Wat zal er in 1933 gebeuren?
Eerste Hulp
PUROL
Het eSnda van een held
der Pooizee.
door
ERNST ELY.
De bekende Oostenrijksche econoom.
!n onze serie economische arti
kelen geven wij thans het woord
aan een deskundige, die in
1928 en '29 deze crisis reeds
voorspeld heeft. Toen wilde nie
mand hem gelooven
Wij zullen ons niet wagen aan finan
cieele waarzeggerij, want wij kunnen niet
lezen, wat er in de sterren geschreven
staat of geheimen ontsluieren, die voor
elke ander sterveling verborgen zijn. Wij
kunnen echter wel conclusies trekken uit
bekende feiten en langs strikt rationalisti-
schen weg onze toekomstverwachtingen op
bouwen. Toen jaren geleden de professo
ren Keynes en Englis erop wezen, hoe het
goud aan politieke doeleinden dienstbaar
werd gemaakt en daarin de voorbode za
gen van een sterke prijsdaling der voor
naamste producten, was ik er dadelijk van
overtuigd, dat de „goede tijd" van 1928
en 1929 moest uitloopen op een crisis.
Dat was geen waarzeggerij, maar aan
vaarden van een theorie, die reeds spoe
dig tot werkelijkheid kon worden. De voor
naamste financieele leiders maakten die
theorie echter belachelijk, omdat hun be
lang uit hun gezond verstand hun
dat ingaf. Iemand, die zich' in fortuinlijke
omstandigheden bevindt, weigert altijd zich
te realiseeren, dat het morgen wel eens
minder goed zou kunnen zijn dan het
heden. Thans, aan het einde van 1932, is
het ontraadselen der geheimen van den
flnancieelen kokmos gemakkelijker dan aan
het einde van 1928. Men behoeft nu geen
Jeremia ot Cassandra meer te zijn, want
het gaat de wereld nu al zoo slecht*
dat het in de toekomst niet veel slechter
kan gaan.
Een psychologisch probleem.
Doch zelfs aan dergelijke mate van op
timisme is nog risico verbonden. Zooals
in 1926 iemand geloofde aan den storm,
die den boom der welvaart ging ontbla
deren, zoo gelooft thans niemand aan de
mogelijkheid, dat er ooit weer bladeren
aan dien boom zullen ontstaan. De be
schaafde wereld wordt geslingerd tusschen
hoop en twijfel. Zij droomt van een won
der en is er zich tevens van bewust, dat
er geen wonderen gebeuren. Daaruit blijkt
dat het alnemen van de crisis een psycho
logisch probleem is. Wanneer men de fei
ten slechts beschouwt uit zuiver econo
misch standpunt, zal men ze niet begrij
pen. De dingen gebeuren niet volgens
hun eigen wetten, maar 5door den invloed
welke de menschen er op uitoefenen. En
daarom is het juist van het grootste be»
lang om na te gaan, hoe de; menschen
innerlijk staan tegenoevr de wederoplos-
sing.
In 1932 was het beslist utopistisch' op
te nemen, dat de kwestie der herstelbeta
lingen door een accoord uit den weg kon
worden geruimd, dat de kwestie der ge
lijkberechtiging ook maar ten deele kon
worden opgelost ot dat Frankrijk zonder
schade voor zijn credietvaardigheid de be
taling der oorlogsschepen zou kunnen wei
geren, Doch even utopistisch was het in
Februari 1931 om de wederoprichting van
de Kreditanstalt ook maar te veronderstel
len, om een regeling van de schuldenkwes
tie ook maar tot de mogelijkheden te re
kenen, om te meenen, dat er aan het toe
nemen van de werkloosheid eens een ein
de zou komen en dat de buitensporige
prijzen eens zouden gaan dalen. Wanneer
wij de balans opmaken van 1932, kunnen
wij niet ontkennen, dat de geheele wereld
dichter bij de waarheid is gekomen. En
die waarheid is, dat de overwinning van
de crisis afhangt van liquidatie van den
oorlog in dè eerste plaats en liquidatie van
de inflatie in de tweede plaats.
De levenswil ontwaakt.
Niemand verwachi cr nog, dat Duitsch-
Iand de herstelbetalingen zal verrichten,
dat de verplichtingen der geallieerden te
genover Amerika na dit jaar nog zullen
worden nagekomen, dat de kleine mogend
heden volkomen aan hun verplichtingen
kunnen voldoen ot dat de Fransch-Duit-
sche vijandschap opnieuw zal uitbarsten
met dezelfde kracht al in de afgeloopen
jaren. De wereld is in 1932 veel nuch
terder geworden en een algemeene ver
gevingsgezindheid ten opzichte van ge
maakte fouten is nooit zoo nabij als wan
neer het eerste schijnsel van een nieuwe
dageraad zichtbaar wordt. Ook dat is een
psychologisch feit. Zoolang de crisis niet
in haar volle werkelijkheid wordt gezien,
durft geen bank en geen syndicaat du-
bieuse vorderingen al te schrijven en durft
niemand een volkomen waarheidsgetrouwe
balans op te stellen. Verzachtende leugens
worden gehandhaafd, omdat een volle ken
nis van de waarheid de psychose zou ver
ergeren. Doch het kapitaal is thans niet
meer afkeerig van het verleenen van nieu
we credieten tegen redelijke waarborgen,
die aanvankelijk den primitieven vorm van
koopwaren zullen hebben, aangezien de
geldschieters niet meer willen wagen In de
enorme massa der oude credieten, die
thans verloren zijn. Er zullen zich als
het ware een grootboek voor het verleden
ten een grootboek voor de toekomst naast
telkaar handhaven. De afschrijvingen in het
grootboek van het verleden zijn tot op
^teden nog niet verricht, doch het grootboek
van de toekomst is duidelijk en overzich
telijk. Er is een ingrijpende psychologi
sche verandering ontstaan, de verliesmoge-
lijkheden, die de laatste jaren gedreigd
hebben als een Medusahoofd, hebben thans
voor een groot gedeelte Kun schrikwek
kend aanzien verloren. De financieele we
reld weet, dat wederopleving ook mogelijk
is, wanneer een groot gedeelte der vorde
ringen moet worden afgeschreven.
De crisis is dood, leve de depressie.
Ik geloot dat het herstel zich1 het eerst
zal openbaren, waar groote kapitaal-reser
ves het mogelijk maken om credieten tot
stand te brengen zonder de toevlucht te
nemen tot inflatie en het laatste daar,
waar het zich' door een of andere moei
lijkheid niet kan aanvullen of waar de op
lossing van het werkloosheidsprobleem het
kapitaal bedreigt. De mislukking van de
Engelsche poging moest ons afkeerig ma
ken van elke poging om door depreciatie
van h'et geld 'iets te winnen. Wie zich1
vrij voelt van utopistische idealen, kan
echter uitroepen: „De crisis is dood, leve
de depressie". De economische crisis kan
niet worden opgelost door een permanente
politieke crisis, aangezien het verband tus
schen die beide kunstmatig Is.
De politieke crisis Is aan het verdwijnen;
er zal slechts een kleine rest van overblij
ven, want zij is gebaseerd op de Fransch-
Duitsche vijandschap en deze heeft haar
scherpste kanten reeds verloren. De vijan
digheid van Frankrijk en ook die van
Engeland ten opzichte van de Vereenigde
Staten heeft geen politieke, doch' een finan
cieele reden. Wanneer men ervan over
tuigd is, dat de crisis haar laagtepunt
reeds gepasseerd is, moet men daaruit af
leiden, dat de koersen der Amerikaansche
waarden zullen stijgen. En als Wallstreet
eenmaal licht ziet, zal het er wel voor zor
gen, dat zijn opstijging niet belemmerd
wordt door herinneringen aan den oorlog.
In Wallstreet en nergens anders zal de
schuldenkwestie geregeld moeten worden,
en waar naar mijn meening de verbetering
zich het eerst zal openbaren in Amerika,
beschouw ik het in verband daarmee als
waarschijnlijk, dat 1933 ons het einde der
twisten over de schulden zal brengen.
Wanneer men de strijdbijl begraaft, moe
ten daarnaast de vergeelde documenten be
treffende de schulden worden begraven.
Meer dan een vraagteeken.
Waarzeggen beteekent eigenlijk in de
verte zien met gezonde oogen en over de
toekomst nadenken met een gezonden
geest. Wij zijn reeds zeer dicht genaderd
tot de kennis van de waarheid. Wij kunnen
ons thans vrijmaken van elke illusie. Daar
om kan de crisis verloopen in een depres
sie en zelfs de duur der depressie kan
bekort worden door een algemeene rege
ling, d.w.z. door de schade, die door de
inflatie is veroorzaakt, af te schrijven en
door een nieuwe regeling der betrekkingen
tusschen het productiekapitaal 'en het ge
spaarde kapitaal.
1933 begint met een vraagteeken, maar
niet zooals 1931 met een punt achter onze
verwachtingen.
BUITENLANDSCH WEEKOVERZICHT
Nog steeds revolutiepogingen in
Spanje, ook in Italië is het on
rustig. Hitier en Von Papen con-
fereeren met elkaar. Het Chï-
neesch-Japansche „geschil".
Spanje is de rust nog steeds niet
weergekeerd, de woelingen, die volgens
de officieele Regeeringsberichten van de
vorige onderdrukt heetten, zijn weer op
nieuw uitgebarsten. Ook nu weer hebben
syndicalisten en communisten te Barcelona
een poging tot revolutie gedaan. Ze heb
ben daarvoor den Zondag uitgekozen. Zij
bestormden een infanteriekazerne en het
hoofdbureau van politie, en wisten het
Centraal Station te bezetten. Door de ge
heele stad klonk mitrailleurviiur. Waar a!
deze revolutiepogingen tenslotte op uit zul
len moeten draaien, is nog niet te voorzien.
De extremistische beweging in Spanje is
van oudsher in Spanje al bekend om haar
voortvarendheid met bommen en ander
ontplofbaar materiaal en haar betrekkelijk
groot aantal aanhangers. De anarchistische
beweging, die het in de andere Euro-
peesche landen nauwelijks tot eenige wer
kelijk invloedrijke actie wist te brengen,,
heeft zich zelfs tijdens het dictatuur van
Primo de Riviera staande weten te hou
den. Na de revolutie zijn alle uiterst Iink-
sche bewegingen vooruitgegaan en vooral
de communisten doen hun best om van
"Spanje een Sovjet-Republiek te maken.
Voorloopig nochthans moeten zij zich te
vreden stellen met miniatuur-revoluties,
zooals er thans weer een te Barcelona is
uitgebroken.
Over de gang van zaken in Italië wor
den we altijd keurig ingelicht door het Ita-
liaansche persbureau Stefani. Als alle cou-
rantenbedrijven, staat het onder staatstoe
zicht, dus is het begrijpelijk, dat de be
richten, die het doorzendt alleen over het
goede vertellen, dat in het land van Mus-
solini voorvalt. We hebben geen reden om
aan de waarheid van deze berichten te
twijfelen, doch wel mogen we veronder
stellen, dat dit persbureau over de minder
aangename gebeurtenissen, vooral op po
litiek terrein, in alle talen zwijgt. Mogen
we Stevani gelooven, dan bestaat er in
Italië alleen de fascistische politiek en
heeft de geheele Italiaansche bevolking
zich' daarbij neergelegd. Maar Zondag wist
Reuter ons te berichten, dat er in de pro
vincie Salerno te Monte -San Giacomo hevi
ge onlusten zijn uitgebroken, waarbij ver
scheidene burgers en pólitie-agenten wer
den gedood. Ook te Sarssano waren on
geregeldheden uitgberoken, die ontstaan
zijn wegens de hooge plaatselijke belastin
gen, tenminste aldus meldt Reuter. Men
moet in deze berichten, die de strenge
Italiaansche censuur gepasseerd zijn, ook
tusschen de regels door kunnen lezen om
het geschrapte te gissen. Deze onlusten
zullen dus hoogst waarschijnlijk wel een
politieke ondergrond hebben.
In Duitschland is het de laatste weken
onder het bewind van Von Schleicher bui
tengewoon rustig geweest. Men krijgt den
indruk, dat het den nieuwen Rijkskanselier
gelukt is, het noodige evenwicht in de
ontwrichte Duitsche boedel te brengen. Wij
zeggen nog maar: den indruk, want be
paalde feiten zijn er nog niet te beoor-
deelen. Wat ze echter wel weten, is, dat
Von Papen weer het politieke oorlogster
rein heeft betreden en de verbroederings-
h'and 'heeft toegestoken aan Hitier, wiens
positie in de nationaal socialistische gele
deren danig aan het wankelen is gebracht
door het uittreden van Von Strasser. Twee
broeders in den nood, die elkaar hebben
gevonden, De booze pers heeft natuurlijk
aan het onderhoud Hitier-Von Papen de
noodige commentaren vastgeknoopt en be
weerd, dat de twee jockey's van de ver
liezende paarden in den politieken wedren
den jockey van het winnende paard beentje
willen lichten, m.a.w., dat zij Von Schlei
cher tot aftreden willen dwingen. Maar
o riteèn, zegt de heer Von Papen, ik was
slechts op reis naar Düsseldorf om mijn
moeder te bezoeken en besprak met den
heer Hitier uitsluitend de mogelijkheid hoe
de N.S.D.A.P. over een halt jaar zou kun
nen deelnemen aan een kabinet van den
nationale concentratie.
We gelooven, dat deze besprekingen te-
vergeelsch zullen zijn. Hitier en Von Papen
hebben hun rollen uitgespeeld en het fs
zeer onwaarschijnlijk, dat zij nog eens de
politieke arena zullen betreden. Het Duit
sche volk heeft er schoon genoeg van om
als politiek proefkonijn te worden geslacht.
Het heeft behoefte aan werkelijkheidspoli
tiek en niet aan alle mogelijke en onmoge
lijke partij-politieke proefnemingen.
Het geschil rond Shanghaikwan is nóg
niet uit de wereld. Het bloedbad is wel
iswaar voorloopig beëindigd, nadat 800
Chinëesc?^ ^burgers hun leven bij het
slechten van dit geschil hebben gelaten,
maar thans werden er officiëele nota's
óver gewisseld. Natuurlijk schuift Japan,
zoóals reeds voorspeld werd, de schuld
op de Chlneezen en plaatst de Japansche
regeering zich op het standpunt, dat het
gebeurde geen politieke beteeken is heeft,
doch „slechts" een gebeurtenis van zuiver
plaatselijke aard is. De diplomatieke ver
tegenwoordigers van Japan, te Londen,
Berlijn, Moskou, Washington, Parijs en
Rome hebben instructie ontvangen de on
derscheidene regeeringen op de hoogte te
brengen van de Japansche opvatting en
de motieven voor het Japansche optreden.
Er is op het oogenblik rust rond Shang
haikwan, maar het heeft er allen schijn
van, dat het een stilte is, die aan den storm
voorat gaat. In China wordt overal geld
bijeengebracht voor het werven van vrij
willigers, die de Japanners in Mantsjoe-
rije moeten bestrijden. Ofschoon officieele
Japansche berichten ons willen doen ge
looven, dat de troepen worden terugge
trokken, kan men er van verzekerd zijn,
dat men in feite bezig is nieuwe verster
kingen uit Japan over te laten komen.
Intusschen wachten wij den Toop der ge
beurtenissen met spanning af. Japan Iaat
zich niet zoo spoedig van zijn kpropos
afbrengen.
TUINBOUW, PLUIMVEE, ENZ.
ONS PLUIMVEE.
Vragen, deze rubriek betreffen
de kunnen door onze abonné's
worden gebonden aan Dr. te Hen
ne,pe, Diergaardesingel 96A, te
Rotterdam. Postzegel voor ant
woord insluiten.
Over een veel voorkomende kip-
penziekte. De put dempen als
het kalf verdronken is.
Als men im den winter bij de pluimvee
houders komt en met de menschen praat,
krijgt men al gauw te hooren in sommige
gevallen, dat de kippen het niet best
doen, niet best, leggen, omdat ze wat
snotterig zijn. Nu is snot een woord, dat
eiken kippenhemder in den mond bestor
ven ligt en allerlei misstanden worden op
rekening van deze ziekte geschoven. Voor
al de meer ouderwetsche menschen be
schouwen snot min of meer als een nood
zakelijk kwaad waar niet veel aan te
doen iis, de jongere generatie weet echter
zoo zoetjes aan wèl, dat er „snot" et.
„snot" bestaat cfl dat er wel degelijk wat
aan te doen is.
We zullen nu eens zien hoe de zaak
eigenlijk in elkaar zit en of er aan dezen
geesel van den hoenderstapel niet wat te
doen is. Om U gerust te stellen begin
ik met het slot en vertel U al direct dat
wat de kippenhcuders „snot" noemen.,
een verzamelnaam is van verschillende
ziekten, die de wetenschap at direct ver-
de ellti n drie groeppen ti.\\ diphtherjjle,
kwaadaardige snot en goedaardige ver-
koudlieidssnot.
De ergste van dit edele drietal' Is eigen
lijk de diphtherie en daartegen Is wel de
gelijk wat te doen in den tegenwoordigen
tijd, al doet men beter niet te wachten!
tot de ziekte er is, maar van te voren! de
kippen er tegen te laten Inenten.
Deze drie ziekten kunnen ate gemeen
schappelijk verschijnsel hebben, dat In
het begin-stadium neus- en oogslijmvUe-
zen ontstoken zijn en dus vocht gaan af
scheiden. De neus en oogen der kippen
worden nat, er loopt vocht uit, ze gaan
niezen en een eigenaardig geluiid maken
door de moeilijke ademhaling. Door het
vocht en het stof worden de veeren aap
den hals, waaraan de dieren hun snavel
afvegen, vuil en in tijd van een oogenblik
ziet een zieke kip, vooral een wittfe, er
onmogelijk uit.
Maar het verdere verloop van deze drie
ziekten is geheel verschillend en daarom
zullen wij deze typische winterziekten dan
ook apart behandelen. Wel kunnen ze bij
de kippen alle drie voorkomen, maar dat
gebeurt toch niet heel vaak.
Allereerst dan de diphtherie, een den
meest schadelijke ziekten van den moder
nen tijd. Haar enorme schade ligt niet zoo
zeer in het groote aantal kippen, dat
sterftv dan wel iin het feit, dat de zieke
kippen niet leggen en dat juist in demj
tijd, dat de eieren het meest opbrengen
en dit feitelijk de wiinst van de kippen-
houderij moet opleveren.
Kippen, die in het najaar en in den win
ter niet leggen, kunnen heel mooie dier
tjes zijn, maar zij leveren beslist geep
winst op in den tegenwoordigen tijd. De
geheele moderne fokkerij is er op in
gericht om de kippen in h'ertSt en winter
eieren te laten produceeren daar er anders
geen winst aan te behalen is. Dit produ-
ceeren in den winter is voor 'de kip een
zeer onnatuurlijk iets, want een kip is
eigenlijk een vogel uit de tropen, die daar
in haar vaderland in de oerbosschen rond
loopt en per jaar een paar dozijn kleine
eitjes legt. Zoo'n kip is echter een waar
natuurwonder, want in den loop der jaren
of eeuwen heeft zij zich aan vrijwel' alle
klimaten der wereld leeren aanpassen, zijn
uit de paar soorten van wilde kippen hon
derden en honderden andere soorten ont
staan in allerlei vormen en kleuren en1
de legster van een paar dozijn eieren
is 'n soort Iegmachine geworden, waarvan
sommige exemplaren zelfs 360 eieren in
een jaar kunnen leggen.
Dit alles is natuurlijk onder invloed van
den mensehe'lijken wil aldus langzamerhand
gefokt uit de oerkippen en steeds i9 men
daarbij verder van den natuur afgedwaald'
Men zou zich nog kunnenvoorstellen,,
dat zoo'n kip uit de tropen hier in deze
1 streken In het mooie voorjaar ook met
plezier een paar dozijn eieren legt en zelf
i uitbroedt, zoodat er een broedsel frfesche,.
j sterke, vlugge kuikentjes ontstaat, die in
1 licht, lucht en zonneschijn voorspoedig op
groeien.
Maar dat zoo'n dier nu in hokken ge
stopt wordt, som's dien geheelen winter' bin
nen achter vensterglas en dan maar steeds'
eieren moet produceeren geheel tegen dien
natuur in en dat ook weikelijk doet, mag
toch wel een wonder heeten.
Men vraagt mij zeer vaak: waar komen
toch al die kippen ziek ten vandaan, ook
bij menschen, die al hun best doen za
gezond te houden, doch ik stel daaren
tegen altijd mijn vraag dat ik werkelijk
niet begrijp, dat het nog zoo goed gaat
en dat er ondanks dit geweldig onnatuur
lijk gedoe niet veel meer ziekten zijn.
Het is dan ook alleen maar moge-Ijk
in een voortdurende samenwerking tus
schen wetenschap en de eischen der prak-
tijk, de pluimveestapel op peil te hou
den en er winst mee te behalen. Steeds
moet de wetenschap er als de pinken bij
zijn om te maken dat het niet misgaat en
als we de zaak ernstig beschouwen, moe
ten we toegeven, dat de wetenschap nog
steeds ten achter is bdj /de eischen der prak
tijk.
We zullen nog gelegenheid genoeg heb
ben, daar van tijd tot tijd op te wijzen.
Een der mooiste voorbeelden echter hoe
de wetenschap een der meest schadelijke
plagen der moderne pluimveehouderij
heeft weten te keeren, vinden we blij de
diphtherie. Vroeger een gevreesde ziekte,
tegenwoordig alleen maar voorkomend in
hoenderstapels, wier eigenaar niet op de
hoogte van den tijd is, daar men de
ziekte met een redelijk groote zekerheid
kan vooik-omen, door de kippen vroegtij
dig te laten inenten.
Hierover een volgende keer meer.
machinekamer binnen ep dat fe het be<
gin van het einde. De 120 koppen tellende
bemanning staat van minuut tot minuut
klaar om het schip te verlaten en over
te gaan op, den ijsbreker „Sedow", die
tangszij ligt. Voor het snelle, beproefde
schip is er vermmoedelijk geen hoop! meer.
Het zal verlaten worden, overgelaten aan
zijn lot, doch het staat vast, dat de ruwe
klanken uit h'et Poolgebied, die zijn be
manning, vormen, dit diep zullen gevoe
len en misschien zelfs 'n traan zullen weg
pinken uit hun onder velerlei'omstandighe
den droog blijvende oogen.
De „Malvchin" is dan ook geen wille
keurig schip, waarmee men eens eein reis
maakt zonder er zich bijzonder aan to
hechten. De „Malychin" is bij wijze van
spreken een persoonlijkheid, zooals ellk
schip dat eigenlijk voor zijn bemanning
moet zijn. En dan vertoonde het karakter
van de „Malychin" wel een bijzondere!
hulpvaardigheid en kracht en wie er oo$
zooals ik, eenige dagen of weken op heeft
doorgebracht en gezien heeft, hoe de*
gelijk en betrouwbaar deze ijsbreker werk*
te, die fcan nu een gevoel van verslagen*
beid niet van zich afzetten.
Om in Het gezin aan groot eni klein,
dadelijk hulp ie kunnen verleenen bij Brand»
wonden en Snijwonden en alle andere
Huidverwondingen, is Het zoo veilig thuis
altijd hij de Hand te hebben een doos of
tube
De ijsbreker „Malychin" zinkende bij
Spitsbergen
door
SVEN C. WONDLER
Drie mijlen van Spitsbergen vandaan is
de Rusische ijsbreker „Malychin" op de
rotsen geloopen. De oude strijder tegen
bet ijs en alle anders verschrikkingen van
het pooglebied, die ontelbare malen averij
heeft opgeloopen en ontelbare malen weer
hersteld is om opnieuw den strijd in te
gaan, die ligt nu met zware slagzij in de
IJszee. De pompen werken nog, doch ze
kunnen niet meer volkomen aan het doel
beantwoorden; het water dringt reeds de
De „Malvchin" is op twee na de groot*
sfe ijsbreker ter wereld (na de „Denim" etj
de „Krassin"); op 'het gebied van ijs*
brekers zijn de Russen In den loop defti
tijden specialisten geworden, omdat zij
den weg moesten vrijhouden naar hef
niet altijd ijsvrije Archangeisk. De „Maly
chin" is zoo merkwaardig beweeglijk, dat
men alleen daarom af geneigd is om aatt
haar te denken als aan iets levends. Met
haar scherpen van voren gekromden la
gen boeg, stootte zij tegen het ijs aan
en als het zoo niet meer ging, dan werden
de achterste tanks met water gevuld, de
boeg steeg ver omhoog en schoof op het
ijs, het watef werd uit de achterste tanks
overgebracht naar die aan den boeg, steeds
zwaarder drukte de „Malychin" op de
ijsschotsen, totdat ze eindelijk sissend en
knarsend onder haar gewicht braken. Dan
zette de schroef aan den boeg zich id
beweging de „Malychin" had zoowel
van voren als van achteren schroeven
de boot werd een eind achteruit gedreven
en dan werd dezelffde ihenoeuvre her
haald. Zoo heeft zij zich herhaaldelijk da*
gen en weken door het dikste pakijs van
de Pooizee gewerkt en zoo is zij, evenals
haar commandant Professor SemöÜovi.tsy,
wereldberoemd geworden.
Het eerst is de naam „Malychèv" o.p
aller lippen geweest, toen de tal ia" ex
peditie van Oeneraal Nobile verongelukte.
Een gedeelte der 'bemanning kwam met
den gondel onzacht op het ijs en werd,
gered door vliegtuigen., waarbij de Nooit
sche poolomderzoe'ker Rüser Larsen zicu
ten zeerste onderscheidde. De z.g. baL
longroep bleef echter vermist, totdat een
radio-amateur in, Noord-Rus land de wan
hopige berichten van den marconist BiJaigni
opving. Dadelijk gingen de „Malychin" en
de „Krassin" er op uit, onvermoeid stre
den zij tegen het ijs, uren en dagen lang,
totdot zij eindelijk de „Krassin" hei
eerst de ballongroep bereikten. De tra
gische dood van den Zweedschen pool-
onderzoeker Malm.gren konden zij welis
waar niet verhinderen, doch de anderen,
de Italianen en de Tsjech Behounek wa
ren zonder ae Russische ijSbrekers red
deloos verloren geweest.
Later kreeg de Duitsche touristenstoom- j
boot „Monte Sarmiento" bij Spitsbergen
een ernstig defect aan de machine, zoo- j
dat zij hulpeloos ronddreef op de golven
van de IJszee. Onder de vele schepen, die
toesnelden om hulp te bieden, was het de
„Malychiii", die het schip in veilige haven
bracht en de ruw uit hun droomen opge
schrikte touristeii daarbij.
De „Malchinin" was het ook, die zoo
betrouwbaar werkte, dat Eckener op zijn
beroemde poolvlucht met de „Graf Zeppe
lin" met dezen IJsbreker een rendez-vous
midden in de IJszee afsprak, waaraan van
beide kanten dan ook schitterend werd vol
daan. Weliswaar moest het luchtschip spoe
dig weer opstijgen inverband met den
ijsgang, die voor de „Malychin" natuur»
lijk geen bezwaar was, doch het oponthoud
had toch lang genoeg geduurd om post
uit te wisselen. De meest tragische bijzon
derheid van deze ontmoeting was overi-
gens, dat de ongelukkige „Nobile" zicli
aan boord van de „Malychin" bevond. De
man, die steeds geijverd had voor het prin
cipe, „lichter dan de lucht" en die door
zijn mislukte poolvlucht zijn ideaal de
grootste schade had toegebracht, vooral in
zijn eigen vaderland, zag het nu door een
ander verwezenlijkt.
Dat alles is nu voorbij. De sterke Rus
sische jongens zullen niet meer in de vol
rook staande kajuit harmonika spelen en
zonnebloempitten eten. Dat kleine, gezel
lige vertrekje zal niet langer de Europee-
sche beschaving in het Hooge Noorden
vertegenwoordigen. De „Malychin" zal
geen menschenlevens meer redden, geeu
nieuwe zeewegen meer zoeken, geen we'
tenschappeiijk materiaal meer verzamelen
Het is haast niet te gelooven, voor wie
eenmaal op de „Malychin" is geweest; hel
is, alsof er een vriend is heengegaan