Burgem. Dekeiupark SOESTER BANKVEREENIGING ALLE BANKZAKEN. Wie verhuist U? VAN DEN BERG&Co. Gemeente-Gasbedrijf ALLE BANKZAKEN SAFE-DEPOSIT WUI BBHIHÏIH! Ml» K,H HABEMAKER ..Banketbakker Uitgave: G. J. Smit,Soestdijk. Bureau: Van Weedestr. 35, Tel. 2181 Banketbakkerij „Nieuwerhoek" Hoogst fijn Amandel- en Botergebak. 0E EERSTE G00ISCHE HULPBANK Herfst. 0.F.V0IGT - Burgem. Grothestraat 28 - SOESTDIJK PUROL in huis! KRABBELS LAAT GAs U HELPgty OP Een gaskachel geeft warm te op het juiste oogenblik. Alleen een Gaskachel is precies op de gewenschte warmte te regelen. GEMEENTELIJK p! gasbedrijf I is het iijd om een gas kachel te koopen. Nu Burgemeester Grothestraat 53 Telefoon 2317 SAFE-DEPOSIT Hierop letten! ZONDAG A.S. 2 UUR E.S.V.A.C. I - Brederodes I 10« JAARGANG VRIJDAG 11 SEPTEMBER 1931 No. 36 DE SOESTER CELCAMT Hofleverancier. VarV/cedej traaf 40 Telefoon ï«79. Aigerneenjweekblad voor Soestdijk, Soest en[Soesteiberg. ABONNEMENTSPRIJS 50 cent per 3 maanden. ADVERTENTIEPRIJS: van 1—5 regels f0.75. Elke regel meer 15 cent. Advertenties tusschen de tekst dubbel tarief. Bij contract belangrijke korting. Bijkantoren: VISSER'S Boekhandel, SOEST en C. J. VAN DAM, SOESTERBERG ADVERTENTIES opgegeven voor „De Soester Courant", worden aonder prifavarhooging tevens opgenomen in het „SOESTER NIEUWSBLAD", Algemeen Chriateltjk Waakblad en „DE SOESTER POST", Katholiek Weekblad. Vols malen bekroond. Uitgebreide sortearlng Bonbons, Chocolade, Suiker, en Desserlwerken Gereduceerde prijzen. TEL. 2232 Aanbevelend, F. H. EUWE JULIANAPLEIN 5 TELEFOON 2163 SOEST niet slechts over de geel en "bruingetiente bladeren in de grootsche natuur, maar ook over de niet verkleurde herinneringsbeelden van den menschengeest, over de talrijke reli- quieën van het menschenhart. En dan ziet die mensch zijn verloren Eden weer, met zijn frischgroene bladeren en kleurrijke welrie kende bloemen. En bij die geestesaanschouwing gaat de weemoed des. harten wonderlijk over in een blijde herkenning en waardeering. En een stroom van diepgevoelde dankbaarheid, dat hij dat alles mocht bezitten, verwarmd zijn hart. Gele en dorre bladeren als de goude herfst zon U beschijnt, als gij wegritselt van de boomen, dan spreekt gij tot het menschen hart, een taal van schoonen klankin verheven zinsbouw. PLUIMVEE, LANDBOUW, ENZ. ONZE RIJMKRONIEK IN MIJN BOOM Langs mijn venster zie 'k ze dwarr'len, Vallend uit mijn hoogen boom. 'k Zie ze naar beneden warr'len Vlug de een en d' ander loom. Doch een einde vindt elk blad Tusschen bruin geworden heesters, Onder struiken zonder blad Ot op 't grijze kiezelpad. Door den zwaren wicht van regen, Door den wind dooreen geschud, Gaat de dunne steel bezwijken, 't Blad valt neder, uitgeput. En dra staat mijn boom daar treurig, Zonder blad en zonder sier. Tot voor korten tijd zoo fleurig, Schuilplaats biênd aan 't vogeldier. Ach mijn kleine dart'le vrinden, Zijt ge Uw beschutting kwijt? Kunt ge nergens schuilplaats vinden TCaïc uöcuiea wijd cu zijd. 'T Doch zij schijnen zonder zorgen Over 't lot aan hen beschikt. In de schem'ring van den morgen Als het daglicht weif'lend blikt. Vroolijk zingen, kwink'len, fluiten Hoor ik reeds hun jubellied, Noodt hun vroolijk lied mij „Buiten", Schoon mijn oog hen nauw'lijks ziet. 'k Zie ze door de takken wippen, Druk steeds zijn ze in de weer, Hier wat vinden, daar wat nippen, Dankbaar tjilpend keer op keer. Hebben zij ons wat te leeren Met hun vroolijk blij geluid? Ja, wat ondanks veel ontberen Jub'len ze hun danklied uit. VAARTWEG 41 HILVERSUM VERSCHAFT CREDIETEN OP GEMAKKELIJKE VOORWAARDEN GEOPEND ALLE WERKDAGEN VAN 101 UUR EN MAANDAG-, WOENSDAG- EN ZATERDAG AVOND VAN 7—8 UUR Het begin van den herfst, dat jaargetijde vol weemoed en poëzie, is binnenkort daar. September, de maand met zijn versterkende lucht en zijn laatste, kleurige bloemen, heeft hem ingeleid. In den oud.Romeinschen tijd was Sep- tembrjs de zevende maand, zooals ook door zijn naam wordt aangewezen. Nu is zij, vol gens latere indeeling, de maand, die aan den Zomer zijn afschejd geeft, en die ons komt herinneren aan de nadering van den winter aan den stilwerkenden rusttijd der natuur. Dichterlijke, tintenrijke en vruchtenzame- lende herfst. Zijt gij ook niet de slooper van al het schoone, het frissche, hoopvolle en weelderige, dat lente en zomer hebben aan gebracht? Weegt uw vruchten-voorraad als hij is saamgebracht, wel op tegen al de schoone beloften, al de vreugden, die de bloesemrijke lente den hoopvollen mensch bracht? Weegt uw voorraadkamer, pa af trek van den scheidingsweemoed, na aftrek ook van de najaarsstormen en van al de afgerukte groene bladeren, geurende bloe men, weggezonken menschenhope en ver dwenen zonnewarmte, wel op tegen het morgenrood van de lieve, streelende lente, met leeuwerikzang en geurige lentebloe sems? Kunt gij den mensch vergoeding bie den voor de zwoele zomerlucht, voor een menigmaal zonnigen, blauwen zomerhemel, voor de heerlijke en lange zomeravonden, voor de weelderige groei-aanbrengende zo mernachten en voor de milde volle schoon heid van de natuur in lente- en zomertijd? O zeg het onsBrengen de snaren van uw Aeolusharp zooveel vreugde en blijheid in het menschenhart, als in de hoopbrengende, hoopvernieuwende, jubelende lente als in den weelde-ontwikkelenden Zomer? Zijn er wel snaren op uw harp, die den leeuweriks zang, die het nachtegaalslied en het dankge- luid van den mereld weergeven? Kunnen de gele en bruine tinten van uw gebladerte, die het afsterven, het vergaan, wel wedijve ren en vergoeding geven met en voor het frissche, teedere groen van het lenteloover, dat hoop, vernieuwing en den zwijmel van jonge liefde in zich draagt en uitademt? Zeg het ons deel het mede aan het angstig kloppend menschenhart, dat groote verliezen vieest Hoor, wat riselt daar?... Het is het geluid, het is de stervenskreet van het gebladerte, dat zich los laat van den boom twijg en wegdwarrelt naar beneden, naar de aarde, waar het zal vergaan. Zoo kort geleden was het nog teêrgroen; de zomer maakte het donker van kleur, en vóór dat nog de herfst, zijn sprekend maar verraderlijk geel of roodbruin kon aanbrengen» viel het te vroegtijdig, vaal en verschromnejd. af. Gij7 ziet het, o mènsclf, én" "hef verschrikt Hebt gij misschien dat geluid reeds meer vernomen? Niet alleen in de natuur, in den weemoedigen, in den kleurenrijken, stemmen- den herfsttijd, maar nog in den zomer van het levenook reeds in den groenen bloemenrijken lentehof, bij stralende lente zon, bij den vroolijken jubelzang der blijde vogels? Hebt gij toen misschien reeds ge knakte en stervende bloemen aanschouwd, die zich in de lentezon zoo heerlijk hadden ontplooid, en zoo liefelijk geurden? Indien dit zoo was zoo treur dan niet. Zij zijn immers heengegaan in lente of zomertijd vroeg, te vroeg. Zij zijn ontijdig verwelkt en afgestorven; doch gisteren, mogelijk zoo pas nog, hebt gij haar geur ingeademd, haar kleuren nog bewonderden zij zal in uwe herinnering voortleven, zooals gij haar gezien en vereerd hebt. Haar heeft de ouder dom of de ellende dezer wereld althans niet langzaam, maar wel zeker alles ontnomen, wat zij aan schoonheid van vorm en kleur, wat zij aan geur bezat. Want de geur is de ziel van de bloem; zij is haar adem, die ver- frischt en verkwikt en die opstijgt naar omhoog. De mensch evenwel, die zijn leven uitleeft, die alle jaargetijden van dat leven meemaakt, hoe lang en hoe krachtig hij in den levens hof mag bloeien, groeien en vruchten voort brengen, sterft ver van het paradijs, waar de lentezonnestralen hem koesterden, waar de lentebloesems een rijken oogst voorspelden, waar bij de vogels zongen, waar wel lente wolkjes heendreven langs den blauwen he- gelkoepel, doch waar overigens alles frisch- heid, reinheid en liefde ademde. De oud- geworden mensch staat op een eenzaam kaal geworden pad, waarop alléén de her innering hem vergezelt, en hem, als hij voort strompelt naar het einde, zijne vervlogen droomen, zijn afgereisde bloedverwanten en vrienden, ja alles wat hem eenmaal gelukkig maakte, m.a.w. zijn paradijs op aarde laat zien. Maar die oud geworden, schier van alles beroofde mensch, schrijdt wankelend voort door dorre bladeren, waartusschen zijn doode- bloemen liggen die niet vervangen kunnen worden, omdat zij alleen konden ont spruiten en groeien in de zonnige dreef, die ver achter hem ligt. Dit zeggen hem die af gevallen bladeren, die van hun stengel ge vallen doode bloemenen daarom schrikt hij op als die neervallende bladeren ritselen, want in zijn gemoed valt ook iets neer op 'de snaren van zijn zieleharp en dat iets brengt die snaren in beweging, en even even toch klinkt een zachte klaagtoon op uit de diepte daarbinnen in hem. En vanuit de verte, achter hem, hoort hij stemmen dierbare stemmen, die van saam doormaakte vreugde, wellicht ook van saamgedeelde smart spreken. Dat is het radio-concert, vol melodieën van verschillenden aard, dat het verleden, bij zijn terugwijken van het heden, nog naar het menschenhart afzendt, opdat dit contact blijve, met hetgeen eenmaal werd doorleefd en gevoeld. Van dat radio-concert uit doorleefde tijden, dat opgevangen wordt door de ontvankelijke, eenzamer geworden menschenziel, speelt de ziele-harpe alle me lodieën na, in den herfst van het leven, als de wegdwarrelende bladeren ritselen, en de voet zich een weg moet banen door het dorre Ioover. Maar de goudschitterende herfstzon spreekt mede, en werpt hare goudsprankels Frultboomen. Kort geleden spraken we over fruit en de gemakkelijkheid, waarmede bijna ieder één of meer fruitboompjes in zijn tuin kan plaatsen. Nu de practijk. Hooge breede boomen passen in de mees te tuintjes niet, eerstens nemen ze te veel ruimte in en tweedens keeren ze te veel zon voor andere planten. In kleine tuinen hoören kleine boomen. Langs den muur of langs een schutting plaatst men Ieiboomen. Deze worden aange bonden en gevormd. Door snoei houden wij ze in fatsoen. Maar niet alle soorten laten een korte snoei toe. Soorten, die lang ge snoeid moeten worden, dragen niet als Iei boomen. We moeten dus onze keus doen, uit wat de kweeker als leiboom aanbiedt. Ook spil-, U-, enz. vormige boompjes vra gen korte snoei. Dus alweer hiervan kie zen wat de kweeker aanbiedt. Verder hebben we den struikvorm. We kennen allemaal wel de piramiden, zooals er vroeger heel wat exemplaren de tuinen ver en ontsierden. Want die mooie vorm ging maar ai te spoedig verloren. Tegenwoordig kennen we alleen nog maar de struik. Door de meesten wordt deze ook piramide ge noemd. Een piramide echter wordt een kolos saal hoogen boom, terwijl de struik dit niet wordt. Struiken zoowel van appel of peer vertakken zich al in of net boven den gtond. Voor een kleinen tuin moet er geen groote- groei in zitten. Daarom vragen we appel of vormde scheuten zoo goed als geheel weg. Het planten zelf is een gemakkelijk, maar secuur werk. Het plantgat moet zoo groot zim, dat de wortels er in uitgespreid kunnen worden. De vertrapte of gekneusde wortels snijden we bij. Vlak onder de wortels of er precies boven mogen we geen laag mest aanbrengen. Wel, als we zorgen, dat die mest nog door een laagje grond van de wortels gescheiden is. Vooral verteerde mest d.iet wonderen. Een plantgat, wat diep los ga-maakt is, werkt zeer nuttig. De jaarlijksche bemesting kan bestaan uit s. ilmest, kippen- of duivenmest. Een flinke 1: ïg dunnetjes onderwerken rondom de struik is voldoende, dus niet rondom de sum, maar onder de geheele struik. Hier- b j voegen we wat patentkali en super in het voorjaar. - Ook kunstmest gaat goed. We strooien d in per jaar in het voorjaar per 100 M2: 8 K G. patentkali, 8 K.G. super, 5 K.G. chili. V oor de super kan men ook in het najaar s< rooien slakkenmeel en voor de chili 4 K.G. zwavelzure ammoniak ook in het voorjaar. Het verwerken van turfmolm onder de siruiken verdient op niet humusrijke gron den sterk aanbeveling. Bij Brand- en Snijwonden, Pijnlijke Kloven, Ruwe handen en Schrale huid. VAN KNELIS. De oude raad is dood, leve de nieu we! Dat is een leu ze van een of ande re beroemde Griek, die in zijn tijd hoofd was van een politie ke propaganda.club. 't Kan ook van een andere dooie geweest zijn hoor, maar om dat 't er in de poli tiek niet op aankomt, wie het zegt, zullen we hier maar niet verder op ingaan. Dat er veel gezegd wordt door sprekers, die op 't kerkhof liggen, heb ik al dikwijls e/varen. ^Toen ik deze wéék in de buurt van 't Denkt eens aan de kille najaarsavonden. Zoodra de zon weg Is, wordt ge huiverig. Nu reeds is KACHELWARMTE wenschelljk. Wilt ge geen onaangenaamheden van stof, roet, asch Wiltgegeen extra we. kofgesleep? En juist zooveel als ge wenscht. Vraagt eens inlichtingen bij het Daarne is men U daar van dienst peer veredeld op zwakken onderstam. Een zwakke onderstam geeft geringen groei en zeer spoedig en overvloedig vrucht. Een wil de onderstam geeft sterken groei en ook wel veel vrucht, maar de eerste jaren doet hij niets dan groeien en later pas gaat hij overvloedig dragen. In groote tuinen zijn die wilde groeiers wel op hun plaats, maar voor kleine tuinen vragen we steeds: strui ken veredeld op zwak. En wat het gemak is bij die struiken: je kunt de vruchten plukken zonder trap of leer, tenminste de eerste jaren. De snoei 'is heel gemakkelijk. De ouder- wetsche snoei, zoo hier en daar een stuk af snijden, net als een kapper, is niet meer op zijn plaats en zeker voor struikvormen uit den booze. Er zijn verschillende soorten, die juist dragen aan het einde van de takjes en wanneer we nu die einden elk jaar inkorten, zullen we weinig of geen vrucht zien. We moeten een struik eigenlijk heelemaal niet snoeien. Dat wil niet zeggen, dat wij er niets aan moeten doen. Zeker moeten wij onze aandacht er aanbesteden. Als de boom te dicht zou worden, moeten we uitdunnen, d.w.z., we snijden de overtollige takken en twijgen bij den voet weg. Vlak weg snijden is gewenscht, want die korte stukjes, die overblijven, geven ons een overvloed min derwaardige scheuten ofwel ze sterven af en worden geschikte schuilplaatsen voor on gedierte en een zetel voor ziekten. Groeit de struik scheef, welnu, dan korten we de te lange kant wat in. Alleen na het planten moeten we goed uitkijken. Want het eerste jaar zit de echte groei er nog zoo maar niet in. De dan gevormde scheuten zijn meestal zoo slap, dat wij daarop geen struik mogen verder bouWen. Wanneer dit dus het geval is, snijden we na het eerste jaar de nieuwge- FOTOHANDEL Gediplomeerd Drogist - Opticien ONTWIKKELEN VOOR AMATEURS ZITDAG TE SOESTERBERG, Rademakerstraat 7B, Maandag on Donderdag. dergelijk verbod gevraagd. En als ik mij niet vergis, dan is de ver dere behandeling in den raad van het voor een klein jaar naar voren gekomen regle ment opgeschoven, omdat men o.a. ook met dit artikel nog geen weg wist. En nu? Met vlag en wimpel er door! Hoe is het mogelijk! Ik wist geiloeg en holde naar huis om Griet het belangrijke nieuws te vertellen. Vele lezers zullen echter wel eens hebben ervaren, dat de dames, met wie zij verplicht zijn altijd eenige rekening te houden, nog wel eens staan op het laatste woord. Zoo is het ook met mij. In de krant mag ik zeggen, wat ik wil, maar thuis is het wel eens anders. Op weg naar huis had ik het bewuste artikel uit mijn hoofd geleerd en toen ik 't haar had voorgedreund, zei ze, moet je daarvoor zoo lang wegblijven; dat zou ik je beter hebben verteld. De vrouw van Teus zei mij 14 dagen ge leden al, dat ze aan dat artikel een staartje hebben gefabriceerd. En of Griet no;u die staart had ingeslikt of niet, weet ik niet, maar wel moest ik ervaren, dat ook zij die staart uit het hoofd kon opdreunen. Van Griet heb ik permissie gekregen nou ook te laten zien hoe die staart er uit ziet. Daar gaat dus het 2e bedrijf van het nieuw- cto ctulc „artikel 23". Van het in het eerste lid van dit arti kel gesteld verbod kan door B. en W. ontheffing worden verleend. Deze onthef fing wordt alleen geweigerd, wanner dat gene, waarvoor ontheffing wordt gevraagd, schadelijk kan zijn voor een goede dienst vervulling. Van de beslissing van B. en W. is heroep op den raad mogelijk. Is dat nou geen pracht artikel? Wat zegt u? Moest de pelisie daar naar kijken Houdt uw geld vast want u krijgt nog meer waar voor uw geld (bijna zou ik zeggen belastingpenningen)Dit zelfde artikel komt ook voor in het werklieden-reglement. Alle gemeente-ambtenaren en -werklieden mogen er dus bijgrijpen, wat er te grij pen is. Is dat wat? Jaren lang is 't velen een splinter in 't oog geweest, wat zeg ik, een balk, neen een heel bosch, dat goed bezoldigde ambtenaren of werklieden één of meer bijbaantjes had den en plaatsen innamen, waarmede ver schillende andere personen geheel of ge» deeltelijk geholpen zouden zijn geweest. Raadhuis stong, sting ik zoo te luisteren naar hetgeen men zei van Wethouder Karei I Ik hoorde, dat Karei nou als hoofd van Openbare Werken zou optreden en dat hij zoo iets zou worden als Miss Blanche, die te paard door een brandende hoepel springt. Wethouder Karei moet namelijk allerlei brandende kwesties oplossen. Ook hoorde ik, dat de Edelachtbare Karei zich al een kriek gelachen moet hebben om 't pas gaar gestoofde ambtenaren-reglement. Ze zeien, dat dat komt, omdat ie nog zoo nieuw is, anders zou ie wel weten, dat je 'n reglement juist maakt om 't te ontduiken. Een goede wet is net als een net en het zou niet netjes zijn om zoo'n wet niet net als een net in elkaar te fabrieken, want dan kon men nog wel eens netjes last en moei lijkheden krijgen. Ik hoor, dat in dat ambtenaren-reglement een artikel staat, zoo mooi, zoo edel, zoo vol liefde, dat het jammer is, dat het nkt beroemd kan worden. Moet je hooren wat ik hoorde: Artikel 23 zegt: Het is den ambtenaar verboden nevens zijne betrekking eenige andere betrekking te vervullen, bezoldigde werkzaamheden voor anderen te verrichten, alsmede hetzij op eigen naam, hetzij op naam van eenig lid van zijn gezin handel te drijven of eenige nering of bedrijf uit te oefenen of toe te laten, dat in zijn woning door an deren handel gedreven of eenige nering of bedrijf worden uitgeoefend. Ik kon mijn ooren niet gelooven. Jaren lang is over de strekking van dit artikel ge sproken, jaren hebben de organisaties een dergelijke oplossing gewild en meerdere ma- Ten hebben zij dan ook de gemeente om een Poeders en tabletten zijn alléén echt, als de verpakking voorzien is van den naam Mijnhardt. Let bij het koopen daar speciaal op, want dit alleen garandeert U de echtheid. Vroeger was het hebben van nevenbetrek kingen en het tevens drijven van zaken toe gestaan, doch velen lieten dit na, omdat men bang was voor onaangenaamheden met het gemeentebestuur, raadsleden en publiek. Nu is 't echter verboden, maarnu mogen de ambtenaren en werklieden zich naar hartelust op nevenbetrekkingen en het zakendoen werpen. Wat zegt u? Een puzzle? Och neen! Heel eenvoudig voor Soest. Vroeger was 't toegestaan en was 't ver boden; nu is het verboden en is 't toege staan. Neen, 't wordt nu pas goed! De inwoners mogen ook nu nog met zeer veel liefde de salarissen bijeen brengen, maar ze mogen ook met zeer veel liefde toezien, dat hun het brood geheel of gedeeltelijk door het door hen betaalde personeel wordt ontnomen. Vroeger kon zoo iemand 's avonds op zijn pantoffeltjes peinzen over de verrukkingen van zijn ambt en 's nachts mocht hij er zelfs van droomen. Nu mag hij boekhouden, kaartleggen, colporteeren, schilderen, schoen lappen, verzekeringen sluiten, timmeren, gla zen spoelen, kellner spelen, dansles geven, enz. enz. Ook behoeft hij geen rekening te houden met geldende prijzen, 't Is voor hem im mers geen hoofdzaak. Wat zegt u? Gekke tijden tegenwoordig! Wij zijn pas aan het begin mevrouw. Griet wist mij van ochtend al te vertellen, dat men tegenwoordig niet meer Knielis, dus 2e hands journalist en zakkenroller mag zijn. Maar als je het aanvraagt mag het alteejn worden geweigerd als het ambt, dus de zak kenrollerij er onder te lijden heeft. Dat is goed gezien van dien bond van EEN WIJS WOORD VOOR IEDEREN DAG ZONDAG. Kracht is de grondslag van alle deugd. MAANDAG. Hartstocht maakt dikwijls den verstandig- sten man tot een dwaas en soms ook den dwaas tot een verstandig man. DINSDAG. Het komt er op aan om goed, niet om lang te leven. WOENSDAG. Indien de mensch maar wil en durft, dan kan hij oneindig meer dan hij ooit heeft dur ven denken. DONDERDAG. Het beste middel om zich van zijn vijan den te ontdoen, is, ze tot vrienden te ma'ken. VRIJDAG. De wereld is vol bloemen; slechts aan enkelen gelukt het ze over te planten in eigen tuin. ZATERDAG. De meeste van onze verdrietelijkheden vin den haar oorsprong daarin, dat wij allen, stuk voor stuk, er van overtuigd zijn, dat wij eigenlijk toch buiten de groote massa vallen, dat wij iets aparts zijn, dat er dus voor ons nietighëidje èen uitzondering ge maakt dientte wordenMaar meestal wordt er geen uitzondering gemaakt en zijn wij op onze teentjes getrapt en beleedigd. zakkenrollers. Zoo blijft dit ambt ten minste een hoofdbestaan. Voor de boeren komt ook een artikel. Dit zal "als volgt luiden: 1. Het is aan een boer verboden naast zijn gewone werkzaamheden humorist te zijn. 2. Ontheffing van deze bepaling kan wor den verleend en mag alleen worden gewei gerd, wanneer met de politiek, die nooit vie« is, de draak wordt gestoken. Van een afwijzende beslissing is beroep mogelijk bij het publiek. Voor de huisvrouwen zal het artikel aldus luiden 1. Aan alle huisvrouwen is het verboden stof at te nemen, te vegen, te stofzuigen, te schrobben, glazen te wasschen, schoon te maken enz. enz. 2. Van dit verbod kan ontheffing wor den verleend en deze ontheffing mag alleen worden geweigerd, wanneer blijkt, dat de bedoeling tot reiniging van een en ander voorzit. Ja, ik zei het immers al, we gaan vooruit. En het is nu maar te hopen, dat de nieu we raad ook met zijn tijd zal meegaan en begrijpen zal, dat bepalingen als artikel 23 in het ambtenaren-reglement in onze samen leving niet meer thuis behooren en dat zij als vertegenwoordigers der burgerij niet al leen hebben te zorgen dat de ambtenaren en werklieden een dusdanig loon ontvangen, dat zij geen nevenbetrekkingen behoeven te aan vaarden, maar dat er ook nog andere groe pen zijn, Wier belangen ook bij den raad veilig moeten worden geacht. Soms vind ik het altijd nog jammer, dat ik zelf niet in den raad zit. Ik als boer op non-actief heb er tijd voor en daarom moesten ze mij genomen hebben, dan zou je eens wat gezien hebben. Elke week drie raadsvergaderingen, twee geheim en één openbaar. En dan in elke ver gadering een interpellatie op rijm. Als ik raadslid was, zouden wij ook van de naaktloopers, die Soest in de laatste tijden weer zoo onveilig maken, vlug zijn verlost. Ik wees die lu: gewoon een standplaats! aan, net als voor de woonwagens. De kous was dan in eens af. Kneliiiiiiisü Dat is 't sein voor de pap! En als ik niet de Ieege pot wil vinden, moet ik opstappen. "Tot volgende week dus. Heuvelweg 16 Mlddelwljkstr. 38 Tel. 2065

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1931 | | pagina 5