Mm. urataMMsj jBEsr
fioesém.
Uitgave: G. J. SMIT, Soestdijk. Bureau: Van Weedestraat 35, Telefoon 2181
Rotterdamsche Bank-
vereeniging N.V.
Correspondentschap
SOEST
ALLE BANKZAKEN
SPORTMAGAZIJN
„RECORD"
Banketbakkerij „Nieuwerhoek"
Fijnere soorten Gebak - Amandel- en Boterkoekjes
J. Arend Wiersma
STOGfflWASSGHERU
DE KOLK" S
EEN GOED ADRES
VOOR UW WASCH. I
Voorbij.
Geëtaleerd: Moderne EETKAMER
Slavonisch eiken, compleet 1450
H. L. GREEVE
HET MEUBELHUIS VOOR IEDER.
Het Gemeentelijk Grondbedrijf,
i
DE EERSTE GQ01SCHE
HULPBANK
PIANOLESSEN
IQA JO^GSMA
9e Jaargang No. 8
Gegarandeerde oplaag JlOOO'exemplaren.
|Vrljdag 21 Februari 1930
DE SCEPTER CCLDAMT
Abonnementsprijs voor Soestdijk, Soest en Soesterberg, 25 cent per
3 maanden.
Voor buiten 50 cent per 3 maanden.
Bijkantoren: VAN DE VEN'S Boekhandel, Ba&rn en C. J. VAN DAM, Rademakerstr. 15, 5oeat«fberg
ADVERTENTIEPRIJS: van 1—5 regels f0.75. Eflce regel meer 15 cent
Advertentie* tusachen de tekat dubbel tarief.
Bij contract belangrijke korting.
ONZE RIJMKRONIEK
8l)dfagen, niet grooter dan 48 en niet kil
voor deie rubriek worden Ingezonden. Bij o
actueele mlct plaatselijke) gedlci.ten I 2,50.
i dan 36 regels, mogen
(Nadruk verbodenl
^Ingezonden.)
'T GRIJS WORDEN
Als je flink bent, sterk en krachtig,
Vol gezonden levensmoed,
Als het leven je zoo mooi lijkt,
Zoo vol warmte en vol gloed
Voel je je inééns héél ernstig,
Maak je een verschrikt gebaar,
Bij 't ontdekken op een morgen
Van je eerste grijze haar.
Even blijf je dan een wijle
Héél diep in gedachten staan,
Want dit eerste grijze haartje,
Wijst 't Begin van 't Einde aan.
Vader Tijd staat vanaf heden,
Daag'lijks met zijn witkwast klaar,
Doet onmerkbaar kleine streekjes
Over je prachtig hoofd met haar
d' Eerste worden nog uitgetrokken,
('n Mensch geeft het zoo gauw niet op),
Maar... de keus wordt onverbiddelijk:
„Een grijzen óf een kalen kop!"
W. B. A.
KANTOOR SAARN
Torenstraat 3 - Telefoon 2262
OFF1CIEELE BEKENDMAKINGEN
Inschrijving van leerlingen voor de
openbare scholen
Den ouders, die hunne kinderen, met in
gang van 1 April a.s. onderwijs wenschen
te doen geven aan een der openbare scholen
in deze gemeente, wordt verzocht hiervan
opgave te doen bij het desbetreffende hoofd
der school.
Gelegenheid tot inschrijving wordt gege
ven:
Voor de school aan de Beetzlaan op Maan
dag 24 Februari a.s., des avonds van 8.15 tot
9.15 uur en op Dinsdag 25 Febmari a.s.,
des avonds van 7 tot S uur in de school;
voor de school in de Kerkebuurt op Dins
dag 25 Februari a.s., des voormiddags van
11 tot 12 uur in de school en op Donderdag
27 Februari a.s., des avonds van 7 tot 8 uur
in de ambtswoning van het hoofd der school;
voor de school te Soesterberg op Maan
dag 24 Februari a.s., des avonds van 7 tot 8
uur in de school.
De kinderen moeten op 1 April a.s. ten
minste 5,5 jaar oud zijn om in de school
te kunnen worden toegelaten.
Burg. en Weth. van Soest,
De Burgemeester, G. DEKETH
De Secretaris, J. BATENBURG.
Soest, 18 Februari 1930.
o
Burgemeester en Wethouders van Soest
brengen ter kennis van belanghebbenden, dat
in de maand Juni a.s. zal worden overge
gaan tot eene her-nummering van de hui
zen aan de Koninginnelaan.
Soest, 12 Februari 1930.
Waarom hij rust'loos dolen moet,
Steeds dragend 's levens lasten,
Waarom zijn straks vermoeide voet
Geen steunpunt kan betasten.
Waarom, in zorg en leed verward,
In donk're levensnachten,
Het licht en warmte zoekend hart
Steeds zoeken blijft en smachten
't Gaat al voorbij. De levensvlam,
Gaat welhaast flauwer branden,
En van de tent in 't levenskamp
Verlicht zij nauw de wanden.
De mensch vraagt wat voorbij vloog weer,
Vol heimwee naar 't verleden:
Want toch, veel dierbaars is niet meer
ln 't stil geworden heden.
Voorbijzooals de Eiber trekt
Naar zonnige gewesten,
Wordt bij den mensch de drang gewekt
Zich vèr van hier te vesten
De Eiber trekt naar 't vérre strand
Vèr over d' aardsche landen:
De mensch trekt naar het „verre land"
Voorbij zijn aardsche panden
ELISABETHSTRAAT 5 - UTRECHT
Voorbij't Gaat alles hier voorbij,
In wisseling geboren.
Het komt, in langen, bonten rij,
Het gaat en is verloren.
De mensch staart nu zijn dierb'ren na;
Want éénzaam wordt zijn leven
Straks volgt hij d' ure komt weldra
Slechts toeft hij hier nog even.
Voorbij de liefde, diie de borst
Verwarmde en deed gloeien.
Voorbij al waar het hart naar dorst,
Als wat den mensch mocht boeien.
Voorbij der lente morgenrood,
De blijde zomermorgen.
Voorbij de vreugd, voorbij de nood;
Voorbij al d' aardsche zorgen.
Ginds is het land van warmt' en licht
De tocht gaat Zuidwaarts henen.
Naar tropisch oord het oog gericht,
Als alles schijnt verdwenen
Al wat voorbij gaat kent geen tijd,
Het drijft op snelle stroomen.
Het is aan 't Eeuwige gewijd
En slechts voorbij gekomen,
VIKING.
VELE MALEN .BEKROOND
TEL. 2232 Aanbevelend, F. H. EUWE
TORENSTRAAT No. 8 SOES' TELEFOON No. 2086
Eerste aanspreker: W. VAN D1ERMEN, T.tLMALAAN No. 17 TELEFOON 2290.
AMERSFOORT - TELEFOON Ho. 615 j
Afhalen en thuisbezorgen iederen dag. i
en de omstandigheden bepalen vaak wat we
zullen nemen. Vaak wordt het gebruik van
beide gecombineerd, met goede resultaten.
Op schrale gronden brengt stalmest direct
humus in den grond en werkt dus dubbel
goed, maar waar de grond in goeden toe
stand is, heeft dat beetje humus niets te
beteekenen.
De stalmest bestaat uit twee gedeelten:
uit vaste en vloeibare uitwerpselen. Meest
al komen deze gemengd voor. Vloeibare
alleen (gier) geeft op den duur geen be
vrediging. Er zit geen phosphor in. Deze
zou -dus er bij gegeven moeten worden in
den vorm van super of slakkenmeel. De ver
schillende natuurlijke meststoffen van koe,
paard, varken, schaap, kip en ook van den
mensch geven goede resultaten. Maar ze
werken door hun meerdere hoeveelheid stik
stof al gauw op blad en dit is wel goed vooi
sla, andijvie, raapstelen, spinazie, maar ni-e1
voor aardappels, bieten, boontjes. Wat pa
tentkali en super werkt zeer goed. Kippen
en duivenmest is iets, waar houders van
kleine tuintjes nog al eens over beschikken.
Het is een kostelijke meststof. Het beste re
sultaat ziet men echter, als men deze mest
uitstrooit als gier. Men neemt een oude ton
of emmer, -doet hierin de mest en roert met
water, tot het geheel fijn verdeeld is. Dit
strooit men nu over het land of bij koolplan-
ten, struiken, enz. Dus niet alleen het -wate
rige deel, -maar ook het dikkere drab moet
mee uitgestrooid worden.
Wie kunstmest wil gebruiken, doet het
best te strooien per 100 vierkante M.: 4 K-G.
zwavelzure ammoniak (of 2 K.G. ureum),
8 K-G. patentkali, 8 K-G. super of slakken-
meel. Het hangt natuurlijk veel af van den
grond, of deze hoeveelheden iets verhoogd oi
verlaagd moeten worden. Het te verbouwen
gewas en de vorige bemesting hebben in
deze ook wel iets te zeggen. Als we meer
dan een bladgevvas verbouwen, zou ik bij
bovenstaande bewieatirrg iiog - toeve-^c-f.-
-5 K-G. chili.. Patentkali kan ook vervan
gen worden door 5 K-G. 40 pCt. kalizout,
maar dan zoo vroeg mogelijk in het voor
jaar uitstrooien.
PLUIMVEE, TUINBOUW ENZ.
„Hebt gij de zwermen vogels ge
zien, welke vóór den winter uit het
duistere, koude Noorden hierheen ko
men? Weet gij wat zij in Egypte ko
men zoeken?" „Wel zeker, warmte en
licht!"
„De zielen zoeken ook warmte, die
niets anders is dan liefde; en zij zoe
ken licht, dat niets anders is dan waar
heid. Maar de vogel weet waarheen
hij zijn vlucht zal richten om zijn ge
luk te vinden, terwijl de zielen in het
onbekende, in droefdheid en onrust
zweven."
H. Sienckewicz (Anthea).
Voorbij, voorbij- 't gaat al voorbij
Niets blijft niets is bestendig,
Of 't vreugde of wel smarte zij,
Of 't goed is of ellendig.
't Gaat al voorbij, in snelle vlucht
De tijd en zijn geslachten.
Niets blijftmeest zelfs niet een gerucht
Van wat wij voelden, dachten!
Voorbij, voorbij't snelt al voorbij,
Niets baat geen klacht, geen bede.
De tijd vliegt, als in razernij,
En neemt al 't aardsche mede.
Waan niet, dat 't morgen nog zoo is,
Zooals het was in 't heden:
Het, heden" toch, gij voelt het wis
Is „morgen" reeds „verleden".
VoorbijO mensch, niets blijft ter woon
Van wat U werd geschonken
Geen vlam stijgt op tot aan Gods Troon:
Zij dooven d' aardsche vonken.
En vrucht'loos vraagt de mensch, die staart
En omziet naar zijn bergen:
Waarom hij 't kleine slechts ontwaart
Geen reuzen ziet, slechts dwergen.
Waarom zijn leven niet voldeed,
Aan jonkheids idealen.
Waarom hij, onder druk en leed,
Steeds zoeken bleef en dwalen.
Waarom zijn arbeid toch zoo klein,
Zoo luttel is bevonden,
Waarom toch hart en menschenbrein
Den weg nictt vinden konden.
Bemesting van onzen tuin.
Het bezit van een tuintje is een kostelijk
iets. Een goed .aangelegden tuin, bepoot en
beplant met een bepaald doel en met een
weinig doorzicht, levert ons het heele jaar
door een schat van bloemen, groenten en
vruchten en geeft ons tevens een tijdver
drijf, dat ver verheven -is boven het bezoe
ken van bioscoop, het slenteren Langs den
weg of het zoek brengen van den tijd met
nutteloos gepraat. Een tuin moest iedereen
hebben. En heusch, het kost niet zoo veel
moeite er iets in te kweeken. Het is waar,
de een bereikt er meer in dan de ander, maar
ieder bereikt toch iets.
Een voornaam ding in den tuin is de mest.
Dat wordt nog zoo vaak vergeten. Het re
sultaat kan er voor zoo'n groot deel van
afhangen.
Waarvoor moeten we mesten? Om de plan
ten van voedsel te voorzien. Er zijn wel
van die gelukvogels, die zoo'n rijken grond
hebben, dat ze met zeer weinig mest toe
kunnen, maar dat loopt eens sphak. Elke
plant haalt voedsel uit den grond en er is
niet een grond, die dat op den duur uit
houdt. En wie werkelijk veel en mooie bloe
men en vruchten wil bezitten, moet goed
mesten. En tevens doelmatig mesten. Want
niet elke plant haalt de stoffen uit den grond.
Als er aan een stof gebrek is, wreekt zich
dat onmiddellijk. Van alle stoffen moet er
een voldoende hoeveelheid in den grond
voorkomen, een ruim voldoende hoeveelheid.
En die hoeveelheid moet grooter zijn aLs
we ons niet tevreden stellen met één oogst,
maar van hetzelfde stukje bijvoorbeeld wil
len eten: eerst spinazie en dan boontjes of
vroege koolsoorten, of na de vroege aard
appels andijvie of boerenkool. Voor wat,
hoort wat. Wie dubbel wil oogsten moet
ook dubbel mesten. Vooral als men aard
appels, koolsoorten en bieten bouwt, want
die lusten heel wat.
U begrijpt dus wel, dat we moeten mesten
naar behoefte. Kool vraagt bijv. iets anders
als sla. In kleine tuintjes is het echter niet
doenlijk elk bedje een aparte bemesting te
geven, dat is te omslachtig en daarom zul
len de meesten het toch niet ten uitvoer
brengen. Maar in het groot wordt het toch
gedaan. Vraagt maar eens aan een boer of
tuinder, waarmee hij zijn aardappels bemest
en ook, wat bijv. de rogge krijgt. Ik geloof,
dat daar nog al verschil in bestaat. We kun
nen mesten met stalmest en kunstmest. Wie
denkt, dat alleen stalmest goed is, heeft het
bij hetzelfde verkeerde eind als hij, die
denkt, dat alleen kunstmest goed is. Beider
blik is niet ruim genoeg. Beiden zijn goed
toebehoorende onroerende goederen, daartoe
door den Raad aangewezen, worden onder
d.en naam van „Grondbedrijf" in een afzon-
el rlijke administratie vereenigd.
Art. 3. Hét bedrijf heeft ten doel:
a. den aankoop van grond;
b. het... voor exploitatie geschikt maken
van aangekochte gronden
c. het beheer enz. van de in het bedrijf
in te brengen gronden, in patriarchaal bezit
der gemeente;
d. het verkoopen enzvan de tot dit
bedrijf behoorende gronden.
Art. 4. De inbreng der in art. 3 bedoelde
gronden enz. geschiedt voor de waaide, wel
ke die gronden en goederen op het tijdstip
vin inbreng geacht worden te vertegenwoor
digen.
Art. 23. De boekwaardewordt ver
kregen door ten laste van het complex te
brengen:
indien het eigendommen betreft, welke bij
het in werkingtreden dezer verordening reeds
in het bezit der gemeente zijn, de waarde,
v'eLke zij op het tijdstip van den inbreng
v irtegenwoordigden.
Art. 24. De opbrengst van verkoop
eer overige (niet-patriarchale) gronden moet,
voor zooveel het bedrag der boekwaarde be-
tjeft en -indien een schuld aan de gemeente
hiertegenover staat, aan de gemeente worden
U'tgekeerd ten behoeve van den buitenge-
vonen dienst.
De winst, door verkoop van deze gronden
verkregen, moet dienen tot vorming eener
r'serve.
Uit deze reserve kan alleen worden gedékt:
'a. het verlies, ontstaan bij verkoop enz.;
b. voor zooveel mogelijk een tekort, als
bedoeld in art. 35, laatste lid.
Dit laatste luidt:
Een nadoe lig saldo van de rekening (ge-
v one dienst Grondbedrijf) mag, voor zoo-
x dit het gevolg is van de betaling van
door dc geiiicerdc- verstrekt ka
pitaal) en tot ten hoogste dat bedrag, van
de reserve worden afgeschreven enz.
Toetsen- wij nu de boven gegeven rede
neering van Ged. Staten omtrent „verlies
Kerkstraat 26-28-30 Hilversum Telefoon 411-412
Men zal gelezen hebben, dat het beroep
door de Gemeente aangeteekend tegen de
beslissing van Gedeputeerde Staten in zake
ons Grondbedrijf, door de Kroon ongegrond
is verklaard.
Wij zouden er dus over kunnen zYvijgen,
ware het niet, dat wij meenèn, dat velen
eenige nadere toelichting gaarne zullen
lezen.
Onze Gemeente dan is in het bezit van
twee soorten gronden en wel ten le patriar
chale gronden, zijnde dezulken, die sinds
overoude tijden in ons bezit zijn (vele hei
develden en zandstuivingen, alsmede tal van
verspreid liggende stukjes op den Eng en
elders); ten 2e niet-patriarchale gronden,
door aankoop verkregen, zooals het z.g. Ju-
liana-complex en de gronden ten Z. van de
Spoorstraat. Wij spreken hier over deze
laatste gronden. Zij zijn gekocht, er is voor
geleend, zij zijn bouwrijp gemaakt, alles voor
gemeente-rekening. Zij komen dus alle voor
in de gemeente-administratie en zulks in te
genstelling met de patriarchale gronden, die
alleen dan in die administratie genoemd
worden, Yvanneer er een stukje van ver
kocht of verhuurd Yvordt of iets dergelijks.
Men houde dit Yvèl in het oog.
Wij willen nu met cijfers aangeven Yvat
ons twistpunt Yvas met Gedep. Staten. Een
complex dezer niet-patriarchale gronden
heeft aan aankoop en bouwrijp maken gekost
f2.80 per M2.
Na de oprichting van het Grondbedrijf
zijn die gronden door een commissie ge
schat op f4.doch eerst na verscheidene
jaren, waar-in de grondprijzen zijn vermin
derd, verkoopt men ze voor f3.50.
Men zou zeggen: „de opbrengst is te
gengevallen, maar toch heeft de gemeente
f 0.70 Yvinst gemaakt".
Gedep. Staten echter zeggen: „ge had ge
rekend f 1.20 te verdienen, blijft daar f0.50
onder, dusge hebt f 0.50 verlies en ge
legt die vijftig cents er bij uitbelas
ting-penningen".
Het spreekt vanzelf, dat deze redeneering
zelfs als ze van Gedep. Staten komt
ergens op mo-gt steunen en- inderdaad be
roepen zij zich op eenige artikelen van de
„Verordening, regelende het beheer van het
Grondbedrijf".
Wiij laten die artikelen hier volgen, ons
bepalend tot de gedeelten, die betrekking
hebben op ons geval:
Art. 1. De aan de gemeente in eigendom
brillen ook op
voorschrift van
H.H. Oogartsen
JROiEm.üROTHEST
enz." aan deze artikelen.
Volgens Ged. Staten regelt art. 4 den in
breng en daarin staat dat deze geschiedt
voor de waarde, die de gronden dan geacht
worden te vertegenYvoordigen. Ged. Staten
nemen als van-zelf-sprekend aan, dat die
waarde door schatting Yvordt bepaald. Art.
23 bepaalt de boekwaarde, die op dezelfde
wijze redeneerende gelijk is aan de ge
schatte waarde (behoudens latere verhooging
met kosten voor bouYvrijp maken).
Hoewel nergens gezegd wordt ten op
zichte van welk cijfer Yvinst of verlies wor
den berekend, nemen Ged. Staten aan, dat
dit gebeurt ten opzichte van de boekwaar
de, d.Yv.z. de geschatte waarde.
In ons voorbeeld Yvas die geschatte waar
de f4.—, de verkoop f3.50, dusf 0.50
verlies.
Evenmin wor-dt gezegd, hoe dit verlies
gedekt wordt, maar Ged. Staten zeggen, dat
het op geheel normale wijze moet Yvorden
gedekt uit de gewone middelen. Uit de be
lastingen Yvordt dus f 0.50 bijgepast, die vol
gens art. 24, 2e zinsnede, met de opbrengst
van den verkoop, aan de gemeente Yvorden
uitgekeerd ten behoeve van den buitengewo
nen dienst. Aangezien nu op die gronden
slechts een schuld rustte van f2.80, blijft er
over f 1.20 ter vorming van een potje voor
het nageslacht.
Wij hebben in deze handelwijze, waar Yvij
ondanks een feitelijke winst van f 0.70, toch
f0.50 moeten bijpassen tot spaarpot-vor
ming, iets zóó onbillijks en zóó onlogisch
gezien, dat wij twijfelden of dit de juiste
bedoeling; is geweest bij het maken der Ver
ordening. Bestudeering schonk ons de over
tuiging van het tegendeel. Men leze art. 1
eens goed na.
Hier wordt- gezegd, dat een groep onroe
rende goederen in een afzonderlijke admi
nistratie zullen worden vereenigd, Yvaarin o.i.
ligt opgesloten, dat hier sprake is van goe
deren, die reeds in administratie waren, doch
nu in een afzonderlijke administratie worden
vereenigd. Zij worden dus, zooals zij reilden
en zeilden, overgebracht van de oude admi
nistratie in die van het Grondbedrijf. De
waarde moet dus uit de oude administratie
worden uitgezocht, Yvat ook inderdaad en
wel op aan wij zing van Ged. Staten, is ge
beurd. Op hun last toch zijn opgezocht:
kostprijs, leening voor aankoop, betaalde ren
te en aflossing dier leening, gedeeltelijke
verkoopen, kosten van bouYvrijp maken enz.,
in één woord, al die gegevens, die men bij
een gehad zou hebben, als van den beginne
af een afzonderlijke administratie had be
staan. Wij wezen er reeds vroeger op, dat
die gegevens Yvel aanYvezig zijn voor de
niet-patriarchale gronden, doch niet of al
thans slechts ten deele voor de patriarchale
gronden.
Wij besluiten uit dit art. 1, dat dit art.
regelt den inbreng der niet-patriarchale gron
den en vinden steun in art. 3, Yvaar wel ge
noemd wordt onder a aankoop van gronden
(d.w.z. in de toekomst aan te koopen gron
den), onder c inbreng van patriarchale gron
den, maar niet opnieuw het inbrengen van
niet-patriarchale gronden.
Men kan zeggen, dat deze laatste gronden
toch vallen onder b of d en in zoover geven
wij toe, dat Ged. Staten kunnen zeggen,
„art. 3 maakt melding van alle gronden,
dus art. 4 regelende den inbreng der in
art. 3 bedoelde gronden omvat eveneens
alle gronden".
Maar hiertegenover staat toch ons bezYvaar,
dat de inbreng der niet-patriarchale gronden
volledig is geregeld door art. 1 en het dus
niet aannemelijk is, dat art. 4 nu een voor
schrift zou geven in strijd met art. 1.
Wij moeten nu onderzoeken of er strijd
is tusschen art. 1 en art. 4.
Wij zeiden boven, dat Ged. Staten als
van.zelf-sprekend aannemen, dat de waarde,
die de gronden geachtworden te vertegen
woordigen door schatting moet worden be
paald. Wij geven toe, dat dit een gangbare
opvatting is. Maar is zij de eenig mogelijke
opvatting?
Hierop antwoorden wij „neen". Wat be-
teekent „vertegenYvoordigen"? Dat yvooh*
beteekent „in de plaats treden van Die
gronden zijn getreden in de plaats van de
aankooppenningenhun Yvaardevermeerdering
door bouwrijp maken is gekomen in de
plaats van de kosten voor dat Yverk. Welnu,
al die kosten zijn in de administratie te vin
den 'en de aanwezige gronden „vertegen
Yvoordigen" de totale som.
Men mag nu dezen uitleg deelen of niet,
vast staat, dat de letter der verordening niet
rept van schatting bij inbreng err derhalve
onder de oogen gezien moest worden of
een andere uitleg mogelijk was en vooral of
deze niet voortvloeide uit den geest, die heeft
voorgezeten bij het maken der verordening.
Wat die geest betreft, zoo hebben wij
uitlatingen gevonden van raadsleden, van B.
en W., van Ged. Staten en zelfs van de
Kroon, die er op wezen, dat men gewild
heeft een verordening, Yvaardoor geenerlei
belangen werden geschaad. Het sterkst van
al zijn deze woorden uit een brief van B.
en W. aan Ged. Staten van 28 Aug. '23:
„Wordt aan het verlangen van Ged.
Staten voldaan, dan zal de gemeente een
spaarpot maken, waarvan het komende
geslacht de lusten zal hebben, terwijl de
tegenwoordige leden der gemeente de
lasten hebben te dragen. Dit schijnt den
Raad uiterst onbillijk."
Dit schrijven gold toen de patriarchale
gronden, waarover toenmaals ook een twist
punt bestond, maar is het niet woordelijk
toepasselijk op ons geval?
Wij hebben hier uiteengezet Yvat ons moed
if om ons verschil van inzicht met Ged.
Staten voor de Kroon uit te vechten- Wij
laten nu het beslissende Kon. besluit hier
volgen, luidende:
Overwegende: dat art. 4 der verordening
op het beheer van het 'Grondbedrijf der ge
meente Soest bepaalt, dat inbreng der in art.
3 bedoelde gronden en daarop eY'entueel aan-
Yvezige opstallen geschiedt voor de waarde,
welke 'die gronden en goederen op tijdstip
van inbreng geacht worden te vertegenYvoor.
digen
dat in art. 3 gehandeld wordt over alle
tot 't bedrijf behoorende gronden;
dat dus de meening van den raad, dat art.
4 alleen bedoelt te Yvaardeeren het patriar
chaal bezit en niet de andere gronden, die
op het tijdstip van inbreng in bezit der ge
meente zijn, geen steun vindt in de beYvoor-
dingen der verordening;
dat ook art. 23 onder a kennelijk in ver
band met het bepaalde in art. 4 ter verkrij
ging der boekYvaarde ten aanzien van alle
EEN WIJS WOORD VOOR IEDEREN DAG
ZONDAG.
Vooruit zij de leuze van 't leven,
Wie heert, wie vertoeft, vindt den dood,
Vooruit, volgt de lichtYVolk in 't zweven,
AI droeg zij d' orkaan in den schoot.
Vaart henen, rooskleurige droomen,
Gespannen om 't ziekelijke brein.
Elke ader moet trillen en stroomen,
De blik zij blijmoedig en rein.
De man is tot strijden geschapen,
Hij vormt zich de baan waar hij treedt;
De krans die eens bloeit om zijn slapen,
Groeit op uit zijn bloed en zijn zweet.
J. F. BrouYvenaar.
MAANDAG.
GeYvoonlijk zijn Yve bijster goed op de
hoogte van onze rechten en van de plichten
van anderen, 't moest andersom zijn
DINSDAG.
Alleen strijd en offers vormen karakters.
WOENSDAG.
Zie niet altijd naar hetgeen gij niet krijgen
kunt, of zie er zóó goed naar, dat ge merkt
't wel te kunnen missen.
DONDERDAG.
Zoolang nog één illusie ons bezig houdt
is ons leven niet ledig.
VRIJDAG.
We jagen maar al te vaak zelf op onzen
levensweg stofwolken op en klagen dan dat
we er last van hebben.
ZATERDAG.
Menige daad tellen Yve eerst voor iets als
zij van ons zeiven gevraagd wordt.
VAARTWEG 41
HILVERSUM
VERSCHAFT CREDIETEN
OP GEMAKKELIJKE
VOORWAARDEN
GEOPEND ALLE WERKDAGEN
VAN 10-1 UUR EN MAANDAG-,
WOENSDAG- EN ZATERDAG
AVOND VAN 7—8 UUR.
Bronchitis en Kinkhoest
Siroo
er flescH 1 gid
OnÖOnS perd
D I Apo
eigendommen, welke bij het in-Yverking-tre-
den der verordening reeds in bezit der ge
meente zijn, aangeeft de waarde, welke zij
op het tijdstip van inbreng vertegenYvoor-
digden
dat deze Yvaarde uiteraard de geschatte
yvaarde is op het tijdstip van inbreng en
niet de waarde, Yvaarvoor de eigendommen
in de boeken der gemeente vermeld stonden,
daargelaten de vraag of deze boeken de
boekwaarde der eigendommen vernielden
dat reeds uit dezen hoofde Gedep. Staten
aan het raadsbesluit van 29 Mei '29, dat in
strijd was met de voornoemde strekking der
verordening, terecht hun goedkeuring heb
ben onthouden.
Gezien de Gemeentewet;
hebben goedgevonden en verstaan:
het beroep ongegrond ta verklaren, enz.
Men ziet, 't is kort en sober gesteld. Men
neemt wat men de letter van art. 3 en, 4 acht,
maar verzuimt ons betoog tc' unCcciWwcii
omtrent den inbreng volgens art. 1. Men
acht de boekYvaarde uiteraard de geschatte
maarde, rept niet over een anderen uitleg en
laat alle belangen-overwegingen buiten be-
schouwing.
Ik begrijp, dat de Kroon in de eerste plaats
zich houdt aan de letter der verordening.
Is deze duidelijk en voor geen anderen uit
leg vatbaar, dan beslist alleen die letter.
Maar zoodra er iets niet volkomen duidelijk
is, meende ik, dat de Kroon zou hebben ge
zocht naar den geest der verordening. Doch
hier is dit niet geschied.
Zooals de toestanden zich nu laten aan
zien, zullen onze gekochte gronden worden
van de hand gedaan beneden de vroeger ge
schatte waarde en na eiken verkoop zullen
Yvij weer Y\'at moeten bijbetalen. Hoeveel
dit totaal zal zijn is niet te ramen; het hangt
van de verkoopprijzen af. Verder moeten
wij jaarlijks, zoolang de gronden niet zijn
verkocht en dus een leening open staat, uit
de gewone middelen de rente daarvoor be
talen. (Voor "aflossing mag opnieuw geleend
worden volgens art. 26,.
Art. 24 spreekt (zie hiervoor) over vor
ming eener reserve. Maar daarvoor is noo-
dig „winst", Yvaarop de kans niet heel groot
is. Mocht zich het geval voordoen, dat eeni
ge verkoop alsnog Yvinst oplevert, dan kan
die reserve (zie art. 35) gebruikt worden
om de zooeven genoemde rente te betalen.
Tot slot nog dit:
Indertijd is aan den Raad voorgelegd een
verordening, die zoo onduidelijk en zoo on
volledig was, dat niemand toen begreep, dat
daaruit een opvatting geput zou kunnen Yvor
den, die in strijd is met de bedoelingen.
Laat ons ten minste hopen, dat die les tot
leering strekke.
W. H. C. DOORMAN.
f20.—, f 15.en f 10.per kwartaal.
Spreekuur: Woensdags 2—3 uur.
KERKPAD ZUID 19B - SOEST
BURGEL1JKE STAND
Geboren:
Elisabeth Wilhelmina, d. v. J. J. Pronk
en W. M. Tol, Pijnenburgerlaan 3. Pieter, z.
v. C. P. v. Beest en M. J. Rondeel, Radema
kerstr. 20. AlJert, z. v. A. de Vries en A. W.
Hiensch, Gallenk. Pelsweg 6.
Ondertrouwd:
H. van den Hoek en J. H. L. Verh«ij«i.
Gehuwd:
F. Veth en C. v. Ee. J. J. F. v. Wouden
berg en A. H. Renes.
Overleden:
Rigarda Clasina v. Breemen, 30 j. Altmie
Ellis Harry, 83 j.
Gevestigd:
W. Hogeboom met gezin, v. Weedestraat
9d. J. M. Schol, KolonieYveg 5. P. C. Aerts,
Soesterb.str. 125. J. Dissel, Kerkstr. 2. L. v.
Riezen, Nieuwew-eg 64. W. M. de Vos, Nieu-
weweg 15d. J. A. Spelt, Molenstr. W.Z. 28.
P. Willemse, Hartweg 30. V. W. P. Renooij,
Nieuwstraat 38a. M. D. de-Leeuw met gezin,