m
SOESTER BANKVEREENIGING
ALLE BANKZAKEN
Wie verhuist U?
LA PORTE Co - BANKIERS
gem. Meisim
IMH HHLEH i BOKEn
Uitgave: G. J. Smit, Soestdijk. Bureau: Van Weedestr, 35, Tel. 2181
Banketbakkerij „Nieuwerhoek31
Hoogst fijn Amandel- en Botergebak.
Burgemeester Grothestraat 53
Telefoon 2317
SAFE-DIEPOSIT
Kloosters,
Mgr.
In Memoriam
Dr. W. H. NOLENS.
De geschiedenis herhaalt zich.
9.F.V0IGT Burgem. Grothestraat 28 - SOESTDIJK
Behandelen alle Bank
en Effecten-zaken
Safe-Deposit
Uw gelden
VEILIG BELEGD
N.V. Nederlandsche
Middenstandsbank
m
w
Zondag a.s. 2. uur
E.S.V.A.C. I - B.V.C. I
Lucie Wittig Keyser
1e JAARGANG
VRIJDAG 25 SEPTEMBER 1931
No. 13
W SOEST EP POST
KatboliekJweekbJad voor Soostdljk, Soest en Soesterberg.
ABONNEMENTSPRIJS 50 cent per 3 maanden.
ADVERTENTIEPRIJS: van 1—5 regels f0.75. Elke regel meer 15 cent. Advertenties
tusschen de tekst dubbel tarief. Bij contract belangrijke korting.
Bijkantoren: VISSER'S Boekhandel, SOEST en C. J. VAN DAM, SOESTERBERG
ADVERTENTIES opgegeven voor „De Soester Post", worden zonder prijsverhooging
opgenomen in het „SOESTER NIEUWSBLAD", Algemeen Christelijk Weekblad en „DE
SOESTER COURANT". Algemeen Weekblad.
Vele malen bekroond.
Uitgebreide sorteering
Bonbons, Chocolade, Suiker, en Dessertwerken
Gereduceerde prijzen.
TEL. 2232 Aanbevelend, F. H. EUWE
EPISTEL EN EVANGELIE.
Achttiende Zondag na Pinksteren.
Les uit den eersten brief van den H. apostel
Paulus aan de Korinthiërs; I, 4—8.
Broeders! Altoos dank ik om uwentwille
mijnen God, voor de genade Qods, welke u
gegeven is in Christus Jesus; dat gij in
Hem rijk geworden zijt in alles, in alle leer
en in alle kennis, gelijk ook de getuigenis
aangaande Christus bij u bevestigd is; zoo
dat u in geene genadegave iets ontbreekt,
terwijl gij de openbaring verwacht van onzen
Heer Jesus Christus, die u ook standvastig
maken zat ten einde toe, om zonder mis
daad te zijn op den dag der komst van
onzen Heer Jesus Christus.
Evangelie volgens den H. Mattheiis
IX, 1-8.
In dien tijd ging Jesus in het schip, voer
over en kwam in zijne stad. En zie, zij
brachten tot Hem eenen lamme, die op een
bed lag. En Jesus, hun geloof ziende, sprak
tot den lamme: Vertrouw, zoonuwe zon
den worden u vergeven. En zie, eenigen van
de schriftgeleerden zeiden bij zich zelve:
Deze lastert Ood. Daar nu Jesus hunne ge
dachten zag, sprak Hij: Waarom denkt gij
kwaad in uwe harten? Wat is gemakkelijker
te zeggen: uwe zonden worden u vergeven,
of te zeggen: sta op en ga loopen? Doch
opdat gij moogt weten, dat de Zoon des
menschen macht heeft om op aarde zonden
te vergeven, sta op, sprak Hij toen tot
den lamme, neem uw bed op en ga naar
uw huis! En deze stond op en ging naar
zijn huis. De volksmenigten nu, die het za
gen, werden bevreesd en verheerlijkten God.
die eene zoodanige macht aan de menschen
gegeven had.
Heuvelweg 16
Middelwijkstr. 38 - Tel. 2065
Voor ons, Katholieken, hebben de kloosters
niet de geheimzinnigheid, die andersdenken
den meenen, dat er bestaat. Hoevelen van
hen kunnen U met een „zekerheid" vertel
len over de verschrikkelijke dingen, die zij
er van weten.
Door legende-vorming is hier een gruwelijk
misverstand ontstaan, die im strijd is met
iedere verstandige redeneering. En toch vindt
men bij ontwikkelde andersdenkenden er nog,
die de „verschrikkelijke" verhalen als vast
staand aannemen. Hoe wordt door hen b.v.
Maria Monk, een boek vol van grove leugens
en laag bij de grondsche verdachtmaking,
gelezen en helaas geloofd. Zelfs wanneer
men deze leugens tracht te weerleggen, zijn
er nog velen, die vol durven houden, dat
het toch maar gebeurd is.
En wij? Kennen wij wel het opofferende
leven, dat in de kloosters geleefd wordt?
Kennen- wij het 'wel en weten wij de anders
denkenden te wijzen op het goede, dat er
van de kloosters komt en het leven, dat er
geleefd wordt? Kennen wij het aan God
gewijde leven der kloosterlingen? Er zijn in
den loop- der laatste jaren vele andersdenken
den geweest, die wel wat meer wilden we
ten van die geheimzinnigheid, enkelen door
nieuwsgierigheid gedreven, anderen, die zich
niet alles op de mouw lieten spelden en
eens gingen onderzoeken of die kloosters
toch werkelijk zulke verschrikkelijke dingen
verbergen.
Zoo ging het met Dr. Fred- v. Eeden, met
Chesterton, om er eens een paar te noemen.
Na veel kloosters bezocht te hebben, maak
ten zij, reeds lang voor hun bekeering, in
de kloosters verschillende geestelijke oefe-
ningen mede en vonden zij, die er toch de
griezeligheden verwacht hadden, rust.
Aardig was een artikel, wat onlangs on
der mijn oogen kwam, over Kloosters door
een Predikant.
Het is niet algemeen, dat een predikant
dit doet, doch gelukkig worden er altijd nog
menschen gevonden, die er zelf op uittrekken
en zelf onderzoeken. Zoo trok ook deze er
op uit en met veel vooroordeel schrijft hij.
Bij zijn eerste bezoek aan een Dominianen-
klooster was hij toch eenigszins huiverige
maar na een 30-ta! te hebben bezocht, is
zijn meening niet alleen gewijzigd, maar ook
vol lof.
Na een inleiding, waar hij de verschillen
de protestantsche (en ook katholieke) zon
derlinge vermoedens en vooroordeelen scherp
atkeurt, geeft hij te kennen, dat die kloos
terlingen gewone menschen bleken te zijn.
Menschen, die kunnen schertsen en plagen,
zouals dai ook in de „wereld" gebeurt. Men
schen, die op hun tijd eten en drinken, als
andere stervelingen, maar die daarbij door
allerlei heilzame regels er telkens aan herin
nerd worden, dat 't er in dit leven alleen
om gaat de voile zalige vereeniging met
God ie verwerven. Menschen, die hebben
afstand gedaan van de niet allerhoogste din
gen, waarin de overgroote meerderheid van
tiet menschdorn een ruim deel har-er levens
bevrediging zoekt
En zoo vaak ik bezwaren opperde
van aen modernen tijdgeest tegen de katho
lieke wereldbeschouwing, zaten die middel-
eeuwsche monniken „geenszins met den mond
vol tanden". Zeiden hoorde ik het Godsbe
staan zoo „inslaand" verdedigen als door
een der Dominicaner paters
„Van het aan de katholieken vaak verwe-
tene „pogen om een zieltje te wannen", eeai
handige manoeuvre orn mijn gtmoeds- en
denkleven als viëreanigbaar met een overgang
naai- Rome voor te stellen, heb ik niets,
niets ontdekt".
En bij het lezen van het boekje krijgt men
den indruk, dat hier iemand aan het woord
is, die het zeker niet te doen is' 'om bij de
katholieken in het gevlei te komen, doch het
rijn de indrukken van een eerlijk mensch.
„Het kloosterleven", zegt hij, „is geen
geestelijke lust in de eerste plaats, maar een
ernstige roeping".
En terecht merkt deze predikant op, dat
een klooster geen toevluchtsoord is voor ka
rakters, die ontevreden met hun lot of onbe
kwaam zijn stand te houden, evenmin rijn
het tehuizen voor hen die lijden aan „ge
broken harten". Wij hebben toch allen wel
eenige ondervinding in den omgang met pa
ters en weten toch ook, dat het geen knies-
ooren zijn.
Dat hij niet tevreden was met het bezoek
aan één klooster, blijkt, doordat hij meerdere
kloosters bezocht, o.a- die der Benedictijnen
en Capucijn-en. Zijn indruk over deze „echte
monniken", die, in tegenstelling met andere
orden, bijna nooit naar buiten werken,
zoo, dat wij er wei een tikje jaloersch op
kunnen zijn; want deze protestant, die toch
niet geheel de hoogte en diepte der liturgiën
kan aanvoelen, heeft toch in het bijwonen
der verschillende diensten iets gevoeld van
datgene wat wij weten dat er is, maar ook
wij niet altijd kunnen verklaren. Dat zich
één voelen met het Goddelijke, het Hoogste,
„dat voor de eenvoudigen is geopenbaard".
Bij rijn bezoek aan de Capucijners trof
hem het meest de groote eenvoud, meer
nog de bijna armoedige omgeving. De nau
we gang met de kleine cellen, die zoo klein,
zijn, dat men er zich bijna niet kan roeren,
met een gemis van elk comfort... Ik vind",
zegt hij, „in die vrijwillige ontbering niets
ziekelijks, geen onnoodige, ijdele zelfkwel
ling en ik kan me ook best voorstellen, dat
't eciit is, als menschen 't uitwendig niet be
ter willen hebben dan de Allerheiligste Man
van Smarten 't had. Laat ons menschen-, el
kanders zieiedrang niet te veel beoordeelen".
Aan het eind van zijn „praatje over kloos
ters" herhaait hij Dr. Fred- van Eeden's
conclusie: „Ik was mijn vriend dankbaar,
dat hij mij geleerd heeft, hoe iets, dat zoo
vaak miskent en belasterd is, zoo schoon
kan zijn en versterkend kan werken op het
gemoed, ook van den buitenstaander".
Velen zullen wèl weten dat van Eeden
tot ons heilig Geloof bekeerd is en al zal
die bekeeiing afhankelijk rijn geweest van
hetgeen hij, vooi hij katholiek werd, in onze
godsdienst zag want bekeering is een ge-
na-dë toch heeft het er toe bijgedragen,
dat zijn zienswijze over onze godsdienst ge
wijzigd werd.
Dit is nu juist de hoofdzaak: dat anders
denkenden overtuigd worden van hun ver
keerde zienswijze omtrent ons Katholiek be
ginsel. En, laten wij het eerlijk bekennen,
dat in dit opzicht wij, katholieken, nog al
eens in onzen plicht te kort schieten. We kun
nen en behoeven geen priesters te zijn,, maar
als niet-katholieken ons iets vragen of op
merkingen over onzen godsdienst maken, die
kant noch wal raken, dan is het toch bedroe
vend als wij of geen antwoord geven of
door ons zwijgen de gedachten voedsel geven,
dat de verkeerde zienswijze de juistee zou
zijn, omdat wij het verkeerde niet recht
willen of kunnen zetten.
Treurnis nu en droeve rouwe
Waart door Neêrlands stad en gouwe
Om het sterven van zijn zoon,
Een der grootsten, wien zoo schoon.
d' Eelste gaven heerlijk sierden,
Die op 't schoonst triomphen vierde
Als hij voor het Heiig Recht
Met het zwaard des geestes vecht.
Gouden vrucht op zilv'ren schalen
Wordt rijn woord, een waarheid stralen,
Als hij, scherp omlijnd en klaar,
Op 't kompas van 't Eeuwig waar,
Spreekt de taal van den Aquiner,
Van de toekomst wordt een ziener,
Die, na bangen worstelstrijd
't Lichten ziet van bet'ren tijd.
Moog de wereld van U leeren
Tot den Christus weer te keeren,
Die den ware vrede geeft,
Als zij naar Zijn wetten leeft.
Priester, wijsgeer, staatsman mede,
Rust bij God nu, rust in vrede,
Van uw moeizaam levenswerk,
Sieraad, Gij van land en Kerk.
J. A. W. S.
Wij allen kennen het verhaal van de Ba
bylonische spraakverwarring, toen men na
den zondvloed een toren wilde bouwen hoo-
ger dan hel water ooit zou kunnen komen-.
Men zou met het menschelijke kunnen wel
de rampen weren, niet door ootmoed en on
derwerping aan de Goddelijke wetten, wei
neen, door de vooruitgang van het mensche-
Iijk genie. Men zou die toren zoo hoog ma
ken, als het water ooit zou kunnen komen.
We lezen in het oude testament, dat er
een spraakverwarring kwam en de menschen
elkander niet meer konden verstaan.
Is het zoo nu ook niet? Zie eens rond
om U.
In den volkenbond wordt steeds gespro
ken over vrede. Maar de een vertrouwt den
ander niet. Zij bouwen fortengordels, koo-
pen kanonnen enz.
We hooren veel over de ontwapeningri-
conferentie.
Maar ze kunnen het niet eens worden over
de aanschaffing van oorlogsschepen.
We lezen veel over arbeids-conferenties
van de geleerdste staatslieden en economen,
maar nog nooit aanschouwde de wereld zulk
een werkeloosheid.
Van „zekere" zijde wordt al sinds jaren
gewaarschuwd voor overbevolking; er zou een
tijd komen, dat er meer menschen zijn, dan
dat de vruchtbaarheid der aarde voedsel zou
kunnen leveren. Maar nog nooit is er zulk
een overproductie aan voedsel geweest.
Zoo zien we door heel de geschiedenis
heen, dat wanneer de mcnsch zich het grootst
waant, mede door de uitvinding op allerlei ge
bied, zijn kleinheid juist zoo scherp naar
voren komt.
Zielig is het, om ied're conferentie, waar
de geleerden te samen zijn gekomen, om
voor de vraagstukken een oplossing te zoe
ken, te zien mislukken ten aanschouwe van
heel de wereld.
Tot slot zoekt men een formule, daar voor
de oplossing de spraakverwarring te groot ijs*1
ben rij daartoe toestemming noodig van de
Düitsche overheid, terwijl bovendien de werk
gever in het bezit moet rijn van een vergun
ning om vreemde arbeiders in dienst te mo-
geh nemen.
Zoodra Nederlandsche arbeiders werk ge
vonden hebben, informeeren zij het best bij
hun werkgever .oi' deze buitenlanders in
dienst mag nemen, dan wel bereid is deze
vergunning aan te vragen. Slechts indien
di^ het geval is, zai de arbeider met kans
op goed succes toestemming kunnen vragen
in Duitschland te mogen werken.
fndien dit verzoek wordt ingewilligd, zal
hern een Arbeiterlegimationskarte'worden
uitgereikt, welke meestal tot het einde van het
kalenderjaar geldig is en in het begin van
elk- jaar moet worden vernieuwd.
Je aanvrage voor een „Arbeiterlegimati-
on^kafte' moet bij de plaatselijke politie der
wcyin- of verblijfplaats in Duitschland worden
ingediend.
liet verdient aanbeveling, van deze aan-
vnge kennis te geven aan de Nederlandsche
Aneidersbeurs te Oberhausen Rhld. (Sedan-
str 51),. onder vermelding van de nadere
bijzonderheden, opdat deze instelling het ver
zoek van den arbeider kan ondersteunen.
Aan buitenlandsche arbeiders, die sinds 1
Januari 1919 (voor arbeiders in den land
bouw sinds 1 januari 1913) onafgebroken
in Duitschland werkzaam rijn, kan een „Be-
ïrjffiwg^scheiii" worden uitgereikt. Deze
heeft meestal een langeren geldig-
jm'ir ,en steit de vreemde arbeiders ge-
i'Ówflt de inheemsche, voor zoover het
veiMBen van arbeid betreft. De werkgever
kan "/,e arbeiders zonder meer in dienst ne
men, 'terwijl de arbeider zonder bezwaar van
wekgever kan verwisselen.
Op deze bepaling zijn allerlei uitzonde
ringen toegelaten, zoodat arbeiders, die vroe
ge: gedurende korten of langen tijd (vooral
na 1919) in Duitschland gewerkt hebben,
go/id doen, om bij de Nederlandsche Ar
beidsbeurs te Oberhausen te informeereen,
of rij niet beter een „Befreiungsschein" kun-
neij aanvragen dan een „Legitimationskarte".
Dc beslissing op de aanvragen om „Arbei-
ter egitimationskarten" en „Befreiungsschei-
ne'i ligt bij de „Landesamter für Arbeitsverr
mijtlung" (voor de Rijnprovincie te Düssel-
do f, voor Westfaleu le Munster).
(tmtrent het verkrijgen van werk in
Dijttschland zij het navolgende opgemerkt.
JUn Nederlanders, die zich naar Duitsch-
lan]i\willen begeven en inlichtingen wenschen
'O'lket verkrijgen van werk of van een be-
""'AWë' daar te lande, wordt dringend aan-
n, zich te .wenden tot den Directeur der
üsbeurs voor het district, waarin de ge
munte hunner Inwoning is gelegen.
Welke -die arbeidsbeurs is, zal aan de be
langhebbenden op aanvrage worden medege
deeld door den plaatselijken correspondent
der intercommunale arbeidsbemiddeling.
Wanneer men reeds in Duitschland is en
inlichtingen of voorlichting wenscht, moet
men zich wenden lot de Nederlandsche Ar
beidsbeurs te Oberhausen (Sedanstrasze 51
am Neumarkt).
De aandacht van Nederlandsche arbeiders,
die zich in Duitscchland wenschen te vesti
gen, dient eveneens te worden gericht op
de in sommige landen, met name in Pruis-
seu, bestaande voorschriften betreffende de
vestiging. De arbeider, die zijn verblijf in
Pruissen wenscht te vestigen, dient daartoe
een vergunning aan te vragen aan de plaat
selijke poLitie. Indien tegen het verzoek geen
bezwaar bestaal, ontvangt hij een „Aufenthal-
serlaubnisz". Indien zich moeilijkheden voor
doen tot het verkrijgen van zoodanige Aufen-
thaltserlaubnisz, kan de arbeider zich wenden
e Nederlandsche Arbeidsbeurs te Ober-
FOTOHANDEL
Gediplomeerd Drogist - Opticien
ONTWIKKELEN VOOR AMATEURS
BAARN
BUSSUM
SOEST
BIJ DE
Kantoor Soest:
VAN WEEDESTRAAT 11
DIRECTEUR: J. v. SCHAIK.
17 September 1931.
De' Burgemeester van Soest maakt bekend,
dat hij voornemens is iederen eersten Woens
dag -der maand ter Hulpsecretarie te Soes
terberg zitting te houden voor het publiek en
wel des voormiddags om 11 uur.
Soest, 21 September 1931.
OFFICIEELE BEKENDMAKINGEN
Schouw
B. en W- van Soest brengen ter kennis van
belanghebbenden, dat op Donderdag 15 Oc-
tober e.k., zal worden gevoerd de Schouw
over de in de gemeente gelegen wegen, voet
paden, waterleidingen, bruggen, heulen, heg
gen enz.
Belanghebbenden worden daarom herin
nerd aan de artikelen van het Reglement
op het Onderhoud en gebruik der wegen
in de provincie Utrecht.
Overtreding aer daarin voorkomende bepa
lingen word-c gestraft overeenkomstig dat
Reglement.
Soest, 17 September 1931.
o—
Waarschuwing aan arbeiders, die in Duitsch
land werk zoeken
De Burgemeester der gemeente Soest, ves
tigt de aandacht van Nederlandsche arbei
ders, die in Duitschland willen gaan werken,
op het volgende:
Evenals alle andere vreemde arbeiders heb-
INGEZONDEN STUKKEN
(Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.)
Mijnheer de Redacteur.
Or.dergeteekende verzoekt beleefd opname
van dit ingezonden stukje in Uw blad; bij
voorbaat dank voor de verleende plaats
ruimte.
Wat is de Nederl. Militaire Bond?
De Ned. Mi!. Bond is een vereeniging van
menschen, die de geestelijke, zedelijke en
verstandelijke belangen van onze militairen
tracht te behartigen.
Zij meenen dat de soldaat, hoe goed hij
het overigens in de kazerne of aan boord
hinoge hebben, in zijn vrijen tijd gebrek
heeft aan bewarende leiding. En waar zijn
ouders deze in verreweg de meeeste geval
len niet meer kunnen" geven, daar isl de
Bond opgetreden om in deze behoefte te
voorzien, door de Tehuisarbeid onder de
militairen. Nu verkeert die Bond in finanti-
ëele moeilijkheden, hetwelk natuurlijk den
arbeid bemoeilijkt. Dit moet worden verme
den en bestreden en daarom doen wij een
beroep op uwe offervaardigheid.
Lees s.v.p. de advertentie.
J. DE VRIESj
PLUIMVEE, LANDBOUW, ENZ.
Wat is bemesten
Na vorige maal gezien te hebben, dat de
kunstmest in geen geval bij stalmest ten ach
ter staat, zullen we eens meer precies gaan
Heel kort kunnen we zeggenBemesten
zien. wat bemesten eigenlijk is.
is het in den grond brengen van die stoffen,
welke noodig zijn voor de voeding en groei
van onze gewassen.
Welke die stoffen zijn?
Dat zijn er vele. Gelukkig bevatten bijna
alle grondsoorten de meeste. Een gebrek
aan voedingsstoffen, aan alle, is er nooit,
maar wel aan enkele. En dat zijn: Stikstof.
Kali, Phosphor en Kalk. De bemesting dient
dan ook om een of meerdere van deze stof
fen aan te brengen. Slechts enkele nieuwe
gronden bevatten voldoende voorraad van
alle voedingsstoffen, ook van deze vier. De
meeste gronden bevatten te weinig voedings
stoffen, zoodat mesten noodzakelijk is om
hooge opbrengsten te verkrijgen.
Ais wij onze inkoopen gaan doen, is een
voorraad guldens een groot gemak. Maar
bij gebrek daaraan kunnen wij ons ook red
den met rijksdaalders of met kwartjes of
desnoods ook wel met gouden tientjes.
Wanneer een plant zich voedt is er wel
eens gebrek aan bijv. kali. Maar al is er nu
nog zoo'n groote voorraad van alle andere
voedingsstoffen, de kali is niet te vervangen
en de plant groeit niet meer. Het is dus heel
iels anders dan wanneer wij onze inkoopen
gaan doen. Bij gebrek aan een of andere
voedingsstof houdt de groei op. De plant
zal dan geen andere voedingsstof daarvoor
in de plaats nemen. Dit is iets, wat niet ver
geten moet worden.
Nu zal 't dus al iets duidelijker geworden
zijn, wat ik bedoel met de eerste regels' van
dit stukje, namelijk: wat is mesten?
Nu weten wij, dat het is, het aanbrengen
van de noodige voedingsstoffen. Vroeger
wist men niet, waarmee de planten zich voed
den. Men zei: met grond; later wist men het
beter: met humus. Nu weten we, dat het is
met mineralen. En ook, dat het voornamelijk
gaat om deze vier: Stikstof, Kali, Phosphor
en Kalk.
Stalmest bevat deze vier mineralen. Dus
kunnen we hiermee mesten. Maar niet alle
planten eten hetzelfde, net zoo min als men
schen en dieren. De eene plantensoort houdt
verbazend veel van kalk en andere van stik
stof, een derde van phosphor of kali. Weer
een ander gebruikt van elke stof heel weinig,
terwijl er ook zijn, die altijd honger schij
nen te hebben. Iedereen voelt nu wel, dat
stalmest dus nooit het ware voedsel kan
zijn voor alle planten. De eene soort zal1 het
er mee kunnen stellen, terwijl een ander
soort er noodgedwongen genooegen mee zal
moeten nemen, ook al is het totaal onvol
doende. Dat de opbrengst hieronder lijden
moet, behoeft geen betoog. Konden we bij
stalmest maar een weinig kali doen voor
planten, die veel kali gebruiken en stikstof
voor de grage gebruikers hiervan, enz., dan
waren we klaar. Alleen stalmest is niet vol
doende.
Nu zijn ei stoffen, die, gevonden in den
grond of bereid in fabrieken, slechts één
voedende stof bevatten. Deze stoffen noemt
men kunstmeststoffen. Een kunstmeststof
geeft duc maar óf stikstof, óf kali, óf phos
phor of kalk.
Wil men volledig mesten, dan is één kunst
meststof dus niet voldoende, omdat wij moe
ten mesten met zoo noodig alle vier. En; bij
stalmest is het een kostelijke vervollediging.
Bovendien: wie heeft voldoende stalmest om
ai zijn land hiermee te bemesten? En hoe
duur is dit niet als we het moeten/ koopen?
En zoo'n lolletje is het toch niet om1 stalmest
te verwerken?
Kunstmest vult de stalmest aan, vervangt
het, is goedkooper, strooit gemakkelijker uit
en is voordeeliger. Bij stalmest geven we
van het eene te weinig of van het andere te
veel. Door den grond werken is lang niet
altijd noodig, zoodat we kunnen mesten
vaak over een gewas heen. Dit is zoo ge
makkelijk als we zien, dat er -niet genoeg
groei is door gebrek aan een of andere voe
dingsstof.
ONZE RIJMKRONIEK
„Publicatie van deze berichten,
in welken vorm ook, is verboden."
't Is avond. Onder 't held're lamplicht
Las ik de krant van A tot Z.,
Mijn vrouw genoot van 't weerbericht
En wil nii zoetjes aan naar bed.
Ik heb het beursnieuws nageplozen,
Wat politiek geabsorbeerd,
Wie 'n baantje kreeg en wie een lintje
('t Was uit het Staatsblad geciteerd.)
Dat alles onder 'n licht sigaartje,
Mijn koffie en mijn draadmuziek,
(Ik ben als vele luistervinken,
Verslaafd aan toon en aan rythmiek.)
Plots zwijgt 't concert. De klok slaat tien
Een held're stem Iaat zich nu hooren.
't Is Vas-Dias, het persbureau,
Die 't kunstgenot mij komt verstoren.
Zal men iets nieuws vanavond zeggen
Mijn vrouw en ik, wij lust'ren stil
De stem begint: „Het is verboden,
Te gappen, wat ik zeggen wil".
Hij zégt het wel met mooier woorden,
Maar ik geef weer, wat hij bedoelt.
Dit voorspel, 't dagelijks gehoorde,
Wordt aldus duidelijk aangevoeld.
En dan, oreert hij als een nieuwtje,
Wat 't avondblad mij had verteld:
Dat bet zai regenen of zal waaien
En (wat het Staatsblad had vermeld)
Dat mijnheer Z. juist was geridderd
In rang bevorderd mijnheer X.
De veilingprijs van huid en vellen
(Ze gingen weg, bijna voor niks).
Geduldig blijf ik nog wat wachten,
Maar nieuws, dat ik toch nog niet wist,
Helaas, als ik niet had geluisterd,
Dan had ik ditmaal niets gemist.
Nu moet 'k erkennen, die niet lezen,
Voor die is waarlijk Vas-Dias
Als nieuwtjesbrenger te genieten
En komt dan 's avonds goed te pas,
Maar 't dreigement: „De publicatie
En wat men steeds daarachter hoort,
Noem ik een schand voor heel de natie
Men werp' dit liever overboord!
Hij, die niet leest en 's avonds luistert,
Maakt van dit nieuws nooit plagiaat,
Omdat wel driekwart van 't gesprook'ne
Tevoren in de kranten staat!
BURGELIJKE STAND
GEBOREN: Cornelis Bernardus, zoon van
J. A. Kaats en E. Werkhoven, Lange Berg
straat 2. Oijsbertus Johannes, zoon van P.
A. Schimmel en H. M. v. Zal, Kon.laan 70.
Nanda, dochter van P. J. Zwaai en Z. F.
Reussen, Parklaan 16. Aaltje Jacoba, doch
ter van R. Spleet en W. Barneveld, Noorder-
weg 33. Cornelis, zoon van J. v. Duinker
ken en A. Kortenoeven, Heuvelweg 12.
ONDERTROUWD: J. v. Duinkerken en
J. G. Berends.
GETROUWD: B. L. Koeleman en C. M.
Schimmel. H. Peek en J. Kok. W. v< d- Visch
en N. de Bree. W. v. Brummlelen en N. de
Bree.
OVERLEDEN: Gerarda van Breukelen,73
jaar, geh. met H. Westemeier, Kerkpad Z.Z.
Anna Josina Elisabeth Voskamp, 91 jaar,
wed. v- H. J. v. Oostveen, Schrikslaan 53.
GEVESTIGD: F. Pley, Hartweg 16a. N.
v. Oosten, Van Weedestraat 37. J. A. Buiten
rust Hettema-v. Nieuwland, Verl. Postweg 90.
J. C. v. Houten, Eigendomsweg 80. Wed.
G. Wakelkamp met gezin, Beukenlaan 21.
FI. Koot, Kon.laan 137. A. Slager, Anna Pau-
lownalaan 8. J. G. Meerwaldt, Steenhofstr.
78. C. Gilles, Banningstraat 94. L. v. Nim-
vvegen, Dijkhuisstraat 18. W. Hazeleger, Vaar-
dehoogtweg 6. P. Bladergroen, Bosstraat 90.
E. W. J. Scharphuis, Kolonieweg 8. R. H.
J. Reintjes, Van Weedestraat 11b. F. W.
Smiit, Klaarwaterweg 42. J. M. v. Vianen,
Vredehofstraat 2.
VERTROKKEN: M. Aaltsz, van Kerkpad
N.Z. 43 naar Amsterdam, Jasmijnstraat 31.
Wed. D. Schnack-Heining, van Kerkpad N.Z.
13 naar Amsterdam, Leimuidenstr. 17h. A.
Knoops. van Postweg 28 naar Zeist, Botha-
laan 58. C- Th. de Sain, van Kerkstraat 26
naar Bussum, St. Josephstraat 38. W. M.
de Vries met gezin, van Ossendamweg 72
naar Amsterdam, Overtoom 260. S. J. P.
Goossens, van Mendelssohnlaan 6 naar Ned.
O. Indië, Melolo. W. M. Brinkman, van
Soesterb.str. 35 naar Leusden, E 82. A. J.
E. v. Wely, van Beetzlaan 22 naar Arnhem1,
Huygenstraat 1.
VERHUISD: G. v. d. Tak, van Hartman-
laan '1 naar Birkstraat 31a. J. A. Kaats,, van
Kon.laan 29 naar L. Bergstraat 2. R. v. As-
seit, van Molenstraat 43 naar Birkstr. 26b.
M. v. Kempen, van Schoutenkamppweg 2
naar Birkstraat 29. H. v. d. Hoek, van Van
Weedestraat 34 naar Heuvelweg 13.
Exposeert
in de Kunstzaal
Dalweo I, Baarn
I KUNSTHANDEL A.M.D.G.