RADIO-CENTRAL E„ SOESTDIJK"
Sleenhuljsen co., vahuizerM 67a
Stormschade1
VEN EMA
Iiilillirui MM
Luxe Auto-verhuur
IIL de Ruiter Co s
Uitgave: G. J. SMIT, Soestdijk. Bureau: Van Weedestraat 35, Telefoon 2181
Laat Uw St. Nicolaas-Cadeau dit jaar 'n Philips-Luidspreker zijn.
zorgt, dat deze de mooiste programma's laat hooren.
Expositie Bontmantels.
's Morgens en 's Avonds
Ruimte.
DE EERSTE GOOISCHE
HULPBANK
D, F. VOIGT
KRABBELS
VERZEKERT U tegen
Steenhofstraat 5, Telef. 2045
Baatbelasting.
G. Verschoor, Nieuwtsr. 57
Sint Nicolaas
Willem Reith
ABERPERGWIVI
De Anthraciet,
welke absoluut
niet bakt.
Brandstoffenhandel
3
w
w
ABERFERGWM
7e Jaargang
Vrijdag 10 November 1828
No. 46
DE SOESTER CCLJRAMT
Abonnemcntsprijs voor Soestdijk, Soest en Soesterberg, 25 cent per
3 maanden.
Voor buiten 50 cent per 3 maanden.
Bijkantoren: VAN DE VEN'S Boekhandel, Baarn en C. J. VAN DAM, Rademakerstr. 15, Soesterberg
ADVERTENTIEPRIJS: van 1—5 regels f 0.75. Elke regel meer 15 cent
Advertenties tussehen de tekst dubbel tarief.
Bij contract belangrijke korting.
ONZE RIJMKRONIEK
Bijdragen, olct groocer dan 48 en niet kleiner
voor deie rubriek worden Ingezooden. Bij opnan
actueele (olet plaaUcli)ke) gedichten f 2,50.
an 36 regel», mogen
t vergoeden wij voor
(Nadruk verboden.)
(Ingezonden.)
EEN WINTERAVOND
Al trokken ook de vogels,
Naar warmer hemelstreek,
Al fleuren ook geen bloempjes
Aan d' oever van de beek.
Al is het woud ontbladerd,
En heel de hemel grauw,
En zijn de zonnestralen
Maar bleek en zwak en flauw.
En maken mist en nevel
De dagen somber, kort,
Ik pruttel niet, nu d' avond
Steeds langer, langer wordt.
Zpo'n winteravond, jongens,
Is wat een heerlijk ding,
Wie wenscht er dan te slapen
Al valt de schemering?
Vóór 't licht nog is ontstoken,
Zoo in een kring geschaard,
Wordt menig lied gezongen,
Dat vreugd' en blijdschap baart.
Wie raadsels op kan geven,
Of een vertelling doet,
Die wordt als bolleboos j-e
Door allen luid begroet.
Zelfs spookgeschiedenissen,
Die niemand meer gelooft,
Zij hebben al heel dikwijls
Ons druk gesprek gedoofd.
En straalt straks door de kamer
De lamp zoo prettig rond,
Dan prijzen wij nog luider
Den langen avondstond.
Het ganzenbord roept allen
Vlug om de tafel heen;
De pepernoten, 'k weet het,
Ik zag er twee voor één.
En komt de chocolade
Met knappende beschuit,
Dan giert zelfs kleine zusje,
Haar vreugd en blijdschap uit.
Maar eind'lijk slaat het uurtje,
Waarna de rust ons wacht.
Toch zou 't ons niet vervelen
Al werd het nimmer nacht.
Toch schikken w' ons al spoedig
En uiten we geen klacht,
Bij 't denkbeeld, dat ons morgen
Weer zulk een avond wacht.
A. v.
En een cirkelgang, een „Perpetuum mobile?"
Wel, wij duizelen als wij daaraan denken. De
menschengeest kan voor alsnog zich een
eeuwigdurende circulatie niet indenken. De
geestelijke dingen toch, berusten méér op
geloof dan op begrip.
Dan toch, de ruimte trekt, ook waar onze
geest daarnaar /raagt, ons machtig aan; doch
steeds met voorwaarden, steeds met „willen
weten" steeds toch, met een angstig zoe
ken naar een rustpunt voor ons geestesoog
en naar een vasten wal voor onzen voet.
En dat zoeken van den menschengeest
naar ruimte, is een erkenning van zijn af
hankelijkheid en een, meerendeels onbewus
te, behoefte naar iets hoogers, naar Iets on
eindigs, naar iets wat vast wat zeker is. En
die drang naar vastheid, naar zekerheid is
oorzaak van onze duizeling, als wij ons een
eeuwigheid willen denken een ruimte
zonder grenzen. Het is de volledige bekente
nis van onze afhankelijkheid en van ons te
kort schieten. Daarom trekt onze geest zich
telkens opnieuw terug van de geestelijke
ruimte, van het verre, van het onbegrensde,
en treedt weer terug in zijn enge cel, waarvan
hij de wanden kan zien en betasten. De toe-
komstmensch zal waarschijnlijk, méér nog
dan wij, naar de ruimte uitzien en er zich
mogelijk verder in wagen; doch, als de
mensch van vleesch en bloed, zal ook hij zich
niet van de materie kunnen losmaken, en
zal hij voor het raadsel der oneindigheid
blijven staan. Zal de dood, die het lichaam
doet veranderen, den geest onvoorwaardelijk
vrij maken van het stof, of zal hij, zich uit
breidende in den mensch, zich tot verderen
uitgroei overplanten in de geesten der opvol
gende geslachten, en zóó worden medege
voerd naar een ruimte, waarin het groote
licht zal blinken, dat aan den geboeiden men
schengeest het geheim van zijn ontstaan en
de reden van zijn bestaan zal ontdekken?
DE
dat de beginselen, welke er aan ten grondslag
liggen, wel niet voor tegenspraak vatbaar zijn.
Het zwaartepunt, dat bij deze materie ook
bij de Kamer 't meest overwogen werd, is,
dat vanwege d-e Overheid door het doen
van groote uitgaven voor aanleg en onder
houd van wegen een gedeelte der bevolking
groote voordeelen genoot, waartegenover
zware lasten, althans grootere lasten gelegd
werden op de schouders van allen.
Dames- en Heeren Kleermakerij
F. C. Kuiperstraat 10 - Telefoon 2169
VOSSEN, MARTERS e.a.
zijn de meest geschikte momenten om Purol
toe te passen; daarom behoort op iedere slaap
kamer een doos of tube Purol aanwezig te zijn.
RuimteWie begeert, wie eischt haar
niet in alles? Wie toch zal zich in eenigerlei
opzicht kleine afmetingen, bekrompenheid,
benepenheid, of welken kleinen besteksvorm
dan ook wenschen? Voorzeker niemand.
Iedere mensch verlangt ruimte van lichaams
beweging, ruimte van uitzicht voor het stof
felijk oog en gezichtsruimte voor het gees
tesoog. Kortom, hij wenscht zich in velerlei
opzichten ruimte waarvan hij vooral ook
zijn bestaansmiddelen en verder stoffelijk be-
bezit niet uitsluit. Ook ten aanzien van gees
telijke ruimte hebben zeer velen behoeften
of althans verlangens, die veelal moeilijk te
bevredigen zijn. Het kan evenwel niet worden
ontkend, dat, ten aanzien van de ruimte, die
het geestelijk perspectief den mensch te aan
schouwen geeft, een groot deel der ruimte-
zoekenden, aan pleinvrees schijnen te lijden,
en toch maar liever een omweg maken, om
tot het doel te komen. Die geestelijke plein
vrees is een jammerlijke ziekte ja, naar
't schijnt, een ongeneeseiijke kwaal, die het
uitgroeien van den geest en de volmaking
van 's menschen zieleleven zeer in den weg
staat, zoo niet onmogelijk maakt. De ruimte
ingaan, het zich vrij maken van bekrompen
heid in elk opzicht," is een allereerste levens
voorwaarde voor den geestelijken mensch.
Doch er is veel, zeer veel, dat den mensch,
ook zelfs wanneer hij naar ruimte voor zijn
geest hunkert, terughoudt om zich in die
ruimte te wagen. In de eerste plaats mis
schien zal hij vreezen, daarin te verdwalen;
maar ook de onzekerheid houdt hem terug.
Daar toch zijn geen grenspalen en geen weg-
wijzers alsook, naar hij meent, te weinig
licht, te weinig bakens, die den weg aan
duiden. En dan ook denkt de mensch zich
een eeuwigheid, die hij zich wel niet kan
voorstellen, doch die hij zich als een onbe
grensde ruimte moet denken. Onbegrensd?
Maar wat is dat?Zelfs de meest heldere
geest plaatst hier een vraagteeken en blijft
angstig slaan voor die onmetelijkheid. En
schuw treedt hij terug, binnen de enge gren
zen van het voel- en tastbare, dat hem niet
bevredigen kan. Hij blijft teleurgesteld en
toch verlangend terug, binnen de nauwe kluis
van zijn stoffelijk leven, dat met brood te
voeden is, doch dat aan lichamelijke pijn en
aan den angst voor den dood niet kan om
komen het zoo nauw begrensd is, en
geen ruimte biedt voor de huisvesting van
een grooten, sterken geest, die op gespierde
vleugels de eeuwige ruimte durft ingaan en
deze doorklieven kan.
Wij haken in alles naar ruimte voor ons
bezit, voor ons begeeren en voot ons streven',
doch wij kunnen ons geen denkbeeld vor
men van een oneindigheid; alléén slechts
van een einde althans van een stoffelijk
einde. Wij haken naar ruimte, en toch, als
wij geen grenzen zien, worden wij bang;
want, zoo vreezen wij, waar wij geen strand
bespeuren» daar kunnen wij ook niet landen.
Of is de vrijmaking van het stoffelijk kleed
door den dood van het lichaam, reeds de
eerste instantie voor den geest, eu is deze dan
reeds vrijgekomen? In dat geval zou voor.
den menschengeest, zou voor de menschenziel
deze aarde de eenige leerschool zijn. Hoe
kort is dan voor velen de leertijd. En hoe zal
het dan met de achterlijken zijn, en verder
met diegenen, die de leerschool hebben ver
zuimd en het reiskleed vroeg of laat toch
ook moeten afleggen? Zijn dan zij, die als
kind door den grooten maaier worden ge
veld, die dus deze Aardsche leerschool niet
doorloopen, in hunne onwetendheid, mis
schien door hunne onschuld, reeds rijp en
waardig geworden, om het geheim van de
„eeuwige ruimte" te zien onthullen, en deze
in te gaan, zonder vreeze en geheel losge
maakt van deze wereld, in volkomen smet
teloosheid? Zijn zij de engelen?
O rijk der gedachten. O menschelijk we
ten wat zijt gij nog nauw begrensd.
Wat zijt gij nog ver van de ruimte, waarin
de hoogste kracht, waarin het goddelijk
ideaal zetelt. Hoezeer houdt onze geest zich
nog bezig met het kleine, met het nietige.
Hoe laat hij zich nog boeien en verblinden
door de hartstocht-demonen van het lichaam
en hoe nauw laat hij zich nog insluiten
binnen zijn aardsche cel.
Maar toch. Gelukkig zijn wij in onze
kleine, echt menschelijke behoefte aan geluk
zoo wij het gemis aan „eeuwige ruimte"
in ons ontwaren. Gelukkig reeds zijn wij,
als wij de knellende banden voelen, die ons
aan het aardsche binden. Gelukkig zijn wij
ook reeds, als onze handen zich uitstrekken
om een poging te doen, de wanden van
onze nauwe levenscel te verbreken. Want
reeds de behoefte naar ruimte vooral naar
„de ruimte'' is voedsel en groeikracht
voor onzen geest voor onze uit de hoogste
kracht geboren en opwaarts strevende ziel.
boos worden op Knelis, dan nog zeg ik, dal
gij Soest niet kent.
Als gij Soest in al zijn hoedanigheden
kendet, zou U geweten hebben, dat er een
hoekje in ons dorp was, wat nog nimmer
door de heerlijke zon is beschenen, dat er
in Soest een strookje van eenige vierkante
meters grond bestond, dat men „Donker
Soest" noemde.
Neen, als gij Soest werkelijk kendet, dan
zou Jan U hierop door middel van „De
Soester" van 28 Jan. 1928 niet hebben be
hoeven te wijzen;
was het niet noodig geweest, dat hij dit
stukje grond ontdekte;
zou hij zijn kistje met de 25 fijne rooker-
tjes (merk Columbus), welke Grootje hem
op zijn laatsten verjaardag als een passend
verjaars-geschenk (Columbus was immers
ook een grondontdekker) had cadeau ge
daan, niet behoeven op te offeren aan Frans
en Teus;
zou hij zijn Zondagscentjes van eenige
maanden niet hebben behoeven te vergaren,
om de noodigc jenever voor zijn ontdekkings
tocht te verkrijgen;
had hij zijn leven niet in de waagschaal be
hoeven te stellen, om door de twee „onbe
kende'' en „gevreesde" bewoners van dit
stukje grond of het daar levend ongedierte
te worden afgemaakt, om daarna, met be
hulp van het twee-en-een.half pootige fornuis
te worden bereid tot een smakelijk Zon
dagspotje voor de 4 bokken van Frans;
had hij zich de moeite kunnen besparen
om den zonnegod te bewegen op den avond
van Zaterdag 14 Januari j.1. (op welk tijdstip
het toch te 4 uur donker behoort te zijn;
des avonds tot 12 uur de zon helder te laten
schijnen (op den avond van dezen dag toch
zijn de foto's gemaakt, waarmede het artikel
„Donker Soest" in „De Soester" was ver
lucht;
had hij, in het middernachtelijk uur van
den Hen Januari thuis gekomen, zich op
de stoep van zifTi woning piet vnn -xiin,
laatste kleedingstuk behoeven te ontdoen, ter
wijl de sneeuw zijn lieve voetjes, waarop
links een lüifdoorn en rechts een eksteroog,
een witte vacht bereidde;
had Grootje niet met insectenpoeder ge
wapend behoeven te zijn om op haar ventje,
bij zijn thuiskomst, een afdoend ontsmet
tingsproces toe te passen;
alle vrienden (waaronder ook Jan) en alle
vriendinnen (waaronder ook Grada) zullen
deelnemen.
Naar ik later nog verneem zullen ook de
andere 10 raadsleden, welke in de houten
noodwoning-geschiedenis niet zijn gekend,
worden uitgenoodigd.
Het eigenlijke plan tot fuiven was uitge
gaan van Teus, doch waar Frans steeds als
penningmeester van het bondgenootschap
fungeerde en deze niet erg toeschietelijk is,
leek het alsof het plan tot fuiven een plan
zou blijven.
'Met behulp van Jan, die het plan niet
slecht leek en voor een fuif wel te vinden is,
kwam het zaakje echter voor elkaair.
Maar jongen, 't 'is 10 uur en de pap staat
koud te worden.
In een volgende krabbel hoop ik van dit
feest nog iets meer te zeggen.
Wanneer de feestavond wordt gehouden
weet ik nog niet, maar ik zal een extra oogje
in het zeil houden en het verloop van dit
feest deel ik jullie beslist mee.
VAARTWEG 41
HILVERSUM
VERSCHAFT CREDIETEN
OP GEMAKKELIJKE
VOORWAARDEN
GEOPEND ALLE WERKDAGEN
VAN 10—1 UUR EN MAANDAG-,
WOENSDAG- EN ZATERDAG
AVOND VAN 7 -8 UUR.
INQEZONDEN STUKKEN
EEN WIJS WOORD VOOR IEDEREN DAG
Drogist.
Gediplomeerd Opticien.
BURGEM. GROTHESTRAAT 28 - Soestdijk
Eerste Soester Electr. Brillenslijperij.
GROOTE SORTEERING FOTO-ARTIKELEN
De geest van onzen nog in vele opzichten
benarden en kortzinnigen tijd, vraagt reeds
met méér klem en aandrang naar
ruimte, ten behoeve van vele dingen, die
mede ons stoffelijk bestaan betreffen. Die
tijdgeest acht ruimte noodig voor denken en
gevoelen, voor zien en oordeelen doch ook
voor ontwikkeling van gedachten en overtui
gingen. Hij vraagt en eischt ook ruimte van
spreken. Dit laatste ook is zijn recht doch
aan de hand van levenservaring en menschen-
kennis, en onder hoofdredactie van een scherp
verstand. VIKING.
en had hij evenmin in de laatste raadsver
gadering behoeven te beweren, dat alles,
wat hij in het artikel „Donker Soest" had
neer-gekalkt, geen fantasie doch de groote
werkelijkheid was.
Neen, geachte lezer, als Soest U door en
door bekend was, was het niet noodig ge
weest, dat Jan U op al deze en nog vele
andere punten wees in zijn berucht artikel
„Donker Soest" en was het evenmin noodig
geweest, dat ons natuurdorp aan de geheele
Nederlandsche natie werd afgeschilderd als
een stuk oerwoud, waarin kanibalen weelde
rig en onbezorgd leefden.
Wat zegt U? Was dit artikel van voren
tot achter fantasie? En de vervalschte be
grooting met haar 38 veranderde posten, was
dat ook fantasie? En het Grondbedrijf dan
en het beleid van dat bedrijf? Noemt U dit
allemaal fantasie en sensatie en kost om in
dagen van gemeenteraads-verkiezingen door
de" kiezers te worden gebruikt om daarna
diezelfde heerlijke spijzen weer als bedorven
en ondeugdelijk voedsel uit te braken. En
de knoeierijen in de gas-affaire ook al fantasie
en sensatie?
VAN KNELIS.
Neen geachte lezer, gij meent Soest te ken
nen. Soest met zijn heidevelden, met zijn
duinen, zijn pijnbosschen en heuvels. Soest
met zijn korenvelden, zijn akkers en veen-
landen. Soest met zijn weiden, zijn Eem en
zijn Koninklijke behuizinge. Soest met zijn
najaarsstormenSoest in zijn zomerkleed en
in zijn winterpij.
Neen geachte lezer, gij meent, dat gij Soest
in zijn hier genoemde kwaliteiten kent,
omdat Jan U hierop heeft gewezen in zijn
artikel „Donker Soest", voorkomende in het
eerste en laatste geïllustreerde nummer van
„De Soester" van 28 Jan. j.1.
Maar al zegt Jan dit nu nog elf maal
elf keer (neen ,ik noem dit cijfer niet met
eenige bedoeling) of al zóu men U een der
stichters van Soest kunnen noemen en dit
VOOR VILLA'S f 0.60 PER MILLE EN IN
BOEDELS f 0.30 PER MILLE.
Bij het station Soestdijk
Wat zegt U, noemen ze dat ook politiek?
Het is mogelijk. Ik weet van die zaken
niet veel. De schoonmoeder van den vroe-
geren eigenaar van mijn zwager's hond zei
altijd:
De politiek in raad en staat
Is voor gemeent' en rijk veelal een kwaad;
Wie in dit gareel wil loopen,
Moet eerst geweten en ziel verkoopen.
En aan dezen uitspraak houd ik mij maar.
Maar al noemt gij elke letter van Jan
fantasie, dan nog zeg ik U, dat gij Soest niet
kent, anders moest het U ook thans bekend
zijn, dat Frans en Teus besloten hebben
voor zij het door Jan ontdekte grondgebied
voor goed zouden gaan verlaten, een groot
Toen we voor een paar weken schreven
oVer de kinderaftrek bij de inkomstenbelas
ting onzer gemeente en als voorbeeld stelden
een regeling zooals die geldt bij de gemeente
de Bilt, namen we ons voor, ook aan te
geven, op welke wijze, de derving van in
komsten voor de gemeente, bij invoering
van dat stelsel kon worden vergoed.
Er zat toen bij ons voor, een reeds vroeger
geopperd denkbeeld om een belasting te hef
fen op de waardevermeerdering van de
gronden, in onze gemeente gelegen.
Straks komt het uitbreidingsplan aan de
orde en dan zal het zaak zijn, een en ander
te bezien, al was het beter, veel beter ge
weest, als die regeling reeds van te voren
klaar gemaakt was.
Hieraan zit nog een ander denkbeeld vast,
n.l. de intrekking van de gehate en onrecht
vaardige straat- of wegenbelasting.
Deze belasting is indertijd ingesteld om uit
de opbrengst zoogenaamd de inkomsten-be
lasting te kunnen verlagen, wat onzin is,
want de inkomsten-belasting, ze piag niet
laag zijn, de aanslagen zijn tamelijk recht
vaardig, uitgezonderd dan voor de groote
gezinnen. Maar schreeuwend onrechtvaardig
is de straat- of wegenbelasting. En zeg nu
niet, dat is weer zoo'n dokter, die zelf van
die belasting af wil, want laat ik u vertellen,
dat ik daar geen cent aan betaal, dus tamelijk
wel neutraal ben. Met de belasting op. de
waardevermeerdering staat het zoo:
Iemand bezit land of grond, waar een weg
of een pad door komt. Dan stijgt die grond
meestal geweldig' in waarde, waai' alleen de
eigenaar profijt van heeft. Is er hu een be
lasting op die waardevermeerdering, dan
trekt ook de gemeenschap haar profijt daar
van. Dat is niet socialistischdat is ook
niet onbillijk, want die eigenaar heeft daar
niets voorgedaan, maar 't is de gemeenschap,
die dien weg of die straat door dat stuk
grond projecteerde en zonder dat de eige
naar er iets voor doet, gaat de waarde van
dien grond met een sprong omhoog, 't Is
dus juist billijk, dat ook de gemeenschap
in den vorm van een belasting óp de waarde
vermeerdering daar iets van krijgt als beloo
ning.
Wat wij hier schrijven is niet iets nieuws,
maar is in verscheidene gemeenten van ons
land toegepast, o.a. in Den Haag.
Onze gemeente heeft indertijd groote som
men uitgegeven, voor aanleg en onderhoud
van nieuwe wegen door nog onontgonnen
terrein dikwijls.
Daarvoor moeten we nu nog jaarlijks
groote sommen als rente en aflossing beta
len, welk geld door middel van inkomsten
belasting geïnd wordt.
't Valt niet te ontkennen, dat vele grond
eigenaren, met die wegenaanleg goed zijn
geweest en een zoet winstje voor hun gron
den gemaakt hebben.
We misgunnen dat die menschen volstrekt
niet, maar vragen alleen: Is het niet recht
vaardig, dat ook de gemeente, welke die
wegen aanlegde en betaalde, ook haar deel
ontvangt van de waardevermeerdering, wel
ke enkel en alleen door haar dienst, het aan
leggen van die wegen, ontstaan is?
Bovendien, de wet geeft den gemeenten
de bevoegdheid deze baatbelasting in te
voeren.
In de Tweede Kamer is die wet indertijd
Soest, 12 Nov. '28.
Mijnheer de Redacteur.
Ondergeteekenden verzoeken beleefd op
name van onderstaande regelen in Uw veel
gelezen blad, waarvoor bij voorbaat dank.
Hetgeen hier volgt is als request ingediend
bij den Raad der Gemeente Soest.
Aan den Raad der Gemeente Soest, geven
ondergeteekenden, allen grondeigenaren en
bewoners der gronden langs de Talmalaan,
met verschuldigden eerbied het navolgende
te kennen;
dat zij in het bezit kwamen van het aan
slagbiljet der straatbelasting over het jaar
1928, maar, dat zij ernstige bezwaren naar
voren meenen te moeten brengen aangaan
de de betaling van deze belasting.
Zij vragen zich af voor welk doel deze be
lasting voldaan moet worden, daar de toe
stand van de Talmalaan, thans toch wel on
houdbaar is geworden en hun nu reeds meer
dan drie jaar geleden de belofte gedaan is,
dat deze weg grondig verbeterd zou worden
en dringen dan ook beleefd aan op een
herziening hunner straatbelasting, die voor
een weg als genoemde, zeer zeker niet toe
laatbaar genoemd mag worden.
Dezen zomer werd na gehouden besprekin
gen en persoonlijk bezoek bij verschillende
bewoners door vertegenwoordigers der ge
meente met alle grondeigenaars overeenstem
ming verkregen en de toezegging werd ge
daan, dat over de nog in den weg staande
schuur zoo spoedig mogelijk de onderhan
delingen zouden worden geopend en de nieu
we straat heel spoedig klaar zou zijn. Ach
teraf is gebleken, dat deze onderhandelingen
nooit werden gevoerd en bij navraag hier
maar door de betrekkelijke personen werd
voorgegeven alsof alles in vollen gang was.
Thans staan de zaken nog evenzoo, als
ruim drie jaar geleden en verzoeken wij Uw
College beleefd doch dringend een onderzoek
te willen doen instellen naar deze manier
van onderhandelen, waarvan wij de dupe
zijn geworden. Wij willen u dan tevens me-
d fd rel en, dat wij. onze gegeven toestemmin
gen, zooals die indertijd werden ingezonden
aan den wethouder van Publieke' Werken,
per 1 Januari weer wenschen in te trekken,
indien dan nog geen eind gekomen is aan
den beklagenswaardigen toestand van de Tal
malaan, hetgeen naar onze meening dan toch
lang' genoeg geduurd heeft.
Wij verzoeken beleefd doch dringend ons
request omtrent de straatbelasting onder de
oogen te willen zien, daar wij er niet geheel
mede in overeenstemming zijn een dergè-
lijken „hoogen" aanslag te betalen voor zulk
een straat.
Wij verblijven met verschuldigde hoog
achting,
De bewoners van de
Talmalaan van no. 3 tot 17.
ZONDAG.
De hoogste kunst is zóó te werken, zóó
te spreken, dat de kunst op den achtergrond
blijft.
MAANDAG.
Pak aan, ga er op uit, zie, wat de besten
onder de anderen doen. De reden, dat velen
zich de mooiste gelegenheid zien ontglippen
is, dat het hun ontbreekt aan waarnemings
vermogen en aan de lust om zich in t«
spannen.
DINSDAG.
De zintuiglijke waarneming is het funda
ment van alle kennis.
WOENSDAG.
Eerlijkheid duurt het langst; maar hij, dit
om deze reden eerlijk is, is niet eerlijk.
DONDERDAG.
Het auditorium is dikwijls de beste leer
meester. Van onze hoorders kunnen wij veel
leeren, vooral als zij het niet met ons een*
zijn.
VRIJDAG.
De grens van de kracht der «tem wondt
aangegeven door de welluidendheid.
ZATERDAG.
Alle kennis is herinnering. Kennis is een
gebouw, opgetrokken uit de verschillende
geestelijke bouwsteenen in een juiste orde
gerangschikt volgens een verstandig plan.
15 cent per K.M.
Dag en nacht te ontbieden.
TELEFOON 2247.
jaar dus juist 900 jaar oud zijn, of meer nog, afscheidsfeest te organiseeren, aan welk feest met algemeene stemmen aangenomen, zoo-
De benoemingen aan onze gemeente.
Bij den dienst van Openbare Werken al
hier werd noodig geoordeeld aanstelling van
een Klerk-typist(e). In één der raadszittin
gen stelde het raadslid Busch voor een half
krachtje te nemen ojj een salaris van f 600.-,
doch dit voorstel werd onmiddellijk verwor
pen door den Wethouder van Openbare Wer
ken Koenders, die een kracht verlangde, vol
komen voor dien taak berekend; kortom, een
geroutineerde kracht op een aanvangsalaris
van f 1200. - per jaar.
Na plaatsing van een annonce in verschil
lende bladen kwamen hierop 112 brieven
binnen van diverse liefhebsters en liefhebbers,
waaronder ook uit onze gemeente. Eenige
van die dorpsgenooten waren mij bekend en
had ik, gezien hun capaciteiten, niet anders
verwacht, dan dat één hunner benoemd werd.
Doch hoe ontnuchterend was de uitkomst.
Zij werden wel, ondanks hun uitstekende
ingeleverde getuigschriften waarin vermeld
werd, dat zij geschoolde krachten waren,
zeer vlijtig en berekend voor hun werk, toch
nog opgeroepen voor het proefwerk, waar
bij zoo weinig kennis werd gevraagd, dat
zij vast overtuigd waren, dat genoemd werk
uitstekend door hen werd verricht. Ik vraag
mij echter af: Was het alreeds vastgesteld,
door wie die vacature moest worden ver
vuld? Want toen één der sollicitanten uit
onze gemeente op het spreekuur van den
Burgemeester hem om een onderhoud ver
zocht, werd haar door den conciërge van
uit de gang toegeroepen, dat de Burgemees
ter niet was te spreken, wanneer het haar
sollicitatie betrof. Dit had door hem zelf
toch wel op een andere manier kunnen wor
den medegedeeld en zooiets niet door een
conciërge.
Dinsdag j.1. viel over deze zaak echter de
beslissing, en werd er iemand benoemd uit
Amersfoort, ook werkeloos, evenals de solli
citanten uit Soest, doch zonder kantoorrou
tine, kort geleden geslaagd als steno-typiste.
Dus een vreemdeling boven een dorpsgenoot.
De gemeente geeft aan diverse werkgevers
wel een schitterend voorbeeld. Een en ander
was toch in strijd met hetgeen voor deze be
noeming was vastgesteld? Dochen
WIJ BRENGEN IETS NIEUWS.
KOMT U EENS KIJKEN?
Schemerlamp, compleetf 25.
Schemerlampjes, vanaff2.50
Huiskamerlamp f3.—
Electrische Strijkboutf 4.—
Theelichtjes f2.10
Gascomfoor f 1.75
GROOTE KEUZE LAGE PRIJZEN
LAANSTRAAT 48, BAARN - TELEF. 79
hier wringt hem de schoen, een katholiek
wethouder moest beslissen en dan schijnen
de capaciteiten der werkkrachten niet mee
te spreken. Dan wordt schijnbaar alleen ge
let op geloof en richting. De dorpsgenooten,
die ik bedoel, waren Protestant, terwijl de
benoemde kathgliek is. Waren er geen ka
tholieke dorpsgenooten onder de sollicitan
ten? Waarom dan die niet benoemd?
Het is zeer te betreuren, dat de vervulling
van zoo'n vacature afhankelijk is van gods
dienst én zal het aanbeveling dienen, dat bij
'een eerstvolgende oproeping een bepaalde
godsdienst als eïsch wordt gesteld, ter voor
koming van kosten en teleurstelling.
A. van D.
Afm. 20-30 en 30-50 m.M. f3.50 per H.L.
Afm. 10-20 m.M. f2.30 per H.L.
Alleen bij ons verkrijgbaar.
SOEST:
Nieuwstraat 14 Telefoon 2103
BAARN:
Terrein B.S. Telefoon no. 274.
Na 6 uur Huis LAANSTRAAT 118
Telefoon 83.
O
3
Geachte Heer Redacteur.
Het onderstaande bied ik U beleefd ter
plaatsing aan, in de hoop, dat het óók onder
de oogen moge komen van „H.H. Bestuur-
deren van Soest" en alzooverbetering
niet moge uitblijven.
Wij, dat zijn de vele vreemdelingen van
wijd en zijd, die zich de laatste jaren te Soest
vestigden met de noodige illusies over het
wonen in dit mooie villadorp, zijn vrijwel
allen erg gedésillusioneerd geworden.
Velen trokken alreeds weder lang weg,
na kortere of langere vestiging.
Het is en blijft hier een komen en gaan
en de reputatie van Soest, ook hierdoor,
wordt er niet beter op.
Wat zijn de diverse redenen?
Vooreerst en in hoofdzaak: de ergerlijke
hooge gemeentebelasting. Dit behoeft ver
der geen coommentaar, elk inwoner van. Soest
is het een obcessie.
Ten tweede, de op verschillend gebied
primitieve toestanden, die hier bestaan en die
men niet zou verwachten in de gemeente
Soest, modern(?) villadorp en zomer-residen-
tie van H.M. de Koningin Moeder.
Want, men zal mij moeten toegeven, dat
in vele dingen de toestand volstrekt onvol
doende is:
le. Het politietoezicht schiet volstrekt te
kort door gebrek aan manschappen. Overlast
van ongewenschte en ongure elementen on
dervindt men eiken dag. Politie is dan niet
of eerst na lang wachten en dan. „te Iaat"
aanwezig.
2e. De reinigingsdienst is, voor een groote
gemeente, allertreurigst. Men zie it? verband
hiermede, hoe vele openbare wegen ontsierd
worden door allerlei neergeworpen afval, pa
pier enz., 't welk zoo goed als noodt geruimd