ONZE
UVHI
<H»
xr
c
riOfi PASSEN WIJ?
Een eenvoudig hulpmiddel*
Voor beginnerukn.
Indlea wij niemand hebben om ons t« passen
bij het maken van onze kleedlngstukken, dan Is
het de aangewezen weg een pasvorm of z.g.
pop naar onze maat te laten maken.
De aanschaffing hiervan Is niet zoo buiten
gewoon hoog en wij halen de kosten ervan
dubbel en dwars uit door het zelf maken van
kleeren en het beste is om de pasvorm precies
volgens het figuur te laten maken.
Indien er onder onze lezeressen dames zijn, die
nog niet zoo bijzonder vlot naaien, dan zouden
wij willen aanraden, om aan de hand onzer
patronen op de pasvorm te beginnen met een
onderjurk, daarna jumper- en overhemdblouses,
een rok, een eenvoudige japon om zoo langza
merhand tot meer de meer gckleede japonnen
en mantels over te gaan, Indien het patroon in
elkander geregen is, wordt het eerst op den pas
vorm gepast en daarna op het figuur; in de
meeste gevallen zal er niet veel aan veranderd
behoeven te worden.
Een goede raad.
Indien wij nu een rok zelf maken, is het nog
wel eens een bezwaar om de lengte overal pre
cies gelijk te krijgen, indien niemand ons passen
kan. Ik wil u hieronder een eenvoudig hulpmiddel
aan de hand doen, waardoor het niet moeielljk
valt de rok absoluut gelijk te doen hangen.
We beginnen den rok geheel en al af te wer
ken, zoowel wat bovenkant, split als zijnaden
betreft; de laatste hebben we ook uitgestreken
en otngenaaid, zoodat we de rok aandoen en
voor de spiegel van onze wasch- of toilettafel
gaan staan, die we zóó plaatsen, dat we niet
meer zien dan de onderkant van de heupen of
wel de rok ter hoogte van de pols als wij de
arm langs de zijde hangen. Hebben we geen
verstelbare spiegel, dan is er wel een wand-'
spiegel, die we zóó plaatsen op een stoel, of
ergens anders op, dat we hetzelfde bereiken.
Vóór den spiegel staande geven we de juiste
lijn aan met spelden, die den onderkant te zien
geven, eerst de voorzijde, daarna de rechter-,
achter- en linkerkant van den rok, trekken hem
voorzichtig uit en meten de vereischte lengte
met de centimeter vanaf de spelden naar onderen
toe af, die spelden nu met kleermakerskrijt aan
geven waarna we den omslag gemakkelijk kun
nen aangeven en omrijgen. Indien we dit precies
volgens deze gegevens gedaan hebben, dan zal
onze rok precies gelijk hangen en werken we
hem met onzichtbare steekjes af.
VOOR DEN MIDDAG.
Een fraaie eenvoudige japon.
(A 1)
Deze ipïddagjapon zouden wij van effen wollen
stof willen maken met als garneering niet anders
dan een rijgsteek van wol in afstekende kleuren,
liefst 5 of 6
rijtjes naast el
kander, hetgeen
een buitenge
woon aardig ef
fect maakt en
tevens goedkoop
is, daar wij al
licht restjes wol
hebben.
Bij bruin staat
b.v. terra en bei
ge heel goed, ter
wijl een zwarte
japon b.v. tinten
groen en geel
vraagt.
Het geheel be
staat uit een bo
venstuk met ge
schulpte kraag
en gladde mouw
met manchet;
voor de strik, die
onder aan de
halsopening is,
nemen wij een
reep stof die we
laten a jouren,
en daarna in het
midden van het
open randje
doorknippen,
waardoor wij een
fijn tandje krijgen. De rok is zeer eenvoudig en
bestaat uit twee banen, die in niet te ruime
klokken vallen; aangezien wollen stoffen in den
regel 1.30 M. breed zijn komt dit met het oog
op de breedte mooi uit en zullen geen aparte
stukken aangezet behoeven te worden.
Patronen zenden wij u In alle gangbare maten
gaarne toe.
VROUWEN IN VERSCHILLENDE
BEROEPEN.
In alle landen neemt het aantal werkende vrou
wen gestadig toe. Slechts zelden bedraagt het
minder dan de helft van het aantal werkende
mannen en in vele landen is het aanmerkelijk
grooter. Sigarenfabrieken, boekbinders, modisten
en textielfabrieken hebben meer vrouwelijk dan
mannelijk personeel in dienst en in de confectie
fabrieken voor schoenen en kleederen vindt men
ongeveer evenveel mannen als vrouwen. Ook
het aantal beroepen, waarin vrouwen werkzaam
zijn, neemt steeds toe; zoo zijn er in Rusland
enkele vrouwelijke filmregisseurs, terwijl een
vrouw aan het hoofd van de beroemde Scala
te Milaan staat. Ook diplomatieke functies wor
den dikwijls door vrouwen vervuld; zoo zijn er
vrouwelijke diplomaten in dienst bij de V S.,
Finland, Rusland, Tsjecho-Slowakije en Ierland.
Een hevigen strijd wordt gevoerd om het instituu'
der vrouwelijke geestelijken; zij komen reeds vrij
veel voor, vooral in Engeland en Amerika; in
Engeland hebben zij zelfs een vereeniging op-
lericht met 20 leden.
u1
15
<2
t
3
i
i
1
t
1
AARDIGE KANTOORKLEEDING»
BLOUSE EN ROK.
Groote keuze in te gebruiken stoffen.
A 11
Een opgewekt Jurkje in tijden, waarin we zoo
veel over somberheid hooren praten, zal het
zeker „doen". En vooral als wé nog enthousiast
kunnen vertellen, dat
wij het zelf hebben
gemaakt.
Niet alleen prac-
tlsch, doch ook bij
zonder aardig is het
geheel van bijgaande
blouse en rok, die we
zoowel voor meer ge
kleed als voor kan-
toorkleeding kunnen
gebruiken.
Kunstzijde, flanel,
vyella, cachemlre,
crêpe de chine, shan-
tung en andere soepele
stoffen zijn uitstekend
geschikt voor de
blouse; voor gekleede
doeleinden worden de
meer fijne weefsels
gekozen, terwijl fla
nel en vyella in di
verse mooie kwalitei
ten voor middag- of
kantoorkleeding ge
dragen worden; het
mooist is effen ln een
zachte tint.
De rok wordt van
een fantasie of effen
stof gemaakt, hetgeen
afhangt van de man
tel, die er bij gedra
gen wordt, tenminste
indien dit een kort
jasje is.
Een bruin rokje met shantung blouse staat
keurig-, terwijl bij een zwarte rok een witte beter
past.
De blouse heeft geen andere garneering, dan
drie mooie perlemoeren knoopeó" aan dé' voor
zijde en een paar knoopen voöt 'de slüitlhg 'Hér
manchetten.
Het rokje heeft een voorbaan uié twee ge
deelten, d.w.z, eën vrij laiag vallend heupstük,
waaraan het klokrokje wordt gezet ea een ach
terbaan uit één stuk, een ceintüurvaü 'dëzelfde
stof kan over het rokje gedragen Worden.
Patronen stellen wij gaarne verkrijgbaar ln de
maten 4248.
EEN VROUWELIJKE „INVALIDE",
Het ls weinig bekend, dat het beroemde Invall-
dentehuis te Parijs ook eens een vróuw onderdak
heeft verschaft. Deze amazone, die bijna nooit
vrouwenkleeren droeg, heette Marie Angélique
Brulon geboren Duchemin. Zij werd in 1772 ge
boren en nam de wapens over van haar echt
genoot, een dragonder, die aan haar zijde sneu
velde in de woelingen tijdens de Fransche revo
lutie. Zij heeft zeven jaar in het leger gediend,
maakte zeven veldtochten mee en werd driemaal
gewond. In 1811 werd zij in het tehuis opge
nomen.
Zij werd herhaaldelijk in de dagorders van het
leger vermeld en heeft zich bijzonder onderschei
den, toen zij op den 5en Prairial van het 2e jaar
der republiek een door de Engelschen aangeval
len post verdedigde. Zij stierf in 1848, nadat zij
een jaar tevoren het Legioen van Eer gekregen
had. Zij werd ten zeerste geacht door allen, die
haar gekend hebben.
54t—
EEN HANDIGE BERGPLAATS»
En zoo makkelijk te maken.
Indien we zeer klein behuisd zijn ea b.v. op
kamers wonen en geen keuken tot onze be
schikking hebben, maken we bijgaande practische
bergplaats voor keukengerei en pannen.
We zien een niet t e kleine kist te bemach
tigen, overtuigen
ons, dat hij goed
stevig in elkaar
zit en slaan er an
ders hier en daar
nog een paar spij
kertjes in; daarna
wordt de binnen
kant met lakverf
geverfd, noodig is
dit niet, maar het
staat aardiger en voorzien van kleine haakjes
aan de zijkanten, waaraan steelpannetjes, ver
giet-, saus- e.a. lepels komen te hangen, terwijl
op den bodem de pannen komen te staan.
De buitenkant moet natuurlijk ook behoorlijk
afgewerkt worden. We maken hiervoor een cre
tonne overtrek, bestaande uit een lap volgens de
maat van den bovenkant, plus inslagen, hieraan
wordt een ruime strook gezet, die even boven
den grond komt, doch zóó, dat de strook aan
de voorkant aan beide zijden open blijft, opdat
we deze gemakkelijk naar boven kunnen slaan,
indien we iets uit onze bergplaats noodig hebben
Het meest practische is, indien wij de overtrek
los maken, opdat deze zoo noodig gewasschen
kan worden.
EXOTISCHE MODEGRILLEN.
De 10de in de binnenlanden
van Australië.
Bij de inboorlingen in het binnenland van
Australië treft men bij de kleederdrachten der
vrouwën een buitengewone fantasie aan, die de
scheppingen der Europeesche mode dikwijls verre
overtreft. Een professor, die een onderzoekings
tocht in Australië maakte en zich ook geruimen
tijd in het binnenland ophield vertelt, dat de
vrouwen der inboorlingen een uitgesproken smaak
hebben, waarhet mode en versieringen betreft,
die zich zoowel kenmerkt door veelheid als door
het bijzondere ervan.
De versiering van hoofd en hals bestaat uit
staarten van oppossum; stroohalmen worden in
den neus gestoken en die gedeelten van het li
chaam, welke onbedekt blijven, worden met gril
lige vormen getatoueerd.
Zeer vaak dragen zij armringen, die van haar
eigen hoofdhaar gemaakt zijn.
Als teeken van rouw brengen zij zich wonden
toe aan de schouders, welke blijvende lidteekens
veroorzaken, terwijl met dit treuren tevens het
uittrekken der haren gepaard gaat en het in
practljk brengen van het bij ons spreekwoorde
lijke gezegde: „In zak en asch" zitten.
Bij feestelijke gelegenheden worden merkwaar
dige spelen opgevoerd, waaraan vooral de vrou
wen ijverig deelnemen.
Een gedeelte stelt b.v. kangoeroes voor en een
ander deel de jachthonden; de eerste worden door
de honden achtervolgd, waarbij het veelal tot
ernstige twistpartijen komt.
De vrouwen hebben in deze streek zoo goed
als niets te doen. Aan de bereiding van het mid
dagmaal behoeyen zij niet te denken, daar men
vrijwel van de natuurproducten leeft in dit bui
tengewoon vruchtbare land, dus letterlijk gespro
ken: „van de hand ln de tand".
EEN VOORNAAM
KLEEDINGSTUK.
11 Verschillende pelerines»
Cl
Wij geven hierbij drie verschillende soorten
kleine capes aan, die heel eenvoudig te maken
zijn en tevens het voordeel hebben, dat zij een
eenvoudig japonnetje tot e^n zeer gekleed ge
heel vormen. We kunnen deze capes b.v. op
een fluweelen japon dragen, terwijl de eerste dan
van het zelfde fluweel als voor de japon ge
bruikt werd, gemaakt wordt. Verder is wit of
zacht paars geplet pluche zeer gekleed, evenals
hermeline, het eerste b.v. op een zwarte, het
laatste op een grijze japon.
Ook op zijden toiletjes en op andere dunne
weefsels staan deze kleine capes allerliefst
De japon, waarbij zoo'n cape gedragen wordt
moet een eenvoudige halsafwerking hebben, zoo
dat geen revers of kraagjes onnoodige dikte
geven.
De bovenste cape heeft een platte kraag, die
zoowel vóór als achter met twee puntjes op de
cape valt, terwijl de sluiting midden voor ge
nomen wordt.
No. twee is een eenvoudig licht klokkend
model, dat midden vóór met een aangeknipt over-
slagje sluit terwijl het laatste, niet minder flatteuse
model uit drie over elkander vallende steeds
grooter worden licht klokkende volants bestaat,
die in het midden met een knoop sluiten.
Patrorten van deze capes zenden wij u bij
bestelling van een knippatroon kosteloos in de
maten 4048 toe,
KANGOEROEHUID.
De huid van de kangoeroe leent zich uitste
kend tot het overtrekken van koffers, terwijl dit
beige gekleurde leer tevens de practische eigen
schap bezit, dat het afgewasschen kan worden.
Ook worden op de kleine koffertjes aardige
strepen ln kleuren aangebracht, welke op hef
neutraal getinte leer een aardig effect geven.
Wij zagen een voorjaarsensemble bestaande
Uit rok en jumperblouse van een beige crèpe-
weefsel met een bruin crêpe mantel, zonder
kraag.
De scarf ln tinten bruin, beige en terra werd
op de japon gedragen, langs de punthals gedra
peerd, terwijl de beide uiteinden kruiselings op
den rug der japon vastgeknoopt waren.
EEN WARME JURK.
Voor meisjes van 813 jaaf»
A 9
Hoewel wij waarschijnlijk niet meer zulke koude
dagen te verwach
ten hebben, ls een
warme jurk toch
in dezen tijd nog
zeer zeker op zijn
plaats.
Het model dat
wij hier zien leent
er zich uitstekend
voor om uit een
groote japon ge
maakt te worJea
of uit een zomer
mantel, die niet
meer gedragen
wordt.
Het lijfje heeft
een hoog aange
sloten kraagje met
das van gestreepte
zijde in verschil
lende tinten, het
geen Iets vroolijks
aan de jurk geeft.
Het vóór- en
achterbaantje
heeft op zijde
aparte baantjes,
waardoor het
knippen uit een
bestaande japon
gemakkelijker is.
De mouw is
recht en heeft
een kleine opslag. Bij het aanvragen van pa
tronen den juisten leeftijd opgeven.
HET AANVRAGEN VAN
PATRONEN.
Om het onze lezeressen gemakkelijk te maken
kunnen patronen voortaan ook per brief ónder
bijsluiting van 58 ct. in postzegels VQor japónnen
en 30 ct voor breipatrónen worden aangevraagd
bij de moderedactrice van dit blad, Muzenstraai
5B, 's-Gravenhagè.
Patronen worden ook toegezonden na, over
schrijving van het bedrag pp postrekening 191919
t.n.v. den Knippatronëndienst te 's-Orayenha^e
De maat en het nummer van het patroon mef
uw volledig adres vooral duidelijk vermelden!
RATIONALISATIE IN DE
HUISHOUDING.
Bestaat er behoefte aan een
éénkeukenhuis?
De rationalisatie gaat steeds verder in alle
onderdeden der samenleving. In het economische
leven is er geen enkel gebied meer te noemen,
waarop rationalisatie en normalisatie niet toe
gepast worden. Is het dan een wonder, dat de
voorstanders van deze principes de huisvrouwen
reeds lang het verwijt gemaakt hebben, dat zij
met tijd, met ruimte en met verschillende arti
kelen zeer verkwistend omgaan? Zij zeggen, dat
deze verkwisting voorkomen kan worden door
methodes om tijd en ruimte te besparen, door
vereenvoudiging van het werk, door het toe
passen der moderne ideeën ook in de huishouding,
het arbeidsveld der vrouw.
Maar rationalisatie, normalisatie, dat klinkt
alles zoo dor en nuchter en daarom voelen de
vrouwen er niet voor, ze in hun eigen huis bin
nen te halen. Zij vreezen het overslaan van na
tuurlijke ontwikkelingstrappen, en daarom maken
zij wel gebruik van moderne toestellen ter ver
eenvoudiging van het werk en richten zij haar
huishouden zoo practisch en zoo weinig omslach
tig is als maar mogelijk is, maar een gemeen
schappelijke keuken voor meerdere gezinnen, een
huis zonder eigen maaltijden, een keuken buitens
huis, dat gaat te ver. De mensch eet om te
leven, maar hij leeft niet om te eten. Dat schij
nen de heeren van de rationalisatie niet meer
te weten. Het gaat er niet om, op de een of
andere wijze zijn honger te stillen en zich te
verzadigen, zoo snel en zoo primitief mogelijk,
en het eten, dat in het gerationaliseerde huis
houden bereid is en op genormaliseerde borden
wordt binnengebracht, haastig naar binnen te
werken. Het komt er niet alleen op aan, wèt wij
eten, maar ook hoè wij het doen.
Onze gezondheid en ons lichamelijk welzijn
vereischen meer dan het toedienen van een be
paalde hoeveelheid voedsel op gezette tijden. Zij
berusten op duizend kleine onmeetbare din
gen, die ook tot uiting moeten kunnen komen
ln de keuze, de wijze van bereiding en opdienen
van spijzen en dranken. Het is geen hol gezegde,
dat het eten slechts smaakt, wanneer het met
liefde gekookt wordt, of dat de liefde van den
man door de maag gaat. Naast de vele uitwen
dige dingen, die ln het huishouden verbeterd en
vereenvoudigd zouden kunnen worden door ra
tionalisatie en normalisatie, zijn er veel meer
andere, die juist door deze rationalisatie hun
waarde verliezen en de innerlijke waarde aan het
huishouden ontnemen, het schematiseeren en me
chanlseeren en daardoor doen verdorren en ver
kommeren, Het is een dwalina te me en en. d^*
de huishouding een fabriek is, een indusL..
bedrijf in het klein. Het huishouden is een afbeel
ding en uitdrukking der persoonlijkheid. „My
home is my castle" zegt de Engelscbman. En
dat moet binnen afzlenbaren tijd ook zoo blijven.
Te Weenen bestaat een éénkeukenhuis. dat
cenig in zijn soort is. De daarmee opgedane erva
ringen zijn niet bemoedigend. Het wordt voor
namelijk als doorgangshuls of pension gebruikt
door gezinnen, waarin man en vrouw belden een
beroep uitoefenen. Bovendien betaalt men in dit
gerationaliseerde huishouden veel meer voor zi,a
kost en inwoning dan in een gewone gezinshui
houding. Het eten kost een derde tot de helft
meer dan in een huishouden met een meid. (I'it
wordt als norm aangenomen, omdat v. ij
het niet meer dan bllliji vinden, dat waar
de vrouw door haar werk het houden van e n
dienstbode overbodig maakt, zij als beloon!ng
het bespaarde loon voor hnar eigen genoegens,
extra-kleeding, enz. behoort te krijgen).
Een enkel éénkeukenhuihier en daar heeft
ondanks de hooge kosten toch reden van bestaan.
Vooral de steeds talrijker wordende vrouwen, die
na hun huwelijk hun beroep blijven uitoefenen,
hebben aan iets dergelijks behoefte, terwijl het
gesukkel met dienstboden vele vrouwen dwingt
tot het verminderen van de hoeveelheid huishou
delijk werk. Bovendien is het éénkeukenhuis een
aanmoediging voor de vrouwen om te trachten,
moederschap en beroep met elkaar te vereenigen.
De voorstanders zeggen bovendien, dat het ge
luk van het gezin erdoor bevorderd wordt, wan
neer de moeder niet voortdurend bezig hoeft te
zijn met koken en vaten wasschen. Er is inder
daad wel iets voor deze redeneering te zeggen,
ais n.1. de vrouwen de vrijgekomen tijd ook ln
het belang van haar gezin benutten.
Het éénkeukenhuis te Weenen bestaat al zes
Jaar. Het heeft gemiddeld 550 bewoners en heeft
90 éénkamerwoningen, 149 twee- en enkele drie
kamerwoningen. Elke woning heeft een nis met
een gasstel, waar de huisvrouw eenvoudige ge
rechten, thee en koffie kan maken. Men kan op
zijn eigen kamer of in de gemeenschappelijke eet
zaal eteü. In het eerste, geval wordei^ de hotels
met een kleine lift opgetrokken, om ..et heen-
en weerloopen over de gangen te vermijden. Voor
de kinderen zijn gemeenschappelijke speel- en
leerkamers ingericht, waar toezicht wordt uitge
oefend. Verder zijn er een gemeenschappelijke
waschkeuken, muzieksalons, bibliotheken, enz.
In alle landen zijn de pogingen, om het huis
houden te rationaliseeren door middel van cen
tralisatie, in den kiem verstikt. Het Weenscha
éénkeukenhuis is nergens nagevolgd. Zelfs in het
moderne en voor nieuwe ideeën zoo toegankelijke
Amerika is men meer en meer tot de overtuiging
gekomen, dat de vrouw weer nader moet worden
gebracht tot de verzorging van haar huisgezin,
De vrouw als echtgenoote en móeder wordl
steeds meer gewaardeerd en bijna aangebeden.
Het huiselijk milieu en het gezin eischen naai
de algemeene opvatting der Amerlkaansche vrou
wen het meest de physleke en moreele ontwik
keling van het individu. Van het gezin moet men
telkens weer uitgaan en het middelpunt van dal
gezin moet de vrouw zijn, die tot taak heeft het
maken van een thuis én van wie voornamelijk
bet milieu1 afhankelijk ls. Dit wordt ook geleerd
óp de Amerlkaansche hóó'gèscholen vóór vrou
wen. Doch ook in Engeland, Frankrijk en andere
landen is gebleken,1 dat men niet kan 'rationali-
seeréh vólgens het recept:' één keuken voor tien
gezinnen, daar élké vrouw onafhankelijk haai
wérk 'móet kunnen doen'. Niet alleen de men-
schelijke onvolkomenheid, ook de verschillende
persoonlijkheden maken de centralisatie van ge
zin en huishouding onmogelijk.
JAS EN HOED
voor kleine jongens
A 10
Voor kleinere jongens
kan bij deze minia
tuur „heerenjas" een
hoed gemaakt worden
van dezelfde stof,
doch voor de groo
teren zouden wij een
pet geschikter vinden.
In verscheidene hoe
den- en petfenwinkels
kunnen deze, indien de
stof hiervoor gegeven
wordt, in de ge-
wenschte maat ge
maakt worden.
Het model is ge
makkelijk te maken en
kan voor kleintjes
-heel geschikt uit een
bestaande jas geknipt
worden..
Ziet men tegen het
maken der zakken op,
hetgeen inderdaad
ook een heel werk is,
dan worden deze opgestikt, hetgeen niet min
der aardig staat.
Patronen verkrijgbaar voor den leeftijd van
510 jaar.
VOOR DE PRACTISCHE
HUISVROUW.
Een goed vlekkenwater»
Dit kan men bereiden door in 3 L. kokend
water 125 gram bleekpoeder („chloor") en eenig
Glauberzout te roeren en de oplossing een nacht
te laten staan. Men zeeft vervolgens de vloei
stof door een doek en bewaart ze in geëtiket
teerde flesschen. Dit ls noodig om vergissingen
te voorkomen, die noodlottig kunnen worcen.
Bij het gebruik heeft men twee schalen noodig,
ln de eene giet men wat vlekkenwater en in
de andere koud water met een beetje zoutzuur
De bevlekte plaats wordt eerst in het vlekken
water gedompeld, gewasschen en licht uitge
wrongen, waarna men grondig naspoelt in hef
water met zoutzuur. Zoo noodig' wordt de be
handeling herhaald. Men bedenke echter, dat
gekleurde stoffen erdoor verschieten.
VM, 33-7