EittMeien Koopt Vruchtboomen Bezichtigt onze speciale T. SCHAAP Jr. Mesiraat 25 Uitgave: G.Smit,Soestdijk. Burean: Van Weedestr. 35, Tel. 2181 Banketbakkerij „Nieuwerhoek" SEIZOEN DELICATESSEN Het vrije Standpunt. Hierop letten! D. F. V0IGT - Burgem. Groihestraat 28 - SOESTDIJK DE EERSTE G00ISCHE HULPBANK Soester Bankvereeniging ALLE BANKZAKEN SAFE DEP0SIT TELEFOON 2317 LAANSTRAAT 24 SOESTDIJK Tol 'tMs 9 uur ueriicnt We JAARGANG VRfJDAG 50 OCTOBER 1931 No. 43 Ï.ÏJS'--* Siai- Algemeen weekblad voor Soestdljk, Soest^en Soester borg. ABONNEMENTSPRIJS 50 cent per 3 maanden. ADVERTENTIEPRIJS: van 15 regels f0.75. Elke regel meer 15 cent. Advertenties tusschen de tekst dubbel tarief. Bij contract belangrijke korting. Bijkantoren: VISSER'S Boekhandel, SOE»T en C. J. VAN DAM, SOEATERBERG ADVERTENTIES opgegeven voor „De Soester Courant", worden zonder prijsverhooging tevens opgenomen in het „SOESTER NIEUWSBLAD", Algemeen Christelijk Weekblad en „DE SOESTER POST", Katholiek Weekblad. Vale malen bekroond. BOTERLETTERS - SPECULAAS BORSTPLAAT - MARSEPAIN ENZ. Koopt in Soest. Aanbevelend, F. H. EUWE - TEL. 223H ONZE RIJMKRONIEK DE BLOEMKOOL OP DE MESTVAALT De bloemkool op de mestvaalt, een beeld van dezen tijd, Ze brengt het arbeidsloon niet op, dus raakt men haar niet kwijt. Een land vol werkeloozen met 1segen etenskast; Die hwkeren naar hulpbetoon, de maat schappij tot last. Hier overvloed van voedsel, daar kommer en gebrek. Zoo is de toestand heden, al klinkt het nog zoo. gek. Mag dit zoo blijven duren? Berust men in die fout Van het productiestelsel? Laat 't de Regeering koud, dat onze vruchtb're bodem, ontwoekert aan de zee Vergeefseh zijn weelde afstaat, en 't vólk steeds ontevree, Die weelde laat verrotten, wegens 't ge ring profijt? 't Bewijst, hoe heel ons scelse! aan groote fouten Lijdt Hier is werk aan den winkel, hier moet worden gezocht Opdat, tot welken prijs ook, het voedsel wordt verkocht. Kan van 't miliioenencijfer, besteed door Hulpbetoon Niet zoo worden geschipperd, dat hier een deel als Loon Besteed wordt voor verwerking van 't geen de grond ons geeft, Opdat niets gaat verloren, niets nutt'loos heeft geleefd? Ministers, Kamerleden, zoekt, tot bet resultaat Bereikt is en voor de mensch heid geen. kool verloren gaat Op de Stationstraat nummer twaalf woont de Secretaris van Soest-Zuid. gen besproken of op een andere onedele wijze, buiten eigen schuld of aanleiding, aan gevallen en hevig gewond in eer en goeden naam. Menigmaal ook spelen de omstandig heden van het leven, niet zelden daarin ge holpen door het toeval, hem parten; en daartegen vermag zelfs de meest energieke mensch geen strijdmiddelen aan te voeren. Zijn er dan toch geen middelen van ver weer tegen het verdriet? Bestaan er ook geen wapenen tegen het noodlot, tegen de levensomstandigheden en tegen het kwaad, dat ons menschen wordt aangedaan Directe wapenen tegenover dat alles zijn slechts zelden te vinden of te smeden doch er bestaat een houding een vrije houding, die niet zelden een onneembaar bolwerk blijkt, vooral tegen de aanvallen van menschen, hoe geducht en hoe verrader lijk, die ook mogen zijn. Met een vrije hou ding kan de mensch zich menigmaal de overwinning verzekeren over zijn levenslot, over het noodlot en over de menschen. In dat geval wordt zijn houding zijn vrije houding hem tot een wapen en wel een treffend, maar edel wapen, dat niet voor aanvallen, maar slechts voor zelfverdediging wordt aangewend en dat het recht op zijn plaats brengt en in eere hersteld. Staande op het „vrije standpunt", is de mensch op zijn sterkst en het meest „vrij". Want het woord „vrij" is veelal slechts een holle klank, zoowei als „onafhankelijk zijn1 „een vrijen wil hebben" slechts holle phra- sen zijn. Maar „een vrij standpunt inne men", is een term, die recht heeft van be staan, en die een absolute krachtige positie aanduidt. Wat onder een „vrij standpunt" zal men toch moeten verstaan: een zeltverworven, onbetwistbare vrijplaats in de groote maat schappij en mede in het bizonder leven van den mensch, waarin hij zich veilig weet., omdat hij alleen de zuiverheid van zijn standplaats kan beoordeelen en zich zelf re kenschap geeft betreffende een eerlijke, trou we plichtsbetrachting en aangaande een cor- Indien {Jè nog geen lid mocht rectenlevenswandel. Hierbij behoort zelf wezen, knip maar uit. dan dit adres Or. „Gelukkig de Mensch, die de zon nestralen leerde opvangen, welke altijd nog door den nevel van het verdriet doordringen". tiet verdriet is rechtvaardiger dan wij men schen in het algemeen wel willen gelooven hoewel ook hier de schijn tegen is; want het gaat maar aan zeer weinigen geheel voorbij. En nu moge men, tegen deze mee ning protesteerende, zeggen: „Jawel, maar de een krijgt een zakvol en de ander slechts een handvol van 's levens ellende en moei lijkheden". Dit is of schijnt althans volko men juist, doch is evenwel al zeer moeilijk na te gaan. Er zijn nog geen X-stralen ge vonden voor de doorlichting van de men schenziei, en wij weten waarlijk niet, welk een massa grievend zieleleed of onherkenbare wanhoop ons somwijlen in een prachtige luxe auto voorbijsnort, of wel, verborgen ligt achter den opgewekten glimlach van den mensch, die u schertsend de hand drukt en die u de incarnatie toeschijnt van voor spoed en onbezorgdheid. De raadselen van het leven zijn zoo groot en zoo veelvuldig, en het licht, dat tot op den bodem van de menschenziel doordringt, is nog steeds zoo zwak. Vreugde in smart gaan ons iederen dag en meestal onherkenbaar voorbij. La ten wij dat vooral riiet uit het oog verlie zen, als wij gelooven, dat wij te ruim ons deel hebben gekregen van 's werelds ellen de, van 's levenszorgen en bezwaren te weinig van 's levens voorspoed en vreug de. In negentig van de honderd gevallen misschien, zijn wij nog hoegenaamd niet misdeeld en vallen er nog heel wat zonne stralen door ons zielevenster in de binnen kamer van ons wèl geslingerd, doch ook niet altijd dankbaar hart zonnestralen, die, wanneer wij het maar willen opmerken, nog heel wat warmte en licht geven. Verreweg de meeste menschen hebben wel een open oog en ook wel een open hart voor het lijden en 'de smart van hunne medemenschen vooral tijdelijk; maar toch schijnt veelal de eigen levenslast ons, in de meeste gevallen, niet de minst zware toe. Het zijn dan ook onze eigen schou ders, welke dien last moeten dragen, en daarom blijft meestal de vergelijking met het levenspak van anderen achterwege. Doch wanneer wij wel vergelijkingen maken, dan zullen wij toch een enkele uitzondering misschien niet medegeteld tot de erken ning moeten komen, dat we het, bij ande ren vergeleken, nog zoo kwaad niet hebben en dat er voor ons nog heel wat stof tot dankbaarheid valt te boeken. Evenweler is verdriet in ieders leven. Verdriet ten aanzien van ons lichamelijk wel zijn en niet minder betreffende onze geeste lijke en stoffelijke belangen. Er is verdriet, dat wij ons zelve berokkenden, en daar zijn ook smarten en ergernissen, die onze mede menschen ons aandeden. Somtijds heeft de mensch onverdienden smaad of door afgunst toegebrachte schade in bedrijf als anderszins te verduren, en ziet hij zich' door lasterton- 1NGEZONDEN STUKKEN (Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.) Bedrog voöïai "'ïe woAïcsr --goA>teid. Vanuit die zelfverworven vrijplaats in de Maat schappij kan de mensch rustig en onbevan gen om zich heen in de wereld kijken. En de wereld zal het niet durven wagen, hem of haar, die dat mooie, dat vaste, dat veilige standpunt inneemt, brutaal uit te wer pen. Zij zal veeleer dien vrijstaanden mensch eerbiedig en misschien wel „met neerge slagen oogen", voorbijgaan. Want een wils krachtige mensch, die door eigen kracht en streven zich een „vrijplaats" in de maatschappij en het leven verwierf, mag inderdaad fier zijn. En die mensch dwingt respect af óók van de „vuilwerpers", die de ernst van het leven en de hooge waarde van een „goeden naam" niet schijnen te kennen. Het komt bij den „vrijen mensch' in hoofdzaak aan op de kwaliteit van zijn „wil". Alléén een wil, die de plicht, die het mooie en verhevene in den mensch alléén bedoelt, kan aan dien mensch een vrijplaats in het leven verschaffen, en mag met zekere fierheid zich toonen in verband met wat hij presteert. Doch een zoogenaamde „vrije wil", die ten allen tijde allerlei afkeurens waardige gewoonten, eigenschappen en zelfs hartstochten in de wereld en in het particu liere leven introduceert en als gangbare munt durft aanbevelen, is niet anders dan de on derdanige dienaar laat ik liever zeggen „slaat" van die verkeerde gewoonten, eigen schappen en hartstochten, die hij als abso luut onmisbaar met het leven verbindt. Een zoodanige halsstarrige doorzetterij van met drogredeneeringen bepleite ondeugden en misbruiken, heeft waarlijk niet bet recht, zich den naam aan te matigen van „vasten ster ken wil". Want deze kruipende slaaf van menschelijke zwakheid, colporteert aan de goedgeloovenden onder de menschen, niet anders dan waardelooze surrogaten van flinkheid, philantropie en deugdzaamheid. Het verdriet vindt in menschen, die met een dergelijken pseudo-wil zijn behept, een welkome prooi. Maar hij of zij, wiens of wier wil hand aan hand gaat met het ver stand, met zelfbeheersching en eergevoel, verovert zich een vrijplaats in de wereld, een bolwerk ter beschutting tegen >s levens ram pen en moeilijkheden en tegen het lichtvaar dig oordeel en veroordeel der menschen. Wat welsprekendheid en bewijsaanvoerin. gen niet vermogen, brengt de zich „vrij" gevoelende, hoogstaande mensch met een voudig zwijgen tot stand, Want deze plaats! zich niet in de gevechtslinie dergenen, die strijdlustig optrekken tegen het wreede sla gen toebrengende leven en tegen de hen niet welgezind zijnde, veelal hen benijdende men schen. Hij trekt zich niet terug uit gebrek aan moed, doch slechts uit een diep gevoel van eigenwaarde en uit verachting van de strijdwijze van een minderwaardigen vijand. En aan zijn levenslot zegt hij, vol over tuiging, maar met diepen weemoed terug ziend in het verleden: „Ik dank u, voor wat gij mij onder strijd en hopen hebt geleerd. Vergeef mij. Ik wist immers niet, dat gij zoo rijk waart aan liefde. Gij hebt mij op gevoed. Poeders en tabletten zijn alléén echt, als de verpakking voorzien is van den naam Mijnhardt. Let bij het koopen daar speciaal op,want dit alleen garandeert U de echtheid Soest, 26 October 1931. Geachte Redactie. Mag ik U opname verzoeken van het vol gende, waarvoor bij voorbaat m'n dank. Met belangstelling heb ik de open briet van den Heer Doorman gelezen. Vergun mij hierop eenige bemerkingen te maken. De Heer Doorman stelt voor, het daar heen te leiden, dat in navolging van de plan nen van Minister De Geer, inzake de salaris- korting van het personeel in Rijksdienst, deze ook te doen plaats vinden voor personeel in dienst van Provinciën en Gemeenten en tevens een algemeene loonsverlaging voor de particuliere bedrijven, met daarnaast een even redige prijsverlaging van verbruiksartikelen. Dit alles om den crisis met hare gevolgen te bestrijden. De heer D. ziet hierin verschillende voor deden. Ie. Verruiming van den levensstandaard voor vaste rentetrekkers en gepensioneerden. Hoe heb ik'het nu heer D. Volgens mijn bescheiden meening, zijn het juist de gepen sioneerden, die van de crisis-malaise het meest profiteeren. Immers gij schrijft, dat door be staande prijsverlagingen de loontrekkenden reeds een voorsprong hebben. Geldt dit dan niet voor de gepensioneerden? Hebben de gepensioneerden, evenals de loontrekkenden, verschillende loonsverlagingingen moeten slik. ken, ook verlaging van hun pensioen gekre gen? Voor zoover mij bekend is, is dit niet' het geval. Zoodat het juist de gepensioneer den zijn, die met de prijsverlagingen tenge-, volge de crisis het meeste gebaat zijn. Ik laat hierbij natuurlijk buiten beschou wing of de pensioenen der betrokkenen zoo danig zijn vastgesteld, dat zij evenredig zijn aan de door ben gepresteerden arbeid. Ik zal de laatste zijn, die de gepensioneer den, althans hen, met een te klein pensioen geen ruimere levensstandaard toewensch, doclf dit dient te geschieden met verhooging dei pensioenen en niet op de wijze, zooals d<i heer D. voorstelt. De Heer D. voorziet verder grootere conj; currentie-mogelijkheid tegenover het buitenf land. Eén vraag, heer D. Is de crisis een nationaal óf international verschijnsel Indien hier in Nederland met de door dej heer D. voorgestelde maatregelen gunsti; resultaten bereikt zouden worden, zou m<Ji dit ih het buitenland lijdizaam aanzien? M nietwaar. Ook daar zou men spoedig dezell de maatregelen treffen, waardoor vanzelfspn kend de gunstige concurtentie.mogelijkhejd weer opgeheven is. Bovendien is de loonfactor bij het huidige productie-systeem een te klein gedeelte van den kostprijs van het artikel, dat de verlaging van eenige procenten van het loon invloed zou kunnen hebben op den ver koopsprijs van het artikel. Hierbij komt, dat de Nederlandsche in dustrie de grondstoffen en materialen voor hun te vervaardigen producten van het bui tenland moet betrekken, waarin al reeds een gedeelte van het loon is verdisconteerd. Zoodat, wil de prijsverlaging eenige be- teekenis hebben, men in overleg zou moeten treden met leveranciers van grondstoffen enz. Ook houdt de heer D., :zooals blijkt, geer. rekening met de mentaliteit der fabrikanten en aandeelhouders. Wil de heer D. daar een voorbeeld van? Verleden jaar werd tusschen fabrikanten en werknemers een hardnekkigen strijd ge voerd om loonsverlaging tn te voeren. Deze was volgens de fabrikanten noodzakelijk om het bedrijt rendabel te houden. En is het den Heer D. bekend, welk divi dend er hetzelfde jaar werd uitgekeerd? Niet minder dan 15 pCt. Het jaar daarvoor was de uitkeering eveneens 15 pCt. Neemt men in aanmerking, dat voor vast stelling der dividenten alreeds ruime afschrij ving plaats vindt, kan men aann-emen, dat de gemaakte winsten beduidend hooger zijn. Dit voorbeeld heer D. is met velen aan te vullen. Wat, heer D., denkt gij, dat met uwe voorstellen "bereikt zal worden? Wordt er ook maar eenigszins de crisis mee opgeheven? Het is niet anders dan de vicieuse cirkel, loonsverlaging met de, laten we aannemen, daaruit voortvloeiende prijs verlaging. Zonder vermindering van koopkracht. Maar ook geen vermeerdering van koopkracht, heer D. Deze crisis is mede een gevolg van de opeenhooping der producten, waarvoor geen afname gevonden kan worden. Wil men dezen crisis doelmatig bestrijden, dan kan dit niet anders dan door de afname der producten te vergrooten, waaruit volgt, dat de koopkracht aanmerkelijk zal moeten wor den opgevoerd. Daarnaast zal verkorting van arbeidstijd noodzakelijk zijn, waardoor de werkeloosheid minder wordt. Dit kost geld, zeker. Maar dat is er. Het nationaal vermogen is in de laatste 5 jaar met niet minder dan 2 milliard' 717 millioen en 846000 gulden gestegen, Dit betreft alleen de vermogens, die aan geslagen zijn in de vermogensbelasting, dus alleen vermogens boven de f16000.zoodat we veilig kunnen aannemen, dat er nog wel eenige slordige millioenen bijkomen. Indien het juist is, dat de fabrikanten mo menteel hun bedrijven niet meer rendabel kunnen maken, wat nog blijken moet (wan neer de balansen der N.V.'s gepubliceerd worden, valt het als regel nogal wat mee; zie de Maastrichtsche zinkwit maatschappij), was het m.i. niet meer dan plicht geweest een stevig crisisfonds te vormen, waaruit in kwade tijden geput kan worden. De winsten laten het gerust wel toe. De salarissen "der rijksambtenaren moeten om laag om de begrooting sluitend te krijgen, volgens minister De Geer. Deze heeft echter meermalen blijk gegeven óf het rekenen verleerd te hebben, óf een •aspessimist te zijn; bijv. in 1925 zou de Taatsbegrooting een tekort opleveren, vol gens minister De Geer, van 15 millioen. Er kwam echter een overschot van 44.2 millioen; 1926 zou sluitend zijn, gevolg een overschot van 68.1 millioen; 1927 gaf hetzelfde beeld: 12 millioen overschot zou er zijn volgens dezen staatsman, doch het bleek maar 64.5 millioen te zijn. Ook in die jaren zijn er voor het volk krasse, onbillijke maatregelen genomen (ik herinner aan de rijwielbelasting; het leer lingen-aantal der schoolklassen abnormaal verhoogd in 1924 22 millioen salaris-verla ging der rijksambtenaren, wederinvoering van premieheffing van pensioenn, wat practisch op een nieuwe verlaging van 15 millioen der salarissen neerkwam, invoerrecht, suiker-, bier- en tabaksaccijns, met plm. 40 millioen). En wederom zullen de rijksambtenaren, en vindt het voorstel van den heer D. ingang, ook zij, die in dienst van Provincie en Ge meenten en zij, die in particuliere bedrijven werkzaam zijn, de dupe moeten worden. Hebt gij, heer D„ wel eens'kennis gemaakt met een arbeidersgezin Weet gij, dat er nog duizenden arbeiders zijn, die, al hebben zij doorloopend werk, met de grootste moei te nog niet rond kunnen komen? Dat vele noodzakelijke uitgaven steeds maar weer uit gesteld moeten worden? Dat zij steeds met werkeloosheid bedreigd worden Indien gij, heer D., werkelijk wilt mee helpen de crisisgevolgen te bestrijden, zult gij ons steeds aan Uwe zijde vinden, doch dan zult gij met betere, meer doeltreffende maatregelen moeten komen. Belastingverlaging moet er komen, zegt gij. Accoord, maar daarnaast een meer billijke belastingregeling. Het heften van een stevige progressieve vermogensbelasting zou een stap in de goede richting zijn. Het vermogen laat dit gerust wel toe, zie voorgaande gegevens. Daarnaast een meer doeltreffend produc tie-systeem, waarvan de baten ten goede van het algemeen komen en niet aan enkelen. Dan, heer D., bestaat er kans, dat er een gezonde samenleving komt, doch niet met de, ik zal me zacht uitdrukken, lapmiddelen, die gij voorstelt, welke erger dan de kwaal zouden blijken te zijn. K. F. MUD. FOTOHANDEL Gediplomeerd Drogist Opticien ONTWIKKELEN VOOR AMATEURS Mijnheer de Redacteur. Mag ik de mij onbekende Heer M. even antwoorden Ik dacht niet, dat er, na de vele sympathie betuigingen, die ik mocht ontvangen, er nog tegenspraak zou komen. De Heer M. vraagt mij, of ik de kou te pakken heb; hetzelfde zou ik hem kunnen vragen, want dat iemand, die kippen houdt, zelfs geen plekje meer zou hebben voor een voederbak, gelooft hij toch zeker zelf niet. Als het waar was, wat de Heer M. schrijft en de door hem aanbe volen voederwijze juist was, konden we alle hygiëne wel afschaffen. Dat ik gaarne droogvoederbakken zie ver koopen, heeft met de zaak niets uit te staan; wel meen ik er op te moeten wijzen, dat ik ze niet verkoop en ik vele personen, die er om kwamen, teleur moest stellen. Kip pen houden doe ik al "45 jaar, dus wil ik maar zeggen, dat ik er ook wel iets van weet. Ik heem dan ook van het geschrevene niets terug en laat het oordeel gaarne aan het Soester publiek over. U geachte redactie, dankend voor de plaats ruimte. K. KAZIUS. Wij sluiten hiermede de discussie over deze zaak. De heer K. mogen wij er echter nog wel op wijzen, dat onze medewerker M. één der meest vooraaanstaande personen 'is in de Pluimvee-wereld. (Red.) BURGERLIJKE STAND VAARTWEG 41 HILVERSUM VERSÓHAFT CREDIETEN OP GEMAKKELIJKE VOORWAARDEN GEOPEND ALLE WERKDAGEN VAN 10—T UUR EN MAANDAG-, WOENSDAG- EN ZATERDAG AVOND VAN 7—8 UUR Nu de koeien ia ten opknippen Reeds enkele jaren worden door enkele veehouders in onze gemeente de koeien bij het opstallen, het achterdeel kaalgeknipt, n.1. de uier en omgeving, de achterbeenen, de staait en het kruis. En deze maatregel is werkelijk van groot belang, want zij heeft twee nutt ge gevolgen. komen, dal cc mest, die aan die lange» har et} Op de eerste plaats wordt hierdoor voor komen, dat de mest, die aan de lange haren kleeft, bij het melker, voor een deel1 in de melik terecht komt, waardoor cj.e melkwinmngzin delijker, hygiënischer wordt, wat èn voor de kwaliteit van boter en kaas èn, voor de consumptiemelk een eerste vereischte is. En vervolgens is men beter in staat het die- een goede huidverpleging te geven en voorkomt mer, dat door opeenhoping van sto; tusschen dc haren, de dieren te lijden hebben van ondragelijke jeuk. Dit geldt na tuurlij]; vooral voor het kruis en de staartwor- tel, üe dieren tehoorer daarna dan ook gere geld geborsteld te worden. Zéér te betreuren is het daaromi, dat nog verreweg de meeste veehouders het opknip pen nalaten. En daarom verheugt het mij thans hier te kunnen mtedeelen, dat de R.K. Jonge Boe renbond het belang van de zaak heeft inge zien en een prima knip machine heeft aange schaft, waarmee door een vast aangesteld persoon in een minimum van tijd een koe is kaalgeknipt. De J.B.B. berekent daarvoor de geringe prijs van 25 cent per dier. In de stellige verwachting, dat hiermee de laatste bezwaren zijn weggevallen en dat nu vele, ja alle veehouders hiervan willeb profiteeren, geef ik hier de adressen der bestuursleden, bij wie men zich voor het opknippen kan vervoegen: J. van Drie, Isseltscheweg, Amersfoort. H. Hilhorsl, Birkt 67, Soest. J. Hilhorst, Molenstraat 65, Soest. A. van Logtenstein, Kerkpad Z.Z., Soest. Ook kan men opgave doen bij ondergetee- kende. Wanneer iik tevens nog meedeel, dat binnenkort door het Melkcontrolestation te Utrecht voor de A.B.T.B., de J.B.B, en be langstellenden op twee plaatsen te Soest een demonstratie zal worden gegeven in het op knippen en staarten opbinden, waarvan nog nader door mij melding zal worden gemaakt, dan meen ik thans te kunnen eindigen onder dank voor de verleende plaatsruimte. W. A. VAN ELMPT. Technisch adviseur A.B.T.B.; J-B-B, Kokpad Z.Z. 1, Soest GEBOREN: Lammertje, d. v. A. v- Homs- veld en W. Bakker Koninginnelaan 112. Mar- tha Wilhelmina Grada, d. v. G. v. Dorrestein en G. de Gooijer, Smitsweg 28. Johanna Aleidia, d. v. A. v. d- Goede en J. G- Kok, Molenstraat W.Z. 14. André Willem, z. v- R. Jansen en W. de Bree, Nieuweweg 75. Gerritje, d. van H. van Rouwendaal en W. Harskamp, Hartweg 7. GETROUWlT:T1 Górissert en A. li. Ka merbeek. M. H. Verwoerd en S. H. v. Kloos ter. OVERLEDEN: Daniël Safemink, 29 jaar, ongeh., Beukenlaan 20d. Qeertje Borst, 29 j,aar, geh. met F. Dijkstra, De Beaufortlaan 20. Anthonie Koppen, 63 jaar, geh. met H. M. Kamerbeek Kerkstraat 9. GEVESTIGD: H. Peek, Ossendamweg 13. G. W. v. d. Berg Van Weedestraaf 16- A. J. Hecker, Laansiraat 15. Chr. Niessink met gezin, Amersf.str. Sa- A. Kloeke met gezin, LindenLaan 4a. W. Bos met gezin, Soesterb-- str. 79. J. G. v. Bennekom met gezin, Birk- straat (ongen.). J. Lourens, Utrechtscheweg 10. J. M. v. Kleef, Van Weedestraaf 9. P. N. de Vries met gezin, Rembrandtlaan 18. E. Meijnen, Te Weteringpad 2. C. Brünimg, Amersf.str. 97. J. Wassenaar met gezin, Mo lenstraat O.Z. 93. H. VederL Van Lijndenlaan 10. H. L. v. Beusekom, Spoorstraat 50. J. W. Potjer met gezin, Molenstraat O.Z. 23. VERTROKKEN: R. Turel met gezin, van Amersf.str. 34 naar De Bilt, Parklaan 38. J- Ravesloot, van Korte Kerkstraat 5 naar Kor- tenhoef, Koninginneweg 246. J. M. Emste, van Dorresteinweg 14 naar Zutphen, Warns- veldscheweg 14. J. C. S. v- d Maden, van Da Costalaan 3 naar Amsterdam, le van Sw.inidestr.aat 87. G. G. van Manen van Staal- wïjklaan 7 naar Zeist, Ewijckshoeve. S. M. Sjaardenra, van Burgem. Grothestr. 71a naar B,aarn, Laanstraat 32. B. v. Popta, van Soes- terb.str 125 naar Utrecht, J. W. Frisostr. 24. G. Uit den Bogaard, Van Amersf.str. 4 naar Apeldoorn, Deventerweg 168. G. C. Muts, van Steenhofstraat 32 naar Hilversum, Hooge Laarderweg 320. J. Sinning, van Ban- ningstraat 88 naar Nijmegen, Groenestraat 13. M. Bergman, van Birkstraat 34 naar A'dam, Binnengasthuis. H. Houtveen, van Isselsche- weg 5 naar Eenmes, p.a. M. Valkengoed! J. Terwisscha van Scheltinga, van Steenhof straat 42 naar Utrecht, Mariaplaats 28. G. v. d. Heuvel, van Lange Brinkweg 29 naar Amersfoort. Soesterweg 118. VERHUISD: W. Lustenhouwer met gez., v.an Nieuwstraat 38 naar 2e Weteringpad 6. J. C. Jaarsveld met gezin, van 'Nieuweweg 120 naar Ferd. Huijcklaan 4a. Voorheen Sufckel Co. PLUIMVEE, LANDBOUW, ENZ. Kunstmest of stalmest? Meermalen hoort men zoo'n vraag en het antwoord kan dan altijd zijn: wat is de be doeling? Want er zijn er nog zoo talloos ve- Nu is het den besten tijd van planten. Vele soorten voorradig. Alle boomen worden onder ga rantie geleverd. Tevens Uw adres voor kanleg Vruchten- en siertuin. Veranderingen, onderhoud, enz. Beleefd aanbevelend, BLOEMIST KWEEKER len, die de kunstmest aanzien als iets min derwaardigs. En als tegenhanger is er ook reeds een categorie, die zegt: liever kunstmest dan stalmest. Welke meening de ware is, zullen we eens bespreken. Van ouds was er niets anders dan natuur- mest, d.i. stalmest, afval, slootvuil. Of eigen lijk was er van ouds geen bemesting. Er werd niet gemest. Wanneer een grond uit geput was, werd er omgezien naar een an der stuk bouwgrand, dat wel te vinden was, daar er land genoeg was en geen bewoners. Veelal werd er een bosch weggebrand en de asch leverde heel wat voedsel. Het veen branden is aan de ouderen onder ons nog best bekend. Wie het niet van dichtbij ken den, roken het wel van veraf, want zelfs de Amsterdammers kregen er nog hun portie van, als de wind Oost was. In de verbrande bovenlaag zaaide men dan de boekweit. Wanneer de menschen begonnen zijn hun land te mesten met natuurmest, weten we niet, maar toen enkelen er mee begonnen, zullen de anderen wél meewarig het hoofd geschud hebben om 'dat domme gedoe: mest in den grond om groei te krijgen er boven. Het zal wel dezelfde verwondering geweest zijn als toen de kunstmest kwam. Dat was wat: een beetje van dat spul op den grond en je was klaar. Dat bestond toch niet. Dat was toch tegen alle begrippen van bemesting in. Want toen kon het niet anders dan met stalmest. De conservatieve landbouwer wilde er niet aan. En het zou nog lange jaren duren eer de kunstmest het zoover gebracht had, dat ze een plaatsje op de boerderij of in den -tuin verkreeg. Hot was ank zoo'n vreemd iets. Hoe men toen over die kunstmest dacht wil ik even illustreeren met een korte sa menspraak, die ik gisteren van een der eerste kunstmestgebruikers vernam. Jan zaaide kunstmest in den tuin, Piet zag toe over de heg. Piet: Zoo Jan, zaai je daar kunstmest? Jan: Ja, Piet, het is me het vorig jaar goed bevallen, ik doe het weer. P.Ik begin er niet aan. Het bestaat niet, dat het goed kan werken. Ik begin er nooit aan. J.: Dat komt wel, Piet, dat komt wel. P.: Zou je dat denken? Nooit begin ik er aan. En denk jij dan, dat ik niet zooveel tuinmansverstanü heb, dat ik wel weet, dat het niet helpen kan? J.: Het komt wel Piet. Drie jaren zijn verloopen. Piet staat op zijn land en roept Jan er bij. P.: Jan, je moet eens kijken. Op deze helft heb ik kunstmest gezaaid. J.: Wat zeg je me nou, Piet? Jij kunstmest? Enne P.: Ja, Jan, mijn zoon hield niet op voor ik kunstmest zaaide. J.: Dus jij zelf niet? P.: Nee, mijn zoon wou het zoo graag en toen heb ik gezegd: jij de eene helft met kunstmest en ik de andere helft met stalmest. J.: En? P.Ik had het niet gedacht Jan, maar ik ben het met mijn stalmest verloren. De kunstmest is gekomen en ontvangen met vooroordeel en schitterend heeft zij het pleit gewonnen. Ze heeft getoond, dat ze wat kan, ja, dat ze minstens evenveel kan als stalmest en ik zou bijna schrijven, dat ze meer kan. Stalmest heeft zijn eereplaats van vroeger behouden, maar de kunstmest heeft ook zoo'n zetel besteld. Strijd om die plaats was er dus niet, ze hebben elk recht op een troon. Ze zijn beiden goed. Ze werken beiden prachtig. Maar als we een van die twee moesten missen, dan konden we dit de kunst mest toch niet meer. Wie van de twee dus beter is, laat ik aan U zelf over om te be oordeelen. In dezen tijd gaat het niet meer om wat beter is. Het gaat hierom: hoe zullen we die beide meststoffen gebruiken. In den tuin hebben we niet veel meer te doen, binnen kamers zullen we dus bespreken, wat mest eigenlijk is, om het volgend voorjaar beslagen ten ijs te komen.

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1931 | | pagina 1