SOESTER BANKVEREENIGING ALLE BANKZAKEN. Wie verhuist U? LA PORTE Oo - BANKIERS Vuil BUELEfl t GORISSEK Uitgave: G.Smit, Soestdijk. Bureau: Van Weedestr. 35, Tel. 2181 Banketbakkerij „Nieuwerhoek" Hoogst fijn Amandel- en Botergebak. Burgemeester Grothestraat 53 Telefoon 2317 SAFE-DEEPOSIT O.F.VOIGT - Burgem. Grothestraat 28 - SOESTDIJK Behandelen alle Bank en Effecften-zaken Safe-Deposit Flora's Afscheid. Uw gelden VEILIG BELEGD N.V. Nederlandsche Middenstandsbank Zondag a.s. 2 uur over ran alles en noguuai. E.S.V.A.C. I - B.V.C. I 10e JAARGANG VRIJDAG 25 SEjPTEMBER 1931 No. 38 DE aJESTEÜ CC 1BAM T Algemeen weekblad voor Soestdijk, $oest£ert|Soesterberg. ABONNEMENTSPRIJS 50 cent per 3 maanden. ADVERTENTIEPRIJS: van 1—5 regels f0.75. Elke regel meer 15 cent. Advertenties tusschen de tekst dubbel tarief. Bij contract belangrijke korting. Bijkantoren: VISSER'S Boekhandel, SOEST en C. J. VAN DAM, SOESTERBERG ADVERTENTIES opgegeven voor „De Soeater Coura*t", worden zonder prjjsverhooging tevens opgenomen in het „SOESTER NIEUWSBLAD", Algemeen Christelijk Weekblad en „DE SOESTER POST", Katholiek Weekblad. Vele malen bekroond. Uitgebreide sorteering Bonbons, Chocolade, Suiker, en Dessertwerken Gereduceerde prijzen. TEL. 2232 Aanbevelend, F. H. EUWE ONZE RIJMKRONIEK j kalenderjaar geldig is en in het begin van elk jaar moet worden vernieuwd. „Publicatie van deze berichten,De aanvrage voor een „Arbeiterlegimati» in welken vorm ook, is verboden.' 't Is avond. Onder 't held're lamplicht Las ik de krant van A tot Z., Mijn vrouw genoot van 't weerbericht En wil nu zoetjes aan naar bed. Ik heb het beursnieuws nageplozen, Wat politiek geabsorbeerd, Wie 'n baantje kreeg en wie een lintje ('t Was uit het Staatsblad geciteerd.) Dat alles onder 'n licht sigaartje, Mijn koffie en mijn draadmuziek, (Ik ben als vele luistervinken, Verslaafd aan toon en aan rythmiek.) Plots zwijgt 't concert. De klok slaat tien Een held're stem Iaat zich nu hooren. 't Is Vas-Dias, het persbureau, Die 't kunstgenot mij komt verstoren. Zal men iets nieuws vanavond zeggen Mijn vrouw en ik, wij lust'ren stil De stem begint: „Het is verboden, Te gappen, wat ik zeggen wil". Hij zegt het wel met mooier woorden, Maar ik geef weer, wat hij bedoelt. Dit voorspel, 't dagelijks gehoorde, Wordt aldus duidelijk aangevoeld. En dan, oreert hij als een nieuwtje, Wat 't avondblad mij had verteld: Dat het zal regenen of zal waaien En (wat het Staatsblad had vermeld) Dat mijnheer Z. juist was geridderd In rang bevorderd mijnheer X. De veilingprijs van huid en vellen (Ze gingen weg, bijna voor niks). Geduldig blijf ik nog wat wachten, Maar nieuws, dat ik toch nog niet wist, Helaas, als ik niet had geluisterd, Dan had ik ditmaal niets gemist. Nu moet 'k erkennen, die niet lezen, Voor die is waarlijk Vas-Dias Als nieuwtjesbrenger te genieten En komt dan 's avonds goed te pas, Maar 't dreigement: „De publicatie En wat men steeds daarachter Hoort, Noem ik een schand voor heel de natio Men werp' dit liever overboord! Hij, die niet leest en 's avonds luistert, Maakt van dit nieuws nooit plagiaat, Omdat wel driekwart van 't gesprook'na Tevoren in de kranten staat'. Heuvelweg 16 Middelwijkstr. 38 - Tel. 2065 OFFICIEELE BEKENDMAKINGEN Sdho,uw B. en W. van Soest brengen ter kennis van belanghebbenden, dat op Donderdag 15 Oc- tober e.k., zal worden gevoerd de Schouw over de in ue gemeente gelegen wegen, voet paden, waterleidingen, bruggen, heulen, heg gen enz. Belanghebbenden worden daarom herin nerd aan de artikelen van het Reglement oip het Onderhoud en gebruik der wegen Ln de provincie Utrecht. Overtreding der daarin voorkomende bepa lingen worck gestraft overeenkomstig dat Reglement. Soest, 17 September 1931. o— Waarschuwing aan arbeiders, die in Duitsch land werk zoeken De Burgemeester der gemeente Soest, ves tigt de aandacht van Nederlandsche arbei ders, die in Duitschland willen gaan werken, op het volgende: Evenals alle andere vreemde arbeiders heb ben zij daartoe toestemming noodig van de Duitsche overheid, terwijl bovendien de werk gever in het bezit moet zijn van een vergun ning om vreemde arbeiders in dienst te mo gen nemen. Zoodra Nederlandsche arbeiders werk ge vonden hebben, informeeren zij het best bij hun werkgever of deze buitenlanders in dienst mag nemen, dan wel bereid is deze vergunning aan te vragen. Slechts indien dit het geval is, zal de arbeider met kans op goed succes toestemming kunnen vragen in Duitschland te mogen werken. Indien dit verzoek wordt ingewilligd, zal hem een „Arbeiteriegimationskarte" worden uitgereikt, welke meestal tot het einde van het onskarie" moet bij de plaatselijke politie der woon- of verblijfplaats in Duitschland worden ingediend. Het verdient aanbeveling, van deze aan vrage kennis te geven aan de Neder.andsche Arbeidersbeurs te Gberhausen Rhld. (Sedan- str. 51), onder vermelding van de nadere bijzonderheden, opdat deze instelling het ver zoek van den arbeider kan ondersteunen. Aan buitenlandschc arbeiders, die sinds 1 •Januari 1919 (voor arbeiders in den land bouw sinds 1 januari 1913) onafgebroken in Duhschland werkzaam zijn, kan een „Be- freiungsschein" worden uitgereikt. Deze „Schein" heeft meestal een Iangeren geldig heidsduur en stelt de vreemde arbeiders ge lijk met de inheemsche, voor zoover het verkrijgen van arbeid betreft. De werkgever kan deze arbeiders zonder meer in dienst*ne men, terwijl de arbeider zonder bezwaar van werkgever kan verwisselen. Op deze bepaling zijn allerlei uitzonde ringen toegelaten, zoodat arbeiders, die vroe ger gedurende korten of langer» tiic1 (vcy?raj na 1919) in Duitschland gewerkt hebben, goed doen, om bij de Nederlandsche Ar beidsbeurs te Oberhausen te informeereen, of zij niet beter een „Befreiungsschein" kun nen aanvragen dan een „Legitimationskarte". De beslissing op de aanvragen om „Arbei- terlegitimationskarten" en „Befreiungsschei- ne" ligt bij de „Landesamter für Arbeitsverr mittlung" (voor de Rijnprovincie te DüsseL- dorf, voor Westfalen te Munster). Omtrent het verkrijgen van werk in Duitschland zij het navolgende opgemerkt. Aan Nederlanders, die zich naar Duitsch land willen begeven en inlichtingen wenschen tot het verkrijgen van werk of van een be trekking daar te lande, wordt dringend aan geraden, zich te wenden tot den Directeur der arbeidsbeurs voor het district, waarin de ge meente hunner inwoning is gelegen. Welke die arbeidsbeurs is, zal aan de be langhebbenden op aanvrage worden medege deeld door den plaatselijken correspondent der intercommunale arbeidsbemiddeling. Wanneer men reeds in Duitschland is en inlichtingen of voorlichting wenscht, moet men zich wenden tot de Nederlandsche Ar beidsbeurs te Oberhausen (Sedanstrasze 51 am Neumarkt). De aandacht van Nederlandsche arbeiders, die zich in Duitscchland wenschen te vesti gen, dient eveneens te worden gericht op de in sommige landen, met name in Pruis- sen, bestaande voorschriften betreffende de vestiging. De arbeider, die zijn verblijf 'm Pruissen wenscht te vestigen, dient daartoe een vergunning aan te vragen aan de plaat selijke politie. Indien tegen het verzoek geen bezwaar bestaat, ontvangt hij een „Aufenthal- serlaubnisz". Indien zich moeilijkheden voor doen tot het verkrijgen van zoodanige Auïen- thaltserlaubnisz, kan de arbeider zich wenden tot de Nederlandsche Arbeidsbeurs te Ober hausen. Soest, 17 September 1931. o— De Burgemeester van Soest maakt bekend, dat hij voornemens is iederen eersten Woens dag der maand, ter Hulpsecretarie te Soes- ter-berg zitting te houden voor het publiek en wel des voormiddags om 11 uur. Soest, 21 September 1931. fclijkheid harer geuren. Ja, zij hebben een deel uitgemaakt van liet menschengeluk, dat toch immers niet bestaat uit een overweldi genden en voortdurenden stroom van prik kelend zinsgenot, maar dat in kleine teugen en in verschillende smaken den mensch toe vloeit, en aldus vermengd, aangroeit tot één grooter of kleiner geheel. En dat geheel vormt de borstwering tegen den stroom van levenszorgen en nienschenleed. Daarom moe ten wij die soms korte oogenblikken van levensgenot, die teugjes en vleugjes, elk vriendelijk woord, elk eerlijk bewijs van lief de en vriendschap, samen vatten en blijven, vvaardeeren. Want dat alles te zamen is onze Flora in onzen levenshof. Indien wij al deze bloemenkinderen, a' deze onderdeelen vanons levensgeluk niet blijven verzorgen, niet met groote teerheid koesteren, dan sterft ook onze Flora weldra van koude en dan Is ons le ven niet verzekerd tegen rampen en tegen spoeden, tegen de dorre jaren, die kunnen komen. Dc Flora van hel menschenhart kan veel omvattend zijn, wanneer wij niets laten ver loren gaan van het zonnige, van het kleu rige, van het bekoorlijke, dat te vinden is in onzen omgang met de menschen; in het waarnemen van schijnbaar kleine, gewone voorrechten en zonnige oogeriblikken, die ons te beurt vallen en die ons zouden zijn voorbijgegaan, indien wdj ze niet hadden op gemerkt tusschen de ruigten en de steenen op ons levenspad; indien wij ze niet hadden aangegrepen en niet gevoegd hadden, bij de reeds verzamelde geluksondtrdeelen ln ons binnenste. De levende Flora opmerken en haar met teerheid en liefde verzorgen, doet ons in waarheid leven en verschaft ons van lieverlede in onzen levenshof een belangrijke niet te versmaden bloemenschat een Flo ra van hooge waarde. Flora's kinderen daarbuiten sterven; velen alreeds bij de eerste aanraking van de nacht vorst. Alléén diegenen, welke worden ge koesterd en verzorgd in een veilige ver blijfplaats, kunnen daaraan ontkomen en een, Iangeren bloeitijd genieten. Zóó ook gaat het met onze levensblcemen Alléén die, welke geborgen en gekoesterd worden in de warm ste schuilplaats van ons innerlijk wezen, blij ven bewaard voor de stormen van het Le ven. voor de onverbiddelijke strenge koude van een gevoellooze, onverschillige wereld, die slechts bij uitzondering zich bewust is: dat er teere en welriekende bloemen bloeien in menig menschenhart en niet zelden ook op een bodem die kond en arm' schijn? c'.-A omgeven is door distelen en doornen. onze gestorven bloemen en ons "hart klopt onrustig in onzen boezem, als wij denken aan onzen zoo onvolledig, zooo klein gewor- Jien Flora. Wanneer zal de Maaier weer komen in onzen zoo ledig geworden bloe menhof? Welke van de weinigen, die nog pp hun stengel staan, zal Hij het eerst ne- dervellen? O, ernstige NajaarstijdMet welk een Vreeze, met welk een voorzorg trachten wij onzen kleinen voorraad levensbloemen, onze ons dierbaar geworden 'Flora te dekken en te beschermen. Maar tevergeefs sluiten wij met siddering onze tuinpoort De Maaier, .als hij komt, zal haar weten te openen en onze tranen zullen Hem niet kunnen troosten, ;dat hunne standplaats straks door andere wordt ingenomen. In zijn hart kunnen zij niet worden vervangen de bloemen van Weleer; en weemoedesklanken ruischen nu van dezelfde snaren, die eenmaal blijde, weL .'icht zegevierend, medezongen in zijn le venslied zoo rijk aan herinneringen, zoo rijk aan Vreugde en Smart. FOTOHANDEL Gediplomeerd Drogist - Opticien ONTWIKKELEN VOOR AMATEURS INGEZONDEN STUKKEN (Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.) BAARN BUSSUM SOEST Mijnheer de Redacteur. Or.idergeteekende verzoekt beleefd opname van dit ingezonden stukje in Uw blad; bij voorbaat dank vpor de verleende plaats ruimte. v i Wat is de Nederl. Militaire Bond? De Ned. Mik Bond is een vereeniging van menschen, ,die de geestelijke, zedelijke en verstandelijke belaugen van onze militairen tracht te behartigen. Zij meenen dat de soldaat, hoe goed hij het overigens in de kazerne of aan, boord hmoge hebben, in zijn vrijen tijd gebrek heeft aan bewarende leiding. En waar zijn ouders deze in verreweg de rneeeste geval len niet meer kunnen" geven, daar isf de Bond opgetreden om in deze behoefte te voorzien, door de Tehuisarbeid onder de militairen. Nu verkeert die Bond Ln finanti- ëele moeilijkheden, hetwelk natuurlijk den arbeid bemoeilijkt. Dit moet worden verme den en bestreden en daarom doen wij een beroep op uwe offervaardigheid. Lees s.v.p. de advertentie. J. DE VRIES) Bovendien: wie heeft voldoende stalmest om al zijn land hiermee te bemesten? En hoe duur is dit niet als we het moeten/ koopen? En zoo'n lolletje is. het toch niet om* stalmest te verwerken? Kunstmest vult de stalmest aan, vervangt het, is goedkooper, strooit gemakkelijker uit en is voordeeliger. Bij stalmest geven we van het eene te weinig of van het andere te veel. Door den grond werken is lang niet altijd noodig, zoodat we kunnen mesten vaak over een gewas heen. Dit is zoo ge makkelijk als we zien, dat er niet genoeg groei is door gebrek aan een of andere voe dingsstof. Arme FloraZii beleeft droeve dagen vwant zij ziet één. voor één neen, velen in een enkelen, kouden nacht haar kinderen sterven. Zeer velen zijn reeds weggerukt uit hun toch steeds kortstondig bestaan ook de schoonste, de liefste. En weldra, ja straks reeds, zullen de laatste volgen, die nog aan den killen adem van den moordenden nacht vorst zijn ontkomen. Arme Flora. Hoezeer hebben Flora's kinderen den Mensch, die door wat schoon en rein wordt geboeid, verheugd. Hóe hebben ook zij een wijle een deel uitgemaakt van het menschengeluk. Zij hebben ernstige en nauw lettende zorg gevraagd van de menschenhand en vooral veel liefde van het menschen hart; maar hoe rijkelijk en hoe heerlijk heb' ben zij die zorg en die liefde beloond. Als de koesterende, tot ontwaking brengende Zon hen slechts bescheen, dan openden zij hunne kelken; en het menschenoog en het rner.schenhart verlustigen zich in de schoon heid en veelheid harer kleuren en ln do 'be dwelmende zoetheid of zacht streelende Ue- BIJ DE Kantoor Soest: VAN WEEDESTRAAT 11 DIRECTEUR: J. v. SCHAIK. Flora's kinderen sterven, doch uit haar zaad groeien nieuwe planten op, die, bij goede verzorging, nieuwe bloemen zullen voortbrengen, van dezelfde soorten, dezelf de geuren en kleuren misschien zelfs grooter en edeler van vormen en van nog schitterender kleuren mede verzorgd, ge koesterd en bewonderd 3oor groote liefde, Doch een andere tijd, een andere geest zal het omgeven, andere lippen zullen haren lof uitspreken, haar schoonheid roemen en andere handen zullen die nieuwe en toch dezelfde bloemen plukken. Want de onzen zijn gestorven, als zij die onze liefde hadden en met ons zich verheugden in de schoon heid van Flora's kinderen. Alzoo gaat het ook met onze levens- illusiën, met onze zachte, stille aandoeningen; met onze innigste gevoelens. Zij hebben hun tijd, hun zonnewarmte; zij 'hebben hunne jaargetijden. Evenals de bloemen, die verbloeid zijn, of straks door strenge koude zullen worden gedood en in de nieuwe Lente d^or anderen zullen worden vervan gen, zoo zijn zij heengegaan, ondanks het protest onzer liefde. De Flora die gestorven ij of straks ster ven ;a', wekt onzen weemoed. Wij hebben die bloemen i og zoo kort geleden gezaaid, de planten verspeend, ze zien opgroeien en do bioemen zien opengaan gekoesterd als zij werden door lente-, zomer- of herfst zon. Wij weten, dat hun tijd is voorbijgegaan, evenals onze verwachting en onze vreugde over hun bestaan. En wij denken, onwille keurig aan onze Flora van groote en kleine levensvreugden, aan ons Arcadia, aan ons 'Eden, dat afgesloten is en alleen door de herinnering nog met dhet Heden is verbon den. Doch het is geschakeld aan een Heden, dat vreemd is aan het Verleden, aan een Hee- den, dat ons allen ernstig heenwijst naar de geopende kerkhofpoort, waarachter zoovelen slapen, die wij hebben liefgehad, die tot de Hora van onzen levenshof behoorden. En in ons hart trilt nog de snaar, die den' wee- moedstoon aangeeft in ons Levenslied. Onze FloraNog dringt vanuit de verte haar geur tot ons door. Onze lippen trillen, als wij de namen uitspreken van PLUIMVEE, LANDBOUW, ENZ. Weit is bemesten Na vorige maal gezien te hebben, dat de kunstmest in geen geval bij stalmest ten ach ter staat, zullen we eens meer precies gaan Heel kort kunnen we zeggen: Bemesten zien, wat bemesten eigenlijk is. is het in den grond brengen van die stoffen, welke noodig zijn voor de voeding en groei van onze gewassen. Welke die stoffen zijn? Dat zijn er vele. Gelukkig bevatten bijna alle grondsoorten de meeste. Een gebrek aan voedingsstoffen, aan alle, is er nooit, maar wel aan enkele. En dat zijn: Stikstof, Kali, Phosphor en Kalk. De bemesting dient dan ook om een of meerdere van deze, stof fen aan te brengen. Slechts enkele nieuwe gronden bevatten voldoende voorraad van alk voedingsstoffen, ook van deze vier. De meeste gronden bevatten te weinig voedings stoffen, zoodat mesten noodzakelijk is om hooge opbrengsten te verkrijgen. Als wij onze inkoopen gaan doen, is een voorraad guldens een groot gemak. Maar bij gebrek daaraan kunnen wij ons ook red den met rijksdaalders of met kwartjes of desnoods ook wel met gouden tientjes. Wanneer een plant zich voedt is er wel eens gebrek aan bijv. kali. Maar al Lsi er nu nog zoo'n groote voorraad van alle andere voedingsstoffen, de kali is niet te vervangen en de plant groeit niet meer. Het is dus heel iets anders dan wanneer wij onze inkoopen gaan doen. Bij gebrek aan een of andere voedingsstof houdt de groei op. De plant zal dan geen andere voedingsstof daarvoor in de plaats nemen. Dit is iets, wat niet ver geten moet worden. Nu zal 't dus al iets duidelijker geworden zijn, wat ik bedoel met de eerste regels' van dit stukje, namelijk: wat Ls mesten? Nu weten wij, dat het is, het aanbrengen van de noodige voedingsstoffen. Vroeger wist men niet, waarmee de planten zich voed den. Men zei: met grond; later wist men het beter: met humus. Nu weten we, dat het is met mineralen. En ook, dat het voornamelijk gaat om deze vier: Stikstof, Kali, Phosphor en Kalk. Stalmest bevat deze vier mineralen. Dus kunnen we hiermee mesten. Maar niet alle planten -eten hetzelfde, net zoo min: als men schen en dieren. De eene plantensoort houdt verbazend veel van kalk en andere van stik stof, een derde van phosphor of kali. Weer een ander gebruikt van elke stof heel weinig, terwijl er ook zijn, die altijd honger schij nen te hebben. Iedereen voelt nu wel, dat stalmest dus nooit het ware voedsel kan zijn voor alle planten. De eene soort zaF het er mee kunnen stellen, terwijl een ander soort er noodgedwongen genooegen mee zal moeten nemen, ook al is het totaal onvol doende. Dat de opbrengst hieronder lijden moet, behoeft geen betoog. Konden we bij stalmest maar een weinig kali doen voor planten, die veel kali gebruiken en stikstof voor de grage gebruikers hiervan, enz., dan waren we klaar. Alleen stalmest ls niet vol doende. Nu zijn ei sloffen, die, gevonden in den grond of bereid in fabrieken, slechts één voidende stof bevatten. Deze stoffen noemt men kunstmeststoffen. Een kunstmeststof geeft duc maar óf stikstof, óf kal», óf phos phor of kalk. Wil' men volledig mesten, dan is één kunst meststof dus niet voldoende, omdat wij moe ten mesten inèt zoo noodig 'alle vier. En; bij stalmest is het een kostelijke vervolledigmg. BURGELIJKE STAND GEBOREN: Comelis Bernardus, zoon van J. A. Kaats en E. Werkhoven, Lange Berg straat 2. Gijsbertus Johannes, zóón van P- A. Schimmel en H. AL. v. Zal, Kon.laan 70. Nanda, dochter van P. J. Zwaai en Z. F. Reussen, Parklaan 16. Aaltje Jacoba, doch ter van R. Spleet en W. Barneveld, Noorder- weg 33. Cornelis, zoon van J. v. Duinker ken en A. Kortenoeven, Heuvelweg 12. ONDERTROUWD: J. v. Duinkerken en J. G. Berends. uETROUWE; C. L. Kocleinaji en C. Al. Schimmel. H. Peek en J. Kok. W. v, d. Vischi en N. de Bree. W. v. Brumm|elen en N. de Bree. OVERLEDEN: Gerarda van Breukelen,73 jaar, geh. met H. Westemeier, Kerkpad Z.Z. Anna Josina Eiisabeth Voskamp, 91 jaar, wed. v. H. J. v. Oostveen, Schrikslaan 53. GEVESTIGD: F. Pley, Hartweg 16a. N. v. Oosten, Van Weedestraat 37. J. A. Buiten rust Hettema-v. Nieuwland, Verl. Postweg 90. J. C. v. Houten, Eigendomsweg 80. Wed. G. Wakelkamp met gezin, Beukenlaan 21- H. Koot, Kon.laan 137. A. Slager, Anna Pau- lownalaan 8. J. G. Meerwaldt, Steenhofstr. 78. C. Gilles, Banningstraat 94. L. v. Nim- wegen, Dijkhuisstraat 18. W- Haze leger, Vaar- dehoogtweg 6. P. Bladergroen, Bosstraat 90. E. W. J. Scharphuis, Kolonieweg 8. R. H. J. Reintjes, Van Weedestraat 11b- JF. W. Smit, Klaarwaterweg 42. J. M. v. Vianen, Vredehofstraat 2. VERTROKKEN: M. Aaltsz, van Kerkpad N.Z. 43 naar Amsterdam, Jasmijnstraat 31. 'Wed. D. Schnack-Heining, van Kerkpad N.Z. 43 naar Amsterdam, Leimuidenstr. 171i. A. Knoops. van Postweg 28 naar Zeist, Botha- laan 58. C. Th. de Sain, vaji Kerkstraat 26 naar Bussum, St. Josephstraat 38. W. M. de Vries met gezin, van Ossendamweg 72 naar Amsterdam, Overtoom 260. S. J. P. Goossens, van Mendelssohnlaan 6 naar Ned. O. Indië, Melolo. W. M. Brinkman, van Soesterb.str. 35 naar Leusden, E 82. A. J. E. v- Wely, van Beetzlaan 22 naar Arnhem, Huygenstraat 1. VERHUISD: G. v. d. Tak, van Hartman laan '1 naar Birkstraat 31a. J. A. Kaats,: van Kon.laan 29 naar L. Bergstraat 2. R. v. As- sdt, van Molenstraat 43 naar Birkstr. 26b- M. v. Kempen, van Schoutenkamppweg 2 naar Birkstraat 29. H. v. d. Hoek, vare Van Weedestraat 34 naar Heuvelweg 13. EEN WIJS WOORD VOOR IEDEREN DAG ZONDAG. De uitvoering van een daad is afhankelijk in dc eerste plaats van de intensiteit, waar mede gij een besluit neemt, van de vastbera denheid, waarmede gij handelt en van de volharding, waarmede gij u vasthoudt aan de uitvoering van de daad. MAANDAG. led-ere mensch op de rechte plaats, Op iedere piaais de rechte mensch. DINSDAG. Een goed bestuurder kiest het goede en zet deze keuze in een daad om. WOENSDAG. Het beste middel om te leeren iets altijd goed te doen, is zich eenigen tijd te dwin gen het goede te doen. DONDERDAG. De stem is gehoorzaam, zij neemt de be velen van het gevoel en dc gedachte ia acht om ze in de rede het schoonst te "laten uit komen. VRIJDAG. Tact is de bijzondere bekwaamheid van precies datgene te doen of te zeggen;" dat vereischt wordt, dat passend is onder be paalde omstandigheden. ZATERDAG. Zorg er voor, dat uw betoog helder is ert ge niet van den hak op den tak springt. Wat hoor je de lui toch klagen, als je zoo langs den weg loopt en meer nog als je de kranten leest, 't ls alles malaise wat de klok slaat. Nu is het zeker een benarde tijd, maar er zijn er, die altijd geklaagd hebben en voor wie klagen een gewoonte is. En dat is verkeerd. Klagen kun je altijd als je kijkt naar lui, die het beter hebben. Ik heb me er zelf ook wel eens op betrapt op die fout. Dezen zomer, toen iedereen met va- cantie ging, klaagde ik, omdat ik maar moest blijven werken. Gezeten tusschen de vier wanden van mijn zolderkamertje, zag ik in mijn verbeelding iedereen genieten in een dolce far niènte. Zeker zou ik ook mijn va- cantie hebben, maar pas in de herfst. Dat maakte me kregel en zoo is het gebleven, want ook aan dien toestand wen je ten slotte. Nu heb ik mijn veertien dagen ook gehad. Gisteren ben ik weer mijn gewone werk be gonnen. En wat wil nu het geval? Terwijl ik mooi weer had en ten minste de meeste gen kon genieten in Gods vrije natuur, heb ben ze in Juli en Augustus haast geen mooien vacantiedag beleefd. Achteraf blijkt dus al weer, dat mijn klagen ongegrond was. Bij een ander zie je alles van den buitenkant en dan lijkt het vaak rozengeur en manenschijn. Je zou zeggen: een erfenis krijgen van bijna een millioen moet toch wel zeker een buitenkansje zijn. Dat het niet altijd zoo is, bewijst een bericht, wat ik dezer dagen in de krant las: Een dame te Amsterdam heeft ruim een jaar geleden van een familielid in Indië bijna een millioen (9,5 ton) geërfd en is op het oogenblik daardoor in financiëele moeilijk heden geraakt. De erflater had haar zijn aandeelen Kon. Petroleum toegewezen, en deze hadden op den dag van zijn overlij den de waarden van f950.000. Dezer da gen was de geheele zaak pas afgewikkeld en de stukken zijn in handen van de erfgename gekomen. De waarde is intusschen tot een derde gedaald, maar de fiscus eischt méér dan een derde, n.1. 37 procent, van de een maal aanvaarde erfenis op; er is dus een vrij groot nadeelig verschil, iets van f30.000 a f40.000. Waar wij aan toe zijn in dezen tijd'. Zoo kun je wenschen voor een erfenis be hoedt te blijven. Ook is het bezit van waardepapieren: Phi lips, Petroleum enz. toch wel iets wat me nigeen zou wenschen. Opmerkelijk is het, dat de houders er van het bezit haast ver- wenschen. Want juist die menschen hebben in dezen tijd de zwaarste verliezen. Vele aan deelen toch zijn meer dan 100 maal gekel derd; dat wil dus zeggen, dat een bezitter van 1000 gulden er nog geen tien over houdt. Zie, dat kan iemand als ondergeteekende, wiens inkomen niet afhankelijk is van de opbrengst der aandeelen, maar uitsluitend van het werk zijner handen, niet gebeuren. Dat is tenminste één zonnekant voor de niet-be- zitters. Nu grijpt die kwestie te diep aan, dat we binnen liet raam van een weekblad-artikel de zaak tot een oplossing zouden kunnen bren gen. Maar is niet de vraag gewettigd, dat veel af ons Nederlandsche volk te veel hun geld heeft gestoken in vreemde papieren (denk indertijd aan de „Russen") en te wei nig steun werd gegeven aan eigen industrie en bedrijven Het is niet alleen in de laatste jaren usance geweest eigen bedrijven met geldnood te laten, ook al bieden die bedrijven een zeer gunstig perspectief. Wat is 't in ons land altijd niet uiterst moeilijk voor den kleinen zakenman om aan geld te komen en dat terwijl, naar men zegt, er geld te over onbelegd is. Ook op dit gebied is nog veel te verbeteren en veel onjuist inzicht te veranderen. Dat zou wel niet de economische kwestie oplossen, bij lange na niet. Maar toch zou men ook hier van kunnen zeggen met Camphuysen: Och waren alle menschen wijs En deden daarbij wel; Deez' aarde waar' een paradijs, Nu is ze vaak een hel.

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1931 | | pagina 5