I LA P0RTE&Co. - BANKIERS Luxe Auto-verhuur VENEMA Uitgave: G. J. SMIT, Soestdijk. Bureau: Van Weedestraat 35, Telefoon 2181 N.V. Cramer's Behangerij en Meubiieer-lnrichting DENKT U ER OfVI, 2 STQOMWASSCHERIJ „DE KOLK" plrttotj PU ROL Herfst. D. F. VOIGT - Burgem. Grothestraat 28 - SOESTDIJK Behandelen alle Bank en Effectenzaken Safe-Deposit Rentevergoeding voor Deposlo's: o.a. voor een maand vast 4%'s jaars. C. Verschoor, Nieuwstr. 57 KR A ELS PIANOLESSEN IDA JONGSMA KNIPCURSUS 8e Jaargang No. 39 Gegarandeerde oplaag 3000 exemplaren. Vrijdag 27 September 1929 DE S0E5TER COURANT Abonnementsprijs voor Soestdijk, Soest en Soesterberg, 25 cent per 3 maanden. Voor buiten 50 cent per 3 maanden. Bijkantoran: VAN DE VENS Boekhand*!, Baarn en C. J. VAN DAM, Rademaker*tr. 15, Soesterbarg ADVERTENTIEPRIJS: van 1—5 regels f0.75. Elke regel meer 15 cent Advertenties tusschen de tekst dubbel tarief. Bij contract belangrijke korting. Laanstraat 61 - Telefoon 119 BA.4RN in den nu minder drukken tijd Uw beddengoed eens te laten nazien? Voor een vakkundige behandeling kunnen wij U instaan. ONZE RIJMKRONIEK et plaatselijke) gcdlcl ter (Nadruk verboden) (Ingezonden.) STERRENLICHT Als ge in late avondstonden naar der sterren schitt'rend licht stil en peinzend d' oogen richt, vragend, wat zij u verkonden is het dan niet, of van veêr, uit een land vol zaligheden, vriend'lijke oogen uit 't Verleden tot U spreken van Weleer? Zoo ook blinkt daar menig' sterre, die uw levenskruis bestraalt, als uw levenszon reeds verre hoop'loos vèr, is neergedaald. Schoon zij niet het licht kan geven dat voor U verdwenen is toch kan zij een lichtstraal weven door 't gordijn der duisternis. Toch, waar menschenhand den doren neerlegt op uw levenspad, die thans niet meer^ als tevoren, schuil gaat onder 't rozenblad wijst haar lichtstraal, vóór uw schreden, U, hoe gij vermijden kunt dat uw voet, bij 't voorwaarts treden, neerkomt op de dorenpunt. Toch, waar 't Lot het licht gaat doovcn, 't Levenspad in 't duister hult, U den schoonsten droom komt rooven die geheel uw ziel vervult daar komt in uw donk're dalen, als gij 't oog slechts opwaarts richt, ongeacht een sterre stralen, die -uw donker pad verlicht. Als g' in 's Levens avondstonden naar het vredig sterrenlicht, stil, ontroostbaar d' oogen richt, balsem zoekend voor uw wonden Schouw, o schouw dan in den nacht van uw donker zieleleven: of geen lichtstraal is gebleven, die uw zielewond verzacht Raadselachtig stergeflonker, dat ons troostend tegenlacht o, gij wekt, doorstralend 't donker, onze ziele uit haar nacht. Eind'Ioos, eeuwig lichtgewemel, noodt gij tot volmaakte rust? Fokkelende sterrenhemel, zijt gij niet, de blijde kust zijt gij niet, het veil'ge strand van het Groote Vaderland? Naar de Sterren aan den Hoogen hopend geest en hart gericht. Naar de Sterren heen, uw' oogen naar de Sterrennaar het Licht. zomernachten en voor de milde volle schoon heid van de natuur in Lente- en Zomertijd? 0 zeg het onsBrengen de snaren van uw Aeolusharp zooveel vreugde en blijheid in het menschenhart, als in de hoopbrengende, hoop-, vernieuwende, jubelende Lente als in den weelde-ontwikkeknden Zomer? Zijn er wel snaren op uw harp, die den leeuwerikszang, die het nachtegaalslied en het dankgeluid van den merel weergeven? Kunnen de gele en bruine tinten van uw gebladerte, die het af sterven, het vergaan voorspellen, wel wed ijveren en vergoeding geven met en voor het frissche, teedere groen van het lenteloover, dat 'hoop, vernieuwing en den zwijmel van jonge liefde in zich draagt en uitademt? Zeg het ons deel het mede aan het angstig kloppend menschenhart, dat groote verliezen vreest. Hoor, wat ritselt daar?Het is het geluid, het is de stervenskreet van het gebla derte, dat zich loslaat van den boomtwijg en wegdwarrelt naar beneden, naar de aarde, waar het zal vergaan. Zoo kort geleden was het nog teergroen; de zomer maakte het donker van kleur, en vóór dat nog de Herfst zijn sprekend maar verraderlijk geel of rood bruin kon aanbrengen, viel het, te vroegtijdig, vaal en verschrompeld, af. Gij' ziet het, o mensch, en het verschrikt U. Hebt gij' misr schien dat geluid reeds meer vernomen? Niet alleen in de natuur, dn den weemoedigen, in den kleurenrijken, stem menden herfsttijd, maar nog in den zomer van het levenook reeds in den groenen bloemenrijken lentehof, bij stralende lentezon, bij den vroolijken ju belzang der blijde vogels? Hebt gij toen misschien reeds geknakte en stervende bloe- 1 men aanschouwd, die zich in de Lentezon zoo heerlijk hadden ontplooid, en zoo liefelijk j geurden? Indien dit zoo was zoo treur dan niet. Zij zijn immers heengegaan in lente of zomertijd vroeg, te vroeg. Zij zijn on tijdig verwelkt en afgestorven; doch gisteren mogelijk zoo pas, hebt gij haar geur inge ademd, haar kleuren nog bewonderden zij zal in uwe herinnering voortleven, zooals gij haar gezien en vereerd hebt. Haar heeft de ouderdom of de ellende dezer wereld al thans niet langzaam, maar wel zeker alles ontnomen, wat zij aan schoonheid van. vorm en kleur, wat zij aan geur bezat. Want de geur is de ziel van de bloem; zij is haar adem, die verfrischt en verkwikt en die opstijgt naar omhoog. 9 AMERSFOORT - TELEFOON No. 615 - EEN GOED ADRES VOOR UW WASCH. ..{halen en thuisbezorgen iederen dag. vallen en bezeeren zich dikwijls en het wiegekind heeft vaak last van roode of gesmette huid. Oitverzacht en geneest men met ■wotMEZ1110 kuKÊ P>-EK Tube 80 Bij Apolh. «n Drogisten „Dichterlijke najaarsdagen, Weemoed brengt gij ons alweer, 't Hart, vol heimwee, blijft nog vragen Naar zijn beelden van Weleer." V. Het begin van den Herfst, dat jaargetijde vol weemoed en poëzie, is daar. September, de maand met zijn versterkende lucht en zijn laatste, kleurige bloemen, heeft hem ingeleid. In den oud-Romeinschen tijd was Septem- bris de zevende maand, zooals ook door haar naam wordt aangewezen. Nu is zij, volgens latere indeeling, de maand, die aan den Zo mer zijn afscheid geeft, en die ons komt her inneren aan de nadering van den Winter aan den stilwerkenden rusttijd der natuur. Dichterlijke, tintenrijke en vruchtenzamelen- de Herfst. Zijt gij ook niet de slooper van al het schoone, het frissche, hoopvolle en weel derige, dat Lente en Zomer hebben aange bracht? Weegt uw vruchten-voorraad als hij is saamgebracht, wel op tegen al de schoone beloften, al de vreugden, die de bloesemrijke Lente den hoopvollen mensch bracht? Weegt uw voorraadkamer, na aftrek van den schei- dingsweemoed, na aftrek ook van de najaars stormen en van al de afgerukte groene bla deren, geurende bloemen, weggezonken men- schenhope en verdwenen zonnewarmte, wel op tegen het morgenrood van de lieve, stree- lende Lente, mét leeuwerikzang en geurige lentebloesems? Kunt gij. den mensch vergoe ding bieden voor de zwoele zomerlucht, voor den menigmaal zonnigen, blauwen zomerhe mel, voor de heerlijke en lange zomeravon den, voor de weelderige, groei-aanbrengende De mensch evenwel, die zijn leven uitleeft, die alle jaargetijden van dat leven meemaakt, hoe Jang en hoe krachtig hij in den levenshof mag bloeien, groeien en vruchten voortbren gen, sterft vèr van zijn Paradijs, waar de Len tezonnestralen hem koesterden, waar de len tebloesems een rijken oogst voorspelden, waar blij de vogels zongen, waar wel lente wolkjes heendreven langs den blauwen He melkoepel, doch waar overigens alles frisch- heid, reinheid en liefde ademde. De oud-ge worden mensch staat op een eenzaam, kaal geworden pad, waarop alléén de herinnering hem vergezelt, en hem, als hij voortstrom pelt naar het einde, zijne vervlogen droomen, zijn afgereisde bloedverwanten en vrienden, ja alles wat hem eenmaal gelukkig maakte, m.a.w. zijn Paradijs op aarde laat zien. Maar die oud geworden, schier van alles beroofde mensch, strijdt wankelend voort door dorre bladeren, vvaartusschen zijn do ode bloemen liggen die niet vervangen kunnen worden, omdat zij alléén konden ontspruiten en groeien in de zonnige dreef, die vèr ach ter hem ligt. Dit zeggen hem die afgevallen bladeren, die van hun stengel gevallen doode bloemen; en daarom schrikt hij op als die neervallende bladeren ritselen, want in zijn gemoed valt ook iets neer op de snaren van zijn zieleharp en dat iets brengt die snaren in beweging, en even even toch klinkt een zachte klaagtoon op uit de diepte daar binnen in hem. En vanuit de verte, achter hem, hocfrt hij stemmen dierbare stem men v die van saamdoormaakte vreugde, wel licht ook van saamgedeelde smart spreken. Dat is het radio-concert, vol melodieën van verschillenden aard, dat het verleden, bij zijn terugwijken van het heden, nog naar het menschenhart afzendt, opdat dit contact blij- ve, met hetgeen eenmaal werd doorleefd en gevoeld. Van dat radio-concert uit doorleef de tijden, dat opgevangen wordt door de ontvankelijke, eenzamer geworden men- schenziel, speelt de ziele-harpe alle melodieën na, in den Herfst van het leven, als de weg- dwarrelende bladeren ritselen, en de voet zich een weg moet banen door het dorre loover. Maar de goudschitterende Herfstzon spreekt mede, en werpt hare goudsprankels niet slechts over de geel en bruingetinte bladeren in de groolsche natuur, maar ook over de niet verkleurde herinneringsbeelden van den menschengeest, over de talrijke reli- quieën van het menschenhart. En dan ziet die mensch zijn verloren Eden weer, met zijn frischgroene bladeren en kleurrijke welrieken de bloemen. En bij die geestesaanschouwing gaat de weemoed des harten wonderlijk over in een blijde herkenning en waardeering. En een stroom van diepgevoelde dankbaarheid, dat hij dat alles mocht bezitten, verwarmt zijn hart. Gele en dorre bladeren als de goude Herfst zon U beschijnt, als gij wegritselt van de hoo rnen, dan spreekt gij tot het menschenhart, een taal van schoonen klankin verheven zinsbouw. VIKING. Gediplomeerd Drogist - Opticien FOTOHANDEL - ONTWIKKELEN VOOR AMATEURS BAARN BUSSUM SOEST PLUIMVEE, TUINBOUW ENZ. Vragen, dexe rubleV betreffende, kunnen worden gezonden aan den Heer G. J. Lieshout, Dlr. Landbouwschool. Montfoort. Postzegel groot zeven en een halve cent voor aotvvoord insluiten. (Nadruk verboden.) Het kuilen van gras. Het wordt hoe langer hoe meer gewoon te groenvoer voor den winter te gaan kuilen. Het is eigenlijk de gewoonste zaak van de wereld. Ieder maakt 's zomers in om 's win ters groente te hebben. Zoo doet ook de veehouder. Deze heeft vaak groote hoeveelheden groenvoer, die niet direct geheel te vervoeren zijn. Het is zonde, deze ongebruikt te laten Liggen, zoo dat het waardeloos wordt. En ook verkeerd is het, te groote hoeveelheden groenvoer on doordacht op te voeren. In den laten winter en het voorjaar zit bijna ieder zonder groen voer. En o, 't is zoo moeilijk op die manier veel melk te hebben. Velen maken dan ook het te vele gras in. Die inmaak heet persvoer, kuilvoer, inmaak en ik weet niet, hoe al meer. Persvoer werkt zeer gunstig op de spijs vertering, is uitstekend voor de melkgift, werkt den gezondheidstoestand der dieren in de hand, geeft een mooi voer om te ver mengen met meel, enz. En bovendien het kost niet duur. De meer vooruitstrevender: onder - houders leggen het nog anders aan. Die zor gen er voor, in voor- en najaar veel gras te hebben. Om te hooien is het weer dan niet standvastig genoeg. Dan is inmaken een uit komst. Dat vele gras is gemakkelijk te ver krijgen. Met stikstofmest is dat geen kunst meer. De fosfor en kali en zoo noodig de kalk worden niet vergeten, maar per bunder in het voorjaar een 200300 K.G. chili of kalksalpeter of 1,52,5 zak zwavelzure am moniak als stikstofmest zetten dan de kroon op het werk. Dat inkuilen van gras kan natuurlijk niet zoo secuur gaan als bijv. het wekken van boontjes, maar secuur gaan, moet het toch. Er zijn regels, waar we ons aan moeten hou den en die zich niet ongestraft laten over treden. Gras, dat aan een hoop gereden is, gaat broeien. Dat komt, omdat de groene plan- tendeelen ademhalen en zoodoende warmer worden. De bacteriën zorgen dan voor de rest. Bij zoo'n 20 graden voelen de azijn zuurbacteriën zich goed thuis en maken van de aanwezige suiker azijnzuur. Bij sterker broei komt de beurt aan de boterzuurbacteriën, die een onaangenaam rie- 15 cent per K.M. Da* en nacht te ontbieden. TELEFOON 2247. kend zuur vormen. Wordt de temperatuur nog hooger, tot 60 graden toe, dan zijn de melkzuurbacteriën in hun element en vor men het aangenaam ruikend melkzuur. Dit moeten we zien te bereiken. En dat kan, als het gras niet te nat, maar zeker ook niet te droog, wordt bij elkaar gebracht en losjes uitgeschud. Is de vereischte temperatuur van 65 graden C. bereikt, dan wordt weer een nieuwe laag gras aangebracht. Deze drukking verdrijft de lucht uit de onderste laag en doet den broei daar ophouden. Men wacht du9 met het opbrengen van een nieuwe laag gras tot de vereischte temperatuur dn de voorgaan de laag bereikt as. De afdekking van zoo'n hoop gras geschiedt veelal met grond. Met slootvuil, liefst nog met modder er tusschen gaat zeker evengoed. Dat rolt er ook niet ge makkelijk af. Maar daar slootvuil nog al stinkt, moet de opgebrachte laag ongeveer 1 M. dik zijn. Sommigen maken in op den grond, anderen er in, weer anderen gedeeltelijk in, de rest boven den grond. Het kan alle drie goed. Den laatsten tijd hoort men meer van in maken in silo's. Zoo'n silo is een ronde hoo- ge metalen toren van 4—6 M. middellijn en 10 tot meer M. hoogte. Het te persen groen voer (mais, gras, klaver, enz.) wordt boven ingebracht en verzuurt in dien toren, onder afsluiting der lucht. De reuk is aangenaam zacht zuur en zulk voer wordt door het vee met graagte opgenomen. Wij willen dit stukje besluiten met den wensch, dat niemand meer groenvoer moge laten verloren gaan. Wie nog nooit gras of iets dergelijks heeft ingemaakt, kan het best eens gaan kijken bij iemand, die op dit ge bied al ondervinding heeft. OFFICIEELE BEKENDMAKINGEN Burgemeester en Wethouders van Soest brengen ter kennis van belanghebbenden, dat op Donderdag 10 October e.k., zal worden gevoerd de schouw over de in de gemeente gelegen wegen, voetpaden, waterleidingen, bruggen, heulen, heggen, enz. Belanghebbenden worden daarom herin nerd aan de artikelen van het Reglement op het onderhoud en gebruik der wegen in de provincie Utrecht. Overtreding der daarin voorkomende be palingen wordt gestraft overeenkomstig het Reglement. Soest, 25 September 1929. o Burgemeester en Wethouders van Soest brengen ter openbare kennis, dat de zomertijd zal eindigen den zesden October a.s. te drie uur in den voormiddag. De klokken zullen dus om' 3 uur in den nacht van 5 op 6 October a.s. een uttr moeten worden teruggezet. Soest, 25 September 1929. VAN KNELIS. klinken, als ik zeg, dat een der inge zonden stukken in 't laatste nummer van „De Soester Cou rant" mijn aandacht heeft getrokken. Als mijnheer of mevrouw IJ. het heeft over de schoonheid onzer ge meente, zet hij of zij den lezers o.m. het volgende voor: „Waar mijnheer X. meent onze ge meentelijke overheid te moeten huldi gen, als zou deze het eigendommelijke van Soest, Soestdijk, Soesterberg ook zeer goed inzien en steeds daarnaar han delen, daar kan ik het niet met hem eens zijn; tenminste niet geheel. Want hoe is het anders mogelijk, dat een toestand maar bestendigd blijft, 'zoo- als die tot spot voor vreemdeling en in woner en tot beschaming van laatst genoemden ik durf zeggen ook tot beschaming van het Gemeentebestuur aan de Van Weedestraat bestaat vóór het perrceel no. 35." Na nog enkele andere regelen, vervolgt de schrijver of schrijfster met: „dat, tenzij men beter weet, men niet anders kan veronderstellen, dan dat zé kere bekende of onbekende machten een beletsel stellen voor het te niet doen van dien schreeuwenden wantoestand daar vóór perceel no. 35, de drukkerij van „de Soester Courant". Dat 'genoemde mijnheer of mevrouw IJ. in zijn meening alleen staat, zal wel niemand beweren. De tongen, welke in de laatste ja ren door het onsmakelijke terrein aan den hoofdweg in beweging zijn gebracht, zijn zeker ontelbaar en dat deze tongen nog scherper zijn ingesteld, nadat de gehate schut ting daar zijn plaats koos, is zeker ook aan ieder inwoner niet vreemd. Jarenlang heeft heel Nederland schande ge sproken over de schutting op het Damplein te Amsterdam en toch hoeveel minder aan- stootelijk was dit alles, vergeleken bij den, zelfs aan veel vreemdelingen en toeristen overbekenden treurigen toestand in onze ge meente. Zeer terecht vraagt mijnheer of mevrouw IJ. hoe het mogelijk is, dat deze toestand maar bestendigd blijft en waarom tot heden nog geen maatregelen zijn getroffen om dit onsmakelijk gedoe te doen verdwijnen. De hier omschreven toestand alleen be ziende, zou men geneigd zijn aan te nemen, dat bij het college van B. en W. alle schoon heidsgevoel is geweken. En toch, hoeveel vlotter ging het met de affaire van Frans de Rooij Co.? Jarenlang was de terreinaf scheiding aldaar als bezaaid met oud-roest en andere onsmakelijke zaken. De aandacht behoefde er slechts een enkele maal op geves tigd te worden, om het geheele gemeente huis in actie te brengen. Toen gevoelde het gemeentebestuur plotseling zooveel voor de aankleeding onzer gemeente, dat de bewo ners op kosten der gemeente werden ver huisd; kosteloos een woning kregen, wélke eerst nog moest worden verrold, (welke affaire den gemeenschap een kleine duizend gulden heeft gekost), terwijl bovendien ge noemd terrein op kosten der gemeente werd gezuiverd. Onbegrijpelijk is het dan ook, dat tot op heden door B. en W. nog geen maatregelen werden getroffen om aan dien schreeuwen den toestand een einde te maken. Gelukkig zijn er nog menschen in onzen raad, die andere gevoelens hebben. Het wa ren de heeren Busch en Hilhorst, die door middel van een kleine wijziging in de politie verordening de gelegenheid wilden scheppen een einde te maken aan verschillende zaken, die onze gemeente ontsieren. De desbetreffende commissie meende ech ter aan den raad te moeten voorstellen, be doelde wijziging niet aan te brengen. Als gevolg van dit alles zijn er voor mij twee meeningen; óf B. en W. hebben geen enkel gevoel meer voor schoonheid, óf er zit iets anders achter deze zaak. Ik vraag me af of B. en W., nu een der gelijk advies door de commissie werd ge geven, niet aan zich verplicht waren een weg te zoeken om het gewenschte doel te bereiken. De plaats, waar de wegen lagen, was hun nu toch meer dan duidelijk gewezen. Dat de raad in de volgende vergadering de wegen zoo noodig zelf zal weten aan te wijzen, staat voor mij vast en dat dit zelf zoeken door den raad moet worden ge zien als een compliment voor B. en W., kan ik nou juist niet zeggen. Nog een andere zaak zou ik hier even wil len aansnijden. In de agenda der vorige raadsvergadering was mede opgenomen het voorstel van B. en W. tot het verleenen van een bijdrage in de kosten tot bevaarbaarmaking en jaarlijksch onderhoud van de Eem. Volgens het raadsverslag is dit punt in de vorige vergadering niet in behandeling ge weest en zal dit dus ongetwijfeld weer op het menu voor de eerstvolgende vergadering prijken. Zooals wij in de raadsagenda hebben kun-1 nen lezen, kost dit onze gemeente het eerste jaar f 10000.— en elk volgend jaar voor on derhoud een bedrag van f423.De meer derheid van het college van-B. en W. stelt voor goedgunstig op dit voorstel te beschik ken en deze meerderheid meent dit te moeten doen, omdat zij daarin ziet: le het voorrecht tot verkrijging van een flink vaarwater, het geen van belang kan zijn voor industrie en nijverheid; 2e doordat de mogelijkheid tot vestiging van industrie wordt geschapen; 3e j]/? vxacbipriizcu. van goederen en. vooral bouwmaterialen door' <Je grooterë sclieeps ruimte, aanmerkelijk zullen verlagen; 4e, om dat, bij uitvoering van het Valleiplan, dit kanaal eerst na 10 jaren goed bruikbaar zal zijn. Toen er, nu wellicht een jaar geleden, van de nu weer genoemde verbetering der Eem sprake ivas, heb ik mij tegen deze plannen verzet, terwijl ik voor een paar maanden nog eens gelegenheid kreeg op het belachelijke van de Eem als vaarwater te wijzen. EEN WIJS WOORD VOOR IEOEREU L AG ZONDAG. Tevreden zijn is een schr.ie gunst, Tevreden zijn is een groote kunst. T evreden worden zoet geluk, Tevreden blijven - meesterstuk. MAANDAG. Men bezit ai wat men verlangt, als men zich beperkt tot het noodige. DINSDAG. Het is niet ge .oog de zwakken op te hel pen, men moet hen ook steunen. WOENSDAG. Niets doen 's een leelijk kwaad, 't Brengt den mensch tot slechte daden, 't Werken kan ons nimmer schaden, Arbeid ndelt. 't Ledig zijn Is een oron van groot venijn. DONrERDAG. De winter is een stuursche vent, foch ho idt hij elk te vrind, Wie tot verz '.chting van de ellend', Geluk in 't weldoen vindt; Schoon hij o* s klappertanden doet, Hij stookt in 't hart een dubb'len gloed. VRIJDAG. 1 >e droevigs e mislukking in het leven is die welke een gevolg is van een zwakken wil ZA fERDAG. Wroeging, die tot niets leidt dan tot wan- hop g berusten, is onvruchtbare zelfkwellirg. Bet( r is het naar erbetering te streven. f20.f15.— en f 10.per kwartaal. Spreekuur: Woensdags 23 uur. KERKPAD ZUID 19 B - SOEST Ik heb daarbij toen gewezen op de hon derden bochten en bochtjes in dit ons lan delijk „slootje", in onzen tijd nog juist goed genoeg voor zwemmen bij warm en schaat senrijden bij minder warm weer; heel mooi als stoffage van ons landschap en practisch om te dienen als een „lokkertje" voor vreem delingenverkeer. Bij ervaring weet ik, dat een schipper pas aan het varen op de Eem gaat denken, als hij langs anderen weg niets meer te ver dienen weet, om de eenvoudige reden, dat die vrachten niet evenredig zijn aan den af te leggen weg. Nogmaals, als luxe rivierke moeten wij onze Eem behouden, maar meer dan dit kunnen wij van onzen ouden stroom niet vergen. Ik wil mij hierbij eens even de moeite geven de 4 hierboven door de meerderheid van B. en W. genoemde punten op den voet te volgen. Punt 1 (beter vaarwater Voor industrie en nijverheid) en punt 3 (la gere vrachtprijzen voor goederen en vooral bouwmaterialen) zal ik dan eerst gelijktijdig bezien. Met betrekking hiertoe zou ik willen vra gen, in welke mate het beurtschippersbedrijf in de laatste jaren is afgenomen en welke hoe veelheid goederen thans nog op deze mjjze wordt aangevoerd, sinds de auto, voor zelfs de zwaarste vrachten, het vervoermiddel van onzen tijd is geworden. Voor eenige jaren nog was de aanhaling „verzonden per schip per" een geijkte term; deze woorden hebben echter sinds lang plaats moeten maken voor „per autodienst". Zeker, vooral voor ruim te vragende goederen, zal men voorloopig nog niet van het vervoer op de Eem afstap pen, maar dan wil ik vragen, welke van deze goederen voor onze gemeente worden in onze gemeente gelost? Niets! Alles, wat voor onze gemeente nog is bestemd, gaat of tot Baarn of door naar Amersfoort, om daarna per as naar onze gemeente te worden ver voerd. Het eenige, wat wij aan onze Oroote en Kleine Mehn nog sporadisch zien ver schijnen, is een schuit steenen of turf. Als wij dan zien, zooals wij dit thans da gelijks aan verschillende bouwwerken kunnen waarnemen, hoe groote vrachtauto's de stee nen van buiten de gemeente aanbrengen, dan vraag ik mij af, hoeveel van deze laatsten, door schuiten aangevoerde goederen, in de naaste toekomst op deze wijze nog zullen binnenkomen, maar dan vraag ik ook, of dit weinige, voor onze gemeente binnenkort Aanvang der lessen begin October Aanmelden voor 30 September bij F.C.KuiperstraatIO - Telefoon 2169 geheel verdwijnende vervoer te water niet veel te duur wordt gekocht met f 10000. voor verbetering en plm. f 500.voor jaar lijksch onderhoud. Wat ik hiermee maar wil zeggen is, dat wij geen belangen hebben bij de Eem als vaarwater. Dat verschillende lichamen te Amersfoort, die verplicht zijn van de Eem gebruik te maken, over de slechte bevaarbaarheid van de Eem klagen, begrijp ik ten volle, maar dan vraag ik weer, moeten wij voor andere ge- n re en ten onze toch reeds zoosehrale ^gemeen tekas openen? En is het ook niet de gemeen te Amersfoort geweest, die de financieele v.oordeelen aan de Eem verbonden, steeds heeft ingepalmd. Dat Amersfoort en ook Baarn (met haar goede losplaats) verbetering wensch en, kan ik mij indenken, maar men moet dan niet trachten het gelag te doen betalen door emand, die niet heeft meegedronken. In ver band hiermee wil ik nog vragen, waarom- Soest voor 100 procent meer op het lijstje is geplaatst dan Baarn. Voor Baarn toch staat f5000.voor verbetering en f211.50 voor jaarlijksch onderhoud. Als dit alleen ^gegrond is op het feit, dat de Eem voor een groot gedeelte langs de Soester gronden haar weg zoekt, dan zijn de gronden voor de. berekening wel zeer slecht gekozen. Punt 2 (vestiging van 'industrie aan de Eem). Vestiging van industrie op een wijze, dat het karakter onzer gemeente niet verloren gaat, sta ik voor. Maar ik vraag weer, wélk industrieel krijgt het in zijn hoofd een in dustrie van eenige beteekenis te vestigen op onze gronden aan de Eem? De te verwerken producten moet zoo iemand eerst naar Am sterdam vervoeren, om deze daarna door de Zuiderzee de Eem op te s'leepen, terwijl, na verwerking van het product dezelfde oneco nomische handelingen wederom moeten wor den verricht. Welke industrie zou op deze wijze economisch kunnen werken, maar oók, welke industrieel zou de domheid tot vesti ging aan de Eem begaan? Bij uitvoering van het Valleiplan zou toch immers dadelijk blij ken, dat zijn plaats verkeerd gekozen was. AI zouden wij de gronden cadeau doen, dan nog zal elke industrie uitblijven, omdat hier van geen enkele verbinding met andere rivieren sprake is. Punt 4 (het Valleikanaal zal eerst na 10 jaar in gebruik genomen kunnen worden). Deze, door de tegenstanders van 't Valleiplan aan gevoerde meening, is reeds afdoende weerlegt; door den grooten ijveraar voor het plan, Ir. Verheij. Zeer duidelijk is door hem bewezen, dat de werkzaamheden zoo zouden kunnen worden ingericht, dat reeds na eenige jaren 't gebruik van het kanaal zeer goed mogelijk is. Van tweeën één: Of de Eem als een voor Soest luxe riviertje of een omzetting in het Valleikanaal, wat voor onze gemeente wil zeggen, een goede toekomst. 'n Kleine hoop heb ik, dat ook de raad. zoo over onze gemeente en de financiën zal denken. BURGERLIJKE STAND SOEST GEBOREN: Lena Johanna, d. v. Th. Plekkepoel en C. Meijer, Nieuweweg 55. Alijda Christina Ma ria, d. v. H. A. C. v. d. Lugt en A. M. de Gooijer, Molenstr. W.Z. 37. Hendrikus Ei- bertus, z. v. E. Reinsma en H. v. Laar, Verl. Postweg 22. GEHUWD: A. Hoksbergen en G. A. Stalenhoef. B. J. v. Schalkwijk en M. G. Huigen. A. G. 'But- zelaar en M. v. Renswouw. H. W. KoreneeJ en L. A. v. Berkum. G. Hardeman en M. Muis. OVERLEDEN: Bernardus v. Noort, 74 j., geh. met G.

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1929 | | pagina 1