F. H. EUWE fjjp - PIANO ONDERWIJS Uitgave: G.J. Smit,Soestdijk. Bureai: Van Weedestr. 35, Tel. 2181 Banketbakkerij „Nieuwerhoek" p.f. Dixiaausche Rijmen. J Soester Bankvereeniging ALLE BANKZAKEN SAFE DEPOSIT TELEFOON 2317 j JOH. DE HEERS Piano's - Orgels - Radio s Nieuwjaar BERNARD A VAR BEEK 1931-1932. Benzinebelasting. 0.F.V0IGT - Burgem. Grothestraat 28 - SOESTDIJK „C0RT05A" W. MEKKING Bij Ruwe Gesprongen Handen Ode aan een Varken. Stillen de hoest Maken los E. van Meurs De vervroegde Kerstgroet van H. nu. De Koningin We JAARGANG DONDERDAG 31 LECEMBER 1931 No. 52 DE 5DE5TER OMMl Algemeen weekblad voor Soestdijk, Soest en ^oesteiberg. ABONNEMENTSPRIJS 50 cent per 3 maanden. ADVERTENTIEPRIJS: van 1—5 regels f0.75. Elke regel meer 15 cent. Advertenties tusschen de tekst dubbel tarief. Bij contract belangrijke korting. Bijkantoren: VISSER'S Boekhandel, SOEST jèn C. J. VAN DAM, SOESTERBERG Naast „DE SOESTERCOURANT", Algemeen Weekblad, worden door ons mede uitge geven het „SOESTER NIEUWSBLAD" Algemeen Christelijk Weekblad en „DE SOES- TER POST", R.K. Weekblad. NIEUWJAARSWENSCH Thomasvaer. En Pieternel, sta jij reeds klaar, Met wenschen voor het nieuwe jaar; Want weet, Soest zit te wachten En naar je wensch te smachten Pietemei. Nou Thomasvaer, waar Soest naar smacht, Is liefde, wars van ijdle macht, Is vreugd en hoop in 't leven, Waar allen staag naar streven. Th. Dat liefde heersche in 't gezin, Vol ouder- en vol kindermin, Door liefde eens verbonden, Standvastig, ongeschonden. P. Dat liefde heersche in de Raad, Van onze kleine Soester staat; Dat daar steeds alle leden, Elkaar verstaan in vrede. P. Dat liefde alle Soesters bindt, Als broeders, zusters, maag en vrind Geen tweedracht moog ze scheiden In voorspoed of in lijden. Th. Zoo gaan zij 't nieuwe jaar weer in, En 't wordt 'n.hoopvol, blij begin; Het kommervolle zorg ter zij: Een blij gelaat bij 't nieuw getij. Voorheen Sukkel Co. S Varkensmarkt S, A'foort, Tel. 1309 S 2 De garantie van ons huls is voor U g een absolute waarborg. De Nieuwjaarsdag staat voor de deur Met nieuwe, frissche plannen, We streven langzaam weer naar 't licht, De aandacht koen gespannen. We staan weer klaar voor nieuwen strijd, Met nieuwe concurrenten, En rekenen zoo in 't globaal Op ietwat meer procenten. We stipp'Ien zelf de toekomst uit, Die w' ons het liefste wenschen, Eerst dit, dan dat en eind'Iijk... ha! Ach ja, zoo zijn de menschen. We tollen in den cirkel „IK" Steeds rond of ik vergis me, We zijn aan d' ingang van het jaar, Niet vrij van egoïsme. We denken 't eerst aan ons gezin, Dan aan de naaste omgeving, Een tijdje aan niets en dan terloops Eens aan de samenleving. We hopen, dat liet nieuwe jaar Maar heel veel goeds mag schenken. En dat het ons meer speciaal Nog extra mag bedenken. De vrienden en begunstigers Staan keurig op een rijtje En als je iemand soms vergeet, Wel ja, beslist, dat spijt je. He; is gewoonte, is 't niet waar? En 't helpt soms nog een beetje Zoo'n kaartje is z'n kosten waard, Pee-ef of em-ha-geetje.. We drinken ergens 's middags thee: „Mevrouw, veel heil en zegen, En 't beste met uw huisgezin, Hoe vindt u nu zoo'n regen". „Neen, sneeuw dat is ook alles niet, Ja, vorst dat is veel gezonder, Verkouden, zegt u? Ieder jaar, Da's met zulk weer geen wonder". Neen, daar is één die allen vindt, Die spreekt tot .aller harten, Die maling heeft aan stand en rang En d' eeuwen weet te tarten. 't Is de sterke herinnering, - 2 En onuitsprekelijke vreugd, Die komt in ieders harte. Inspecteur der accijnzen te Baarn. De aan gifte van den stand van het telwerk bij den aanvang van den lsten Januari 1932, moet in ieder geval op den 2en Januari 1932 bij den Ontvanger der accijnzen ter plaatse geschieden. Voor de aangifte van den voorraad of van den stand van het telwerk, is geen model voorgeschreven, zoodat met een behoorlijk onderteekende aangifte genoegen wordt ge nomen, mits zij de gegevens bevat, die de wet eischt. IDeze gegevens zijn: ia. de naam en woonplaats van den aan jager; I b. nauwkeurige aanduiding van de plaats aijplaatsen waar de benzine zich bevindt; li. de hoeveelheid benzine, die op iedere paats aanwezig is; d. den juisten stand van de telwerken van d: benzinepompen bij den aanvang van 1 J.nuari 1932. I Overtreding var. gemeld wetsartikel, het- 7y, door geen aangifte te doen, hetzij door o:n voorraad, behoudens eenige speling, te liag aan te geven, wordt gestraft met een ildboete van ten hoogste vijfmaal het bijzon- ui: r invoerrecht van de niet aangegeven of u weinig aangegeven benzine. fHet niet doen van de bovenbedoelde aan gifte van den stand van het telwerk of het f^en van eene onjuiste aangifte, wordt ge straft met een geldboete van ten hoogste \Tjfhonderd gulden. UIT KORTENHOEF. lakt Molen te Kortenhoef. Bernard A- van Beek. - - i r" •- Het eerst wat men in 't buitenland hoort 11 chl en beheerscht de hecle compositie. Dat De overgang van het oude in het nieuwe jaar brengt voor ieder een terugblik en een blik vooruit. Ervaring en vooruitzicht be paalt ae stemming, waarmede men dit doet en waar iedere afgesloten tijdkring vreugde en droefheid bracht, zijn de gevoelens, die bij een jaarwisseling overheerschen, ge mengd. Ook de leeftijd spreekt hierbij een belangrijk woordje mee. Voor de jeugd brengt de wisseling des iaars veelal een hoopvol vooruitzien, een openluikend verschiet, omglansd van blijde verwachting; voor de ouderen meer een wee moedvol afscheid nemen van wat voorbijging en niet wederkeert. Herinnering en verwach ting spelen hun vaak boeiend, soms beangsti gend spel en het getuigd van weinig ernsl en een leven aan de oppervlakte, als een jaar wisseling onbewogen laat. 1931 behoort, in het algemeen gesproken, wel tot de minst gunstige jaren. Zonder hoo- ge verwachtingen begroet, bracht het veel verandering in ongunstigen zin in den toe stand van menschheid en wereldleven. Ook het einde van dit jaar ziet de heerschende onzekerheid in hooge mate bestendigd, de vraagstukken vermeerderd, het vredes-ideaal onbereikt en de ernstige arbeid tot bereiking van deze gewenschten toestand nog vruch teloos. Toeven blijft de dag aan dag gewenschte herstelling van het economisch leven en de werkloosheid van tienduizenden, tot arbeid tevergeefs uitgestoken handen bestendigd. Onbevredigd blijft het verlangen naar rus tige ontplooiing van het maatschappelijk le ven en tegenover de oplossing der problemen blijken voortdurend de aangeprezen midde len machteloos. Zoo blijven onbevredigdheid en onrust over heerschen. En ook van dezen toestand geldt: uitge stelde hoop krenkt het hart. Ook in den toestand van het leven van ons volk blijft, bij veel dat dankbaar moet worden gewaardeerd, veel over wat de be zorgdheid voedt en het verlangen naar an deren conditie van zaken levendig houdt. Voor de nog in bedrijf en beroep werk- zamen vormen de steeds meer kwijnende en verdwijnende arbeid gevende zaken een voort durende dreiging, voor de niet geplaatsten een steeds meer angstig inwachten van den hartstochtelijk begeerden arbeid en voor de jeugd, die na studie en ontwikkeling aan 's levens disch plaats vraagt, een hen afwij zend gebaar. Hierbij komt de worsteling Van levensbeschouwing en richting. En dat deze strijd steeds feller en niets ontziende zal ge voerd worden, de voorteek en en wijzen er op. Echter mei de naklank van het pas ge vierde feest van Christus' geboorte in ons., herleeft in ons weer de hoop op de ontwikke ling van het wereldgebeuren, op de zoo zeer begeerde wereldvrede en verbroedering, op een beter begrijpen en meer vertrouwen, op meer arbeid en meer levensgeluk. Het „Vrede op aarde" is geen poëtische ontboezeming maar volle realiteit. VTe(^e i" z'in vele nuanceeringen m 1932 tot ons komen! Het staatsblad van 19 December 1931 no. 527 bevat de wet tot tijdelijke heffing van een bijzonder invoerrecht op benzine, ten bedrage van f6.per 100 K-G-, welke wet met ingang van 1 Januari 1932 in werking treedt. Van alle benzine welke met ingang van 1 Januari 1932 in het vrije verkeer in een opslagplaats, gebouw, bewaarplaats, erf of terrein voorhanden is, alsmede van de hoe veelheden benzine, die met ingang van dien dag in vervoer zijn naar een opslagplaats in her vrije verkeer, wordt het bijzonder invoer recht nagevorderd. Daartoe zullen ingevolge art. 16 dier wet de gebruikers of hoofdgebruikers van een opslagplaats waarin benzine in een grootere hoeveelheid dan 200 K.G. aanwezig is, met inbegrip van de hoeveelheden benzine wel ke met ingang van 1 Januari 1932 naar die opslagplaats in vervoer zijn, hiervan op den tweeden Januari 1932 schriftelijk aangifte moeten doen bij den Ontvanger der Accijnzen over hun woonplaats. Indien door inslag na 1 Januari 1932 van reeds vóór 1 Januari 1932 afgezonden hoe veelheden benzine een hoeveelheid van méér dan 200 K.G- wordt bereikt, zal die aangif te telkens den eerstvolgende werkdag na den dag van inslag moeten geschieden. Indien iemand in dezelfde gemeente meer dan een opslagplaats heeft, worden deze voör de toepassing der wet als één opslagplaats beschouwd, met uitzondering van benzine pompen met onaergrondsche tanks, welke elk als een afzonderlijke opslagplaats worden be schouwd. De beheerder van een benzinepomp moet, indien een ander de eigenaar is van de in de pompinriching aanwezige benzine, toch schrif telijk aangifte ooen bij genoemden ontvan ger, welke aangifte moet behelzen den stand van het aan de onder zijn beheer staande pomp bevestigde telwerk bij den aanvang van den eersten Januari 1932. Het is zéér ge- wenscht, dat in deze aangifte tevens wordt opgegeven aan wie oe benzine in eigendom toebehoort. Hij, die eigenaar is van benzine, die door den benzine-leverancier in zijn tankinstallatie is verzegeld, moet in zijn aangifte van den voorraad tevens hiervan melding maken onder opgave van den naam van den leverancier, alsmede van het bijkan loor van dien leverancier, tot welks rayon hij behoort. De hoeveelheid kan in liters of kilogrammen worden aangegeven. Bij aangif te in Liters zal het aangegeven volunft benzine geacht worden zonder temperatuur correctie, een soortelijk gewicht te hebben van 0.72, tenzij de aangever in zijn aangifte verzoekt om opname van de temperatuur en het wer kelijk soortelijk gewicht. De beheerders der benzinepompen zullen in 't algemeen peilstokken voorhanden moe ten hebben en tabellen die bij de tank behoo- ren een en ander om een doelmatige ambte lijke controle op de door hen aangegeven voorraad te kunnen uitoefenen. Hij, die om een noodzakelijke reden de aangifte van den voorraad niet op 2 Januari 1932 kan inleveren, moet bij tijdig gedaan schriftelijk verzoek uitstel vragen aan den en kent van ons lage land is welhaast de Hollandsche molen. De molen is een rudi mentair deel van het echte Hollandsche land schap. De molen is een specifieke schoon heid in het landschap. Wat een mooie zui vere lijnen heeft niet de Hollandsche molen. De molen is gegroeid door den loop der eeuwen. Hare vormgeving is gegroeit niet door aesthetische overwegingen, maar ze ker voornamelijk door zakelijke motieven. En toch neen wellicht juist daardoor is zoo groote schoonheid ontstaan. Het verschil in doelstelling heeft verschil in vorm gegeven. Wat is er een groote verscheidenheid en toch zijn ze alle mooi. Dubbel jammer is het, dat zoo vele mooie molens geleidelijk uit het landschap verdwijnen. De bond „Heem schut" treedt hier 'beschermend op, maar zij kan niet altijd succes oogsten. Ondanks die veel bezongen schoonheid, hebben zich toch slechts weinig schilders gewaagd aan de uit beelding op het doek. Dat mag eigenaardig schijnen, we zullen hier slechts het feit con- stateeren zonder de oorzaken op te sporen. Toch zijn er enkele grootmeesters, die zich meer bizonder de molen tot onderwerp ge kozen hebben. Noemen we slechts Jacob Maris en Gabriël. Ook Bernard A. van Beek heeft de schoonheid van de verdwijnende Hollandsche molen weergegeven op menig doek of paneel. Hoe kan het anders als men denkt aan de groote invloed die zijn leermeester Gabriël op hem gehad heeft. Hij, Bernard van Beek heeft de liefde voor den molen en de schoonheid van den molen geërfd van zijn meester. Hij heeft toch ook weer die schoonheid gezien met eigen oogen, gevoeld met zijn eigen kunstenaarsziel. Hij heeft de molen gegiven, om de molen en als element in het Hollandsche landschap. En het zal hem eens tot een groote ver dienste zijn die eigenlandsche schoonheid te hebben vastgelegd, wanneer straks de laatste molen onder sloopershand zal zijn gevallen. Hoe mooi, hoe machtig het heele landschap beheerschend staat daar op no. 29 die ro- buste molen. (Zie reproductie). Hij strekt zijn armen uit naar boven en beneden, naar links en rechts. Hij snjjdt en verdeeldt de een prachtmolen, tenminstezooals van hem hier geeft. Daar hangt een zuivere legende .wolkige lucht achter en boven, geheel as ■vlot uit de verf en zeer zuiver toonwaarde. b. 7 is de molen kleiner genomen. Dat k doet sterk denken aan het werk van priel. De wieken wijzen naar de hoeken, kleurverhoudang is hier zeer goed gege- vin. Het geheel is warm van kieur. Ook no. 17 geeft onze molens op zijn mooist. Dat is een oogenstreeling, 't is hooge, ware kunst. Op no. 36, „Molen te Vreeland", is het landschap meer hoofdzaak. Hier is de mo len gezien als versierend element in het rustige, fraaie gecomponeerde landschap. Die landschappen met hun wijde vergezichten, met hun diepe ondoorgrondelijke veenplas- sen en polders, zooals Kortenhoef ze zoo vele heeft, hier getooid met een robuste forsche molen, daar weer eenzaam en vlak zonder iets dan lucht en land en water. Dat water stil en roerloos als een spiegel der eeuwigheid. Soms ligt er stil en rustig een of meerdere bootjes, zooals die in deze streken al sinds ecuwen gebruikt worden, zelden beleefd door menschen, de natuur alleen dat is zijn do mein. Beschouw eens aandachtig no. 26 (hierbij gereproduceerd), zie die mooie verhouding van licht en donker, zie de getrouwe natuur weergave. Want van Beek maakt het zich niet gemakkelijk. Hij is niet gauw tevreden over zijn werk. Hij geeft niet slechts een vlotte impressie en laat U de rest maar raden. Neen, hij geeft concientieus weer alles wat hij ziet. Elke rietstengel heeft voor "hem waarde, is een deel der natuur. Daarom brengt hij zulk gaaf werk. Daarom pakt zijn werk zoo direct. No. 19 „Vischkaren bij Breukelen" is er ook een voorbeeld van. Die mooie diepe strakke lucht met zijn oneindige kleur-varia- ties is een symphonie. Ook no. 37 „De drie bootjes" is een fijn aangevuld doekje. SÉf .O- %m 4,,,-.^ ,...v Kortenhoe/sche plassen. Bernard A. van Beek Gediplomeerd Drogist - Opticien FOTOHANDEL ONTWIKKELEN VOOR AMATEURS THEE - KOFFIE CACAO - SIGAREN IETS BIJZONDERS! Neemt eens proet! VERKRIJGBAAR BIJ NASSAULAAN 20 - SOESTDIJK Aan huis te ontbieden. INGEZONDEN STUKKEN (Buiten verantwoordelijkheid der redactie.) Geen bloesemgeur, noch lentepracht, Door dichters al te graag bezongen, Noch smetloos sneeuwkleed's witte vacht Gespreid als 's 'aardrijks winterdracht Hebben mij tot diit lied gedrongen. Geen mar.eschijn, noch zonnelicht, Noch gulden loovertooi der parken, Niets van dit al; 'k heb dit mijn dicht Gewijd, prozaïsch, aan een varken! Ha! zie hem dik en vet daar gaan Dat pronkjuweel uit Soester dreven! Hoe zelfgenoegzaam ziet-ie j' aan, Hij heeft dan ook een prachtbestaan, Maakt zich geen zorgen in het leven! Hij eet en drinkt zijn buikje bol, Staat dan amechtig wat te gapen, En is-ie tot z'n nek toe vol, Dan rekt-ie zich eens, en gaat slapen. Zijn nek wordt, dikgeplooid van 7t spek, Getorscht door een paar forsche schouders; Toch heeft zijn aanschijn een gebrek, Die scheeve oogjes staan zoo gek! Dat 's vast een erf'nis van zijn ouders. Het beest .is in zijn soort een reus, En zie zijn pooten prachtig blank zijn! Dat komt van 't niets doen; maar zijn neus. Zou.ie een tikkie aan den drank zijn? Hij heeft een ruim en rustig hok, Daar kan-ie lekker rentenieren, Met op z'n tijd een geurige brok, Een voedzaam maal, een lekk're slok Kan hij daar kalm en welig tieren. Hij propt zich vol tot aan zijn keel, Hij kinort maar, en hij krijgt te eten; Hij heeft het beter dan zooveel Die voor véél minder moeten zwééten. Hij is 'n bevoorrecht schepsel, vast, Hij heeft toch maar „gezwijnd" in 't leven! Hoe zorgzaam wordt-ie opgepast, Van geldzorg heeft-ie nimmer last, Al wat-ie wenscht, laat-ie zich geven. Ook aan den fiscus heeft-ie lak, Hij laat een ander maar betalen, En vegeteert op zijn gemak! Probeer maar 's wat bij hèm te halen! Maar toch, al heeft-ie 't nóg zoo goed, Al krijgt-ie alies, naar begeeren, Toch zie 'k steeds dat-ie met z'n snoet Dolgraag in drek en vuilnis wroet, Alsof-ie dat niet kan ontberen! Al is zijn weitje ook zóó schoon Dat men 'r naar vuil zou zoeken moeten, Toch zie ik hem maar heel gewoon, Waar hij maar kan, in modder wroeten. Hij heeft een leven als een heer, Toch kan-ie 't wroeten maar niet laten, Hij steekt zijn neus nieuwsgierig weer, Knorrend van vreugde, keer op keer, In alle hoeken, alle gaten Waar hij zich iets „bijzonders" denkt, Voor hem klaarblijkelijk een feestje! Toch is 't begrijp'lijk; want dat brengt Het soort zoo mee; 't is 'd aard van 't beestje! Toch wroet jij maar niet ongestoord, Versta je, beest! in alle hoeken, Zoolang jij, zij 't door vuil bekoord, Blijft bij je hokje, waar je hóórt, Laat ieder jou maar rustig zoeken. Maar zoek j' eens anders' erf op, Waar je volstrekt niets hebt te maken, Dan voel je gauw dat 'n ferme schop Je achterdeelen weet te raken! Al ben jij ook nóg zoo verstompt, Je hebt j' aan 't menschdom aan te passen,, Zoolang jij niet aan anderen komt, Hoe je ook knort of bijt of gromt, Lacht men maar wat om jou grimassen! Maar loer j' op anders' goed, om daar Je nare wroeilust op te koelen, Dan staat de knuppel voor je klaar, 't Zwijn dat niet hooren wil, zal voelen! Trok 'k met dit rijm, 'k heb it méér gedaan Soms 'n varken pijnlijk aan zijn ooren...? Als 't schoentje 'm past, hij trekk' het aan, Al ware hij ookals mensch geboren J- J. EEN WIJS WOORD VOOR IEDEREN DAG ZONDAG. De hoogste belooning, die wij in dit leven kunnen erlangen, bestaat in het verrichten van daaen, die ons voldoening schenken. MAANDAG. Een goed zakenman is niet alleen op de hoogte van zijn tijd; hij is z'n tijd vooruit. DINSDAG. De luiheid loopt zoo langzaam, dat de ar moede haar inhaalt. WOENSDAG. De man, die altijd aan anderen de schuld wijt van zijn mislukken, mist een der voornaam ste eigenschappen tot slagen. DONDERDAG. Volharding is nog belangrijker dan initiatief. VRIJDAG. Men begint met vergiffenis te verwerven en eindigt met zich gerechtvaardigd te achten. ZATERDAG. Er is altijd een groote vraag naar verstand; kweek dit artikel aan. MIJN HARDT'S SALMIAK-TABLETTEN Doozen 20 en 30 ct. Bij Apoth. en Drogisten MIJNHARDT's Zenuw-Tabletten 75 ct Laxser-Tabletten 60 ct Hoofdpijn-Tabletten 60 ct Bij Apoth. en Drogisten. N ieuwer hoe kstr aat 2 f6.-, f4.EO, f3.- per maand. De Joodsche medewerker van „Het Vad." uit zijn waardeering dat H. M. de Koningin op verzoek van Joodsche zijde tot Haar ge richt, Haar" radiorede eenige ""uren eerder heeft willen uitspreken, op de navolgende wijze: Hierdoor toch heeft Zij Haar Joodsche landgenooten, die nog aan de traditie vast houden, in de gelegenheid gesteld, ook mede te luisteren. Want tusschen 4 en 5 uur zouden zij juist Ier synagoge zijn, om den Sabbath te begroeten en ook buiten dien is 't inschakelen van electrïciteit een ongeoorloofde handeling op den sabbath. Het spreekt welhaast vanzelf, dat de Koninklijke Kerstrede in de allereerste plaats gericht zal zijn tot die landgenoo ten, die met H. M. op dit Christelijke feest aan hun godsdienstige gevoelens op de een of andere wijze willen uiting ge ven, maar zeker zullen niet minder graag de joodsche landgenooten naar de Konink lijke stem van de Oranjevorsten luisteren, die toch zeker op dit feest het motief van den Vrede zal laten hooren. De Vrede, het heerlijkste dat de menschheid hebben kan en welk woord bij de Kerstgedachte dei- Christenen niet uitgeschakeld kan worden, is het, die Joden en Christenen en alle anderen vereenigen en binden kan. Want wèl ds de gedachte aan Vrede "bij de Kerstmisviering' oud, maar ouder nog is het gebed der Joden, die dagelijks bid den: De Eeuwige geve Zijn volk kracht, 'de Eeuwige zegen2 Zijn volk met Vrede. Wie weet, hoe op slechts enkele uren sporen van ons af een anfi-semietisme woedt zoo -fel en zco laag, dat de ruwe Jodenhaat uit de middeleeuwen daarbij vol komen in het niet zinkt, kan slechts be seffen, hoe deze Koninklijke daad in Jood sche harten heeft geklonken. Daar een beschaafd land, waar alle el lende op welk gebied ook, aan dat hand jevol Joden wordt geweten en waar men zich zelfs niet ontziet Joodsche "begraaf plaatsen en lijken te schenden (een gede- taileerde lijst met 107 grafschendingen is in mijn bezit), hier een Koningin, die re kening houdt niet een simpelen wensch Van een gedeelte der Joden. Dit Koninklijke gebaar is méér. Het is tevens een antwoord op de pogingen die voortdurend worden gedaan om ook hier in Nederland het Duitsche anti-semietis me ingang te doen vinden en die onge twijfeld 'in Nederland niet zullen en kun nen gedijen, maar die als symptoom toch de oplettendheid verdienen. Daarom heeft deze daad der Koningin dubbele waarde. Evenals zooveïen Harcr voorvaderen heeft Zij weer eens willen onderslreepen dat de band die Oranje en Israël meer dan drie eeuwen heeft verbonden, nog even sterk is als die Oranje en Nederland te samen houdt. Wij hebben de vaste overtuiging, dat tal van Joden in Nederland de por tee van deze Koninklijke vriendelijkheid niet alleen zullen aangrijpen, maar ook zullen doorvoelen als een daad, die juist in de zen voor het wereldjodendom zoo moei lijken tijd niet hoog genoeg kan worden aangeslagen. Terwijl in vele landen aan de Joden het grootst mogelijke onrecht wordt aangedaan en hun leven en eigen dom niet meer veilig is. houdt Nederlands Koningin rekening met een wensch van Joodsche zijde, opdat Haar stem ook in Joodsche huizen moge weerklinken. En door den aether kan zij ook buiten onze landsgrenzen worden gehoord en zal, zoo hopen wij, weerklank vinden in alle har ten.

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1931 | | pagina 5