LA PORTE Co - BANKIERS
SOESTER BANKVEREENIGING
ALLE BANKZAKEN.
Uitgave: G. J. Smit, Soestdijk. Bureau: Van Weedestr, 35, Tel. 2181
Banketbakkerij „Nieuwerhoek"
Des Zondags na 12 uur
wederom GEOPEND
Behandelen alle Bank
en Effecten-zaken
Safe-Deposit
OPRUIMING
DE EERSTE GOOISCHE
HULPBANK
VENEMA
De klop op de deur!
WELKOM.
Heer, tot wien zullen wij gaan?
De KaïDfllieeen en fle uermezinpen.
O.F.VOIGT - Burgem. Grothestraai 28 - SOESTDIJK
Burgemeester Grothestraat 53
Telefoon 2317
SAFE-DEPOSIT
KRABBELS
te JAARGANG
VRIJDAG 3 Jlill 1931
Vo. 1
DE SOEST E R POST
Katholiek weekblad voor Soestdijk, Soest en Soesterberg.
ABONNEMENTSPRIJS 50 cent per 3 maanden.
ADVERTENTIEPRIJS: van 1—5 regels f0.75. Elke regel meer 15 cent. Advertenties
tusschen de tekst dubbel tarief. Bij contract belangrijke korting.
Bijkantoren: VISSER'S Boekhandel, SOEST en C. J. VAN DAM, SOESTERBERG
ADVERTENTIES opgegeven voor „De Soe^ter Post'V worden zonder prijsverhooging
opgenomen in het „SOESTER NIEUWSBLAD", Algemeen Christelijk Weekblad en „DE
SOESTER COURANT". Algemeen Weekblad.
TEL. 2232
Aanbevelend, F. H. EUWE
BAARN
SUSSUM
SOEST
EVANGELIE
volgens den H. Marcus; VIII, 1—9.
In dien tijd, toen er eene groote volks
menigte bij Jesus was en zij niet te eten
hadden, riep Hij de leerlingen bij elkander
en sprak tot hen: Ik heb medelijden met de
schare; want ziet, reeds drie dagen lang zijn
zij aanhoudend bij Mij, en zij hebben niets
te eten; en zoo Ik hen zonder eten naar
hun huis laat gaan, zullen zij op den weg
bezwijken, want eenigen van hen zijn van
verre gekomen. Zijne leerlingen nu antwoord
den Hem: waarvan zal iemand hen hier met
brood kunnen verzadigen, in eene woestijn?
En Hij vroeg hen: hoeveel brooden hebt gij?
Zij zeiden: zeven. En Hij beval aan het volk,
zich op den grond neder te zetten. En Hij
nam de zeven brooden en na eene dankzeg
ging brak Hij ze en gaf ze aan zijne leer
lingen, opdat deze ze zouden uitdeelen. En
zij deelden ze aan de menigte uit. Ook had
den zij eenige vischjes; deze zegende Hij ook
en beval ze voor te zetten. En zij aten en
werden verzadigd; en wat overgeschoten was
van de brokken raapten zij bijeen: zeven
korven. Degenen nu, die gegeten hadden,
waren omtrent vier duizend; en Hij liet hen
vertrekken.
ONZE RIJMKRONIEK
DE AREND
Door kracht van lijf en scherpen klauw,
Door moed en b re ede vlucht,
ls d' Adelaar al lang bekend
Als koning van de lucht.
Daar vliegt hij heen met forschen slag,
Zoo over zee en land:
Niets stuit hem in zijn snellen vaart,
Geen rots, geen steile wand.
Soms drijft met onbewogen wiek,
Hij lang in 't luchtruim rond;
Zeilt, zweeft er steeds met groot gemak.
Maarin den morgenstond,
Wanneer de vogel honger heeft,
Dan vliegt hij zoekend heen,
£n stoot op 't jong van ree of schaap
Wat onbeschermd verscheen.
De Arend, steeds op buit belust,
Greep meermalen, gezwind,
Wanneer 't wat ver was afgedwaald,
Het kleine rtienschenkind;
En op den ongenaakb'ren rots
Werd dan met vleesch en bloed
Van 't teeren wicht, zoo wreed ontvoerd,
Des roovers kroost gevoed.
Geen wonder, dat de mensch dan steeds
Vervolg: htt krachtig dier,
Van oog zoo scherp, van moed zoo groot.
Van houding edel, fier.
Want niets is veilig voor deez' vorst,
Die vlugheid paart aan kracht;
Elk dier uit heide, veld en woud,
Vreest voor zijn oppermacht.
zondheidstoestand twijfel bestaat, gratis voor
de melkveehouders te onderzoeken. Voor le
veranciers van melkhandelaren, aangesloten
bij het Melkcontrölestation verricht dit sta
tion het onderzoek.
Ten slotte wordt de aandacht gevestigd op
art. 25 van het Melkbesluit, waarbij verbo
den is melk at te leveren van dieren, waar
van de melkveehouder redelijkerwijs geacht
kan worden te weten of te vermoeden, dat zij
lijden aan één der volgende ziekten, te weten:
uierontsteking;
darmontsteking, waarbij diarrhee optreedt;
baarmoederontsteking, gepaard met herhaal
delijk optredende uitvloeiingen;
open tuberculose;
wonden, waarbij de uier, de tepel ot de
melk met etter of andere uit de wond af
komstige stoffen ernstig verontreinigd kun
nen worden.
Overtreding van dit voorschrift kan wor
den gestraft met geldboete tot ten hoogste
f2000.- ot hechtenis van ten hoogste 6
maanden.
De veehouders worden dus in hun eigen
belang uitgenoodigd voor de naleving van dit
voorschrift nauwkeurig zorg te dragen.
Soest, 26 Juni 1931.
HEERENMODE-ARTIKELEN
VAARTWEG 41
HILVERSUM
VERSCHAFT CREDIETEN
OP GEMAKKELIJKE
VOORWAARDEN
GEOPEND ALLE WERKDAGEN
VAN 10—1 UUR EN MAANDAG-,
WOENSDAG- EN ZATERDAG
AVOND VAN 7-8 UUR
B IJ
OFFICIEELE BEKENDMAKINGEN
F. C. Kuijperstrsat 10
WERKELIJK SPOTPRIJZEN
Burgemeester en Wethouders van Soest
brengen ter algemeene kennis, dat heden
door hen is afgekondigd het in de vergade
ring van den raad der gemeente van 30 De
cember 1930 vastgestelde besluit tot wijzi
ging van de verordening op de heffing van
opcenten op de hoofdsom der gemeentefonds-
belasting in de gemeente Soest, vastgesteld
bij raadsbesluit van 28 Juli 1930, 4e afd. no.
1525, goedgekeurd bij Koninklijk besluit van
26 September 1930, No. 5.
Soest, 24 Juni 1931.
De Burgemeester van Soest brengt het na
volgende ter kennis van belanghebbenden:
De Keuringsdienst is begonnen krachtiger
op te treden tegen het afleveren van melk,
vermengd met het product van uierziek vee.
Het komt n.L, ondanks de tallooze waar
schuwingen door Keuringsdienst en Melkcon-
trole-stations uitgezonden, maar al te vaak
voor, dat melk van koeien met uier-aandoe
ningen wordt bijgemengd, waarvan reeds met
het bloöte oog de ondeugdelijkheid dadelijk
kan worden vastgesteld. Ook blijkt dikwijls,
dat melk wordt afgeleverd van koeien, waar
van de melker weet, althans kon weten, dat
zij aan een uier-ontsteking lijden of zweren
of open wonden aan uier of tepels hebben.
Het bijmengen van dergelijke producten van
zieke uiers bij melk, die voor zuigelingen,
zieken en zwakken bestemd kan zijn, is als
een onverantwoordelijke daad te brandmerken.
Ingeval zulks dan ook wordt vastgesteld,
zal in het vervolg steeds worden overgegaan
tot het opmaken van procesverbaal.
De melkveehouders zullen zich aan een
vervolging niet kunnen onttrekken door on
bekendheid met bovenbedoelde afwijkingen bij
hun melk of hun vee voor te wenden. Zij
hebben de plicht zelf daarop toe te zien en
hun personeel ervan te doordringen, dat alle
afwijkingen aan de melk of bij hun melkvee
te hunner kennis moeten worden gebracht.
De Keuringsdienst is te allen tijde bereid
monsters melk van koeien, omtrent wier ge-
Lezeres en lezer.
Wij klopten op de deur en hoorden u roe
pen: „binnen" en misschien ook: „Welkom
vreemdeling!"
Over eenige weken zijn we echter geen
vreemdeling meer, maar huisgenoot naar we
hopen en verwachten.
Dit blad voor alle Katholieken zal U van
week tot week op de hoogte houden van
alles, wat in Uw gemeente, ook op Katholiek
terrein, voorvalt.
Het wil en zal de spreekbuis zijn voor en
van allen, die iets te zeggen hebben.
Het zal zonder aanzien des persoons de
belangen van heel het Katholiek volk dienen
en geen blad voor den mond nemen als het
de beginselen geldt.
Pax et Justitia is het parool van dit nieu
we weekblad, Vrede en Rechtvaardigheid,
maar geen vrede, die zijn kracht zoekt in
verzwijgen en geen rechtvaardigheid, die naar
één zijde overslaat.
Ziedaar in het kort een program, dat door
de ervaring bevestigd zal worden.
Wij bevelen dit blad in Uw belangstelling
aan en betreden met geestdrift de paden, die
ons omhoog moeten voeren.
Het R.K. Perscomité.
Bij het ter pcrs,e gaan van dit eerste num
mer hebben wij de eer onzen nieuwen pastoor
een hartelijk welkom toe te roepen in de pa
rochie van Sint Petrus en Paulus.
De nieuwe herder, de ZeerEerw- Heer
Wilhelmus Martinus Voss is geboren t,e
Aerdt (gem. Herwen en Aerdt) op 28 Oc-
tober 1874.
Zijn ZeerEerw. ontving de H- Priesterwij
ding op 15 Augustus 1900 en was kapelaan
te Albergen, daarna in Wehl (Gld.) van
1902 tot 1910 en vervolgens tot 1915 te
Wijk bij Duurstede.
Hierna volgde zijn pastoorsbenoeming te
Buren in Gelderland tot 1923, vanwaar hij
naar zijn standplaats Goor vertrok om daar
tot op heden zijn kudde te thoeden.
Op 3 JuL benoemde Z.H.Exc. Mgr. Jans,en
zijn Z.E. tot pastoor te Soest en hedenavond
(Vrijdag) om zes uur zal de HoogEerw- Heer
Deken Fock de plechtige installatie verrichten.
Moge dit derde pastoraat een even aange
name zijn als de twee voorgaande, dan kan
Soest zich gelukkig prijzen met den nieu
wen parochus en pastoor Voss kan dan
tevreden zijn over zijn zonnige parochie-
EPISTEL EN EVANGELIE.
Zesde Zondag na Pinksteren.
Les uit den brief van den H. apostel Paulus
aan de Romeinen; VI, 3—11.
Broeders! Wij allen, zoovelen er van ons
gedoopt zijn in Christus Jesus, zijn gedoopt
om met Hem te sterven. Door het doopsel
immers zijn wij met Hem mede begraven ten
doode, opdat, gelijk Christus uit de dooden
is opgestaan tot de heerlijkheid des Vaders,
ook wij alzoo in nieuwheid van leven wan
delen. Want, indien wij met Hem zijn sa
mengegroeid door gelijkheid aan zijnen dood.
zullen wij het insgelijks zijn door gelijkheid
aan zijne verrijzenis; wij weten immers, dat
onze oude mensch mede gekruisigd is, op
dat het lichaam der zonde vernietigd worde,
en wij geen slaven meer van de zonden zoude
wezen; want die gestorven is, is van het
zondigen losgemaakt. Zijn wij nu met Chris
tus gestorven, wij gelooven, dat wij gelijker
wijze ook zullen leven met Christus, daar wij
weten, dat Christus na uit de dooden te zijn
verrezen, niet meer sterft; de dood zal geen
heerschappij meer voeren over Hem. Want
toen hij voor de zonde stierf, stierf Hij
voor eens en voor goed; maar nu Hij leeft,
lééft Hij voor God. Aldus ook gijbeschouwt
u voor 't zondigen dood te zijn; maar te
leven voor God in Christus Jesus on
Heer.
voor het lijden, als Jezus hen, de apostelen
toespreekt en zegt: terwijl hij hen het brood
breekt en den beker rijkt: „Neemt en eet,
dit is mijn Lichaam; drinkt, dit is de beker
van mijn bloed"; dan hebben zij de beves
tiging voor oogen deze woorden zijn
geest en leven.
Dit is zoo duidelijk dat de gewezen apos
tel Paulus waarschuwt om niet onwaardig
te eten en te drinken, want zegt hij: al wie
onwaardig eet en drinkt eet en drinkt
zich een oordeel, niet onderscheidend het
Lichaam en Brood des Heeren.
O zeker, ook leden zijn er nog talloos
velen, die deze woorden te hard vinden, maar
die het niet aandurven om niet meer met
Jezus te wandelen en daarom zoeken zij voor
Zijn woorden een andere beteekenis.
Bij hun verklaringen wijken zij echter al
len at van de door Jezus Zelf gesproken
woorden. Hij zegt: Mijn vleesch is waarlijk
spijs mijn bloed waarlijk drank. Wie Mijn
vleesch niet eet en mijn bloed niet drinkt
zal geen deel met mij hebben.
ALtl duidelijkheid en eenvoud Iaat deze
veroordeeling niets te wenschen over; wie
dat vleesch niet eet heeft geen deel aan
Christus, waarom dan een poging gedaan
om Zijn gezegende woorden een andere in
houd te geven?
Mijn vleesch is waarlijk spijs men moge
er een symbool van maken deze woorden
zijn en blijven, geest en leven.
En het past ons niet om die woorden van
Christus plaats te doen maken voor een an
dere verklaring, degenen die Christus hoor
den deden dat ook niet.
Zij zeiden: hard is deze taal en zij
wandelden niet meer met hem dat is de
konsekwente houding dergenen, die duide
lijk verstaan hebben wat hen gezegd wordt.
En de apostelen aanvaarden deze uitspraak
van Christus en zij blijven Hem volgen.
Hier is geen sprake van een gelijkenis
dit is geen paralel. Mijn vleesch is waarlijk
spij: kan nu eenmaal niet anders be
duioen.
VC ie er een symbool van maakt, vergist
zich, al heeft hij nog zoo'n goede bedoeling
en il tracht hij in de vloeiendste taal een
verklaring te geven, die woorden missen
geest en leven.
Deze verklaringen vervreemden en verwij
deren van dat eerste laatste avondmaal, waar
bij iezus zelt aanzat en dat vanaf dien tijd
tot ïp heden nog immer gevierd wordt over
heek de wereld van den opgang der zon
tot tan den ondergang.
i*i ilbjes!
Een goede huidverzorging is een eisch des
tijds. Allen die dezer dagen in Apotheek of
Drogisterij een doos of tube Purol koopen,
ontvangen daarbij zoolang de voorraad strekt,
gratis een nuttig boekje over huidverzorging.
Heer, tot wien zullen wij gaan? Gij hebt
de Woorden des eeuwigen levens! Het is de
verzuchtende, trouwe vraag van Simon-Pe-
trus aan Zijn Meester, als deze zich tot Hem
heeft gericht om te vragen, of de apostelen
soms ook verlangen om Hem te verlaten.
Jezus heeft gesproken tot de schare en
hen gezegd, dat Hij het Levende Brood is,
dat van den hemel is neergedaald, dat Hij
Zijn vleesch te eten en Zijn bloed te drinken
zal geven.
Deze woorden zijn voor de meesten te
hard en niet om aan te hooren.
t Is waar ook, zooiets had voor dien nooit
iemand gezegd maar Hij, Jezus van Naza-
reth, Die de volksmenigte had gevoed met
brooden, die nooit in den oven geweest zijn
en met visschen, die niet eerst gevangen en
toebereid waren, zoo maar in één daad van
Zijn wil.
Dat en meer nog hadden de menschen ge
zien en zij waren hem overal gevolgd. Zijn
wondere werken boezemden hen ontzag en
eerbied in. Zij hadden dat brood gegeten en
ook die visschen genuttigd en zelf de kor
ven met het overgeblevene gevuld en dat
terwijl er slechts één knaapje brood en visch
bij zich had, toen het volk honger begon te
krijgen.
Maar die taal, Ik zal u mijn vleesch te
eten geven en mijn bloed te drinken. Mijn
vleesch is waarlijk spijs en mijn bloed is
waarlijk drank!
Hoe was dat nu mogelijk, dat kan toch
niet en daarom was het hen te veel, het
klonk hen niet zacht genoeg en dus trokken
ze zich liever terug.
Slechts de apostelen bleven; uit hun naam
gaf Petrus, de hartstochtelijke volgeling, toen
zijn antwoord, dat vragend gesteld was: Heer
tot Wien zullen wij gaan?
Alleen Jezus heeft hier waarde voor hen
en Zijn woord is geest en leven. Het werkt
zoo bezielend op hen, dat niemand verlangt
zich bij de massa aan te sluiten op den te
rugtocht.
En zij hebben juist gezien. Want als het
gróóte eenmaal gaat gebeuren op den avond
Deze titel bedoelt niet een overzicht te
geven van de gemeenteraads-verkiezingen over
het geheele land, daarvoor is gelegenheid te
over in onze groote bladen.
Hier nemen wij alleen onze gemeente on
der de loupe en moeten dan beginnen met
vast te stellen, dat hier wel eenige verras
singen aan den dag traden.
Het is wel de moeite waard om eens te
bedenken, dat het politiek advies, door de
verschillende groepen uit de kiesvereeniging
samengesteld, in de groote lijven gevolgd is.
Waaruit dan volgt, dat de stemming op de
groslijst geen juist beeld van den kiezerswil
gat. Zij, die dus iets anders willen dan een
stemming op de groslijst en dat kunnen we
ons indenken, zullen moeten zinnen op an
dere dan de thans gebruikte middelen.
Maar vooral de katholieke kiezers, die geen
lid zijn van de kiesvereeniging, moeten nu
wakker geschud worden en zich uitspreken in
de organisatie, dat is ook hun cultureele
plicht.
De propaganda-club heeft nu weer twee
jaren tijd voor huisbezoek en zal zeker met
veel ijver leden trachten te werven.
Zonder goede propaganda geen goede re
sultaten, want daar zijn een massa kiezers,
die hun katholieken stemplicht wel vervullen,
maar door onvoldoende toelichting vaak on
verschillig staan, als zij hun stem uitbrengen.
Laat ons nu maar eens bij deze laatste ver
kiezing stilstaan; er was een vrije lijst en de
kiezers konden den kandidaat kiezen, dien zij
het liefste in den raad wenschten.
Dat heeft lang niet iedereen begrepen, ook
al door gemis aan belangstelling, zij het niet
door gebrek aan voorlichting.
De katholieke lijst was nu immers een vrije
lijst en dat de heer Mineur, in een druk be
zochte vergadering voor de verkiezingen al
leen in overweging gaf te stemmen op lijst 2,
was de juiste plaats, welke moest worden
ingenomen.
Zoo ook heeft het bestuur van de kiesver
eeniging gedaan en zeer terecht.
Niemand was nu eigenlijk nummer één en,
hoewel dit natuurlijk met het oog op de offi
ciëele lijst niet mogelijk was, was een alpha-
betische volgorde der candidaten meer op
haar plaats geweest.
Doch we hebben nu 2x2 jaren voor den
boeg en moeten dus zooveel mogelijk trach
ten de kiezers te scholen, de kiezers van alle
maatschappelijke klassen.
Ook het gemeente-belang is een katholiek
belang en zeker een katholiek belang in hoo-
ge orde.
Politiek is immers de kunst van het be
reikbare en wij weten toch, dat op den bo
dem van iedere redeneering het beginsel te
vinden is.
Welnu dan, als ons beginsel ons lief is.
dan moeten wij dat ook probeeren toe te
passen in het gezin, dat gemeente heet.
Daarvoor is noodig een hooge opvatting
van politiek en daaraan mankeert het nog
wel eens bij ons.
FOTOHANDEL
Gediplomeerd Drogist Opticien
ONTWIKKELEN VOOR AMATEURS
ZITDAG TE SOESTERBERG, Rademakerstraat 7B, Maandag en Donderdag.
VAN KNELIS.
Lezers, barst in
vreugdekreten uit!
Uw getrouwe Kne-
lis, de vurige strij
der voor Aller Vrije
Rondborstige Opvat
ting, heeft contact ge
kregen met ons al
ler vriend Busch.
Toevallig dat hier
't woord A.V.R.O.
staat, daaruit is nu
weer een veronder
stelling op te maken
door oom Grubi.
Oom Grubi, de vorst uit het Witte Paleis,
heeft mijn goede Busch tot een donderbus
gemaakt, want in de Smoezer gaat zijn Edel
achtbare te keer als Demosthenes tegen de
zee.
Wat zeg je van zooveel geleerdheid voor
een boer? 't Kon best zijn, dat Knelis Karei
I was en ik weet, dat Karei Lodeesen heeft
gezegd, als ik Karei niet was zou ik Knelis
willen zijn.
Maar Busch en oom Grubi zeggen, dat ik
Alias ben en hij zegt ook, dat ik een door
gefourneerde deugniet moet zijn.
Zou het nu y/erkeJiik zon pro ?iin 2
In een naschrift zegt ooin Grubi, dat ik Mr.
Van Doorne ben en misschien heeft hij wel
gelijk, net zooveel gelijk als vroeger, toen
een 10-tai* andere personen werden genoemd.
Vele lezers zullen even vreemd hebben ge
keken, dat Mr. Van Doorne nu de elfde Kne
lis is, maar dat zit hem alleen in het cijfer
II hoor. Maar er is een nog veel gekkere
tijd geweest. Kort nadat Mr. Van Doorne
aan professor Grubi den rug had toegekeerd,
vertelde deze professor mij, ja aan mij, Kne
lis en aan een aantal ambtenaren op het Ge
meentehuis (ik was daar toen om te vertel
len, dat ik mond- en klauwzeer hadon
der mijn beesten), dat hij, de professor, had
ontdekt, misschien wel uitgevonden, dat, ter
wijl Mr. Jan Brandnetel was, hij tegelijkertijd
Knelis was.
Kijk, daar moet ik den professor nou ge
lijk in geven; dat vind ik nou niet mooi van
mr. Jan.
Maar ik zal het eens aan Griet vragen of
ik mr. Jan ben; ik begin er nu zelf aan te
twijfelen. Ik hoop maar, dat Griet ja zal
zeggen, dan noem ik mij in het vervolg Mr.
Knelis en 'dan zal ik de eerstvolgende Krab
bel over me zelt schrijven; jullie weet wel
over Meester Cornelis, die man, die in Indië
heelemaal alleen op z'n eentje in die groote
stad woont.
Maar Iaat ik nu eerst de hand van ver
zoening toereiken aan den heer Busch en
hem verwijzen naar mijn Krabbel, waarin de
gewraakte uitdrukkingen voorkomen.
Meneer Van Klooster heeft n.1. in één van
zijn verdedigingsbrieven geschreven over een
uitlating van den heer Busch en toen gezegd,
dat hij wei eens meer iets zei, wat hij niet
zoo meende. En als Van Klooster het zegt,
dan mag ik het toch ook wel zeggen. Meneer
Busch moet dus op een volgende raadsver
gadering zélf maar eens aan meneer Van
Klooster vragen, wat hij nu eigenlijk met dat
gezegde bedoelde en dan ben ik zeker, dat
de heer Busch de eerste is, die in de Smoe
zer die leelijke woorden tegen mij zal her
roepen, maar daaruit zou dan tevens blijken,
dat hij wel eens meer dingen zegt en schrijft,
die hij niet meent.
En dat ik haat zou hebben tegenover som
mige personen, is werkelijk overdreven, ik
kan niet eens haten, dat is me te goedkoop
Vriend Busch, als oom Grubi je weer de
pen in de hand drukt, laat je dan niet lom
pen hoor, oom is slimmer dan jij denkt.
Tot een volgende keer meneer Busch. Ik
moet nog even met een ander praten.
Meneer de voorzitter, ik vraag thans het
woord voor een belangrijk feit.
Geachte lezeressen en lezers, af- en aan
wezigen, hoort nu een goeden raad van Kne
lis en kies mij over vier jaren a.u.b.
Sedert het ontslag van den directeur van
Openbare Werken, "wordt zijn dienst waar
genomen door de heeren Van Noessel en
Van Meurs.
Dat zijn twee kerels, waar ik mijn petje
voor afneem en die pet zit anders nogal
vast op mijn k.hoofd.
Ze zijn jong en energiek, onafhankelijk
en verstaan hun vak, dat weet ik van na
bij èn door informeeren bij betrouwbare Iicha
men èn bij anderen! Zie zoo, houdt dit
vast.
Als nu die twee mannen bekwaam zijn om
hun bedrijt te leiden en ze gaan zoo door,
dan moeten we hun geen nieuwe baas geven,
dat dient nergens toe.
EEN WIJS WOORD VOOR IEDEREN DAG
ZONDAG.
De memsch bepael' wat gebeuren kan of niet,
Wat God begeert en toestemt, dét geschiet.
MAANDAG.
Waar 's menschen schoonste en liefste ge
dachten zijn, da£r is de mensch; 'hij is
niei waar hij leeft, maar waar hij liefheeft.
DINSDAG.
Lauweren verdorren en vruchten hebben
zaden. De eerste zijn een afrekening met het
verleden, de laatste beloften voor de toe
komst.
WOENSDAG.
De gierigaard heeft armoede, de spaar
zame weert armoede, de verkwister roept
armoede.
DONDERDAG.
Houd armoe en rijkdom ver van mij, maar
laat mij mijn dagelijksch brood.
VRIJDAG.
Laster en kwaadsprekendheid zijn vonken,
die. als men ze niet aanblaast, vanzelf uit
gaan.
ZATERDAG.
Hei rijkste erfdeel, dat men een jongen
man kan meegeven, is de armoede.
Een vent van karakter, die zelf zijn boon
tjes kan Hoppen en die zich in een ?aak
heeft ingewerkt, verkropt het niet als er een
nieuweling wordt ingehaald.
Ik heb een ingenieur reeds hooren ver
tellen, dat hij hoofd van dien dienst wordt.
Maar, meneer de voorzitter, dat gaat te
ver; dat kon vroeger wel maar nu zijn het
andere tijden en andere gewoonten, vergeet
u dat niet.
De ingenieur komt niet hier, want ik
wensch dat niet!
Door de verandering in ons belastingstel
sel zijn wij er nu een beetje bovenop, maar
ik wil geen extra belasting betalen om
iemand aan een overbodig baantje te helpen.
Niet dat ik tegen noodzakelijke uitgaven
ben, daar niet van; ik zeg meneer de voor
zitter betaal die twee heeren naar recht en
billijkheid voor hun diensten aan de ge
meente bewezen.
Verhoog hun salaris en stel ze voor goed
aan als leiders of hoofden van den dienst;
ze hebben bewezen te zamen de zaak te
kunnen leiden. Ditzelfde geef ik ook de
commissie in overweging en ik twijfel niet
of de heer Busch zal dit voorstel krachtig
ondersteunen!
Zie je nou Busch dat ik geen hekel aan
je heb? En het zal voor jou toch niets uit
maken wie het zegt, als het maar goed ge
zegd wordt.
Waarom een ingenieur er bij gehaald, als
die twee heeren het zonder titel ook gedaan
hebben en goed gedaan.
Wij wennen immers hier zoo moeilijk aan
nieuwe heeren, die nieuwe wetten maken of
laten maken.
Een hoog salaris te geven aan iemand,
wiens bed 'is opgeschud door den ouden di
recteur en twee ambtenaren, is immers een
dwaasheid.
En maak het vóór September in orde, treu
zel nu niet, want de nieuwe raad zal zeker
niet gedoogen, dat die twee heeren alleen
maar een plasdankje en een gratificatie
krijgen.
Ik zeg maar zoo: je kunt die lui, omdat
ze het waard zijn, veel beter aan de ge
meente binden door hun een flink salaris
te geven, dan weer eens een proef te nemen
met een ingenieur, die heeft gezegd, dat
hij het baantje krijgt!
't Zal mij nu benieuwen of men mij nu
gelooft of niet. Ik weet zelf hoe moeilijk het
is, om mij te gelooven, maar nu bedoel ik
het goed. En denk wel Knelis is Knelis en
geen Alias en geen Meester Van Doorne,
hij is ook niet degene, die zegt, dat hij Kne
lis is. Let maar eens op, natuurboter is niet
te vervangen en Knelis is natuurboter hoor,
onder rijkskeur.
En nou beste menschen, de uitgever heeft
mij ook geëngageerd voor de nieuwe krant,
die hij uitgeeft, zoodat ik voortaan zal krab
belen in „De krant van Smitje" en in „De
Soester Post"-, het weekblad voor de Katho
lieken. Ik ben er erg blij mee, want 't telt
nu dubbel en 't is een aardig spaarpotje
voor me.
BURGERLIJKE STAND
GEBOREN: Cornelis Wilhelmus, zoon van
W. van Burgsteden en H. van Laar, Zwarte-
weg 5. Jacoba, dochter van J. Walet en J.
v. d. Kief;, Wiekslooterweg N.Z. 37d. Wil
helmus Franciscus Gerardus, zoon van T.
M- A. Snijders en J. W. G. Berkers, Kerkr
straat 23. Siemen, zoon van T. de Bruiir en