Luxe Auto verhuur VEN E M A LA PORTE Co. Uitgave: G. J. SMIT, Soestdijk. Bureau: Tan'Weedestraat 35, Telefoon 2181 C. Verschoor, Nieuwstr.57 D. F. VOIGT Zomersproeten v Sprutoi. Bij alle Drogisten. 16 _Juli. KLEERMAKERIJ Uitvoering van Eiiectenorders. Incasso - Coupons Prolongatie - Deposito Safe-Deposit 7e Jaargang Vrijdag"20\ull 1928 No. 29 DE SOESTER CDUDAMT Abonnementsprijs voor Soestdijk, Soest en Soesterberg, 25 cent per 3 maanden. Voor buiten 50 cent per 3 maanden. Bijkantoren: VAN DE VEN'S Boekhandel, Baarn en ÜJ. VAN DAM, Rademakerstr. 15, Soesterberg ADVERTENTIEPRIJS: van 1—5 regels f0.75. Elke regel meer 15 cent Advertenties tusschen de tekst dubbel tarief. Bij contract belangrijke korting. ONZE RIJMKRONIEK Bijdragen, niet grooter duo -IS en olet kleit voor deze rubriek worden Ingezonden. Bij op actueele (niet plaatselijke) gedichten f 2,50. dan 36 regels. mo( (Nadruk verboden.) (Ingezonden.) VLIEGWAAGHALZEN Iedereen die ziet ze vliegen, (Ik bedoel de vliegeniers), En ik zal een woordje wijden Aan die luchtvaartpioniers. Dagelijks ziet men ze vliegen, Boven veld en watervloed, En ik licht beleefd mijn petje Voor hun energie en moed. Bleriot en Olieslagers Lieten blijken dat het kon, Grooter werd nadien het aantal Dat het luchtruim overwon. Ook het Hollandsch hart ging kloppen En doorkliefde ras de lucht, Denk aan Van der Hoop en Koppen Met 'n „Holland-Indië"-vlucht. Nog is men niet aan het einde Van de wond'ren der techniek, En we staan verstomd te staren Naar de luchtacrobatiek. Onverschrokken gaat men vliegen Over zee en oceaan, Spottend, met den dood voor oogen, Blijft men nergens meer voor „staan". Heel de wereld in beroering Door den tocht van Nobilé, Om te zwijgen van de helden, Die verdwenen in de zee Waaghals-vliegers wees voorzichtig, 't Spreekwoord is er en 't is heusch: Wie het onderst' uit de kan wil, Krijgt het deksel op zijn neus. M. E 15 cent per K.M. Dag en nacht te ontbieden. TELEFOON 2247. OFFICIEELE BEKENDMAKINGEN DIENSTPLICHT De Burgemeester der gemeente Soest brengt ter algemeene kennis, dat ter ge meente-secretarie vanaf heden gedurende tien dagen ter inzage zijn nedergelegd de door Gedeputeerde Staten dezer provincie onder dagteekening van 10 Juli 1923, 4e af* deeling no. 208/111 genomen besluiten tot het verleenen van vrijstelling van den Dienst plicht wegens broederdienst aan ingeschre venen voor de lichting 1929 ckzer gemeente. Tegen elke uitspraak kan binnen tien da gen na den dag dezer bekendmaking in be roep worden gekomen door: a. den ingeschrevene, wien de uitspraak geldt, of door diens wettigen vertegenwoor diger; b. door elk der overige voor deze ge meente voor dezelfde lichting ingeschreven personen of door diens wettigen vertegen woordiger. Het verzoekschrift, daartoe aan de Ko ningin te richten, moet met redenen zijn omkleed en worden ingediend bij den Bur gemeester ter secretarie dezer gemeente. De Burgemeester zorgt voor de doorzending van het verzoekschrift. Voor zooveel betreft uitspraken, door Ge deputeerde Staten gedaan, kan bovendien de Commissaris der Koningen binnen denzelf den termijn bij de Koningin in beroep ikomen. De Burgemeester voornoemd, G. DEKETH. Soest, 18 Juli 1928. Drogist. Gediplomeerd Opticien. BURGEM. GROTHESTRAAT 28 - Soestdijk Eerste Soester Electr. Brillenslijperij. GR00TE SORTEERING FOTO-ARTIKELEN EEN NACHTELIJKE AANVAL OP SOESTDIJK (27 Juli 1787.) Wij schrijven 1787. Ons land is jammerlijk verdeeld in twee heftige partijen: de Patriot ten en de Prinsgezinden; de eerstgenoem- den waren tegen, de tweede partij vóór dert Prins, n.1. stadhouder Willem V. Vooral 't gewest Holland was 't bolwerk der anti-oranje-gezinden; de stadhouder had zelfs de wijk naar Gelderland moeten nemen, terwijl allerlei „vliegende legertjes" rond trokken om elke uiting van Oranje-gezind heid reeds in den beginne te smoren. Ja, Holland nam zelfs een Duitsch legertje van den Rijngraaf van Salum in dienst, dat ook het reeds gewonnen terrein in de provincie Utrecht moest verdedigen. Zoo nam ook in ons gewest de macht der Patriotten steeds toe en vooral de stad Utrecht kon als een vuurhaard van den anti.oranje-gezinden ijver- gloed gelden, 't Oranje-gezinde deel der Sta ten van Utrecht was naar Amersfoort ver huisd, daar ze in de hoofdstad Utrecht niet meer veilig waren. Van alle kanten immers stroomden hier vrij willigers samen en een bloedige botsing met de Prinsgezinden, die in 't kamp van Zeist lagen, scheen onvermijdelijk. Zoo naderde de maand Juli 1787. De Utrechtsche Patriotten beaamden het stoute plan een aanval op 't Paleis Soestdijk te doen, waar een garnizoen van omstreeks 90 man lag, behoorende tot het regiment van den Prins van Hessen.Darmstadt, welke krijgsmacht de Prinsgezinden op hun beurt in dienst hadden genomen. De bezetting stond onder bevel van den „lieutenant.collo- nel" Van Eijsel. De Patriotten dachten met een goeden buit huiswaarts te keeren, want men wist, dat het Paleis allerlei kostbaarhe den borg. Bovendien zou men den Prins een groote smaad aandoen, als men hem zijn zomerpaleis afhandig maakte. Zoo brachten de Utrechtsche Patriotten een legertje van 500 man bijeen, bestaande uit niet minder dan „twaalfderlei soort van volk"; het stond onder 't opperbevel van kolonel Klijnenberg. Op Donderdag 26 Juli 1787 trok het in den laten namiddag met stille trom de Wit- tevrouwenpoort te Utrecht uit, om, naar men hoopte, onder begunstiging van de nachte lijke duisternis het Paleis Soestdijk te over rompelen. Men was bevreesd, dat het eigen lijke doel van den tocht reeds vooruit op Soestdijk bekend mocht worden en daarom sloeg men een geheel anderen weg dan dien naar Baarn in (welke over de Bilt liep). De marsch ging n.1. langs een omweg over Maartensdijk en Den Dolder naar 't Paleis, dat men dan 's avonds tegen 10 uur, dus bij het vallen van den nacht, hoopte te bereiken. Toch was er gebeurd, wat men had wil len voorkomen: een tamboer was tot de Oranjepartij overgeloopen en had nog in den laten namiddag kolonel Van Erpel ge waarschuwd. Zonder zich door die tijding te laten afschrikken, liet Van Erpel terstond zijn volk zich vóór het ijzeren hek aan den weg verschansen en wachtte zoo geduldig, maar paraat, de komende dingen af. Ter meerdere veiligheid plaatste hij op drie ver schillende punten langs den weg naar de Bilt (dus langs de Praamgracht) een schild wacht, om zoodra zij onraad merkten, de manschappen door een seinschot te waar schuwen. Het werd intusschen al 10, zelfs 11 uur en nog merkte men op Soestdijk niets van den nachtelijken aanval. Het schijnt, dat Van Erpel toen geen vijand meer verwachtte; waarschijnlijk, zoo dacht men, hadden de Patriotten ter elfder ure hun plan opgegeven. Uitgezonderd de drie schildwachts langs den weg, legde zich dan ook de geheele bezet ting op 't Paleis kalm en onbevreesd ter ruste. Maar de vijand zou toch nog komen; hij was een weinig aan 't dwalen geraakt en had zich dus alleen wat verlaat. Zoo nader den de Patriotten pas te kwart voor twaalf den eersten schildwacht en wel bij de brug aan den Veenhuizer Tol. (Hier gaat de Praamgracht onder de brug door naar den anderen kant van den weg, ongeveer een kwartier van 't Paleis). Zoodra deze eerste schildwacht in de verte onraad bemerkte, zonk de moed hem in de schoenen en kroop hij ijlings onder de brug weg. De Patriotten trokken dus ongehin derd verder en naderden na een minuut of vijf den tweeden schildwacht. Deze, meer cordaat dan zijn voorganger, riep zijn ge wone „Werda?", waarop bedriegelijk geant woord werd: „Deserteurs". De schildwacht meende nu met overloopers te doen te heb ben, die dus de bezetting op 't Paleis kwa men versterken; hij riep daarom terug: „Avanceer", waarna de vijand hem naderde, maar hem verraderlijk gevangen nam De Patriotten dachten met den laatsten schildwacht, grenadier Christoffel Pullmann evenzoo te handelen. Deze 28-jarige Duit- scher stond vlak bij de brug op zij van het Paleis (tegenover 't huidige Hotel Trier) Toen men hem genaderd was, verbood men hem op straffe des doods alarm te maken (door een schot) en eischte van hem, dat hij zijn wapens zou afgeven. Maar hij riep, zijn eed getrouw: „Ich bin ein ehrlicher kerl' en schoot zijn snaphaan af, om zijn vrien den op 't Paleis te waarschuwen. Maar op 't zelfde oogenblik werd hij door den kogel van een Patriot gedood. In snelle marsch gingen nu de vijanden op 't Paleis af, in de hoop nog tijdig hun slag te kunnen slaan, want al was er een alarm schot gelost, het was onmogelijk, zoo dach ten zij, dat de bezetting reeds in de wapens kon zijn. Maar Pullmann's schot was gehoord. Ter stond sloeg men op 't Paleis alarm en ieder greep ijlings naar de wapens, velen nog in hun nachtgewaad. Juist toen de aanvallers het hek ('t stond destijds recht voor 't bordes van het Paleis) dachten binnen te stormen, werden zij door de Prinsgezinden met sal vo's begroet. Deze teleurstelling bracht hen zoo in verwarring, dat zij op de vlucht sloegen. „De vijand trok af, zonder mu ziek", rapporteerde kolonel Van Erpel den volgenden dag laconisch aan de Staten van Utrecht. Toen de eerste schrik evenwel voorbij was en men tot bezinning kwam, zagen de Pa triotten zelf in, hoe dwaas zij hadden ge handeld, door als hazen de vlucht te nemen. Zij vermanden zich dus en waagden een tweeden aanval. Ditmaal op den tegenstand der bezetting voorbereid, wilden zij méér moed aan den dag leggen. Doch de Oranje- gezinden ontvingen hen thans zoowel „met fiancfgranaaten en klein geweer, dat die van Utrecht in de grootste consternatie aan het vluchten gingen". Toch werd er een oogenblik hardnekkig gevochten; de bewoners van Soestdijk ge tuigden enkele dagen later, dat zij geen denk beeld konden geven „van de ackeligheid dier nagt, daar zij in het allergrootste gevaar verkeerden, wijl de kogels wijd en zijd om en door hun huizen vlogen en elk zig %gter dwijnen spoedig door een pot een muur, in een kelder of waar men het best kon, moest verbergen". Doch zooals reeds gezegd is de Patriotten kozen spoedig het hazenpad en wel in volslagen wanorde en met verlies van vele dooden en gekwetsten. De acht meegenomen wagens, die. zij met hun buit hadden willen beladen, werden nu gerbuikt omde gesneuvelden en de gekwetsten te vervoeren. De vluchtende Patriotten stoven intus schen naar alle zijden heen en slechts be trekkelijk weinigen bereikten nog bij het aanbreken van den dag de stad Utrecht. Som migen, die den weg daarheen (langs de Praamgracht) niet zagen, holden den kant van Soest uit en verborgen zich daar in het koren, in heggen of achter struiken. Zij lie pen echter zoodoende den leeuw in den muil, want zoodra 's morgens, of misschien nog 's nachts, de courier van Van Erpel den aanslag te Amersfoort (aan de Staten aldaar) bekend gemaakt had, trokken ter stond eenige dragonders naar Soestdijk om de bezetting voor een mogelijken nieuwen aanval te versterken. Onderweg nu pikten zij hier en daar de vluchtende op en transpor teerden ze naar Amersfoort. Andere Patriotten, misschien beter met het terrein bekend, vluchtten naar den Oranje boom en vandaar over Hilversum, Vreeland en Nieuwersluis naar Holland, „niet zonder onderwegen eenige molestie te doen", zoo als de Staten van Utrecht aan de staten ge neraal rapporteerden. Men vond op Soestdijk nog vier gesneu velde Patriotten; het aantal krijgsgevange nen, te Amersfoort binnengebracht, bedroeg in 't geheel 30 man. Maar ook de dappere bezetting van Soestdijk had niet zonder ver liezen gestreden. Van Erpel had vier dooden, waaronder de kloekmoedige schildwacht Christoffel Pullmann en 16 gekwetsten. Van Erpel was zelf ook gewond, hoewel licht, terwijl majoor Seijffardt een schot in den arm had gekregen. Hadden de Patriotten alle reden om zich over hun aanslag op Soestdijk te schuil in, de Prinsgezinden mochten terecht trotsch zijn op de dappere houding van Van Erpel en zijn mannen: 90 tegen 500. De stadhouder bleef dan ook niet achter in de waardeering van den door hen~T>etooridén moed; reeds op 17 Aug. 1787 stelde hij aan de Staten van Utrecht voor, om eenige eereblijken te verleenen en aan de gewonden, zoo zij Ln- valiede bleven, een onbezorgden ouden dag te verzekeren, terwijl aan de nagelaten we duwen en kinderen een behoorlijk pensioen zou worden toegekend. Bovendien vergaten de Staten van Utrecht Christoffel Pullmann niet, wiens alarmschot, dat hij met zijn jong leven betaalde, feite lijk de aanleiding tot de overwinning was geweest; immers zonder dat schot zouden de Patriotten de bezetting overrompeld heb ben. Op de plaats n.1., waar Pullmann sneu velde hij werd te Baarn op 't R. Kath. kerkhof van Zandvoort begraven ik zeg, op de plaats, waar hij den dood vond, heb ben de Staten van 'Utrecht een eenvoudig houten monument opgericht. In 1882, toen het bouwvallig begon te worden, is het op kosten der gemeente Baarn bij besluit van 1 Sept. vernieuwd. Het was op den lOOsten gedenkdag van zijn heldendood (27 Juli 1887), dat ik ge tuige was van een plechtige huldiging. Een groot getal officieren uit Amersfoort kwam naar Soestdijk rijden en één hunner hechtte onder 't eeresaluut van al de overigen een reusachtige krans aan het monument. Ook eenige gasten van 't hotel Trier, met baron Snomkreri van Schauburg aan het hoofd, brachten een krans van levende bloemen als huldeblijk. Genoemde baron deed dit voort aan ieder jaar, tot aan zijn dood toe. Sedert dien tijd heeft het Domein Soestdijk dat bewijs van hulde en erkentelijkheid overge nomen, zooals men elk jaar in den vroegen morgen van den 27ste Juli zien kan. Mij is verteld, dat een wapenmakker van Pullmann, zekere B. Kitzlar, die gewond was, na zijn herstel tot belooni ig als boschwach ter op 't Domein Soestdijk werd benoemd en een woning kreeg in 't huidige Prins Hendrikpark, bij de laan van 't Badhotel naar de Van Heutszlaan. Hij verhollandste later zijn naam in Kietselaar: zijn kleinzoons wonen nog in Baarn, één als timmerman en één als koster der R.K. kerk. (Kitzlar is de naam van een Duitsch dorpje). T. PLUIM. Het was 16 Juli 1928 tien jaar geleden, dat de volkeren het gruwelijk feit van den moord op de Tsaren.familie in hun geschied- boeken in te schrijven kregen. Tien jaar. Zelfs nü heeft deze moord nagenoeg van officieele zijde geen veroordeeling der Sov jets door de andere mogendheden ten ge volge gehad en neemt men nog steeds kalm1 genoegen met de mededeeling, dat zulks geschied is zonder voorkennis der „autori teiten". Toch blijft het feit bestaan, dat deze moord het Sovjet.stelsel in de oogen van elk weldenkend menseh „VER-moord" heeft. 21 Januari 1793 had een soortgelijke moord plaats' in Frankrijk en werden Lodewijk de Zestiende en Marie Antoinette onthoofd. Zelfs nu, na 135 jaar, voelt Frankrijk nog steeds de gevolgen van deze donkere blad zijde in zijn geschiedenis. Rusland zal het niet beter, zeer zeker slechter gaan, omdat dit land zelfs thans nog steeds in wanorde veïeerd, een bakermat is van misdaad, on- tu<jt, afpersing en andere gewelddadighe- de; Nu, na tien jaar, is de toestand daar vel ellendiger dan vóór de revolutie. Daar zrikg algemeen bekend is, behoeft dit geen tiLer betoog. ts anders is echter of de moord gerecht- va edigd was. De daad werd voorgesteld als een veroordeeling van tirannen, die het Rusische volk gedurende jaren en jaren zo-den hebben geknecht. De gruwelen van Siljrië en de daarheen gevoerden onschul dig veroordeelden werden o.m. als voor belden daarvan aangehaald. ;'it alles was waar, dochmoest de sclild daarvan op de Tsaren.fam. geworpen weden, moest dit gewroken worden op men- scten voor wie al deze verschrikkelijke fei- tei. tijdens hun geheelen leven angstvallig veijorgen zijn gehouden en waarvan zij dus géèel onkundig waren? Moest daarvoor een joig, ziek koningskind in de armen van zijn reuls doodgeschoten vader vermoord wor- de-.i? Moesten daarvoor de grootvorstinnen, alv-;rens te sterven, blootgesteld worden aan toóieelen, die met geen pen te beschrijven zijn? Moesten zij, alvorens te sterven, eerst een beestachtige, onbeschrijflijke ontucht Remaken en vervolgens den moord op' hu\ vader, Nicolaas II, die zijn hand voor de oo^en van zijn ziek en gemarteld zoontje hiod, opdat 't kind niet zien zou hoe hij, zijn vadij, vermoord werd? /'.best dit alles? Nèen, duizend maal, neen. Zij werden niet ter dood gebracht na een rechtvaardig vohais, zooals zelfs den grootsten misdadigers nog ten deel valt, neen zij werden zonder vonn van proces onder afgrijselijke kwel lingen door bandieten om het leven ge bracht. Door bandieten, doorwezens die men onüer de „menschen" niet bestaanbaar zou heltoen geacht. Monsters, in één woord. L}an doet de executie en gevangenschap ai' het Fransche Koningspaar toch nog veel zacjiter aan. Het laat ons zien, 'dat de zoo hoog geroemde beschaving van deze eeuw lager, steeds lager zinkt, en nog ver onder het peil blijft van den tijd der Fransche omwenteling. tyaar nu het vreeselijkste nog. Alles Wat men verweet aan de Tsaren-familie, vindt ea thans in nog veel sterkere mate terug onder de regeering der Sovjets. Nog veel Her dan vroeger is men geneigd iemand, did te veel in den weg zit of op mistoe.- stwiden wijst naar Siberië te verbannen. laats van direct afgeschaft te ziin is dat zó tl-' gewraakte verbanningsoord buitenge- wc|on in trek bij de heeren „"Rechtens", terwijl met de doodstraffen, zelfs bij lichte vergrijpen zeer kwistig wordt omgespron gen, wanneer het personen betreft, die ge vaarlijk kunnen worden voor het wettig gezag. Het kan niet anders of Rusland vernietigt zich zelf. En pas als deze 'vernietiging vol komen is, en alle duivelsche elementen ver dwenen zijn, zal het kleine deel der betere bewoners kans zien hun land tot rust én nieuwen bloei te brengen. Zijn er dan nóg goede krachten in dezen bolsjewistische „heilstaat"? Zeer zeker. Een bewijs daarvoor is welKrassln, niet Wij len den revolutionairen 'volksleider Krassin, maar.... DE Krassin, de ijsbreker, het schip, dat zoo onnoemelijk veel gedaan heeft voor de redding van de slachtoffers van het Pooldrama. De Russische bemanning van het door de Russische regeering uitgezonden schip tusschen haakjes de eerste werkelijke daad van internationaal medegevoel van de zijde der Sovjets doet en deed bovenmensche- lijke pogingen om hulp te brengen en slaag de er dan ook reeds in de Malmgren-groep, waarvan Malmgren zelf helaas overleden was, doch Zappi en Mariano nog in leven, verkeerden, te redden. In den avond van denzelfden dag, 12 Juli, slaagde De Kras sin er voorts in ook de Viglierii-groep te bereiken en aan boord te nemen, daarmede wederom vijf menschen aan den ijzigen greep van den Pool.dood onttrekkend. Niet minder heldhaftig gedragen zich de Russische vliegers Tsjoechnofski en Ba- boesjkin, waarvan de eerste met vier helpers na zijn ontdekking van de Malmgren-groep door een noodlanding zelf een gevangene van het ijs werd, doch elk öogenblik door De Krassin bereikt en gered kan worden. De Krassin is de sterkste en 'grootste ijs- breker ter wereld. Daarenboven zond 'de Russische regcering nog een andere, n.1. 'De Malygin, die zich ook verdienstelijk maakt. Het werk wordt ditmaal dus niet half ge daan. De gezagvoerders van deze schepen en de bemanning daarvan toonen de wereld-, dat zij, evenals de reddingsbrigades der an dere landen, voor hun heldhaftige en opof ferende taak berekend zijn en de ware Rus sen ook nu nog recht hebben op waar- deering, erkenning en dank. Laten wij hopen dat de wereld spoedig meer van deze daden te beoordeelen krijgt. Daden, die de overtuiging schenken, dat Rusland begint te beseffen, dat het slechts één schakel is in de groote keten van „ge meenschap der naties". Een keten, waarin elke schakel op zich zelf niets is. (Nadruk verboden.) DAMES- EN HEEREN- HEEREN MODE-MAGAZIJN F.C.KuiperstraatIO - Telefoon 2169 EEN WIJS WOORD VOOR IEDEREN DAG PLUIMVEE, TUINBOUW ENZ I, Monifooit. Postzegel groo Insluiten. (Nadruk verboden. Steriliseeren. Je kunt geen winkel in glas- en aarde werk of in huishoudelijke artikelen passee- ren of je ziet er te kust en te keur een overvloed van steriliseerglazen, merk Weck, Pomona, Neutraal, enz. enz., te veel om op te noemen. De eene is natuurlijk weer beter dan de andere, maar dit hebben ze allen gemeen, dat elk merk op zich het beste is onder alle steriliseerglazen. Zooiets zie je tegenwoordig meer. Vroeger hoorde je niet van steriliseeren, tegenwoordig hoor je bijna van niets anders meer. Je komt thuis na een ferme wandeling in de hoop, dat de thee al op je staat t,e wachten, maar nee hoor, moeder is aan het steriliseeren en de rest schiet er bij in. Er zijn er ook, die nu, terwijl er versche groen te in overvloed is, geen groente gebruiken, wanthet moet gesteriliseerd worden, anders hebben we van den winter niets. De steriliseertijd is net zoo iets als de schoon maaktijd, met dit verschil, dat na een schoon maak de boel weer net er uit "ziet als voor heen, geen blijvend succes dus, terwijl de steriliseertijd ons tenminste nog achterlaat veel groente voor den winter, ja zoo mooi, dat moeder er zelfs mee pronkt. Wat is nu eigenlijk steriliseeren. Ik zal dit eens eenvoudig uitleggen, in de hoop, dat heel velen, die tot nu toe niet steriliseer den, bij zich zelf zeggen zullen: „wat is dat gemakkelijk. Ik zal het ook eens doen. Ik dacht eigenlijk, dat het een heel nieuw snuf je was, maar grootmoeder deed het ook al". We weten allemaal wel, dat alle groenten en fruit onderhevig zijn aan bederf. De eeri meer dan de ander, maar het is toch on mogelijk om groente te bewaren tot 's win ters ;met het harde fruit is het nog mogelijk. ^rrlhfietv Ifprspn. hpocpn f nrnipipr enz. blijven nog geen week goed. En toch willen we in den winter zoo graag groente hebben. Met aardappels en spek alleen gaat het niet. Bovendien is den laatsten tijd wel gebleken, dat in fruit en groenten stoffen voorkomen, die voor ons onmisbaar zijn en vitaminen genoemd worden. We zijn ver plicht groente te eten, willen we niet ziek worden. En hoe zuiverder onze voedings middelen ons door fabrikant en winkelier worden verstrekt, hoe grooter onze behoef te zal worden aan vitaminen. Het doel van steriliseeren is dus de groenten en fruit te bewaren tot den winter, ja tot den volgen den zomer zonder bederf. Dat deden ook onze voorouders, die deden hun boontjes in een inmaakpot en goed wat zout er over. Die boontjes waren na een half jaar nog goed. Kool werd inge maakt met niet te veel zout, ze verzuurt en blijft goed. We hebben zuurkool. Vroeger toen bijna iedereen 's winters een varken slachtte, werd het spek en het vleesch inge zouten en bleef goed ofwel het werd ge rookt en bleef ook goed. Haring wordt in zout of azijn gelegd en bederft alzoo niet zoo gauw ofwel wordt gerookt tot bokking. Dat zout, die azijn, die rook was dus om het bederf tegen te gaan. Wij weten nu, maar onze voorouders wisten dit niet, dat bederf komt door lagere organismen, bac teriën, schimmels. En die worden gedood door zout, azijn, rook. Maar ook worden die bederfbrengende organismen gedood door een "hooge temperatuur, zooals kokend wa ter. Niet in twee minuten hoor, want het zijn taaie rakkers. We koken zoolang tot ze alle beslist dood zijn of zoo suf, dat ze het eerste jaar onwerkzaam blijven, want het is niet waar,, dat koken in staat is om al het lagere leven te dooden. Wel kan het voor een heelen tijd dat leven stop gezet worden. Wie gaat steriliseeren doet dus hetzelfde als grootmoeder vroeger. Alleen deed groot moeder het met zout en wij nu met koken. Opoe deed het in een inmaakpot en wij in flesschen. Ziet U wel, dat steriliseeren niets nieuws is. Er komt wel een handigheid bij, maar dat is zoo geleerd. Als we maar om dit eene denken: alle bacteriën en schimmels moeten onwerkzaam worden. Zoo rein mogelijk in de flesschen doen, want anders zouden we zelf het aantal boosdoeners nog vergrooten en dat is heelemaal mis. Loopt eens aan bij een goede kennis, die steriliseert, vraagt om inlichtingen, koopt desnoods een steriliseerboek (nieuwe druk) en ik wed, dat de he?le bewerking U mee zal vallen'. Vian L. te B. Over eenige weken zal ik een artikeltje geven over het forceeren van aardbeien. Dan zijn Uw vragen tevens be antwoord. ZONDAG. Wij schatten een geluk eerst van waarde, als 't ons ontvallen is. MAANDAG. Schrijdt vereend steeds moedig voort Groot de daden, kloek het woord, Zelfbewust, fier, rein en goed. Maar, bij alles wat gij doet, Zij er liefde in uw gemoed. DINSDAG. Als ergens iets geschiedt Wat niemand had verwacht, Dan toch zegt al die 't ziet: Dat had ik wel verwacht. WOENSDAG. Om steeds tevreden te zijn, moet men zich over alles en over niets kunnen ver heugen. DONDERDAG. Wat ge alleen kunt doen, roep daar 'geen ander bij. VRIJDAG. 't Kruis is geen schande, Draagt gij 't eerlijk, 't hoofd omhoog, Een goed geweten vreest Zelfs voor geen Koningsoog. ZATERDAG. In de ernstige oogenblikken van ons leven komt niet de vraag tot ons: Wat hebt gij ge. dacht? maar wel: Wat hebt gij gedaan. Al leen onze daden bepalen onze waarde. BAARN BANKIERS SOEST - BUSSUM Doos 30-60,Tube 8Oei Bij Apoth.en Drogisten. INGEZONDEN STUKKEN Geachte Redactie. Gaarne zou ik even onder de aandacht willen brengen, van onzen geachten Raad, ot het haast geen tijd wordt, ook mede na het gebeurde van j.1. Zondag, in Soest een zwemschool op te richten. Iedere moeder ziet met angst de kinderen naar het zwem pak grijpen en dat geldt dan alleen voor de genen, die de kunst ongeveer verstaan. Van leeren voor de anderen is natuurlijk geen sprake. De Eem is veel te gevaarlijk. Zou liet misschien iets voor de werkver schaffing zijn a.s. winter? M. Mijnheer de Redacteur. Beleefd verzoek ik U aan het onderstaan de een plaatsje in Uw blad te willen inrui men, waarvoor bij voorbaat mijn dank. In „De Soester" van 14 dezer dient de Redactie mij van antwoord op mijn inge zonden stuk aan Uw blad. Ofschoon ik daarin te kennen gaf, dat ik op verdere commentaren en geschrijf van dat blad niet meer zou ingaan, wil ik toch noch even er op wijzen, dat „De Soester" eerst onbeleefd is geweest door mij geen nummer te zenden van de courant, waarin ik aangevallen werd. Ik begrijp echter niet, wat voor onbeleefdheid er in steekt, dat iemand zich in een ander blad dan het aan- allende verdedigt. Voorts wil ik genoemde Redactie tnededeelen, dat, als zij eene door den Heer Monsma geteekende verklaring wenscht te ontvangen, zij die zelf inaar aan Z.Ed. moet vragen. De Redactie van „De Soester" zal mij er niet toe kunnen bewe gen haar loopjongen te worden. Uit hetgeen genoemde Heer mij in tegenwoordigheid van den Heer Gemeente-secretaris en waar nemend secretaris verklaarde, meen ik te mogen opmaken, dat het gezegde van Mr. van Doorne een géTantiseerde, ongegronde beschuldiging is geweest. Wie heeft er nu gelogen? Hoogachtend, Uw dw- dnr., J. H. BENSCHOP. Soest, 17 Juli 1928. EERSTE HULP BIJ ONGELUKKEN Het Bestuur der Nederlandsche Vereeniging Eerste Hulp Bij Ongelukken, afdeeling Soest, deelt ons, ter verdere bekendmaking, het volgende mede: Zooals bekend mag worden geacht, geeft onze vereeniging elk jaar, onder leiding van plaatselijke doktoren, een cursus in de eer ste hulpverleening bij ongevallen. Voor hen, die den cursus het afgeloopen vereenigingsjaar hebben gevolgd, zal wel geen twijfel bestaan omtrent het nut, dat van dergelijke cursussen uitgaat. Het mooi ste van alles is wel, dat deze vereeniging een zuiver altruïstieke taak heeft te vervullen, welke ongetwijfeld door ieder moet worden gewaardeerd. Want van wat men op deze cursussen leert, kan men nimmer, althans in geringe mate, zelf- voordeel trekken. Wat U leert in deze richting, en alle moeite, die U zich hiervoor geeft, het is nooit voor U zelf, doch steeds ten dienste van anderen. Im mers, in geval U zelf een ongeluk van be- teekenis overkomt, kunt ge U kwalijk zelf redden. Allen, die er iets voor gevoelen, hun medemenschen van dienst te zijn wan neer een ongeval plaats vindt, kunnen op de cursussen door onze vereeniging gege ven, de noodige bekwaamheid daartoe ver werven. Maar, er is één maar aan verbonden. Wie denkt in één jaar voldoende kennis te hebben vergaard en dan voldoende toege-

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1928 | | pagina 1