RADIO-CENTRAIE „SOESTDIJK"
Sieenhoiisen co., MuizersM 67a
GAS PRIJS ViRLAGINGi
Eeieersiemasadres
Staatsmiin producten
F.BREURE
Luxe Auto-verhuur
Dl L D: MER CO S
D, F. VOIGT
VEN EMA
PALTHË. 20°[0
;l, lieuuistr. li Telei. 2103
gaarn. Terrein SI leidtoon 274
Laanstraat 118, Telefoon 83
KRABBELS
Uitgave: G. J. SMIT, Soestdijk. BureauVan Weedestraat 35, Telefoon 2181
OE EERSTE GOOISCHE
HULPBANK
Een wacht voor
de poort.
Zorgt, dat gij mt de a»s» Feest
dagen aangespten zijt op de
C. BRAAKMAN
BRANDSTOFFENHANDEL
C. Verschoor, Nieuwtsr. 57
voor
7« Jaargang
Vrijdag tdaoamber 1926
No. 60
DE 5EE5TEÖ CDLDWT
Abonnem«ntsprijs voor Soestdijk, Sotst tn Soestïrbtrg, 25 cent per
3 maanden.
Voor buiten 50 cent per 3 maanden.
ONZE RIJMKRONIEK
Bijdragen, niet grooter dan 48 eo niet kleiner dan 36 regel», mogen
VOO» de»» rubriek worden ingezonden. Bij opname vergoeden wij voor
actoeele (niet plaaticUlke) gedichten f 2.50. (Nadruk verboden)
(Ingezonden.)
IN MIJN BOOM
Langs mijn venster zie 'k ze dwarr'len,
Vallend uit mijn hoogen boom.
'k Zie ze naar beneden warr'len
Vlug de een en d' ander loom.
Doch een einde vindt elk blad
Tusschen bruin geworden heesters,
Onder struiken zonder blad
Of op 't grijze kiezelpad.
Zondag heb ik liggen turen
Door mijn vensterruiten heen,
Hoe in tijd van enk'le uren
't Oansche bladerdak verdween.
Door den zwaren wicht van regen,
Door den wind dooreen geschud,
Is de dunne steel bezweken,
't Blad viel neder, uitgeput.
En nu staat mijn boom daar treurig,
Zonder blad en zonder sier.
Tot voor korten tijd zoo fleurig,
Schuilplaats biênd aan 't vogeldier.
Ach mijn kleine dart'le vrinden,
Zijt ge Uw beschutting kwijt?
Kunt ge nergens schuilplaats vinden?
Kale boomen wijd en zijd.
Doch zij schijnen zonder zorgen
Over 't lot aan hen beschikt.
In de schem'ring van den morgen
Als het daglicht welf'lend blikt.
Vroolijk zingen, kwink'len, fluiten
Hoor ik reeds hun jubbellied,
Noodt hun vroolijk lied mij „Buiten",
Schoon mijn oog hen nauw'lijks ziet.
'k Zie ze door de takken wippen,
Druk steeds zijn ze in de weer,
Hier wat vinden, daar wat nippen,
Dankbaar tjilpend keer op keer.
Hebben zij ons wat te leeren
Met hun vroolijk blij geluid?
Ja, want ondanks veel ontberen
Jub'len ze hun danklied uit.
Bijkantoren: VAN DE VEFTS Boekhandel, Btm ca J. VAN DAM, Rademaker.tr. 15, Sowtcrtere
V A ARÏWES 41
HILVERSUM
VERSCHAFT CREDIETEN
OP GEMAKKELIJKE
VOORWAARDEN
GEOPEND ALLE WERKDAGEN
VAN 10—1 UUR EN MAANDAG-,
WOENSDAG- EN ZATERDAG
AVOND VAN 7-8 UUR.
„Dit is het kenmerk der waarach
tige Liefde: dat zij niet kan ver
bitteren."
Een zeer behartenswaardige raadgeving is
voorzeker deze: „Stel een wacht voor uwe
lippen".
De mond toch is de poort waardoor de
gedachten de wereld ingaan, dus vóór die
poort dient een wacht gesteld, die alles wat
daar uitgaat, streng en nauwgezet controleert.
Die controle mag natuurlijk niet uitsluitend
door de voorzichtigheid worden waargeno
men, want dan houdt laatstgenoemde eer
lijkheid en oprechtheid al te zeer terug. Lief
de en vriendelijkheid voor anderen behooren
bij die controle de voorzichtigheid te assistee-
ren en mede bij de poort zitting te houden en
het „gezond verstand" zal de functie van
wachtcommandant behooren waar te nemen.
De woorden, die onzen mond verlaten,
voeren ongetwijfeld onze gedachten mede,
doch zeer zeker niet altijd onze gevoelens.
Voorzichtigheid houdt bij den mensch, me
nigmaal maar al te veel de ware gevoelens
terug en laat waardelooze surrogaten daarvan
zonder bezwaar door. Liefde en vriendschap
protesteeren daartegen menigmaal en op
rechtheid en eerlijkheid laten zich, ontstemd
en niet zonder protest, weder naar binnen
duwen. Doch voorzichtigheid, liefde en me-
dedoogen reiken elkander ook wel menigmaal
de hand daar, waar het gesproken woord vee]
kwaads zou verrichten. Zij verscherpen dan
met recht hunne controle.
schouwen, ons zielsoog moet waarnemen en
ons eigen verstand moet, aan de hand van
een strikt rechtvaardigheidsgevoel, oordeelen
alvorens onze mond uitspraak doet, al
vorens onze handelingen naar hunne resulta
ten worden ingericht en ten uitvoer gebracht.
Onze mond de poort waardoor onze
gedachten en bijgevolg ook onze wenschen
en ons willen uitgaan moet ten alle tijde
streng worden bewaakt, maar over den drem
pel van die poort mogen de in orde bevon
den gedachten, meeningen en gevoelens vrije
lijk de wereld en de vrijheid ingaan. Wij
mogen geen moordkuil van ons hart ma
kenuit vrees, dat onze ware gevoelens
mede zullen ontsnappen. Want juist op die
ware gevoelens hebben onze medemenschen
het volste recht. Recht en billijkheid bestaan
niet slechts, om van anderen te worden ge-
eischt. De poortwacht is menigmaal wel wat
nalatig en flauw en laat daardoor drogrede-
neeringen, overdrijvingen en fantastische be
schouwingen maar al te dikwijls, zonder te
genwerpingen en ongehinderd door. Het ge
vaar daarvan voor anderen, maar ook voor
onszelf, behoeft ter nauwernood aange
toond; het is duidelijk waarneembaar. Die
open mondpoort en die onbetrouwbare
poortwacht, die menigmaal niet op haar post
is, mogen als de 'onmiddellijke oorzaken
worden beschouwd van nameloos menschen-
leed, van groot gevaar en van veel verwar
ring. Er zijn maar al te zeer menschen te
vinden, die oordeelen zonder zelf ervaren
te hebben, die op gezag van anderen hun
ne conclusies maken, die onware voorstel
lingen zonder nadenken verspreiden en me
nigmaal zelf nog wat bijkleuren of aandik
ken. Ja, die poort zonder poortwacht maakt
heel wat slachtoffers; doch de poortwacht
zelf is nu en dan ook lang niet veilig. Zij
toch houdt veeltijds heel wat terug, waar
aan noodwendig de ruimte moest worden
gegeven en dat de wijde wereld behoorde
te worden ingezonden, om begane on
rechtvaardigheden te herstellen en wreede
vonnissen te herroepen.
De onbewaakte mondpoort heeft oorlogen
te weeg gebracht, heeft aan duizenden en
nog eens duizenden het leven gekost, heeft
scheiding gebracht waar liefde had vereend,
heeft misverstanden doen ontstaan, die nim
mer zijn opgehelderd, heeft bloesems doen
afrukken, die heerlijke vruchten zouden heb
ben gegevven en bloemen doen verflensen,
die liefelijk zouden hebben gegeurd. Hoe
lichtvaardig toch worden menigmaal woor
den daarheen geworpen, die dieper wonden
dan het scherpste zwaard. Wat brengt, be
halve het onbedachtzaam uitgesproken woord,
de opzettelijke leugen niet al ontroering, vaak
ontsteltenis te weeg. Gewone babbelzucht
kan oorzaak worden, dat iemands ongerepte
naam door het slijk wordt gesleurd, dat de
eer van hem of haar voor altijd wordt be
zoedeld. En dit alles, omdat de poortwacht
niet aanwezig was, of wel niet nauwgezet
handelend optrad. O, rechtvaardigheid, In 't
oordeelen kan zooveel duisternis voorkomen,
zooveel licht maken wat duister is. Een
vriendelijk, deelnemend of rechtsprekend
woord kan zooveel machtiger blijken te zijn,
dan 'n scherpe, vinnige uiting, dan een be
vooroordeelde of partijdige uitspraak, die
toch altijd verbittert en nimmer iets goeds
uitwerken.
De mensch ook de verstandige, de ern
stig zoekende mensch, wordt meerendeels
ten strijde geroepen door zijne neigingen,
door zijne hartstochten en vooral ook door
zijne zwakheden. Het verstand heeft de zware
taak, dien strijd tot de overwinning te leiden.
Achter de mondpoort, die de uitgang van
's menschen gedachten is, wordt die strijd
gestreden; en onze gedachten verlaten, door
het verstand, door het rechtsgevoel en niet
het minst door de algemeene menschenliefde
gecontroleerd, de mondpoort. Zóó althans
zal het zijn, wanneer „de wacht" vóór de
poort aanwezig is en haar plicht doet on
verflauwd en streng. O, de liefde heeft, bij
het onderzoek der gedachten, het verstand
sterk te steunen en haar taak is mede zwaar.
Hier wordt niet zoozeer bedoeld de per
soonlijke Hefde, die maar al te vaak hare
zwakke zijde heeft, wat men zou kunnen
noemen „le défaut de sa qualité". Neen, het
is die algemeene liefde, die niet verwant is
aan vleesch en bloed, die niet geïnspireerd
wordt door persoonlijke gehechtheid en be
wondering, maar die geheel vrij staat, waar
zij ook geroepen wordt en in functie
treedt. Het is die eerlijke, die bedachtzame
en toch spontane liefde, die alle schoonheid
in zich heeft en die volkomen zuiver is van
eigenbelang, van trots, eerzucht, vereerdheid,
en verdere aanklevende zwakheden. De lief
de, die sterk staat, die geen uitzonderingen
maakt, die niet aan het lijntje loopt van per
soonlijkheden, is als 't ware de rechterhand
van het verstand en mede van het recht.
Deze liefde staat veel hooger dan onze per
soonlijke liefde, die menigmaal maar al te
ADVERTENTIEPRIJS: van 1—5 regels f0.75. Elke regel meer 15 ceot
Advertenties tusschen de tekst dubbel tarief.
Bij contract belangrijke korting.
Het goedkoopste, eenvoudigshet meest bevredigende
Direct na de meteropname over DECEMBtt zullen de volgende tarieven voor gas
verbruik j-lden:
,a. bij een verbruik tot 50 M3. per maand V* cent per M3.;
b» bij meer dan 50 doch minder dan 100 f3. per maand, voor de eerste 50 M3. 12
cent en voor het volgend verbruik 10 per M3.;
bij elk verbruik van 100 M3. per maandl n daarboven, vervallen eerstgenoemde prij
zen en wordt inplaats daarvan berekend:
per maand een tariefrecht van f6.— en bofndien voor elke verbruikte M3. 5 cent,
Venbruiks- of vastrechtcontracten behoevenpet afgesloten te worden.
Onder maandverbruik wordt verstaan het |sverbruik tusschen twee elkaar periodiek
opvolgende meteropnamen.
De meteropname over December geschiedt iiHfanuani.
Tevens worden per 1 Januari de kosten fi'or aansluitingen belangrijk verlaagd.
Voor iedere aanvrage wordt kosteloos schxi telijk prijsopgave verstrekt.
Indien gewenscht worden toestellen in huufljiop gegeven.
Vraagt inlichtingen aan het kantoor van het bedrijf.
Geopend op werkdagen van 9—12 uur en b'an 1—5 uur
TELEFOON®». 2161.
Zaterdags van 9—12 uur.
Doch de werkelijke liefde, die niet verbit-,
teren kan, die vreugde en vrede wil versprei
den, moet deel uitmaken van de wacht voor
onzen mond. VIKING.
INGEZONDEN STUKKEN
Het „Stel een wacht voor uwe lippen», be- ioor de vin zW w njet en
teekent evenwel met zoo zeer „Wees bedacht ie
op eigen veiligheid, op eigen belang, op
eigen gemak en op het voorkomen van on
aangenaamheden voor Uzelf", dan wel:
„Overweeg de belangen, de vreugde en het
levensgeluk van anderen". Somtijds toch vor
deren deze belangrijke argumenten, dat onze
woorden, die onze gedachten naar buiten
willen brengen, met kracht worden terugge
drongen; doch niet zelden ook waarschuwen
ons geweten, onze liefde, onze vriendschap
en ons rechtvaardigheidsgevoel ons: om toch,
vooral en zonder voorbehoud, uit te spreken
wat wij door overtuiging meenen en wat
ons gevoel ons dringt te openbaren. En in
dat opzicht mogen wij absoluut niet de
raadgevingen, de meeningen en inzichten van
anderen volgen, maar moeten wij uitsluitend
rekenschap houden met onze eigen erva-
varingen, ons eigen beterweten en vooral
naar de rechtsprekende stem in ons binnenste
luisteren. De beweegredenen van anderen
en hunne uitspraken mogen niet onvoor
waardelijk en zonder uitsluiting de onze zijn.
Onze eigen stoffelijke oogen moeten aan-
niet recht is, en die ook niet geheel vrij is
van een zekere trots, die meestal uit gene-
gcnheldsbewondering ontstaat. Bijv.: onse
eigen kind is „het kind", onze zoon of broe
der, die officier is, is „de officier" enz.
De hooge liefde hier bedoeld, moet be
slist deel uit maken van de wacht aan de
poort, waardoor onze gedachten naar buiten
komen. Want het verstand alleen, wordt me
nigmaal overrompeld, en ons rechtvaardig
heidsgevoel is meermalen niet op zijn post.
Een nauwgezette poortwacht is zeker wel
mede de beste waarborg voor onze ziels
rust, voor onzen vrede en voor ons werke
lijk geluk.
Drogist.
Gediplomeerd Opticien.
BUROEM. GROTHESTRAAT 28 - Soestdijlc
Eerste Soester Electr. Brillenslijperij.
GR00TE SORTEERING FOTO-ARTIKELEN
Geachte Redactie,
In Uw nummer van 30 November j.1. komt
een ingezonden stuk voor van den Heer Ka-
zius, naar aanleiding van een gedicht „De
Nieuwe Tijd", opgenomen in Uw blad van
23 November j.I.
De eerlijke openhartigheid aangaande de
toestanden van vroeger, die de Heer Kazius
veroordeelt, als zijnde ver beneden het peil
van onze tegenwoordige samenleving, heeft
mij de pen doen grijpen om óók eene be
schouwing; te geven.
Laat ik Keg.11n'éhItëeï' KaztuS,
volkomen gelijk te geven over de door U
gesignaleerde vroegere toestanden. Of hierin
een kern van waarheid is, dat onze tegen
woordige samenleving, menschwaardiger leeft
als vroeger, is een punt dat ik U betwist.i
Ik ben geen partijman en staar mij niet
blind op partijbeginselen, weshalve ik het
nïet zal hebben over de fooi van ouderdoms
pensioen en wat dies meer zij.
De door U bedoelde pensioenen gelden al
léén voor hen, die, dank zij vriendjes, partij
of andere bemoeiingen kans hebben gezien,
in 't leger van goed betaalde Rijks- en Ge
meentefuncties, werkzaam te zijn. Voorna
melijk is de verpotitieking der heeren regeer
ders hiertoe bevorderlijk geweest. Het ove
rige gedeelte der bevolking telt niet mee.
De sociale bevoorrechting geldt voor be
paalde groepen.
En, als U cijfers wilt over den toestand
der huidige samenleving, wil ik ze eerstens
geven over de hoofdstad van ons rijke Ne
derland, van de stad Amsterdam. Ik heb
juist voor mij liggen de statistiek van den
Armenraad over 1926—'27.
Hieruit blijkt mij uit het rijk gedocumen
teerde rapport, dat in Amsterdam 10 pCt.
d.i. een tiende gedeelte der bevolking, moet
worden onderhouden door de gemeentekas,
particulieren en liefdadigheidsvereenigingen.
Voelt U, mijnheer Kazius, 't verschil tus
schen oud en nieuw?
Wilt U gegevens uit andere steden, ook
Buitenlandsche?
Dan zijn de gegevens uit Soest óók nog
de moeite van overpeinzing waard.
Uw beschouwing zou mogelijk een indruk
maken, dat de tijd van onze hedendaagsche
sociale vooruitgang, superieur is aan vroe
ger, doch dan roep ik U toe: slechts ten deeTe
is het waarheid.
De armoede is m.i. zelfs percentsgewijze
grooter, doch minder merkbaar, door regle
menteering en organiseering hiervan.
Ik hoop, dat U deze teere doch schrikba
rende verschijnselen, ter beoordeeling aan
meer bevoegden wilt overlaten.
Er wordt al genoeg hiertoe misbruik ge
maakt door 't propageeren van valsche leu
zen en door verschillende gezindten.
U dankende, geachte redactie, voor de
verleende plaatsing.
Hoogachtend,
A. W. P. VISSER.
Soest, Dec. 1928.
o
TOT OVERMAAT VAN RAMP
iemand werd bezocht en waarvan de Soes-
Lrs zelf niet eens het bestaan kennen, tot
overmaat van ramp" te gaan ontginnen.
Mij dunkt, -dat de weg, dien de Heer Tol-
rt,an inslaat, de beste methode is, om den
Raad van Soest en de publieke opinie tegen
zich in te nemen.
En 't zou me dan ook niets verwonderen
dat, indien de Raad van Utrecht op de een
of andere wijie van z'n inmenging in deze
zuivea" plaatselijke kwestie (waar die Raad
van Utrecht pok in 't minst niet mede te
maken heeft, dlleen dan misschien voor zoo
ver zij zich aan den Heer Tolman heeft ge
bonden door afspraak) liet blijken, de Ge
meenteraad van Soest, dat protest of op wat
ijze die inmenging ingekleed mocht zijn,
[aast zich zou neerleggen en gewoon zijn
ni gaan.
één uitdrukking kiinnen we den Heer
'blman dankbaar zijn. Want het geeft een
kijkje op de mentaliteit dier Heeren „woes
tijn vriend en".
Hij vindt het „een overmaat van ramp", als
er grond, welke er nu woest bij ligt, ontgon
nen wordt.
Hij vindt het dus „een overmaat van ramp'
als er, waar nu distels en erica groeien, gol
vend graan ruischt.
Hij vindt het dus „een overmaat van ramp"
als er menschen aan die ontginning werk
vinden, welke nu geen arbeid hebben.
F.C.KuiperstraatIO - Telefoon 2169
op alle Stoom- en Verfprijzen.
kruipdennen, korhoenders en slakken.
Welvaart voor de Geldersche Vallei?
Nooit, zegt de Heer Rinke Tolman. Hij
wenscht liever woestijnen dan grond, welke
voedsel voortbrengt voor mensch en dier.
De vraag dringt zich aan ons op: „Waar
om gaan die Heeren van de vereeniging tot
behoud van Woestijnen en Moerassen niet
naar de Sahaar? Dat is voor hen toch een
Eldorado? Misschien als ze daar een jaar of
vijf gedeporteerd waren geweest, dat ze dan
wel lid werden van de anti-Heide Maat
schappij en hun woestijn-taktiek er aan
gaven.
Met dank voor de plaatsing,
H. v. d. L.
P.S. Eén geluk heeft de woestijn-veree-
raigiing. De Burgemeester van Soest verzet
zich ook tegen de te duchten schennis.
Die is dus ook voor woestijnen?
Dan ook maar naar de Sahara.
Beleefd deel ik hierdoor mede, dat
niet meer als vertegenwoordiger voor
mijne firma werkzaam is.
Wij verzoeken daarom een ieder aan
hem geen bestellingen voor ons meer
ep te geven.
KERKPAD N.Z. 19 - TEL. 2133
EEN WIJS WOORD VOOR 1EDEREN DAG
ZONDAG.
Schoonheid duurt kort en men went er
aan, goedheid kan ons gansche leven du
ren en daaraan waarde geven.
MAANDAG.
Als ge klaagt over kleine huiselijke las
ten, die ge wel zoudt willen ontvluchten,
beproef dan eens of het niet aangaat die
lasten in lusten te doen verkeeren, door ze
met liefde te volbrengen.
DINSDAG.
Niets maakt vroolijker en gelukkiger dan
arbeidzaamheid. Het spel der kinderen is,
in tegenstelling met het onze, gewoonlijk de
uiting van ernstige werkzaamheid, maar in
luchtiger vormen.
WOENSDAG.
De herinneringen aan het ouderlijke huis,
zijn als 't geruisch eener kabbelende beek
in de woestijn des levens.
DONDERDAG.
„Indien ik een berg opbouw", zeide een
wijsgeer, „en ophoud vóór de laatste mand
vol aarde op den top is aangebracht, dan is
mijn werk mislukt".
VRIJDAG.
Ieder mensch drukt op zichzelven het
stempel zijner waarde en wij zijn groot of
klein, zooals wij dat zelf willen.
ZATERDAG.
Volhardt tot het einde.
PLUIMVEE, TUINBOUW ENZ.
Viagen. deie rubfek betreffende, kunnen worden gejonden aan
Heer G. J. Lleibout. Dlr. Landbouwschool. Montfoort. Postzegel gi
en een halve cent voor antwoord Inilulten. (Nadruk verboden.)
Geachte Redacteur.
Mijn oogen heb ik uitgewreven, toen ik
in Uw blad het adres Jas van den Heer Rinke
Tolman, gericht aan den Raad van
Utrecht.
Toen ik dat las, bekroop mij de gedachte,
dat er een soort geheime afspraak is ge
maakt, tusschen de gemeente Utffecht en den
Heer Tolman. Een afspraak voor een „koe
handel". En dat nu het „voor wat hoort
wat", in toepassing moet komen.
Want wat heeft nu in 's hemelsnaam de
Raad der gemeente Utrecht er mede te ma
ken en wat kan hij er mogelijkerwijze aan
doen, wanneer de Raad der gemeente Soest
er toe besluit, om een paar „weergaloos
mooie jeneverbessen" een ander plaatsje te
geven en een terrein, dat nagenoeg waarde
loos bezit is en renteloos ligt, wat nooit door
Hij vindt het dus „een overmaat van ramp"
als de woeste gronden door den mensch in
cultuur wordt gebracht.
Hij vindt het dus „een overmaat van ramp"
als de mensch handelt naar het gebod Gods,
om de aarde te bewerken, welke door den
vloek uit zichzelven doornen en distels
voortbrengt.
En hij zou dus waarschijnlijk pas tevreden
zijn, indien de distels en het onkruid alle
cultuurgrond weer overwoekerden.
Wij zouden het „een overmaat van ramp"
vinden, indien menschen als de Heer Tolman
en anderen van die vereeniging van „woes
tijnvrienden" hun zin kregen.
Soest heeft belastingen, welke niet laag
kunnen genoemd worden.
Maar Soest heeft nog groote complexen
woeste gronden en wanneer het een gedeelte
dier gronden mobiel maakt en die hulpbron
nen gaat exploiteeren, doet het vele drin
gende zaken gelijk, waarvan we hierbovven
reeds enkele hebben aangestipt en - het zal
de finantiën in deze gemeente ten goede
komen.
En waartoe gaan die Heeren nu zoo te
keer, als er een stuk woestijn in cultuur
wordt gebracht? 't Heet dan met een mooi
woord, omdat er een stuk „recreatieterrein"
verdwijnt. Waar menschen uit de stad zich
kunnen recreëeren.
Maar zoodra heeft die vereeniging van
woestijn- en moerasvrienden niet de be
schikking of de zeggenschap over zeker ter
rein verkregen, of 't wordt voor het pu
bliek afgesloten, en alleen voor de leden der
woestijn- en moerasvereeniging toegankelijk.
En nu schijnen ze Soest in 't bijzonder
te hebben uitgekozen als terrein voor hun
woes tij n-activiteit.
Want wat een groote trom roerden die
Heeren niet voor zoo wat twee jaren, meen
ik, toen ze het uitbreidingsplan van de ge
meente mog niet gezien hadden en in optocht
in 't geweer kwamen en een oorheel
uitspraken over zaken, welke ze niet eens
hadden onderzocht.
Het Soester Veen? 't Moet een kweekplaats
voor muggen en wat waterplanten blijven.
De Eem? Moet onbevaarbaar blijven.
De stuifzanden? Moeten woestijnen blij
ven ten behoeve van wat jeneverbessen,
Avondverlichting in
kippenhokken.
Het is al eenige jaren mode, de winter
dagen voor de kippen te verlengen. De da
gen waren 's winters te kort om voldoende
voer te nuttigen en zoodoende ook 's win
ters een flinke eierproductie te hebben. Dit
was de reden. En velen hebben zich beijverd,
om die winterdagen te verlengen, niet voor
de kip, maar voor hun eigen portemonnaie.
Daar is niets op tegen. Als het maar goed ge
beul t. Ln velen zagen succta. Wat natuurlijk
toegeschreven werd aan de verlichting. En
wat lang niet altijd door de verlichting kwam.
Waar de betere hokken ook wel een gunsti
ge» invloed op zullen hebben uitgeoefend.
Tot nog toe wist niemand, hoeveel men
met die verlichting kon verdienen. Wel wist
men, dat het ons in de eerste plaats meer tijd
kostte, in de tweede plaats meer voer en in
de derde plaats een of ander verlichtingsma
teriaal. En of dat allemaal door de meerdere
eieren zou worden vergoed was wel te den
ken, maar niet zoo maar te bewijzen. Tot
Vorige week verscheen in diverse bladen
een publicatie van het Rijksproeffokstation
te Beekbergen, waar door den Heer Ir. Tuk
ker, Rijkspluimveeteelt-consulent, proeven
waren genomen met een verlichting der kip
penhokken. Hieruit valt voor ons veel te ke
ren. Tevens krijgen we een kijk op de groot
te van de meerdere winst. We zullen hier
onder het verslag bespreken en het voor
naamste voor onze lezers er uit halen:
Men begon de proef met Reds, geboren in
Maart en April 1927. De dieren werden ge
splitst in twee groepen, 47 hennen en 4 ha
nen in het hok wat verlicht zou worden en
47 hennen en 4 hanen in het hok waar geen
verlichting in zou plaats vinden. Die hennen
waren zoo verdeeld over de hokken, dat,
waar in de eene afdeeling -een hen werd ge
bracht, in de andere afdeeling steeds een
volle zuster van gelijken leeftijd werd ge
plaatst.
Half November gingen de hennen naar de
proefhokken. Toen pas begon de avondver-
lichting. Verschillende dieren hadden voor
dien tijd al een flink aantal eieren gelegd,
terwijl de vroegstgeborenen reeds aan den
rui waren.
In de verlichte afdeeling ging het licht aan
als het buiten begon te schemeren, terwijl
kwart voor acht het schemerlicht aan ging
tot acht uur.
De voeding bestond voor beide groepen
uit een goed mengsel meelvoer (ochtend-
voer) dat droog werd verstrekt en den ge-
•puojs u3Jaip jap gui>j>]iqos3q J3} Sep uspaq
Het graan bestond uit afwisselend tarwe,
haver, gerst, gebroken mals. De „verlichte"
dieren ontvingen het korrelvoer pas 's avonds
om half acht, de „donkere" dieren even
voordat het donker werd.
De verlichting is voortgezet tot half Maart.
De hieronder volgende cijfers beginnen pas
met 1 December 1927. Gedurende den win
ter legden de verlichte kippen meer eieren
dan de donkere, in de maanden April, Mei
en Juni wonnen de donkere kippen het. Maar
de verlichte kippen legden in totaalmeer 1089
eieren. Dat was niet mis, hè. Dat was per kip
meer aan eieren een bedrag van f 1.61 -
Hiervan moet natuurlijk iets af. En wel
eerst de verlichting. Deze kwam per kip op
18 cent. En ten tweede het meerdere voer.
Een verlichte kip heeft volgens nauwkeurige
berekening meer verbruikt voor 15 cent in
totaal. Dus per verlichte kip een zoet winst
je meer van f 1.61 min 18 ct. min 15 ct.
is f 1.28.
Het is wenschelijk de verlichting niet pas
in November, zooals in deze proef, maar in
October al te beginnen, 's Avonds even met
een lantaaju gaan voeren is niet hetzelfde als
wat bij deze proef is gedaan. Verlichting in
den morgen zal wel op hetzelfde neerkomen.
Dan is geen schemerlicht noodig.
Woordelijk komt de consulent tot de vol-
15 cent per K.M.
Dag en nacht te ontbieden.
TELEFOON 2247.
gende conclusies:
I. De verlichting heeft de productie gun
stig beïnvloed.
II. Het voedselverbruik was bij verlichte
dieren grooter dan bij niet-verlichte dieren.
III. Ofschoon met de verlichting laat was
begonnen, werd, afschrijving en onderhoud
van de lichtinstallatie buiten beschouwing ge
laten, per hen een financieel voordeel van
fl.28 verkregen.
IV. Naar de conditie der dieren te oor
deelen, bleek de Verlichting geen nadeeligen
-dc
istKutic der
en te
iivk-ed-,
ben.
Op een anderen keer eens over de practi-
sche toepassing der verlichting voor de kip-
penhouders.
Turfstrooisel voor tuin en stal
Per baal en per zak.
VAN KNELIS.
In een van mijn laatste krabbels heb ik
medegedeeld, dat door Frans, Teus en Jan
een plan tot fuiven was in elkaar gezet,;
wielke fuif bedoeld was als een waardig ein
de aan het verblijf van Frans en Teus op de
behuizinge „Donker Soest".
Ook heb ik toen gezegd, dat ik een oogje
in het zeil zou houden, wanneer dit festijn
zou plaats hebben.
Ik kan nu mededeelen, dat in de afge-
loopen week de fuif heeft plaats gehad en
ik moet zeggen, ons jaarlijksch Soester Gilde -
feest is er niks bij. Jammer was 't alleen,
dat Jan dien dag juist veel last van wormen
had en daardoor, zooals dit met zulke pa
tiënten meermalen het geval is, erg narrig
en vervelend was.
Aanvankelijk leek het dan ook of de avond
alleen zou worden doorgebracht met drin
ken, snoeven, plagerijen en een eerste-vioot-
spel van enkelen, in den geest dus zooals
men de Soester raadsvergaderingen pleegt
te houden en hierop was ik nu in 't geheel
niet verzot. Gelukkig kwam hierin plotseling
verandering toen Grada, ongeveer drie kwar
tier te Iaat, in de feestzaal verscheen.
Hoe die feestzaal was gevormd? Ja, dat
was heel practisch gedaan. De oude tram-
agens, die tot nu toe dienst hadden gedaan
als stoffeering voor de behuizinge „Donker
Soest", waren in hun lengte achter elkander
geplaatst, waardoor een lange feestzaal werd
verkregen: stoelen behoefden hierdoor niet
te worden geleend en voor de tafels die op
geslagen waren Uit de afbraak der oude bok-
kenstallen, had men zich ook zeer goed be
holpen.
Met eenige voldoening moet ik hierbij ook