SOESTER BANKVEREENIGING
ALLE BANKZAKEN.
Wie verhuist U?
LA PORTE Oo - BANKIERS
Vuil BUELEfl t GORISSEK
Uitgave: G.Smit, Soestdijk. Bureau: Van Weedestr. 35, Tel. 2181
Banketbakkerij „Nieuwerhoek"
Hoogst fijn Amandel- en Botergebak.
Burgemeester Grothestraat 53
Telefoon 2317
SAFE-DEEPOSIT
O.F.VOIGT - Burgem. Grothestraat 28 - SOESTDIJK
Behandelen alle Bank
en Effecften-zaken
Safe-Deposit
Flora's Afscheid.
Uw gelden
VEILIG BELEGD
N.V. Nederlandsche
Middenstandsbank
Zondag a.s. 2 uur
over ran alles en noguuai.
E.S.V.A.C. I - B.V.C. I
10e JAARGANG
VRIJDAG 25 SEjPTEMBER 1931
No. 38
DE aJESTEÜ CC 1BAM T
Algemeen weekblad voor Soestdijk, $oest£ert|Soesterberg.
ABONNEMENTSPRIJS 50 cent per 3 maanden.
ADVERTENTIEPRIJS: van 1—5 regels f0.75. Elke regel meer 15 cent. Advertenties
tusschen de tekst dubbel tarief. Bij contract belangrijke korting.
Bijkantoren: VISSER'S Boekhandel, SOEST en C. J. VAN DAM, SOESTERBERG
ADVERTENTIES opgegeven voor „De Soeater Coura*t", worden zonder prjjsverhooging
tevens opgenomen in het „SOESTER NIEUWSBLAD", Algemeen Christelijk Weekblad
en „DE SOESTER POST", Katholiek Weekblad.
Vele malen bekroond.
Uitgebreide sorteering
Bonbons, Chocolade, Suiker, en Dessertwerken
Gereduceerde prijzen.
TEL. 2232 Aanbevelend, F. H. EUWE
ONZE RIJMKRONIEK
j kalenderjaar geldig is en in het begin van
elk jaar moet worden vernieuwd.
„Publicatie van deze berichten,De aanvrage voor een „Arbeiterlegimati»
in welken vorm ook, is verboden.'
't Is avond. Onder 't held're lamplicht
Las ik de krant van A tot Z.,
Mijn vrouw genoot van 't weerbericht
En wil nu zoetjes aan naar bed.
Ik heb het beursnieuws nageplozen,
Wat politiek geabsorbeerd,
Wie 'n baantje kreeg en wie een lintje
('t Was uit het Staatsblad geciteerd.)
Dat alles onder 'n licht sigaartje,
Mijn koffie en mijn draadmuziek,
(Ik ben als vele luistervinken,
Verslaafd aan toon en aan rythmiek.)
Plots zwijgt 't concert. De klok slaat tien
Een held're stem Iaat zich nu hooren.
't Is Vas-Dias, het persbureau,
Die 't kunstgenot mij komt verstoren.
Zal men iets nieuws vanavond zeggen
Mijn vrouw en ik, wij lust'ren stil
De stem begint: „Het is verboden,
Te gappen, wat ik zeggen wil".
Hij zegt het wel met mooier woorden,
Maar ik geef weer, wat hij bedoelt.
Dit voorspel, 't dagelijks gehoorde,
Wordt aldus duidelijk aangevoeld.
En dan, oreert hij als een nieuwtje,
Wat 't avondblad mij had verteld:
Dat het zal regenen of zal waaien
En (wat het Staatsblad had vermeld)
Dat mijnheer Z. juist was geridderd
In rang bevorderd mijnheer X.
De veilingprijs van huid en vellen
(Ze gingen weg, bijna voor niks).
Geduldig blijf ik nog wat wachten,
Maar nieuws, dat ik toch nog niet wist,
Helaas, als ik niet had geluisterd,
Dan had ik ditmaal niets gemist.
Nu moet 'k erkennen, die niet lezen,
Voor die is waarlijk Vas-Dias
Als nieuwtjesbrenger te genieten
En komt dan 's avonds goed te pas,
Maar 't dreigement: „De publicatie
En wat men steeds daarachter Hoort,
Noem ik een schand voor heel de natio
Men werp' dit liever overboord!
Hij, die niet leest en 's avonds luistert,
Maakt van dit nieuws nooit plagiaat,
Omdat wel driekwart van 't gesprook'na
Tevoren in de kranten staat'.
Heuvelweg 16
Middelwijkstr. 38 - Tel. 2065
OFFICIEELE BEKENDMAKINGEN
Sdho,uw
B. en W. van Soest brengen ter kennis van
belanghebbenden, dat op Donderdag 15 Oc-
tober e.k., zal worden gevoerd de Schouw
over de in ue gemeente gelegen wegen, voet
paden, waterleidingen, bruggen, heulen, heg
gen enz.
Belanghebbenden worden daarom herin
nerd aan de artikelen van het Reglement
oip het Onderhoud en gebruik der wegen
Ln de provincie Utrecht.
Overtreding der daarin voorkomende bepa
lingen worck gestraft overeenkomstig dat
Reglement.
Soest, 17 September 1931.
o—
Waarschuwing aan arbeiders, die in Duitsch
land werk zoeken
De Burgemeester der gemeente Soest, ves
tigt de aandacht van Nederlandsche arbei
ders, die in Duitschland willen gaan werken,
op het volgende:
Evenals alle andere vreemde arbeiders heb
ben zij daartoe toestemming noodig van de
Duitsche overheid, terwijl bovendien de werk
gever in het bezit moet zijn van een vergun
ning om vreemde arbeiders in dienst te mo
gen nemen.
Zoodra Nederlandsche arbeiders werk ge
vonden hebben, informeeren zij het best bij
hun werkgever of deze buitenlanders in
dienst mag nemen, dan wel bereid is deze
vergunning aan te vragen. Slechts indien
dit het geval is, zal de arbeider met kans
op goed succes toestemming kunnen vragen
in Duitschland te mogen werken.
Indien dit verzoek wordt ingewilligd, zal
hem een „Arbeiteriegimationskarte" worden
uitgereikt, welke meestal tot het einde van het
onskarie" moet bij de plaatselijke politie der
woon- of verblijfplaats in Duitschland worden
ingediend.
Het verdient aanbeveling, van deze aan
vrage kennis te geven aan de Neder.andsche
Arbeidersbeurs te Gberhausen Rhld. (Sedan-
str. 51), onder vermelding van de nadere
bijzonderheden, opdat deze instelling het ver
zoek van den arbeider kan ondersteunen.
Aan buitenlandschc arbeiders, die sinds 1
•Januari 1919 (voor arbeiders in den land
bouw sinds 1 januari 1913) onafgebroken
in Duhschland werkzaam zijn, kan een „Be-
freiungsschein" worden uitgereikt. Deze
„Schein" heeft meestal een Iangeren geldig
heidsduur en stelt de vreemde arbeiders ge
lijk met de inheemsche, voor zoover het
verkrijgen van arbeid betreft. De werkgever
kan deze arbeiders zonder meer in dienst*ne
men, terwijl de arbeider zonder bezwaar van
werkgever kan verwisselen.
Op deze bepaling zijn allerlei uitzonde
ringen toegelaten, zoodat arbeiders, die vroe
ger gedurende korten of langer» tiic1 (vcy?raj
na 1919) in Duitschland gewerkt hebben,
goed doen, om bij de Nederlandsche Ar
beidsbeurs te Oberhausen te informeereen,
of zij niet beter een „Befreiungsschein" kun
nen aanvragen dan een „Legitimationskarte".
De beslissing op de aanvragen om „Arbei-
terlegitimationskarten" en „Befreiungsschei-
ne" ligt bij de „Landesamter für Arbeitsverr
mittlung" (voor de Rijnprovincie te DüsseL-
dorf, voor Westfalen te Munster).
Omtrent het verkrijgen van werk in
Duitschland zij het navolgende opgemerkt.
Aan Nederlanders, die zich naar Duitsch
land willen begeven en inlichtingen wenschen
tot het verkrijgen van werk of van een be
trekking daar te lande, wordt dringend aan
geraden, zich te wenden tot den Directeur der
arbeidsbeurs voor het district, waarin de ge
meente hunner inwoning is gelegen.
Welke die arbeidsbeurs is, zal aan de be
langhebbenden op aanvrage worden medege
deeld door den plaatselijken correspondent
der intercommunale arbeidsbemiddeling.
Wanneer men reeds in Duitschland is en
inlichtingen of voorlichting wenscht, moet
men zich wenden tot de Nederlandsche Ar
beidsbeurs te Oberhausen (Sedanstrasze 51
am Neumarkt).
De aandacht van Nederlandsche arbeiders,
die zich in Duitscchland wenschen te vesti
gen, dient eveneens te worden gericht op
de in sommige landen, met name in Pruis-
sen, bestaande voorschriften betreffende de
vestiging. De arbeider, die zijn verblijf 'm
Pruissen wenscht te vestigen, dient daartoe
een vergunning aan te vragen aan de plaat
selijke politie. Indien tegen het verzoek geen
bezwaar bestaat, ontvangt hij een „Aufenthal-
serlaubnisz". Indien zich moeilijkheden voor
doen tot het verkrijgen van zoodanige Auïen-
thaltserlaubnisz, kan de arbeider zich wenden
tot de Nederlandsche Arbeidsbeurs te Ober
hausen.
Soest, 17 September 1931.
o—
De Burgemeester van Soest maakt bekend,
dat hij voornemens is iederen eersten Woens
dag der maand, ter Hulpsecretarie te Soes-
ter-berg zitting te houden voor het publiek en
wel des voormiddags om 11 uur.
Soest, 21 September 1931.
fclijkheid harer geuren. Ja, zij hebben een
deel uitgemaakt van liet menschengeluk, dat
toch immers niet bestaat uit een overweldi
genden en voortdurenden stroom van prik
kelend zinsgenot, maar dat in kleine teugen
en in verschillende smaken den mensch toe
vloeit, en aldus vermengd, aangroeit tot één
grooter of kleiner geheel. En dat geheel
vormt de borstwering tegen den stroom van
levenszorgen en nienschenleed. Daarom moe
ten wij die soms korte oogenblikken van
levensgenot, die teugjes en vleugjes, elk
vriendelijk woord, elk eerlijk bewijs van lief
de en vriendschap, samen vatten en blijven,
vvaardeeren. Want dat alles te zamen is onze
Flora in onzen levenshof. Indien wij al deze
bloemenkinderen, a' deze onderdeelen vanons
levensgeluk niet blijven verzorgen, niet met
groote teerheid koesteren, dan sterft ook onze
Flora weldra van koude en dan Is ons le
ven niet verzekerd tegen rampen en tegen
spoeden, tegen de dorre jaren, die kunnen
komen.
Dc Flora van hel menschenhart kan veel
omvattend zijn, wanneer wij niets laten ver
loren gaan van het zonnige, van het kleu
rige, van het bekoorlijke, dat te vinden is
in onzen omgang met de menschen; in het
waarnemen van schijnbaar kleine, gewone
voorrechten en zonnige oogeriblikken, die
ons te beurt vallen en die ons zouden zijn
voorbijgegaan, indien wdj ze niet hadden op
gemerkt tusschen de ruigten en de steenen
op ons levenspad; indien wij ze niet hadden
aangegrepen en niet gevoegd hadden, bij de
reeds verzamelde geluksondtrdeelen ln ons
binnenste. De levende Flora opmerken en
haar met teerheid en liefde verzorgen, doet
ons in waarheid leven en verschaft ons van
lieverlede in onzen levenshof een belangrijke
niet te versmaden bloemenschat een Flo
ra van hooge waarde.
Flora's kinderen daarbuiten sterven; velen
alreeds bij de eerste aanraking van de nacht
vorst. Alléén diegenen, welke worden ge
koesterd en verzorgd in een veilige ver
blijfplaats, kunnen daaraan ontkomen en een,
Iangeren bloeitijd genieten. Zóó ook gaat het
met onze levensblcemen Alléén die, welke
geborgen en gekoesterd worden in de warm
ste schuilplaats van ons innerlijk wezen, blij
ven bewaard voor de stormen van het Le
ven. voor de onverbiddelijke strenge koude
van een gevoellooze, onverschillige wereld,
die slechts bij uitzondering zich bewust is:
dat er teere en welriekende bloemen bloeien
in menig menschenhart en niet zelden ook
op een bodem die kond en arm' schijn? c'.-A
omgeven is door distelen en doornen.
onze gestorven bloemen en ons "hart klopt
onrustig in onzen boezem, als wij denken
aan onzen zoo onvolledig, zooo klein gewor-
Jien Flora. Wanneer zal de Maaier weer
komen in onzen zoo ledig geworden bloe
menhof? Welke van de weinigen, die nog
pp hun stengel staan, zal Hij het eerst ne-
dervellen?
O, ernstige NajaarstijdMet welk een
Vreeze, met welk een voorzorg trachten wij
onzen kleinen voorraad levensbloemen, onze
ons dierbaar geworden 'Flora te dekken en
te beschermen. Maar tevergeefs sluiten wij
met siddering onze tuinpoort De Maaier,
.als hij komt, zal haar weten te openen en
onze tranen zullen Hem niet kunnen troosten,
;dat hunne standplaats straks door andere
wordt ingenomen. In zijn hart kunnen zij
niet worden vervangen de bloemen van
Weleer; en weemoedesklanken ruischen nu
van dezelfde snaren, die eenmaal blijde, weL
.'icht zegevierend, medezongen in zijn le
venslied zoo rijk aan herinneringen, zoo
rijk aan Vreugde en Smart.
FOTOHANDEL
Gediplomeerd Drogist - Opticien
ONTWIKKELEN VOOR AMATEURS
INGEZONDEN STUKKEN
(Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.)
BAARN
BUSSUM
SOEST
Mijnheer de Redacteur.
Or.idergeteekende verzoekt beleefd opname
van dit ingezonden stukje in Uw blad; bij
voorbaat dank vpor de verleende plaats
ruimte. v i
Wat is de Nederl. Militaire Bond?
De Ned. Mik Bond is een vereeniging van
menschen, ,die de geestelijke, zedelijke en
verstandelijke belaugen van onze militairen
tracht te behartigen.
Zij meenen dat de soldaat, hoe goed hij
het overigens in de kazerne of aan, boord
hmoge hebben, in zijn vrijen tijd gebrek
heeft aan bewarende leiding. En waar zijn
ouders deze in verreweg de rneeeste geval
len niet meer kunnen" geven, daar isf de
Bond opgetreden om in deze behoefte te
voorzien, door de Tehuisarbeid onder de
militairen. Nu verkeert die Bond Ln finanti-
ëele moeilijkheden, hetwelk natuurlijk den
arbeid bemoeilijkt. Dit moet worden verme
den en bestreden en daarom doen wij een
beroep op uwe offervaardigheid.
Lees s.v.p. de advertentie.
J. DE VRIES)
Bovendien: wie heeft voldoende stalmest om
al zijn land hiermee te bemesten? En hoe
duur is dit niet als we het moeten/ koopen?
En zoo'n lolletje is. het toch niet om* stalmest
te verwerken?
Kunstmest vult de stalmest aan, vervangt
het, is goedkooper, strooit gemakkelijker uit
en is voordeeliger. Bij stalmest geven we
van het eene te weinig of van het andere te
veel. Door den grond werken is lang niet
altijd noodig, zoodat we kunnen mesten
vaak over een gewas heen. Dit is zoo ge
makkelijk als we zien, dat er niet genoeg
groei is door gebrek aan een of andere voe
dingsstof.
Arme FloraZii beleeft droeve dagen
vwant zij ziet één. voor één neen, velen in
een enkelen, kouden nacht haar kinderen
sterven. Zeer velen zijn reeds weggerukt uit
hun toch steeds kortstondig bestaan ook
de schoonste, de liefste. En weldra, ja straks
reeds, zullen de laatste volgen, die nog aan
den killen adem van den moordenden nacht
vorst zijn ontkomen. Arme Flora.
Hoezeer hebben Flora's kinderen den
Mensch, die door wat schoon en rein
wordt geboeid, verheugd. Hóe hebben ook
zij een wijle een deel uitgemaakt van het
menschengeluk. Zij hebben ernstige en nauw
lettende zorg gevraagd van de menschenhand
en vooral veel liefde van het menschen
hart; maar hoe rijkelijk en hoe heerlijk heb'
ben zij die zorg en die liefde beloond. Als
de koesterende, tot ontwaking brengende
Zon hen slechts bescheen, dan openden zij
hunne kelken; en het menschenoog en het
rner.schenhart verlustigen zich in de schoon
heid en veelheid harer kleuren en ln do 'be
dwelmende zoetheid of zacht streelende Ue-
BIJ DE
Kantoor Soest:
VAN WEEDESTRAAT 11
DIRECTEUR: J. v. SCHAIK.
Flora's kinderen sterven, doch uit haar
zaad groeien nieuwe planten op, die, bij
goede verzorging, nieuwe bloemen zullen
voortbrengen, van dezelfde soorten, dezelf
de geuren en kleuren misschien zelfs
grooter en edeler van vormen en van nog
schitterender kleuren mede verzorgd, ge
koesterd en bewonderd 3oor groote liefde,
Doch een andere tijd, een andere geest zal
het omgeven, andere lippen zullen haren
lof uitspreken, haar schoonheid roemen en
andere handen zullen die nieuwe en toch
dezelfde bloemen plukken. Want de onzen
zijn gestorven, als zij die onze liefde hadden
en met ons zich verheugden in de schoon
heid van Flora's kinderen.
Alzoo gaat het ook met onze levens-
illusiën, met onze zachte, stille aandoeningen;
met onze innigste gevoelens. Zij hebben hun
tijd, hun zonnewarmte; zij 'hebben hunne
jaargetijden. Evenals de bloemen, die
verbloeid zijn, of straks door strenge koude
zullen worden gedood en in de nieuwe
Lente d^or anderen zullen worden vervan
gen, zoo zijn zij heengegaan, ondanks het
protest onzer liefde.
De Flora die gestorven ij of straks ster
ven ;a', wekt onzen weemoed. Wij hebben
die bloemen i og zoo kort geleden gezaaid,
de planten verspeend, ze zien opgroeien en
do bioemen zien opengaan gekoesterd
als zij werden door lente-, zomer- of herfst
zon. Wij weten, dat hun tijd is voorbijgegaan,
evenals onze verwachting en onze vreugde
over hun bestaan. En wij denken, onwille
keurig aan onze Flora van groote en kleine
levensvreugden, aan ons Arcadia, aan ons
'Eden, dat afgesloten is en alleen door de
herinnering nog met dhet Heden is verbon
den. Doch het is geschakeld aan een Heden,
dat vreemd is aan het Verleden, aan een Hee-
den, dat ons allen ernstig heenwijst naar de
geopende kerkhofpoort, waarachter zoovelen
slapen, die wij hebben liefgehad, die tot de
Hora van onzen levenshof behoorden. En in
ons hart trilt nog de snaar, die den' wee-
moedstoon aangeeft in ons Levenslied.
Onze FloraNog dringt vanuit de
verte haar geur tot ons door. Onze lippen
trillen, als wij de namen uitspreken van
PLUIMVEE, LANDBOUW, ENZ.
Weit is bemesten
Na vorige maal gezien te hebben, dat de
kunstmest in geen geval bij stalmest ten ach
ter staat, zullen we eens meer precies gaan
Heel kort kunnen we zeggen: Bemesten
zien, wat bemesten eigenlijk is.
is het in den grond brengen van die stoffen,
welke noodig zijn voor de voeding en groei
van onze gewassen.
Welke die stoffen zijn?
Dat zijn er vele. Gelukkig bevatten bijna
alle grondsoorten de meeste. Een gebrek
aan voedingsstoffen, aan alle, is er nooit,
maar wel aan enkele. En dat zijn: Stikstof,
Kali, Phosphor en Kalk. De bemesting dient
dan ook om een of meerdere van deze, stof
fen aan te brengen. Slechts enkele nieuwe
gronden bevatten voldoende voorraad van
alk voedingsstoffen, ook van deze vier. De
meeste gronden bevatten te weinig voedings
stoffen, zoodat mesten noodzakelijk is om
hooge opbrengsten te verkrijgen.
Als wij onze inkoopen gaan doen, is een
voorraad guldens een groot gemak. Maar
bij gebrek daaraan kunnen wij ons ook red
den met rijksdaalders of met kwartjes of
desnoods ook wel met gouden tientjes.
Wanneer een plant zich voedt is er wel
eens gebrek aan bijv. kali. Maar al Lsi er nu
nog zoo'n groote voorraad van alle andere
voedingsstoffen, de kali is niet te vervangen
en de plant groeit niet meer. Het is dus heel
iets anders dan wanneer wij onze inkoopen
gaan doen. Bij gebrek aan een of andere
voedingsstof houdt de groei op. De plant
zal dan geen andere voedingsstof daarvoor
in de plaats nemen. Dit is iets, wat niet ver
geten moet worden.
Nu zal 't dus al iets duidelijker geworden
zijn, wat ik bedoel met de eerste regels' van
dit stukje, namelijk: wat Ls mesten?
Nu weten wij, dat het is, het aanbrengen
van de noodige voedingsstoffen. Vroeger
wist men niet, waarmee de planten zich voed
den. Men zei: met grond; later wist men het
beter: met humus. Nu weten we, dat het is
met mineralen. En ook, dat het voornamelijk
gaat om deze vier: Stikstof, Kali, Phosphor
en Kalk.
Stalmest bevat deze vier mineralen. Dus
kunnen we hiermee mesten. Maar niet alle
planten -eten hetzelfde, net zoo min: als men
schen en dieren. De eene plantensoort houdt
verbazend veel van kalk en andere van stik
stof, een derde van phosphor of kali. Weer
een ander gebruikt van elke stof heel weinig,
terwijl er ook zijn, die altijd honger schij
nen te hebben. Iedereen voelt nu wel, dat
stalmest dus nooit het ware voedsel kan
zijn voor alle planten. De eene soort zaF het
er mee kunnen stellen, terwijl een ander
soort er noodgedwongen genooegen mee zal
moeten nemen, ook al is het totaal onvol
doende. Dat de opbrengst hieronder lijden
moet, behoeft geen betoog. Konden we bij
stalmest maar een weinig kali doen voor
planten, die veel kali gebruiken en stikstof
voor de grage gebruikers hiervan, enz., dan
waren we klaar. Alleen stalmest ls niet vol
doende.
Nu zijn ei sloffen, die, gevonden in den
grond of bereid in fabrieken, slechts één
voidende stof bevatten. Deze stoffen noemt
men kunstmeststoffen. Een kunstmeststof
geeft duc maar óf stikstof, óf kal», óf phos
phor of kalk.
Wil' men volledig mesten, dan is één kunst
meststof dus niet voldoende, omdat wij moe
ten mesten inèt zoo noodig 'alle vier. En; bij
stalmest is het een kostelijke vervolledigmg.
BURGELIJKE STAND
GEBOREN: Comelis Bernardus, zoon van
J. A. Kaats en E. Werkhoven, Lange Berg
straat 2. Gijsbertus Johannes, zóón van P-
A. Schimmel en H. AL. v. Zal, Kon.laan 70.
Nanda, dochter van P. J. Zwaai en Z. F.
Reussen, Parklaan 16. Aaltje Jacoba, doch
ter van R. Spleet en W. Barneveld, Noorder-
weg 33. Cornelis, zoon van J. v. Duinker
ken en A. Kortenoeven, Heuvelweg 12.
ONDERTROUWD: J. v. Duinkerken en
J. G. Berends.
uETROUWE; C. L. Kocleinaji en C. Al.
Schimmel. H. Peek en J. Kok. W. v, d. Vischi
en N. de Bree. W. v. Brumm|elen en N. de
Bree.
OVERLEDEN: Gerarda van Breukelen,73
jaar, geh. met H. Westemeier, Kerkpad Z.Z.
Anna Josina Eiisabeth Voskamp, 91 jaar,
wed. v. H. J. v. Oostveen, Schrikslaan 53.
GEVESTIGD: F. Pley, Hartweg 16a. N.
v. Oosten, Van Weedestraat 37. J. A. Buiten
rust Hettema-v. Nieuwland, Verl. Postweg 90.
J. C. v. Houten, Eigendomsweg 80. Wed.
G. Wakelkamp met gezin, Beukenlaan 21-
H. Koot, Kon.laan 137. A. Slager, Anna Pau-
lownalaan 8. J. G. Meerwaldt, Steenhofstr.
78. C. Gilles, Banningstraat 94. L. v. Nim-
wegen, Dijkhuisstraat 18. W- Haze leger, Vaar-
dehoogtweg 6. P. Bladergroen, Bosstraat 90.
E. W. J. Scharphuis, Kolonieweg 8. R. H.
J. Reintjes, Van Weedestraat 11b- JF. W.
Smit, Klaarwaterweg 42. J. M. v. Vianen,
Vredehofstraat 2.
VERTROKKEN: M. Aaltsz, van Kerkpad
N.Z. 43 naar Amsterdam, Jasmijnstraat 31.
'Wed. D. Schnack-Heining, van Kerkpad N.Z.
43 naar Amsterdam, Leimuidenstr. 171i. A.
Knoops. van Postweg 28 naar Zeist, Botha-
laan 58. C. Th. de Sain, vaji Kerkstraat 26
naar Bussum, St. Josephstraat 38. W. M.
de Vries met gezin, van Ossendamweg 72
naar Amsterdam, Overtoom 260. S. J. P.
Goossens, van Mendelssohnlaan 6 naar Ned.
O. Indië, Melolo. W. M. Brinkman, van
Soesterb.str. 35 naar Leusden, E 82. A. J.
E. v- Wely, van Beetzlaan 22 naar Arnhem,
Huygenstraat 1.
VERHUISD: G. v. d. Tak, van Hartman
laan '1 naar Birkstraat 31a. J. A. Kaats,: van
Kon.laan 29 naar L. Bergstraat 2. R. v. As-
sdt, van Molenstraat 43 naar Birkstr. 26b-
M. v. Kempen, van Schoutenkamppweg 2
naar Birkstraat 29. H. v. d. Hoek, vare Van
Weedestraat 34 naar Heuvelweg 13.
EEN WIJS WOORD VOOR IEDEREN DAG
ZONDAG.
De uitvoering van een daad is afhankelijk
in dc eerste plaats van de intensiteit, waar
mede gij een besluit neemt, van de vastbera
denheid, waarmede gij handelt en van de
volharding, waarmede gij u vasthoudt aan de
uitvoering van de daad.
MAANDAG.
led-ere mensch op de rechte plaats,
Op iedere piaais de rechte mensch.
DINSDAG.
Een goed bestuurder kiest het goede en
zet deze keuze in een daad om.
WOENSDAG.
Het beste middel om te leeren iets altijd
goed te doen, is zich eenigen tijd te dwin
gen het goede te doen.
DONDERDAG.
De stem is gehoorzaam, zij neemt de be
velen van het gevoel en dc gedachte ia acht
om ze in de rede het schoonst te "laten uit
komen.
VRIJDAG.
Tact is de bijzondere bekwaamheid van
precies datgene te doen of te zeggen;" dat
vereischt wordt, dat passend is onder be
paalde omstandigheden.
ZATERDAG.
Zorg er voor, dat uw betoog helder is ert
ge niet van den hak op den tak springt.
Wat hoor je de lui toch klagen, als je zoo
langs den weg loopt en meer nog als je
de kranten leest, 't ls alles malaise wat de
klok slaat.
Nu is het zeker een benarde tijd, maar
er zijn er, die altijd geklaagd hebben en
voor wie klagen een gewoonte is. En dat is
verkeerd. Klagen kun je altijd als je kijkt
naar lui, die het beter hebben. Ik heb me
er zelf ook wel eens op betrapt op die
fout. Dezen zomer, toen iedereen met va-
cantie ging, klaagde ik, omdat ik maar moest
blijven werken. Gezeten tusschen de vier
wanden van mijn zolderkamertje, zag ik in
mijn verbeelding iedereen genieten in een
dolce far niènte. Zeker zou ik ook mijn va-
cantie hebben, maar pas in de herfst. Dat
maakte me kregel en zoo is het gebleven,
want ook aan dien toestand wen je ten slotte.
Nu heb ik mijn veertien dagen ook gehad.
Gisteren ben ik weer mijn gewone werk be
gonnen. En wat wil nu het geval? Terwijl ik
mooi weer had en ten minste de meeste
gen kon genieten in Gods vrije natuur, heb
ben ze in Juli en Augustus haast geen mooien
vacantiedag beleefd. Achteraf blijkt dus al
weer, dat mijn klagen ongegrond was. Bij
een ander zie je alles van den buitenkant en
dan lijkt het vaak rozengeur en manenschijn.
Je zou zeggen: een erfenis krijgen van
bijna een millioen moet toch wel zeker een
buitenkansje zijn. Dat het niet altijd zoo is,
bewijst een bericht, wat ik dezer dagen in
de krant las:
Een dame te Amsterdam heeft ruim een
jaar geleden van een familielid in Indië bijna
een millioen (9,5 ton) geërfd en is op het
oogenblik daardoor in financiëele moeilijk
heden geraakt. De erflater had haar zijn
aandeelen Kon. Petroleum toegewezen, en
deze hadden op den dag van zijn overlij
den de waarden van f950.000. Dezer da
gen was de geheele zaak pas afgewikkeld en
de stukken zijn in handen van de erfgename
gekomen. De waarde is intusschen tot een
derde gedaald, maar de fiscus eischt méér
dan een derde, n.1. 37 procent, van de een
maal aanvaarde erfenis op; er is dus een
vrij groot nadeelig verschil, iets van f30.000
a f40.000. Waar wij aan toe zijn in dezen tijd'.
Zoo kun je wenschen voor een erfenis be
hoedt te blijven.
Ook is het bezit van waardepapieren: Phi
lips, Petroleum enz. toch wel iets wat me
nigeen zou wenschen. Opmerkelijk is het,
dat de houders er van het bezit haast ver-
wenschen. Want juist die menschen hebben
in dezen tijd de zwaarste verliezen. Vele aan
deelen toch zijn meer dan 100 maal gekel
derd; dat wil dus zeggen, dat een bezitter
van 1000 gulden er nog geen tien over houdt.
Zie, dat kan iemand als ondergeteekende,
wiens inkomen niet afhankelijk is van de
opbrengst der aandeelen, maar uitsluitend van
het werk zijner handen, niet gebeuren. Dat
is tenminste één zonnekant voor de niet-be-
zitters.
Nu grijpt die kwestie te diep aan, dat we
binnen liet raam van een weekblad-artikel de
zaak tot een oplossing zouden kunnen bren
gen. Maar is niet de vraag gewettigd, dat
veel af ons Nederlandsche volk te veel hun
geld heeft gestoken in vreemde papieren
(denk indertijd aan de „Russen") en te wei
nig steun werd gegeven aan eigen industrie
en bedrijven
Het is niet alleen in de laatste jaren
usance geweest eigen bedrijven met geldnood
te laten, ook al bieden die bedrijven een zeer
gunstig perspectief.
Wat is 't in ons land altijd niet uiterst
moeilijk voor den kleinen zakenman om aan
geld te komen en dat terwijl, naar men
zegt, er geld te over onbelegd is. Ook op
dit gebied is nog veel te verbeteren en veel
onjuist inzicht te veranderen. Dat zou wel
niet de economische kwestie oplossen, bij
lange na niet. Maar toch zou men ook hier
van kunnen zeggen met Camphuysen:
Och waren alle menschen wijs
En deden daarbij wel;
Deez' aarde waar' een paradijs,
Nu is ze vaak een hel.