Burgem. Dekeiupark
SOESTER BANKVEREENIGING
ALLE BANKZAKEN.
Wie verhuist U?
VAN DEN BERG&Co.
Gemeente-Gasbedrijf
ALLE BANKZAKEN
SAFE-DEPOSIT
WUI BBHIHÏIH! Ml»
K,H HABEMAKER
..Banketbakker
Uitgave: G. J. Smit,Soestdijk. Bureau: Van Weedestr. 35, Tel. 2181
Banketbakkerij „Nieuwerhoek"
Hoogst fijn Amandel- en Botergebak.
0E EERSTE G00ISCHE
HULPBANK
Herfst.
0.F.V0IGT - Burgem. Grothestraat 28 - SOESTDIJK
PUROL in huis!
KRABBELS
LAAT GAs
U HELPgty
OP
Een gaskachel geeft warm
te op het juiste oogenblik.
Alleen een Gaskachel is precies
op de gewenschte
warmte te regelen.
GEMEENTELIJK p!
gasbedrijf I
is het iijd om een gas
kachel te koopen.
Nu
Burgemeester Grothestraat 53
Telefoon 2317
SAFE-DEPOSIT
Hierop letten!
ZONDAG A.S. 2 UUR
E.S.V.A.C. I - Brederodes I
10« JAARGANG
VRIJDAG 11 SEPTEMBER 1931
No. 36
DE SOESTER CELCAMT
Hofleverancier.
VarV/cedej traaf 40
Telefoon ï«79.
Aigerneenjweekblad voor Soestdijk, Soest en[Soesteiberg.
ABONNEMENTSPRIJS 50 cent per 3 maanden.
ADVERTENTIEPRIJS: van 1—5 regels f0.75. Elke regel meer 15 cent. Advertenties
tusschen de tekst dubbel tarief. Bij contract belangrijke korting.
Bijkantoren: VISSER'S Boekhandel, SOEST en C. J. VAN DAM, SOESTERBERG
ADVERTENTIES opgegeven voor „De Soester Courant", worden aonder prifavarhooging
tevens opgenomen in het „SOESTER NIEUWSBLAD", Algemeen Chriateltjk Waakblad
en „DE SOESTER POST", Katholiek Weekblad.
Vols malen bekroond.
Uitgebreide sortearlng
Bonbons, Chocolade, Suiker, en Desserlwerken
Gereduceerde prijzen.
TEL. 2232 Aanbevelend, F. H. EUWE
JULIANAPLEIN 5 TELEFOON 2163
SOEST
niet slechts over de geel en "bruingetiente
bladeren in de grootsche natuur, maar ook
over de niet verkleurde herinneringsbeelden
van den menschengeest, over de talrijke reli-
quieën van het menschenhart. En dan ziet
die mensch zijn verloren Eden weer, met zijn
frischgroene bladeren en kleurrijke welrie
kende bloemen.
En bij die geestesaanschouwing gaat de
weemoed des. harten wonderlijk over in een
blijde herkenning en waardeering. En een
stroom van diepgevoelde dankbaarheid, dat
hij dat alles mocht bezitten, verwarmd zijn
hart.
Gele en dorre bladeren als de goude herfst
zon U beschijnt, als gij wegritselt van de
boomen, dan spreekt gij tot het menschen
hart, een taal van schoonen klankin
verheven zinsbouw.
PLUIMVEE, LANDBOUW, ENZ.
ONZE RIJMKRONIEK
IN MIJN BOOM
Langs mijn venster zie 'k ze dwarr'len,
Vallend uit mijn hoogen boom.
'k Zie ze naar beneden warr'len
Vlug de een en d' ander loom.
Doch een einde vindt elk blad
Tusschen bruin geworden heesters,
Onder struiken zonder blad
Ot op 't grijze kiezelpad.
Door den zwaren wicht van regen,
Door den wind dooreen geschud,
Gaat de dunne steel bezwijken,
't Blad valt neder, uitgeput.
En dra staat mijn boom daar treurig,
Zonder blad en zonder sier.
Tot voor korten tijd zoo fleurig,
Schuilplaats biênd aan 't vogeldier.
Ach mijn kleine dart'le vrinden,
Zijt ge Uw beschutting kwijt?
Kunt ge nergens schuilplaats vinden
TCaïc uöcuiea wijd cu zijd. 'T
Doch zij schijnen zonder zorgen
Over 't lot aan hen beschikt.
In de schem'ring van den morgen
Als het daglicht weif'lend blikt.
Vroolijk zingen, kwink'len, fluiten
Hoor ik reeds hun jubellied,
Noodt hun vroolijk lied mij „Buiten",
Schoon mijn oog hen nauw'lijks ziet.
'k Zie ze door de takken wippen,
Druk steeds zijn ze in de weer,
Hier wat vinden, daar wat nippen,
Dankbaar tjilpend keer op keer.
Hebben zij ons wat te leeren
Met hun vroolijk blij geluid?
Ja, wat ondanks veel ontberen
Jub'len ze hun danklied uit.
VAARTWEG 41
HILVERSUM
VERSCHAFT CREDIETEN
OP GEMAKKELIJKE
VOORWAARDEN
GEOPEND ALLE WERKDAGEN
VAN 101 UUR EN MAANDAG-,
WOENSDAG- EN ZATERDAG
AVOND VAN 7—8 UUR
Het begin van den herfst, dat jaargetijde
vol weemoed en poëzie, is binnenkort daar.
September, de maand met zijn versterkende
lucht en zijn laatste, kleurige bloemen, heeft
hem ingeleid.
In den oud.Romeinschen tijd was Sep-
tembrjs de zevende maand, zooals ook door
zijn naam wordt aangewezen. Nu is zij, vol
gens latere indeeling, de maand, die aan den
Zomer zijn afschejd geeft, en die ons komt
herinneren aan de nadering van den winter
aan den stilwerkenden rusttijd der natuur.
Dichterlijke, tintenrijke en vruchtenzame-
lende herfst. Zijt gij ook niet de slooper van
al het schoone, het frissche, hoopvolle en
weelderige, dat lente en zomer hebben aan
gebracht? Weegt uw vruchten-voorraad als
hij is saamgebracht, wel op tegen al de
schoone beloften, al de vreugden, die de
bloesemrijke lente den hoopvollen mensch
bracht? Weegt uw voorraadkamer, pa af
trek van den scheidingsweemoed, na aftrek
ook van de najaarsstormen en van al de
afgerukte groene bladeren, geurende bloe
men, weggezonken menschenhope en ver
dwenen zonnewarmte, wel op tegen het
morgenrood van de lieve, streelende lente,
met leeuwerikzang en geurige lentebloe
sems? Kunt gij den mensch vergoeding bie
den voor de zwoele zomerlucht, voor een
menigmaal zonnigen, blauwen zomerhemel,
voor de heerlijke en lange zomeravonden,
voor de weelderige groei-aanbrengende zo
mernachten en voor de milde volle schoon
heid van de natuur in lente- en zomertijd? O
zeg het onsBrengen de snaren van uw
Aeolusharp zooveel vreugde en blijheid in
het menschenhart, als in de hoopbrengende,
hoopvernieuwende, jubelende lente als in
den weelde-ontwikkelenden Zomer? Zijn er
wel snaren op uw harp, die den leeuweriks
zang, die het nachtegaalslied en het dankge-
luid van den mereld weergeven? Kunnen de
gele en bruine tinten van uw gebladerte,
die het afsterven, het vergaan, wel wedijve
ren en vergoeding geven met en voor het
frissche, teedere groen van het lenteloover,
dat hoop, vernieuwing en den zwijmel van
jonge liefde in zich draagt en uitademt? Zeg
het ons deel het mede aan het angstig
kloppend menschenhart, dat groote verliezen
vieest Hoor, wat riselt daar?... Het is
het geluid, het is de stervenskreet van het
gebladerte, dat zich los laat van den boom
twijg en wegdwarrelt naar beneden, naar
de aarde, waar het zal vergaan. Zoo kort
geleden was het nog teêrgroen; de zomer
maakte het donker van kleur, en vóór dat nog
de herfst, zijn sprekend maar verraderlijk
geel of roodbruin kon aanbrengen» viel het
te vroegtijdig, vaal en verschromnejd. af.
Gij7 ziet het, o mènsclf, én" "hef verschrikt
Hebt gij misschien dat geluid reeds meer
vernomen? Niet alleen in de natuur, in den
weemoedigen, in den kleurenrijken, stemmen-
den herfsttijd, maar nog in den zomer van
het levenook reeds in den groenen
bloemenrijken lentehof, bij stralende lente
zon, bij den vroolijken jubelzang der blijde
vogels? Hebt gij toen misschien reeds ge
knakte en stervende bloemen aanschouwd,
die zich in de lentezon zoo heerlijk hadden
ontplooid, en zoo liefelijk geurden? Indien
dit zoo was zoo treur dan niet. Zij zijn
immers heengegaan in lente of zomertijd
vroeg, te vroeg. Zij zijn ontijdig verwelkt
en afgestorven; doch gisteren, mogelijk zoo
pas nog, hebt gij haar geur ingeademd, haar
kleuren nog bewonderden zij zal in
uwe herinnering voortleven, zooals gij haar
gezien en vereerd hebt. Haar heeft de ouder
dom of de ellende dezer wereld althans niet
langzaam, maar wel zeker alles ontnomen,
wat zij aan schoonheid van vorm en kleur,
wat zij aan geur bezat. Want de geur is de
ziel van de bloem; zij is haar adem, die ver-
frischt en verkwikt en die opstijgt naar
omhoog.
De mensch evenwel, die zijn leven uitleeft,
die alle jaargetijden van dat leven meemaakt,
hoe lang en hoe krachtig hij in den levens
hof mag bloeien, groeien en vruchten voort
brengen, sterft ver van het paradijs, waar de
lentezonnestralen hem koesterden, waar de
lentebloesems een rijken oogst voorspelden,
waar bij de vogels zongen, waar wel lente
wolkjes heendreven langs den blauwen he-
gelkoepel, doch waar overigens alles frisch-
heid, reinheid en liefde ademde. De oud-
geworden mensch staat op een eenzaam
kaal geworden pad, waarop alléén de her
innering hem vergezelt, en hem, als hij voort
strompelt naar het einde, zijne vervlogen
droomen, zijn afgereisde bloedverwanten en
vrienden, ja alles wat hem eenmaal gelukkig
maakte, m.a.w. zijn paradijs op aarde laat
zien. Maar die oud geworden, schier van
alles beroofde mensch, schrijdt wankelend
voort door dorre bladeren, waartusschen zijn
doode- bloemen liggen die niet vervangen
kunnen worden, omdat zij alleen konden ont
spruiten en groeien in de zonnige dreef, die
ver achter hem ligt. Dit zeggen hem die af
gevallen bladeren, die van hun stengel ge
vallen doode bloemenen daarom schrikt
hij op als die neervallende bladeren ritselen,
want in zijn gemoed valt ook iets neer op 'de
snaren van zijn zieleharp en dat iets
brengt die snaren in beweging, en even
even toch klinkt een zachte klaagtoon op
uit de diepte daarbinnen in hem. En vanuit
de verte, achter hem, hoort hij stemmen
dierbare stemmen, die van saam doormaakte
vreugde, wellicht ook van saamgedeelde
smart spreken. Dat is het radio-concert, vol
melodieën van verschillenden aard, dat het
verleden, bij zijn terugwijken van het heden,
nog naar het menschenhart afzendt, opdat dit
contact blijve, met hetgeen eenmaal werd
doorleefd en gevoeld. Van dat radio-concert
uit doorleefde tijden, dat opgevangen wordt
door de ontvankelijke, eenzamer geworden
menschenziel, speelt de ziele-harpe alle me
lodieën na, in den herfst van het leven, als de
wegdwarrelende bladeren ritselen, en de voet
zich een weg moet banen door het dorre
Ioover.
Maar de goudschitterende herfstzon
spreekt mede, en werpt hare goudsprankels
Frultboomen.
Kort geleden spraken we over fruit en
de gemakkelijkheid, waarmede bijna ieder
één of meer fruitboompjes in zijn tuin kan
plaatsen.
Nu de practijk.
Hooge breede boomen passen in de mees
te tuintjes niet, eerstens nemen ze te veel
ruimte in en tweedens keeren ze te veel zon
voor andere planten. In kleine tuinen hoören
kleine boomen.
Langs den muur of langs een schutting
plaatst men Ieiboomen. Deze worden aange
bonden en gevormd. Door snoei houden wij
ze in fatsoen. Maar niet alle soorten laten
een korte snoei toe. Soorten, die lang ge
snoeid moeten worden, dragen niet als Iei
boomen. We moeten dus onze keus doen,
uit wat de kweeker als leiboom aanbiedt.
Ook spil-, U-, enz. vormige boompjes vra
gen korte snoei. Dus alweer hiervan kie
zen wat de kweeker aanbiedt.
Verder hebben we den struikvorm. We
kennen allemaal wel de piramiden, zooals er
vroeger heel wat exemplaren de tuinen ver
en ontsierden. Want die mooie vorm ging
maar ai te spoedig verloren. Tegenwoordig
kennen we alleen nog maar de struik. Door
de meesten wordt deze ook piramide ge
noemd. Een piramide echter wordt een kolos
saal hoogen boom, terwijl de struik dit niet
wordt. Struiken zoowel van appel of peer
vertakken zich al in of net boven den gtond.
Voor een kleinen tuin moet er geen groote-
groei in zitten. Daarom vragen we appel of
vormde scheuten zoo goed als geheel weg.
Het planten zelf is een gemakkelijk, maar
secuur werk. Het plantgat moet zoo groot
zim, dat de wortels er in uitgespreid kunnen
worden. De vertrapte of gekneusde wortels
snijden we bij. Vlak onder de wortels of er
precies boven mogen we geen laag mest
aanbrengen. Wel, als we zorgen, dat die
mest nog door een laagje grond van de
wortels gescheiden is. Vooral verteerde mest
d.iet wonderen. Een plantgat, wat diep los
ga-maakt is, werkt zeer nuttig.
De jaarlijksche bemesting kan bestaan uit
s. ilmest, kippen- of duivenmest. Een flinke
1: ïg dunnetjes onderwerken rondom de
struik is voldoende, dus niet rondom de
sum, maar onder de geheele struik. Hier-
b j voegen we wat patentkali en super in
het voorjaar.
- Ook kunstmest gaat goed. We strooien
d in per jaar in het voorjaar per 100 M2: 8
K G. patentkali, 8 K.G. super, 5 K.G. chili.
V oor de super kan men ook in het najaar
s< rooien slakkenmeel en voor de chili 4 K.G.
zwavelzure ammoniak ook in het voorjaar.
Het verwerken van turfmolm onder de
siruiken verdient op niet humusrijke gron
den sterk aanbeveling.
Bij Brand- en Snijwonden, Pijnlijke Kloven,
Ruwe handen en Schrale huid.
VAN KNELIS.
De oude raad is
dood, leve de nieu
we! Dat is een leu
ze van een of ande
re beroemde Griek,
die in zijn tijd hoofd
was van een politie
ke propaganda.club.
't Kan ook van een
andere dooie geweest
zijn hoor, maar om
dat 't er in de poli
tiek niet op aankomt,
wie het zegt, zullen
we hier maar niet verder op ingaan.
Dat er veel gezegd wordt door sprekers,
die op 't kerkhof liggen, heb ik al dikwijls
e/varen.
^Toen ik deze wéék in de buurt van 't
Denkt eens aan de kille najaarsavonden.
Zoodra de zon weg Is, wordt ge huiverig.
Nu reeds is KACHELWARMTE wenschelljk.
Wilt ge geen onaangenaamheden
van stof, roet, asch
Wiltgegeen extra we. kofgesleep?
En juist zooveel als ge wenscht.
Vraagt eens inlichtingen bij het
Daarne is men U daar van dienst
peer veredeld op zwakken onderstam. Een
zwakke onderstam geeft geringen groei en
zeer spoedig en overvloedig vrucht. Een wil
de onderstam geeft sterken groei en ook
wel veel vrucht, maar de eerste jaren doet
hij niets dan groeien en later pas gaat hij
overvloedig dragen. In groote tuinen zijn
die wilde groeiers wel op hun plaats, maar
voor kleine tuinen vragen we steeds: strui
ken veredeld op zwak.
En wat het gemak is bij die struiken: je
kunt de vruchten plukken zonder trap of
leer, tenminste de eerste jaren.
De snoei 'is heel gemakkelijk. De ouder-
wetsche snoei, zoo hier en daar een stuk af
snijden, net als een kapper, is niet meer op
zijn plaats en zeker voor struikvormen uit
den booze. Er zijn verschillende soorten, die
juist dragen aan het einde van de takjes en
wanneer we nu die einden elk jaar inkorten,
zullen we weinig of geen vrucht zien. We
moeten een struik eigenlijk heelemaal niet
snoeien. Dat wil niet zeggen, dat wij er niets
aan moeten doen. Zeker moeten wij onze
aandacht er aanbesteden. Als de boom te
dicht zou worden, moeten we uitdunnen,
d.w.z., we snijden de overtollige takken en
twijgen bij den voet weg. Vlak weg snijden
is gewenscht, want die korte stukjes, die
overblijven, geven ons een overvloed min
derwaardige scheuten ofwel ze sterven af
en worden geschikte schuilplaatsen voor on
gedierte en een zetel voor ziekten. Groeit de
struik scheef, welnu, dan korten we de te
lange kant wat in. Alleen na het planten
moeten we goed uitkijken. Want het eerste
jaar zit de echte groei er nog zoo maar niet
in. De dan gevormde scheuten zijn meestal
zoo slap, dat wij daarop geen struik mogen
verder bouWen. Wanneer dit dus het geval
is, snijden we na het eerste jaar de nieuwge-
FOTOHANDEL
Gediplomeerd Drogist - Opticien
ONTWIKKELEN VOOR AMATEURS
ZITDAG TE SOESTERBERG, Rademakerstraat 7B, Maandag on Donderdag.
dergelijk verbod gevraagd.
En als ik mij niet vergis, dan is de ver
dere behandeling in den raad van het voor
een klein jaar naar voren gekomen regle
ment opgeschoven, omdat men o.a. ook met
dit artikel nog geen weg wist.
En nu? Met vlag en wimpel er door! Hoe
is het mogelijk!
Ik wist geiloeg en holde naar huis om
Griet het belangrijke nieuws te vertellen.
Vele lezers zullen echter wel eens hebben
ervaren, dat de dames, met wie zij verplicht
zijn altijd eenige rekening te houden, nog
wel eens staan op het laatste woord.
Zoo is het ook met mij. In de krant mag
ik zeggen, wat ik wil, maar thuis is het
wel eens anders.
Op weg naar huis had ik het bewuste
artikel uit mijn hoofd geleerd en toen ik
't haar had voorgedreund, zei ze, moet je
daarvoor zoo lang wegblijven; dat zou ik
je beter hebben verteld.
De vrouw van Teus zei mij 14 dagen ge
leden al, dat ze aan dat artikel een staartje
hebben gefabriceerd. En of Griet no;u die
staart had ingeslikt of niet, weet ik niet,
maar wel moest ik ervaren, dat ook zij die
staart uit het hoofd kon opdreunen.
Van Griet heb ik permissie gekregen nou
ook te laten zien hoe die staart er uit ziet.
Daar gaat dus het 2e bedrijf van het nieuw-
cto ctulc „artikel 23".
Van het in het eerste lid van dit arti
kel gesteld verbod kan door B. en W.
ontheffing worden verleend. Deze onthef
fing wordt alleen geweigerd, wanner dat
gene, waarvoor ontheffing wordt gevraagd,
schadelijk kan zijn voor een goede dienst
vervulling. Van de beslissing van B. en
W. is heroep op den raad mogelijk.
Is dat nou geen pracht artikel?
Wat zegt u? Moest de pelisie daar naar
kijken
Houdt uw geld vast want u krijgt nog meer
waar voor uw geld (bijna zou ik zeggen
belastingpenningen)Dit zelfde artikel
komt ook voor in het werklieden-reglement.
Alle gemeente-ambtenaren en -werklieden
mogen er dus bijgrijpen, wat er te grij
pen is.
Is dat wat?
Jaren lang is 't velen een splinter in 't
oog geweest, wat zeg ik, een balk, neen een
heel bosch, dat goed bezoldigde ambtenaren
of werklieden één of meer bijbaantjes had
den en plaatsen innamen, waarmede ver
schillende andere personen geheel of ge»
deeltelijk geholpen zouden zijn geweest.
Raadhuis stong, sting ik zoo te luisteren
naar hetgeen men zei van Wethouder Karei I
Ik hoorde, dat Karei nou als hoofd van
Openbare Werken zou optreden en dat hij
zoo iets zou worden als Miss Blanche, die
te paard door een brandende hoepel springt.
Wethouder Karei moet namelijk allerlei
brandende kwesties oplossen.
Ook hoorde ik, dat de Edelachtbare Karei
zich al een kriek gelachen moet hebben om
't pas gaar gestoofde ambtenaren-reglement.
Ze zeien, dat dat komt, omdat ie nog zoo
nieuw is, anders zou ie wel weten, dat je
'n reglement juist maakt om 't te ontduiken.
Een goede wet is net als een net en het
zou niet netjes zijn om zoo'n wet niet net
als een net in elkaar te fabrieken, want dan
kon men nog wel eens netjes last en moei
lijkheden krijgen.
Ik hoor, dat in dat ambtenaren-reglement
een artikel staat, zoo mooi, zoo edel, zoo
vol liefde, dat het jammer is, dat het nkt
beroemd kan worden.
Moet je hooren wat ik hoorde: Artikel 23
zegt:
Het is den ambtenaar verboden nevens
zijne betrekking eenige andere betrekking
te vervullen, bezoldigde werkzaamheden
voor anderen te verrichten, alsmede hetzij
op eigen naam, hetzij op naam van eenig
lid van zijn gezin handel te drijven of
eenige nering of bedrijf uit te oefenen of
toe te laten, dat in zijn woning door an
deren handel gedreven of eenige nering of
bedrijf worden uitgeoefend.
Ik kon mijn ooren niet gelooven. Jaren
lang is over de strekking van dit artikel ge
sproken, jaren hebben de organisaties een
dergelijke oplossing gewild en meerdere ma-
Ten hebben zij dan ook de gemeente om een
Poeders en tabletten zijn alléén echt, als
de verpakking voorzien is van den naam
Mijnhardt. Let bij het koopen daar speciaal
op, want dit alleen garandeert U de echtheid.
Vroeger was het hebben van nevenbetrek
kingen en het tevens drijven van zaken toe
gestaan, doch velen lieten dit na, omdat men
bang was voor onaangenaamheden met het
gemeentebestuur, raadsleden en publiek.
Nu is 't echter verboden, maarnu
mogen de ambtenaren en werklieden zich
naar hartelust op nevenbetrekkingen en het
zakendoen werpen.
Wat zegt u? Een puzzle?
Och neen! Heel eenvoudig voor Soest.
Vroeger was 't toegestaan en was 't ver
boden; nu is het verboden en is 't toege
staan.
Neen, 't wordt nu pas goed!
De inwoners mogen ook nu nog met zeer
veel liefde de salarissen bijeen brengen, maar
ze mogen ook met zeer veel liefde toezien,
dat hun het brood geheel of gedeeltelijk
door het door hen betaalde personeel wordt
ontnomen.
Vroeger kon zoo iemand 's avonds op zijn
pantoffeltjes peinzen over de verrukkingen
van zijn ambt en 's nachts mocht hij er
zelfs van droomen. Nu mag hij boekhouden,
kaartleggen, colporteeren, schilderen, schoen
lappen, verzekeringen sluiten, timmeren, gla
zen spoelen, kellner spelen, dansles geven,
enz. enz.
Ook behoeft hij geen rekening te houden
met geldende prijzen, 't Is voor hem im
mers geen hoofdzaak.
Wat zegt u? Gekke tijden tegenwoordig!
Wij zijn pas aan het begin mevrouw.
Griet wist mij van ochtend al te vertellen,
dat men tegenwoordig niet meer Knielis, dus
2e hands journalist en zakkenroller mag zijn.
Maar als je het aanvraagt mag het alteejn
worden geweigerd als het ambt, dus de zak
kenrollerij er onder te lijden heeft.
Dat is goed gezien van dien bond van
EEN WIJS WOORD VOOR IEDEREN DAG
ZONDAG.
Kracht is de grondslag van alle deugd.
MAANDAG.
Hartstocht maakt dikwijls den verstandig-
sten man tot een dwaas en soms ook den
dwaas tot een verstandig man.
DINSDAG.
Het komt er op aan om goed, niet om
lang te leven.
WOENSDAG.
Indien de mensch maar wil en durft, dan
kan hij oneindig meer dan hij ooit heeft dur
ven denken.
DONDERDAG.
Het beste middel om zich van zijn vijan
den te ontdoen, is, ze tot vrienden te ma'ken.
VRIJDAG.
De wereld is vol bloemen; slechts aan
enkelen gelukt het ze over te planten in
eigen tuin.
ZATERDAG.
De meeste van onze verdrietelijkheden vin
den haar oorsprong daarin, dat wij allen,
stuk voor stuk, er van overtuigd zijn, dat
wij eigenlijk toch buiten de groote massa
vallen, dat wij iets aparts zijn, dat er dus
voor ons nietighëidje èen uitzondering ge
maakt dientte wordenMaar meestal
wordt er geen uitzondering gemaakt en zijn
wij op onze teentjes getrapt en beleedigd.
zakkenrollers. Zoo blijft dit ambt ten minste
een hoofdbestaan.
Voor de boeren komt ook een artikel. Dit
zal "als volgt luiden:
1. Het is aan een boer verboden naast
zijn gewone werkzaamheden humorist te zijn.
2. Ontheffing van deze bepaling kan wor
den verleend en mag alleen worden gewei
gerd, wanneer met de politiek, die nooit vie«
is, de draak wordt gestoken.
Van een afwijzende beslissing is beroep
mogelijk bij het publiek.
Voor de huisvrouwen zal het artikel aldus
luiden
1. Aan alle huisvrouwen is het verboden
stof at te nemen, te vegen, te stofzuigen, te
schrobben, glazen te wasschen, schoon te
maken enz. enz.
2. Van dit verbod kan ontheffing wor
den verleend en deze ontheffing mag alleen
worden geweigerd, wanneer blijkt, dat de
bedoeling tot reiniging van een en ander
voorzit.
Ja, ik zei het immers al, we gaan vooruit.
En het is nu maar te hopen, dat de nieu
we raad ook met zijn tijd zal meegaan en
begrijpen zal, dat bepalingen als artikel 23
in het ambtenaren-reglement in onze samen
leving niet meer thuis behooren en dat zij
als vertegenwoordigers der burgerij niet al
leen hebben te zorgen dat de ambtenaren en
werklieden een dusdanig loon ontvangen, dat
zij geen nevenbetrekkingen behoeven te aan
vaarden, maar dat er ook nog andere groe
pen zijn, Wier belangen ook bij den raad
veilig moeten worden geacht.
Soms vind ik het altijd nog jammer, dat
ik zelf niet in den raad zit.
Ik als boer op non-actief heb er tijd voor
en daarom moesten ze mij genomen hebben,
dan zou je eens wat gezien hebben.
Elke week drie raadsvergaderingen, twee
geheim en één openbaar. En dan in elke ver
gadering een interpellatie op rijm.
Als ik raadslid was, zouden wij ook van
de naaktloopers, die Soest in de laatste tijden
weer zoo onveilig maken, vlug zijn verlost.
Ik wees die lu: gewoon een standplaats! aan,
net als voor de woonwagens. De kous was
dan in eens af.
Kneliiiiiiisü
Dat is 't sein voor de pap!
En als ik niet de Ieege pot wil vinden,
moet ik opstappen.
"Tot volgende week dus.
Heuvelweg 16
Mlddelwljkstr. 38 Tel. 2065