Het nieuwe Europa
mm
m
mm
yi
m
m
m
m
nn
n
s
si
I
Gecombineerde Soester Bladen*
WËS
11111
Bi
3P
m mt
m
m
m
a m
1 m
Hf
fü lü
iü
Ii iü
B B
in
B S
8 B
S S
B
§§f
iü iü
„Zij" Crème
De strijd om Nobel's legaat.
i
u
Él B
fü §j§
§1
Üf
Hl
Crisisvarkenswet 1932.
4 NOVEMBER 1932
TWEEDE BLAD
No. 44
DOOR EDUARD BÊNÈS
Minister van Buitenlandsche Zaken van Tsjecho-Slowakije,
Dp Fransche revolutie is een opstand
van het redelijk verstand geweest. Daarom
kon er een einde aan worden gemaakt,
zonder dat men verloor, wat inderdaad
waardevol was in deze revolutie. De
Russische, Duïtsche en ItaHaansche revo
luties zijn opstanden van het gevoel en
de hartstochten geweest, van de instincten
en van een overdreven gevoeligheid; aan
deze revoluties zal niet zoo gemakkelijk
een einde kunnen worden gemaakt zij
hebben geen maatstaf, want slechts het
koek verstand kan als zoodanig dienst
doen. Zullen deze revoluties een ideeën
wereld en een organisatie in het leven
kunnen roepen, due Europa eeuwenlang
beheerschen, zooals het geval is geweest
met de Fransche revolutie, of zal Europa
trouw blijven aan zijn tradities ot op
nieuw luisteren naar het imperialistische
Engeland en het rationalistische Frankrijk
datzelfde Frankrijk, dat er zoo verras
send goed in geslaagd is, om zijn tradi
ties en den geest der revolutie met elk aai
te verzoenen, juist omdat de geest van
de revo-lutie rationalistisch en noodzake-
Ejkerwijze opbouwend was gebleken?
Dat is de vraag, waar tegenwoordig elk
denkend mensch in 't na-oorlogsche Euro
pa zich mee bezig houdt. Hartstochten en
gevoelens, die niet geleid worden 'door het
verstand, hebben nooit opbouwend kunnen
weiken. Wij zien, hoe duidelijk men dit
beseft in het tegenwoordige Frankrijk en
hoe men b.v. in zijn critiek op de filoso
fie van Bergson terecht tracht, het intel
lect te vereenigen met een noodzakelijke,
dosis intuïtie, hoewel het verstand de eer
ste plaats moet blijven innemen. Wij zien
hoe de bekende en voor Frankrijk karak
teristieke strijd tussichen klassvcisme en
romantiek bij den modernen mensch plaats
heeft gemaakt voor een synthese van ge
voel en verstand. Als Frankrijk dat begrijpt
en volkomen doordenkt, de uiterste conse
quenties van dezen strijd aanvaardt en ze
handhaaft op elk geb'ed intellectueel
moreel, literair, artistiek, politiek, sociaal
en economisch dan zal het daardoor
weer de leiding krijgen in Europa en op
nieuw een ideaal worden voor de geheele
menschheid. De crisis van den na-oorlog-
schen mensch zou erdoor worden opge
lost en ae genezing voorbereid van alle
kwalen, waar het na-oorlogsche Europa
aan lijdt.
Daartoe moet het echter voor alles in
zien, vanuit het standpunt der historische
filosofie, wat het groote waagstuk van
onzen tijd is. Daartoe moet het beseffen,
dat wij ae plicht hebben, dat vraagstuk op
te lossen, terwilie van onszelven en ter
willen van de geheele wereld. Daartoe
moet het den moed bezitten om zonder
eenig compromis met opgeheven hoofd
het doel tegemoet te gaan, zoals het al
tijd ook geweest is in Frankrijk's geschie
denis. Het Fransche volkskarakter legt in
dezen groofsctoen tijd van groote ver
plichtingen aan die groote mogendheid,
die Frankrijk is, de taak op om zoowel
op filosofisch als op moreel gebied de
synthese te vinden tusschen nationalisme
en intuïtie, tusschen objectiviteit en sub
jectiviteit. om zoo hei vraagstuk op Ie
fossen, dat in de wereld is gebracht door
de overdreven, ziekelijke subjectiviteit van
den modernen mensch. Op literair en ar
tistiek gebdeo heeft Frankrijk de taak om
eens en voor goed den strijd te beslechten
tusschen klassicisme en romantiek en in-
plaats van het moderne psycholog:sime.
de aesthetica en het literaire en artistieke
illusionisme aan onzen tijd een artistieke
en literaire stijl en idee te geven om zoo
een eenheid tol stand te brengen, die in
overeenstemming is met de moreele staat
kundige en maatschappelijke waarden, wel
ke zich ontwikkelen uit de moderne op
vattingen van staat en maatschappij. Op
sociaal en economisch gebied moet Frank
rijk het nieuwe stadium der evolutie voor
bereiden, waarin den vierden stand defi
nitief zijn plaats zal worden toegewezen.
Deze voorbereiding omvat de wijzigingen
welke al naar de behoeften in het sociale
en economische srelsel van de nieuwe
maatschappij moeten worden aangebracht
Op politiek gebied moet Frankrijk de op
lossing forceeren van de crisis, welke de
democratie, het parlementarisme, het pa
cifisme en het internationale saamhorig
heidsgevoel doormaken, niet alleen doof
acht te slaan op de gegronde critiek,
weSke er tegenwoordig' daarop en op ver
schillende zwakke punten der ideeën van
1789 wordt uitgeoefend, maar ook door
goed te beseffen, dat wel degelijk op de
basis der bestaande democratie de nieuwe
maatschappij moet worden opgebouwd,
waarin de nieuwe stand evengoed zijn
rol op politiek gebied speelt en waarin
een nieuw staatsgezag pioet worden in
gesteld.
M.i. zal het tradioneele Westersche ra
tionalisme het winnen van de Oostersehe
intuïtie. Het is waar, dat sommige princi
pes van 1789 aan een modern gezinde
critiek moeten worden getoest en dat de
bestaande instellingen zoo noodig moeten
worden herzien, zooals men ook onbe
vreesd recht moet doen wedervaren aan
de wettige eischen van den vierden stand.
En als in de internationale kwesties Frank
rijk's standpunt op een hoog peil der
mensehelijke beschaving blijkt te staan,
zal het daarin blijk geven van moed en
in geen enkel opzicht toegeven, hoewel
op ander gebied naar een billijk compro
mis zal worden gestreefd. Zoo zal Frank
rijk de nieuwe cultuur van het geheele
na-oorlogsche Europa do-en ontstaan.
Zoo zie ik in grc.ote trekken het geheele
Europeesche vraagstuk en de roeping van
het moderne Frankrijk. Op internationaal
gebied heeft het reeds aan die roeping
gehoor gegeven; men denke slechts aan
Genève, den Volkenbond, het idee van de
Vereenigde Siaten van Europa, den strijd
voor de veiligheid en den vrede in Euro
pa. Frankrijk steunt deze idealen, al kan
het niet altijd zijn doel bereiken. In het
bdnnenlandsch bestuur worden dezelfde
idealen nagestreefd. De hoop van de kleine
Europeesche mogendheden en van de
Europeesche jeugd is gevestigd op Frank
rijk, want men is ervan overtuigd, dat
zelfs in deze critieke na-oorlogsche periode
Frankrijk de groote, onzelfzuchtige leer
meester zal wezen, zooals het dit reeds 19
geweest en dat hei een groote rol zal
spelen in de evolutionaire ontwikkeling
van Europa. Ik geloof, dat ik niiet over
drijf, als ik zeg, dat alle kleine Europee
sche mogendheden het oog gericht moe
ten houden op Frankrijk en op Parijs,
zonder daarom nog de andere groote mo
gendheden te vergeten of zonder oordeel
des onderscheids alles van Frankrijk over
te nemen. En dat het er zoo mee gesteld
is, komt eenvoudig doordat Frankrijk naast
Engeland het eenige land is, dat niet uit
het evenwicht is geslagen omdat zijn
evolutie na den oorlog voortdurend nor
maal is gebleven ondanks de schokkende
gebeurtenissen, die Europa in beroering
hebben gebracht. Daarom zal Frankrijk
het land wezen, dat in den toekomst
Europa den weg wijst.
Jongen dichter zou toekennen, 'doch* Hef
schijnt, dat jeugd een onoverkomelijk be
zwaar Is als het gaat om den Nobelprijs.
Men wil oudere mannen met een geves
tigde literaire reputatie. En wat Theodore
Dreyser betreft, den veel gelezen en toch
in zijn eigen land ook wel bestreden schrij
ver van „An American Tragedy", een der
meest populaire romans uit de moderne
literatuur. Dreyser heeft zich onmogelijk
gemaakt door een bij een literair diner
zijn collega Sinclair Lewis, aan wien reeds
den Nobelprijs is toegekend, een oorvijg
te geven. Ook bij onderhandelingen in
Hollywood moet Dreyser zich niet bepaald
„gentlemanlike" gedragen hebben.
Opvallend is, dat nog geen enkele Rus
den Nobelprijs heeft gekregen, hoewel de
wereldliteratuur in niet geringe mate door
de Russische wordt beïnvloed. Hoewel er
in Rusland tal "van beschaafde schrijvers
zijn, zou op het oogenblik toch alleen de
patriarch van de communistische richting
Maxim Oorki, in aanmerking komen. Het
sovjet-gezantschap te Stockholm moet ten
zeerste voor hem geijverd hebben, doch
zeer waarschijnlijk tevergeefs in verband
met politieke overwegingen. De kringen
der Russische emigranten pleiten voor een
schrijver, die den laatsten tijd ïn de ge
heele wereld bekend is geworden, n.1. Iwan
Bunin, die reeds in het Tsaristische Rus
land lid van de Academie was. Doch die
heeft in het geheel geen kans, omdat men
de sovjet-autoriteiten toch niet bepaald
voor het hoofd wil stooten.
De Franschen hadden den Nobelprijs
het liefst toegekend gezien aan Paul Bour-
get, doch diens roem ligt al te ver in het
verleden. Hij is ook al 76 jaar. Daarom
zou de Zweedsche Academie aan den 20
jaar jongeren Paul Valery den voorkeur
hebben gegeven en, waar de Duitsche
schrijver Stefan George volgens haar mee
ning een pendantfiguur van hem is, zou
de prijs tusschen hen beiden worden ver
deeld. Wij zullen intusschen echter moe
ten afwachten, ot ai die vermoedens juist
zijn.
Wie krijgt den Nobelprijs voor 1932?
De dag nadert, waarop de Zweedsche
Academie im een plechtige zitting bijeen
zal komen om te verkondigen, aan welken
gelukkigen de Nobelprijs voor 1932 as
toegekend.
In Stockholm vormt de verdeeling van
den Nobelprijs vooral voor dien voor
literatuur zooals gewoonlijk in dezen
tijd van het jaar het algemeene onder
werp van gesprek, zoowel in de literaire
café's als in scciëty. Het is immers be
kend, dat de keuze reeds lang in stilte
is gedaan! Het geheim wordt vooralsnog
echter zorgvuldig bewaard. En de een
houdt het op dezen candidaat, de ander
op di en. Er worden zelfs weddenschappen
op afgesloten als op renpaarden. De men
sch en, diie een blik achter de scherm-en
kunnen slaan, beweren, dal de Nobelprijs
voor Mteratuur det jaar onder twee kun
stenaars wordt verdeeld en wel onder
Paul Valéry en Stefan Oeorge, dus een
Franschman en een Duitscher. Ze zou
den zoowel het geld a!s de eer met elkaar
moeten doelen.
Natuurlijk is 'het allerminst zeker, dai
deze beide auteurs nu ook inderdaad den
prijs krijgen. Het is al meer voorgeko
men, dat een schijnbaar onwrikbaar vast
staand besluit nog op het laatste oogen
blik door de Zweedsche Academie werd
gewijzigd- Achter de caulissen wordt n.L
een verbitterden strijd uitgevochten, waar
van het publiek niets bemerkt. De diplo
maten aer betrokken landen spelen daar
bij een groote rol; hei geld kun hun
natuurlijk niets schelen, maar wel de eer,
die het voor hun land meebrengt.
Verleden jaar heeft de Zweedsche dich
ter Axel Carfeld den prijs gekregen. Bui
ten zijn vaderland was zijn naam zoo
goed als onbekend en wat meer is, hij
was inmiddels reeds gestorven. Voor de
zooveelste maal viel het op, dat de Aca
demie een beslisten voorkeur toont voor
Scandinavische dichters- Geen enkel land
waagde het echter, openlijk te protestee
ren; slechts uit Engeland weerklonk een
protest; men had Sir Thomas Hardy een
beteren candidaat gevonden.
Dit jaar eischt de Engebche publieke
opinie de verkiezing van twee schrij
vers van naam: Galswothy en Wells.
Het is zeer de vraag of de Zweedsche
Academie, die er in de eerste plaats naar
streeft, den nadruk te leggen op de on
afhankelijkheid van haar oordeel, op de
Engelsche voorstellen zal reageeren. Men-
schen, die het weten kunnen, zeggen dat
de kansen der Engelschen dit jaar wijwei
nihil zijn.
Ook Amerika verheft zijn stem en noemt
drie candidaten: Upton Sinclair, Theodore
Dreyser en Ernest Hemmingway. Doch
tegen elk hunner heeft de Academie ern
stige bezwaren. Upton Sinclair is te
.Iinksch" georiënteerd. Ernest Hemming
way, wiens boeken door zijn eenvoudige
stijl zeer aantrekkelijk zijn, is te jong. Wij
vragen ons onwillekeurig af, waarom men
den Nobelprijs niet ook eens aan een
MIJNM*PDT's
Zenuw-Tabletten 75 ^t.
Laxeer-Tabletten 60 ct.
Hoofdpijn-Tabletten ct.
Bij Apoth. en Drogisten
TUINBOUW, PLUIMVEE, ENZ.
Bolgewassen in den Herfst.
Hoe men dahlia's moet behandelen.
Iets over tulpen en tulpensoorten.
De moeste bolgewassen, welke wij om
hun mooie bloemen aanplanten, zijn af
komstig uit warmere -.."eken, waar het
niet voorkomt, dat de grond 's winters
bevriest. Zij mogen daarom op onzen
breedtegraad den winter niet in den vol
len grond doorbrengen; zelfs als deze met
een beschermende laag wordt bedekt, gaan
ze nog dood. Ze moeten daarom eiken
herfst uit den grond gehaakl en op een
vorstdroge plaats bewaard werden. Wat
de dahlia's betreft, zijn we er ook wel
aan gewend, dat te' doen. Nadat de eerste
vorst hun bladeren heeft doen verwelken,
werden de planten afgesneden en de wor
telknollen, die in den loop van den zomer
tot groote klompen zijn uitgegroeid, uit
gegraven. Daartoe wordt de grond rondom
de plant en niet te dicht erbij, één sppde
diep uitgestoken. Eerst ais diït gebeurd is,
tracht men de klomp met de spade eruit
te lichten; daarbij moet niet teveel kracht
worden uitgeoefend, omdat er dan knollen
afscheuren. Wanneer men eerst rondom de
wortelbal met de spade een weinig op
licht, zal men deze ook Dij de grootste
afmetingen onbeschadigd uit den grond
kunnen halen. De aarde wordt er nu af
geschud door tegen den afgesneden stam
te slaan; op de knollen wordt niet ge
s-lagen. want zij breken zeer spoedig af.
Daarna worden de planten met de knollen
naar boven in -de zon gelegd om een.igs.
zins uit te drogen, waarna ze in hun win
terverblijf worden gebracht; een vorstvrije
kamer, dan wel een kelder, die niet voch
tig of duf is. Wanneer het een vochtig
vertrek is, moet van tevoren de aarde van
de knollen verwijderd worden; is het
droog, dan kan men de aarde er beter
aanlateii, wa.it de knollen blijven daardoor
in betere conditie, terwijl uitdrogen wordt
voorkomen. Men kan de knollen ook be
waren m kisten met türfstrooisel, die in
een vorstvrij vertrek wprden geplaatst. De
bollen mogen echter niet overwinteren in
een te warm vertrek, aangezien er dan
kans op rotting bestaat en ook o.p ver
zwakking, door te vroeg uitloopen. De
meest geschikte temperatuur ligt tusschen
35 en 40 graden Fahrenheit.
Ook de bollen der gladiolen mogen wij
n/iet buiten laten overwinteren. In den
herfst worden ze, als de balderen dood
zijn of de eerste vorst gekomen is, uit den
grond gehaald en in de lucht gedroogd;
als het met vriest en droog mocht zijn,
kan men dit het beste in de buitenlucht
doen. Ze worden dan in een dun zakje
opgehangen in een luchtig, vorstvrij ver
trek. Uit de kleine knolletjes, die aan de
moederknollen vastzitten, komen het vol
gend jaar of daaropvolgend jaar eveneens
bloeiende planten te voorschijn, mits men
ze in goeden, yruchtbaren grond plant.
Ze moeten dus niet weggeworpen worden.
Op dezelfde wijze als de dahlia's worden
de catma's behandeld. Een kelder is voor
het bewaren van deze wortelknollen echter
minder geschikt; men heeft er een luchtig,
j en vorstvrij vertrek voor noodig!1
Wat de knolSegoTiia's betreft, die de
laatste jaren steeds meer liefhebbers vin
den, ook daaibij moeten de knollen uit
den grond gehaald worden, niet alleen
wanneer ze in den vollen grond staan,
doch evengoed bij potplanten. Dit gebeurtt
nadat de bladeren afgestorven zijn. De
knollen moeten goed gedroogd worden
en op een droge plaats bewaard in een
warme kamer, bij voorkeur de huiskamer.
Ze kunnen ook in kistjes met türfstrooisel
gelegd worden. In den vochtigen kelder,
rotten ze weg.
De Montbretia's hebben meer weer
standsvermogen dan gladiolen, canna's en
knolbegonia's. Wanneer de grond goed
toegedekt wordt, houden zij het soms ja
ren achtereen in de buitenlucht uit, doch
vroeg of laat woraen ze dan toch door
de vorst gedood. Ze bloeien echter veel
overvloediger wanneer ze op dezelfde
plaats blijven staan, dan wanneer men ze
elk jaar weer uit den grond haalt. Doet
men dit laatste toch, dan moeten ze op
dezelfde wijze overwinterd worden als de
gladiolen.
Terwijl de bovengenoemde bolgewassen
alle uit den grond gehaald inoete
is het voor de tulpen juist den tijd om' ze
te planten. Meri kan dit doen in October
of November, eigenlijk zoolang de grond
nog niet bevroren is. Ze worden 16 a 20
c.M. diiep geplant en 18 a 20 c.M. uit el
kaar, Het bed moet goed omgespit zijn,,
terwijl de aarde met volkomen vergane
mest van goede kwaliteit wordt" vermengd.-
Van versehe mest gaan de bollen dood.
Als de grond zeer zwaar is, moet hlij
met zand worden vermengd. Speciale be
schutting tegen die vorst is over het al
gemeen niet noodiig; i-n elk geval wachte
men met het aanbrengen daarvan, totdat
het een keer hard gevroren heeft, omdat
er zich anders veldmuizen bij de tulpen
gaan nestelen en in den loop van den
winter opeten.
In goeden grond is het niet noodig,
om de tulpen uit den grond te halen
als ze uitgebloeid zijn. Als de bladeren
geel geworden zijn, snijdt men ze af en
beplant het bed met zomerbloemen. Wan
neer deze in den herfst afgestorven zijn,
wordt er een laag vergane mest op het
bed uitgespreid, die de tulpenbollen ten
goede komt. ïn lichter' zandgrond vormen
de tulpen echter geen nieuwe bloemen,
wanneer er bezuinigd wordt op de bemes
ting tijdens den b1 oertijd.
Mocht men de tulpen uit den grond
willen halen, dan moet men dit, nadat
hun bladeren afgestorven zijn De bollen
worden dan op een koele plaats bewaard,
tot ze droog zijn; dan worden ze gereinigd
door het oude velletje te verwijderen
de wortels af te snijden, waarna men
in den herfst weer uïtplant. Wil men de
bollen dadelijk na het uitbloeien uit den
grond halen om plaats, te krijgen voor
andere planten, dan dient men vooral er
op te letten, dat de in dezen tijd bijzonder
teere loten niet afgebroken worden. E>e
planten worden dan dadelijk op een licht
beschaduwde plaats gebracht, waar ze
blijven, totdat de bladeren afgestorven zijn.
Niet ten onrechte zijn de tulpen zoo
populair. Behalve een sierlijken vorm, bie
den zij ons de grootst mogelijke verschei
denheid van kleuren aan. Vooral de Dar-
wintulp is tegenwoordig gezocht. De bloei
tijd valt in Me;; de bladeren zijn bijzon
der gToot en die slanke, sterke stengels
kaarsrecht. De groote bloemen hebben een
fraai en vorm en de aan den top omgesla-
fgen bloemblaadjes hebben een fraaien
vorm en de aan den top omgeslagen
bloemblaadjes hebben een fhiweetige-n
glans. Men kan ze in alle denkbare tinten
krijgen: wit, roze, lila, violet, vermiljoen
en karmijnrood, bruin en zelfs zwart. Alle
andere tulpensoorten zijn kleiner dan de
darwmtulpen en voor zoover ze zich daar
van niet onderscheiden door een aanmer
kelijk vroegeren bloeitijd, zullen ze ook
wél binnen afzienbaren tijd door de Dar-
wiutulp geheel verdrongen zijn. Wanneer
men zijn tulpensoorten met zorg uitkiest,
kan men zeer lang achtereen bloeiende
tulpen iai den tuin hebben.
VOOR ONZE SCHAKERS
PROBLEEM No. 11430a!
van F, GIEGOLD
Zwart: 5
abcd e fgh
Wit: 4
De diagramstand in cijfers luidt als
volgt: Zwart: K b7 en vier pionnen op
b6, b5, b4 en d7. Wit: K b3, T a8, 7 c8
len 1 pion op d6. Wit begint en geeft In
drie zetten schaakmat
OPLOSSING PROBLEEM
van F. SCHRüFER.
1. L c4a2, K al xa2; 2. K d2—c2, K
a2—al; 3. P d3—cl, a3—a2; 4. P cl-b3r.
VOOR ONZE DAMMERS
PROBLEEM No 11430Ö1
van G. MANTEL Jr.
Zwart: 13
'N WIJS WOORD VOOR IEDEREN DAG
ZONDAG.
Met de helft der moeite, welke wij ons
geven voor 't geen wij schijnen willen,
konden wij het dubbele bereiken van 't
geen we zijn.
MAANDAG.
Niets imponeert minder dan te" willen
imponeeren; het laatste is de caricatuuur
van het eerste.
DINSDAG.
Men heeft lichter te veel gevoel dan te
veel verstand.
WOENSDAG.
De als „engelen" meest bewonderde
meisjes zijn die, welke een aardig kapi
taaltje ten huwelijk meebrengen.
DONDERDAG.
De grootste fout van het moderne jonge
meisje is, dat zij te veel op haar broer
lijkt en... niet zijn kwaliteiten bezit
VRIJDAG.
Het geluk verwachten, Is het schoonste
gedeelte van het geluk, ten minste van
het menschelijk geluk In den gewonen zin
genomen.
ZATERDAG.
Houdt u voor te goed om kwaad te
<ïoen.
Wit: 13
De diagramstand in cijfers luidt als
volgt: Zwart 7, 8, 9, 11, 14, 15, 18, 19,
21, 23, 24, 26, 36. Wit 25, 28, 32, 33,
34, 37, 38, 39, 40, 41, 42, 45, 48. Wit
begint en wint.
OPLOSSING PROBLEEM
van W. C. J. POLMAN.
Wit 28—22 22—17 39—34 27—21 21 x5
en wint
Zwart 19 x 30 11x22 30 x 28 15 x 27.
werkt zacht en weldadig; Uw huid ont
waakt tot nieuwe schoonheid onder haar
aanraking.
In prijzen van 20—30—45 en 75 cent
Verbod van vervoer enz.
Blijkens mededeeling der Nederl. Var-
kensoentr, is de Ministeriëele beschikking
afgekomen, dat het hebben, houden of ver
voeren van ongemerkte varkens verboden
is. Zij, die thans nog ongemerkte varkens
hebben, zullen in hun eigen belang zich
alsnog ten spoedigste dienen aan te melden
bij de Plaatselijke Commissie in hun dis
trict om als lid toe te treden en hun var
kens te laten merken, ter voorkoming van
groote moeilijkheden, waarin zij ongetwij
feld komen te verkeeren. Zij, die niet als
lid der Gewestelijke Varkenscentrale toe
treden, kunnen thans al geen vergunning
voor vrije huisslachting verkrijgen, wan
neer zij anders daarvoor in de termen
vallen.
Huisslachting. Zij, die als lid toegetre
den zijn tot de Gewestelijke Varkenscen
trale „Utrecht" en vallen onder de bepalin
gen van vrije huisslachtingen, dienen min
stens acht dagen vóór den dag van huis
slachting bij een lid der Plaatselijke Com
missie een aanvrage voor vrije huisslach
ting benevens een kennisgeving aan te vra
gen en één en ander nauwkeurig met inkt
in te vullen.
Deze ingevulde aanvrage voorziet het
lid der plaatselijke commissie van zijn ad
vies en zendt deze met de kennisgeving
aan de Gewestelijke Varkenscentrale,
waarna toezending van de akte van vrij
stelling verzonden wordt aan den betrok
kene, wanneer aan alle vereischten voor
de verkrijging van vrijstelling voldaan is.
Op de akte van vrijstelling wordt door
de Gewestelijke Varkenscentrale de da
tum van verzochte huisslachting vermeld
en deze acte dient drie dagen na de slach
ting teruggezonden te worden aan de Ge
westelijke Varkenscentrale.
Opgave ter secretarie der gemeente, waai
men woont voor aangifte van huisslach
ting, dient steeds te geschieden, onver
schillig of men al ot niet vrij stelling van
de heffing op de huisslachting verkregen
heeft.
Biggenmerken. Tevens zij medegedeeld,
dat de kostprijs der biggenmerken, welke
uitgereikt zullen worden, voor de biggen
geboren na 30 September j.I. bepaald i»
op 25 cent per stuk. Voor gekleurde big
gen zijn blikmerken verplichtend gesteld
waarvan de kosten 10 cent per stuk extri
bedragen, dus 35 cen+ n°r