
veel gewaar worden, dat niet of niet
direct voor publicatie bestemd is. Immers
anders zou de vijandelijke legergroep
een prachtige spion in U hebben".
Natuurlijk, ik begrijp het volkomen,
mondje dicht".
„Om U echter een introductie en
legitimatie te verschaffen, daar waar het
noodig is, hebben wij reeds een beroep
gedaan op den generaal, hoofd van den
scheidsrechterlijken dienst en leider van
de oefeningen voor beide partijen, die
ons reeds zeer ter wille is geweest. Zie
hierEn er werd mij getoond een
erg gewichtig en officieel uitziende licht
blauwe kaart met vele stempels en hand-
teekeningendwars erover liep diago-
naalswijze een breede oranje band.
„Zooals U ziet, is uw portret er reeds
opgeplakt; U hebt alleen maar even
hier uw handteekening te zetten en de
zaak is in orde".
Ik deed het en las dat alle militaire
autoriteiten werden verzocht mij ter wille
te zijn en alle gewenschte inlichtingen
te verschaffenook geheime inlichtingen,
doch dan werd er bij gezegd, dat pu
blicatie voorloopig nog verboden was.
Het was „fijn in orde" 1
„Ja", zei de hoofdredacteur P., „maar
nu moet U nog even dit ook teekenen".
En een tweede officieel papier werd mij
toegeschoven, waarbij ik mij verbond,
van de eene partij geen inlichtingen over
te brengen aan de andere en niets te
publiceeren, waarvan was gezegd, dat
het geheim was, tot zoolang die geheim
houding door den zelfden berichtgever
niet was opgeheven.
En met een zucht onderteekende ik
ook dit tweede stuk, mij bloot stellende
aan de kans, dat bij overtreding alle
fasciiiteiten terstond zouden worden in
getrokken.
„En thans op stapwij zouden U
aanraden eerst maar eens naar het staf-
kwartier van de blauwe partij te gaan,
dat is geloof ik in S.vraagt U daar
maar eens. Veel succes en we hopen
op interessante copie. Adieu".
„Heeren, ik zal mijn best doen", was
mijn kort, maar beslist antwoord.
En zoo ging ik op dien warmen avond
op stap. Een uur in den trein, een half
uur in een hotsende en stootende auto
bus, een kwartier loopen langs stoffige
wegen, waarbij ik nog bijna het ongeluk
had aan de kant van de weg in eeu
groote modderige kuil vol water te vallen:
zoodat ik erg blij was eindelijk een ge
riefelijke bank te ontdekken, waarop ik
wat kon rusten. Heerlijk, zoo rustig en
kalm was het hier. En die heerlijke
zuivere lucht. Als ik niet beter had ge
weten, zou ik nooit op de gedachte zijn
gekomen, dat hier het brandpunt van
de actie was. Je zag en hoorde niets.
Maar enfin, uitgerust maar weer voort
naar het opgegeven adres. Eindelijk hier
is het.
Aanschellen, wachten. De deur wordt
opengedaan.
„Wat wenscht U", is de vraag van
den norsch uitzienden militair, die mij
opendeed.
„Ben ik hier terecht bij den kapitein-
KERKSTRAAT 20
VOORHEEN FA. STRIJKER
TELEFOON 2084 JULIANASTRAAT 7
adjudant B.
„Jawel", was het korte antwoord.
„Dan zou ik den kapitein wel gaarne
even willen spreken".
De norsche man kijkt bedenkelijk en
zegt„Dat zal wel niet gaan, de kapitein
rust op het oogenblik".
Op vertoon van mijn lichtblauwe kaart
veranderde als door een wonder en
geheele ascept en sloeg ook de norsche
militair een heel wat vriendelijker en
welwillender toon aan.
„O, neemt U mij niet kwalijk", zei hij,
„komt U binnen, ik zal den kapitein
direct waarschuwen. Ja ziet U, er komen
zooveel hier, dat ik altijd maar begin,
met ze af te poeieren. Maar U natuurlijk
niet, nu ik weet dat U zulk een speciale
aanbeveling heeft. Wacht U hier even,
als het U belieft", en met Iaat hij mij
binnen in een keurig gemeubileerde
wachtkamer, waar een tweetal schrijf-
bureaux mij zeiden, dat die kamer ook
nog wel eens voor wat anders gebruikt
werd, dan alleen als wachtkamer.
„De kapitein komt direct bij U", kon
digde mij de boodschapper.
„O, dank U zeer".
BANKIERS
BAARN - SOEST - BUSSUM
Incasso - Coupons
Prolongatie - Deposito
Safe-Deposit
den verkeerden persoon op aankijken
en deze er een verwijt van maken, dat
nou onder een valschen naam z'n
filmpjes wil eindigen. Maar dat is heele
maal niet het geval hoor! Brandnetel
is nog altijd Brandnetel en gaat rustig
verder. Speciaal onze wethouder R. L.
van den Berg schijnt het te verduren
te hebben gehad. Ze hadden vroeger
op 't gemeentehuis ook al gezegd:
„Mannetje, jij bent Brandnetel en geen
mensch anders". Wat hij natuurlijk
terecht ontkende. Maar nou het toeval
wil dat in „de Soester" van 1.1. Zater
dag tevens een advertentie staat, dat
Bergie ook de zaken van Dr. G. hier
afwikkelt, nou klinkt het natuurlijk dubbel
hard Zie je nou wel, heb ik het niet
gezegd I"
Waarde lezers, geloof me, ze zijn er
allemaal vierkant naast. Die arme kerel
is er net zoo onschuldig aan als Dr. G.
zelf. En waar het ook gestormd heeft,
dat was natuurlijk in „Plaatselijk Be
lang". Dat werd nou toch zoo'n gemeene
streek van Dr. G. gevonden, om als
Voorzitter van die vereeniging, zijn
eigen bestuursleden te beduvelen, 't Was
eenvoudig ongehoord I Maar ook zij
kunnen gerust zijnl
Och, och, wat een beweging door
dien eenen naaml Maar desniettemin,
de mop is geslaagd en degenen die
[het dadelijk door hadden dat het een
mop was hebben gelijk gehad en zijn
verstandiger geweest dan alle andere
samen. Ze hebben er om gelachen en
[zullen nog harder moeten lachen als
ze hooren hoe anderen zich boos heb-
jben gemaaktom niks.
Lezers en lezeressen, heeft het U ge
lspeten dat Brandnetel vertrokken was?
[Zooveel te meer zal het U plezier doen
[dat ie per extra film tot U terugkeert. Ik
ihoop dat jullie nog lang plezier van
em mogen hebben. Tot zien dus maar
ireerl BRANDNETEL.
XXVII
Den WelEd. Zeergel. Heer
Dr. J. A. GROENMAN,
Arts ter Zee,
Oceaan.
WelEd. ZeerGel. Heerl
Het is niet dan met de meeste dee
moedigheid dat ik de pen opneem,
want mijn zonde was groot. Ik ben er
mij van bewust. Het was een ontzag
lijke brutaliteit van mij, nietige brand
netel, Uw naam te misbruiken en te
plaatsen onder mijn filmpje. Doch 't
was slechts een grap. En aangezien mijn
informaties luiden dat gij geen nurks
of kribbebijter zijt, maar iemand die.
zooais men dat noemt, best tegen een
stootje kan, vertrouw ik dat gij mijn
onderdanige verontschuldigingen zult
willen aanvaarden, en na kennisname
van een en ander zult doen wat ieder
er over zal doen namelijk: lachen.
Aanvaard de betuigingen mijner
hoogachting,
Uw zeer dw.,
BRANDNETEL.
Pffl Dat is er uit. Zoo'n gewichtige,
deftige brief schrijven is niks voor mij.
Maar 't moest. Ik ben erg stout geweest
en dus moet ik 't weer goedmaken ook.
En ik hoop nou maar dat Dr. G. als
hij terugkomt geen gedresseerde zee
aap op me los zal laten. Want ik heb
het heusch niet kwaad bedoeld. Maar
de mop was goed. Had ik Dr. G. per
soonlijk gekend, ik had hem van te
voren gevraagd of ie 't goed vond.
Maar dat dorst ik nu niet. Dus dacht
ikvooruit, hoogstens is ie er een dag
boos overl
Goeie genade, wat heeft m'n filmpje
een beroering gewekt. Zoodanig zelfs,
dat ik me werkelijk gedrongen voel me
te haast met een extra filmpje te laten
verschijnen, om te vertellen dat het
maar een grap was. Natuurlijk is deze op
genomen, al naar de aard van het beessie
was. Die 't met Brandnetel eens waren
zeiden: „Neen maar, dat had ik nou
nooit gedacht dat Dr. G. die lollige
Brandnetel was. Daarvoor had ik hem
nou nooit aangezien". De tegenstanders
van Brandnetel spuwden vuur en vlam.
Dat laat zich ook levendig indenken.
En van die arme dokter Groenman die
er niks mee te maken heeft, bleef geen
spaan heel. En er waren zelfs patiënten
van hem die zeiden„als ik dat geweten
had, had ik 'm met z'n eigen drankjes
vergeven".
Maar de bedoeling was niet, dat de
lezers zouden gelooven dat het Dr. G.
niet was en er anderen zouden op aan
zien die er net heelemaal niks mee te
maken hebben en er zelfs last door
kregen. Nou kun je wel zeggen: „Wat
flauw", maar het is toch maar een feit,
dat tegenstanders van Brandnetel er
Begeleiding
Muziek-theorie, Compositie,
Muziekgeschiedenis
Condities f6.f4.50, f3.per maand.
Muziek in bruikleen.
Spreekuur: 's Zaterdags van 1-2
NIEUWERHOEKSTRAAT 2.
XVIII.
BRANDNETEL AF.
Juicht broeders, juicht 1
Hij is vertrokken,
Die vent met z'n brutaal geschrijf
Hij springt U nimmer meer op 't lijfl
Juicht thans 1 Hij staakte 't snood bedrijf
En nam de sokken 1
Ja broeders, jal
Hij is verdwenen
Die tolk was van het Soester „men",
Die knuppel in uw kippenren,
Hij lei U met z'n scherpen pen
't Vuur aan de schenen.
Ach broeders, ach,
Gij wilt 't niet weten
Dat hij uw grootste schrik hier was.
Ja, zijn lancet kwam wel te pas,
Maar hij sneed U wat èl te kras,
En deed U zweten.
Juicht broeders, ja
Maar niet te vroeg hoor
Brandnetels tieren welig voort,
Al zit die eene ook aan boord
Er zijn er van dat zelfde soort
Hier nog genoeg hoor
Naschrift.
Neen broeders, neen
Hij ging niet heen.
Die snuiter maakte maar een grapje,
Hij hield ons allemaal voor 't lapje,
En nou lacht-ie ons uit, dat snapje
O, wat gemeen I
Plaatselijk Nieuws.
LEDENVERGADERING VAN
LUISTERVINKEN
Te Amsterdam heeft 1.1. Zondag onder
voorzitterschap van Mr. J. H. van Doorne,
alhier, de vergadering plaats gehad van
het voorloopig bestuur der pas opgerichte
Vereeniging van Luistervinken.
Hierin werden o.m. de statuten der
nieuwe vereeniging, door den Voorzitter
geconcipieerd, voorloopig vastgesteld.
Zondag 17 Juli a.s. heeft te Utrecht
in hotel „de 1' Europe" om 2.30 n.m.
de eerste ledenvergadering plaats.
Op de agenda staatverkiezing van
definitief bestuur, waarbij o.m. vaststelling
der statuten en het werkprogramma der
Vereeniging.
Als naam der nieuwe vereeniging
wordt door het Bestuur voorgesteld
„Vereeniging De Vrije Luistervink". In
de „Aetherbode" van heden treft men
de oproeping tot genoemde vergadering
en de volledige agenda aan.
Luistervinken die sympathiseeren met
de nieuwe vereeniging verzuimen niet
die vergadering bij te wonen I