Herlnnsriioen ai vroegere depressies. Het goud en de gulden. STOOMWASSCilERIJ «.^"'1AanriJd»ng Zaterdagmorgen reed Mej. A. van M.. wonende alhier, op de Van Weedestraal op haar fiets. Van tegenovergestelde rich ting kwam een auto, terwijl daarachter nog een vrachtauto, bestuurd door C. J. D., uit Baarn. De vrachtauto wilde de an dere auto passeeren, juist toen Mej. A. v. M. naast de andere auto was. De vracht auto liet dus het rchtsche verkeer geen voorrang en reed Mej. Van M. aan, mei het gevolg, dat ze' kwam te vallen, eenige ontvellingen opliep en bovendien 'n bloed uitstorting in haar linkerbeen. Dr. Donker werd gewaarschuwd, die geneeskundige hulp verleende. De fiets is geheel vernield. Tegen den bestuurder van de auto is procesverbaal opgemaakt. Het uitbreidingsplan van Soest Het navolgende adres is gezonden aan den raad der gemeente Soest: Geven met verschuldigde eerbied teken- nen: J. Nooder en F. M. Houbaer, respec tievelijk voorzitter en secretaris der bij koninklijk besluit erkende vereeniging „Soesterberg's Bloei"; dat op een gehouden ledenvergadering d.d. 24 Novemb'er 1932 in Hotel „Huis ten Halve" de vraag is gesteld, welke belan 'gen er voor Soesterberg op het spel 'staan bij eventueele aanneming van het op 28 October 1932 ter visie gelegde ontwerp Uitbredingsplan der Gemeente; dat de vergadering, na verschillende be sprekingen, met op één na algemeene stem men aan het bestuur heeft opgedragen, Uwen Raad te verzoeken, het ter visie gelegde ontwerp Uitbreidingsplan niet aan te nemen, om reden, dat, naar het oordeel der vereeniging „Soesterberg's Bloei", het ontwerp Uitbreidingsplan een te optimis- tischen kijk geeft op de mogelijke bevol kingsvermeerdering. Rekening houdende met bovenstaande, moet worden verklaard, dat genoemd plan te veel omvattend is gemaakt, terwijl het toch geen verplichting is de bestemming tot in onderdeelen reeds voor het ge- heele plan te bepalen. De Wetgever bedoelt zelfs het tegen- bverge stelde. Dat aan de aanneming van een dergelijk plan practische bezwaren verbonden zijn, behoeft geen betoog, aangezien men dan terstond met niet te voorziene belangen te rekenen krijgt, terwij Hater zal blijken, dat wijzigingen moeten worden aangebracht en daardoor belanghebbenden gedurende lan- geren of korteren tijd onnoodig in de be schikking over hun eigendom zijn beknot. Wat betreft den aanleg van rustieke wegen, dit zou juist zijn, indien het een uitbreidingsplan zou zijn geweest voor een groote stad, maar door Soesterberg bogen kan op een bezit aan landschapschool in loo'n groote verscheidenheid, behoeft het toch geen betoog, dat de aanleg van zoo'n groote aantal rustieke wegen overbodig 19 ie noemen en dit de gemeente voor tal ran moeilijkheden zou plaatsen, wil zij met het belang van alle inwoners, dus ook met dat der eigenaren, ernstig rekening houden en het voor de gemeente te groo te kosten met zich zou mede brengen, door beplanting, bewaking, onderhoud enz. Waa rde vereeniging kennis heeft ge nomen van hetgeen ter vermijding van haaksche wegkruisingen in de toelichting van het plan vermeld, is er ons inziens niet naar gestreefd, aldus dit te voorko men, daar zelfs op andere plaatsen 'deze tveer zijn geprojecteerd. Dat de voorgestelde afsluiting van de Tempellaan en den Kampweg een groot financieel nadeel voor "de betrokken eigena ren en bewoners is, behoeft zeker geen betoog. Ze is ons inziens absoluut onnoo dig, daar de Tempellaan zelfs geen krui' sing is en de Kampweg-kruising wordt ontlast door omlegging van het verkeer. Sluit men laatstgenoemden weg niet af, kan men in de eerstvolgende jaren een ruime toegang tot genoemde weg behou den, hetgeen zeker niet het geval is, indien het ontwerp uitbreidingsplan, zooals het nu is, wordt aangenomen. Redenen, waarom de vereeniging „Soes terberg's Bloei" zich tot Uwen Raad wendt, met het dringend verzoek het ontwerp uit breidingsplan in vorenbedoelden zin te wij zigen, opdat de belangen der eigenaren (of) en inwoners zoo weinig mogelijk worden geschaad en de uitvoering van het eenmaal vast te stellen uitbreidingsplan mo?e kunnen bijdragen tot bloei van Soes terberg. (Wegens plaatsgebrek eerst heden op genomen.) Brand Vrijdagavond ongeveer half negen loei de de sirene op het raadhuis. Er was een veerfcrandje uitgebroken aan het Veenpad. De brandweer 'was spoedig ter plaatse en bluschte het brandende veen. Jaarvergadering Wit-Gele Kruis, 24 Maart in de St. Jozef Jonge!. Vereen. Aanwezig het voltallig bestuur met Z.E. H. Vos, geest, en Dr. Rupert, medisch' ad viseur. Onder de weinige belangstellenden merk ten wij o.a. op de Z.Eerw. Heer Smit, pas toor der nieuwe parochie. De voorz. opent de vergadering prompt op tijd, heet de aanwezigen welkom, geeft den secretaris gelegenheid tot lezing der notulen en het jaarverslag. Uit het laat ste en dat van den penningmeester stip pen wij onderstaande gegevens aan. Het aantal leden bedroeg op 31 Mei 1932 527. Aan 116 verschillende personen werd Üulp en bijstand verleend met 3664 ver- pleglngsbezoeïtèri. Aan 38 kraamvrouwen werd hulp en bijstand verleend, waarvan bij 27 geval len de Eerw. Zuster bij de bevalling te genwoordig was en assistentie met den geneesheer verleende. Aan 8 kraamvrouwen werd 'geheel gra tis hulp en bijstand verleend met een to taal van 602 kraamverplegings-bezoeken. 28 Personen werden door de Zus ter per ziekenauto naa;r 't ziekenhuis ver voerd. Aan 158 verschillende personen werden 290 verplegingsartikelen uitgeleend. Aan 12 verskillende huisgezinnen werd voor langeren of korteren tijd hulp in de huishouding verleend met een totaal van 78 halve en 131 heele dagen. Contributie over 1932 f 1463.50. Diverse ontvangsten f 328. Uitbetaald honorarium f1536.— Salaris hulp in de h'uisH. f 340. W or beide verslagen dankt voorz. se cretaris en penningmeester. Bij monde van den heer v. Hall brengt de contróle-comm. verslag uit van haar in orde bevinding van de minitieuse boek houding van den penningm. Deze mag dan ook een door de vergadering met ap plaus onderstreepte dankbetuiging van den voorz. in ontvangst nemen voor z'n keu rig en zorgzaam beheer. In de bestuurs-vacature wordt bij ont stentenis van tegencandidaten door de her benoeming van den aftredenden secretaris voorzien, die deze benoeming gaarne aan neemt. Vervolgens geeft de penningm. een in leiding voor het sinds Januari j.I. lande lijk fonds voor R.K., tot bestrijding van onkosten bij ziekenhuis-verpleging en ope ratie. Uit de vragen en opmerkingen blijkt de belangstelling voor deze nuttige instel ling. De voorz. bedankt den inleider. Van de rondvraag wordt door velen ge bruik gemaakt tot het doorgeven van klach". ten, maken van opmerkingen, nuttige wen ken enz., waarvan het bestuur, juist om dat ze voortspruiten uit een gezonde be langstelling voor het Wit-Gele Kruis dankbaar nota neemt. Alvorens de voorz. de vergadering op de gebruikelijke wijze sluit, brengt pas toor Smit' een woord van dank aan hei bestuur voor het ijveren en werken vooi het doel van het Wit-Gele Kruis, dat zoo heilzaam is, omdat het naast verlichting van lichamelijk lijden, ook het oog richl op het geestelijk heil der zieken. School met den Bijbel te Soest Vrijdagavond werd de jaarvergadering van de vereeniging „School met den Bij bel" gehouden in het gymnastieklokaal der M. L. O. school. De opkomst der leden was behoorlijk. Voorzitter was Ds. Groeneveld, Ned. Herv. predikant alhier, die in zijn openings woord er op wees, dat hier een samen werking wordt gevonden, die op andere terreinen zoo moeilijk is te verkrijgen, en waar we toch vooral in deze tijden zoo groote behoefte aan hebben. Het heil van het kind, dat wij tot Jezus willen brengen, wordt hier beoogd. Verder herdacht spreker nog den heen- geganen secretaris, wijlen den heer J. v. d. Flier. De waarnemend secretaris, de heer P. Beekman, las daarop de notulen van de vorige bijeenkomst, die nog door den heer Van der Flier waren opgemaakt. Vervolgens kwam het jaarverslag van den penningmeester, dat met de begroo ting voor 1933 in afschrift werd rondge deeld. In ontvangst en uitgaaf sloot deze rekening met een bedrag van f57.275.89. waarvan de jaarwedden van het onderwij zend personeel bedroegen in totaal f41.716.15. De rijkssubsidie bedroeg f42.749.22. Buiten de jaarwedden en de school- behoeften, die respectievelijk door het Rijk en de gemeente worden bekostigd, bedroeg het begrootingscijfer voor 1933 f7216. Over deze rekening en begrooting is druk gediscussieerd. Het bleek daarbij, dat de heer Van Batenburg, die de financiëele administratie voert, goed in de cijfers zat en de meest mogelijke toelichting kon geven. Bij monde van den heer Van Amerom gaf de kascommissie een loffelijk getuige nis van deze rekening. Het was deze com missie gebleken, dat de heer Batenburg een zuinig beheer had gevoerd, wat voorzoo ver men kon oordeelen, niet tot nadeel van het onderwijs was geweest. In de vacature J. van der Flier werd tot bestuurslid gekozen de heer E. van der Flier, die deze benoeming aannam. Bij de rondvraag werd ter sprake ge bracht de kwestie van het verstrekken van kleeding en voeding van gemeentewege. Maatsch. Hulpbetoon had bonnen verstrekt voor kleeding. Het bleek, dat vanwege de openbare scholen lange lijsten waren in gediend, terwijl de hoofden der Chr. scho len zeer consciëntieus waren te werk ge gaan. Het gevolg was geweest, dat kinde ren van de Chr. schooi waren overgegaan naar de openbare school. Bovendien werd er op gewezen, dat het geheele bedrag* dat beschikbaar was gesteld, in één keer was uitgegeven. Thans waren er nog aan vragen van 'behoeftigen. Om ook deze kin deren nog te kunnen helpen, werd er een collecte gehouden. Ook werd nog gesproken over de toe lating van kinderen tot de U.L.O. school, Zal dit weer in Mei of in September ge schieden? Hierover was door het bestuur nog niet definitief beslist. Ten slotte memoreerde de voorzitten nog, dat de heer Van Brummelen eenïgen tijd geleden den dag herdacht had, dat hij voor 25 jaar was benoemd tot bestuurslid van deze schoolvereeniging. Spr. wensch- te den heer Van Brummelen daarmede ge luk en ook de schoolvereeniging, die In Van B. een ijverig en getrouw bestuurslid heeft. Met dankgebed sloot de voorzitter, tfezë bijeenkomst. We leven weer in spannende dagen. Het groote publiek, dat zich anders meestal afzijdig houdt van al hetgeen er in de economische wereld voorvalt, toont plot seling weer belangstelling voor het geld, voor de munt-eenheid. Thans zijn het de gevaren, die de Amerikaansche dollar naar beneden trachten te sleuren, die het pu bliek doet opschrikken en angstig de vraag doet stellen: En onze gulden? Reeds den zelfden dag, dat de bankmoeilijkheden in Amerika hun hoogtepunt bereikt hadden en de Amerikaansche beurzen gesloten ble ven, was er in Nederland plotseling vraag naar goud. De weinige gouden tientjes, die nog in omloop zijn, werden verhandeld voor eenige dubbeltjes meer dan de nomi nale waarde. Men vreest voor een inflatie van den dollar en redeneert men, zou de algëheele economische chaos dan halt hou den? Zal Nederland, Frankrijk en Zwitser land, de eenig overgebleven goudlanden onverzwakt hun valuta kunnen handhaven of zal ook in deze landen straks het spook van de inflatie komen rondwaren? Men weet, dat er ook in ons land stroo mingen heerschën om den gouden stan daard te verlaten, doch dadelijk dient hier bij te worden gezegd, dat de Nederland- sche Bank niets daarvan moet hebben en blijkens de pas weer afgelegde verklarin gen van den president der Nederlandsche Bank Mr. L. A. Trip onder alle omstan digheden den gouden standaard te zullen behouden. Dit is eenerzijds 'n geruststel lende verklaring, doch anderzijds zal 't vol komen handhaven van den gouden standaard zijn moeilijkheden met zich brengen. In plaats van inflatie zal de deflatie zich voort zetten, zullen de goederenprijzen verder kelderen en de toch al zoo moeilijk gaan de handel geheel onmogelijk worden. De kwestie van al dan geen gouden standaard is een moeilijk en teer probleem. Iedereen zal het er over eens zijn, dat een gezon de munt-eenheid alles voor en niets tegen heeft. Maar, wat gaat er straks gebeuren als we wel een gezond geldwezen en geen gezond volkswezen hebben, als we zwem men in het goud, dat achter zware kluis deuren is weggeborgen Als de koopkracht van het volk eerder zal dalen, de werkloosheid énorme proporties aanneemt Zooaïs meaf ziet is de kwestie van de valuta niet zoo eenvoudig. Maar ook zal men moeten erkennen, dat de positie van Nederland in het internationale verkeer straks als het grootste gedeelte van de we reld den gouden standaard verlaten zal hebben verre van benijdenswaardig is. Het goud is altijd beschouwd als een interna tionaal bindmiddel van de nationale munt stelsels en wat moet er dan van deze munt stelsels terechtkomen als dat bindmiddael buiten werking wordt gesteld? Het is niel moeilijk een antwoord op deze vraag te geven. Het gevolg zal moeten zijn een al geheele desorganisatie van de wereldhan del, van alle internationale overeenkomsten. We gaan den tijd van de Middeleeuwen tegemoet tenzij de wereld terugkomt op de dwalingen haars weegs. Als de econo mische wereldconferentie er straks niet in slaagt een basis van samenwerking te vin den, gaat de wereld den afgrond tegemoet. Dan is ook de waarde van de al dan niet handhaving van den gouden standaard door Nederland uitermate problematiek ge worden. Want het goud behoudt enkel nog maar zijn waarde als internationaal p?p 'uadaoj jia\ imaf jag ut pppraisxhnpjd waardebepalingsmiddel. In Amerika is een strooming ontstaan, de technocratie, die een nieuw waardebe palingsmiddel in het leven wil roepen, dal tot basis heeft een zekere hoeveelheid ver richte arbeid. We willen in het ipidden laten 'of deze lieden het bij het juiste einde hebben en gelooven, dat de wereld aller minst rijp is voor monetaire proefnemin gen. Intusschen Is de waarde van den gul den nog steeds ongeschokt. Hij behoort tot de beste valuta's van de geheele we reld. Maar deze waarde wordt, zooals wij hiervoor reeds betoogden, zeer twijfelach tig als alles rond ons ineenstort. En daar om heeft ook Nederland er het grootste belang hij, dat de economische wereld conferentie slaagt. 'gen 'der moderne woningen. De kamerlinde is afkomstig tilt Zuld- Afrika en werd daar opgemerkt door den Zweedschën ontdekkingsreiziger Andreas Sparmann, vandaar de offlciëele naam Sparmannia. Op onze breedte kan zij slechts 's zomers fn de buitenlucht gedijen; 's winters moet men Kaar binnenshuis ne men. Het gunstigst Is hier een tempera tuur van 50 k 55 graden FaKrenKelt en on veranderlijke standplaats, ook omdraaien op dezelfde plaats is verkeerd en doet de bladeren vergelen en afvallen. Hetzelfde gebeurt wanneer de plant te weinig wordt begoten. Zij heeft ir.I. groote behoefte aan water en moet in den zomer ook af en toe vloeibare mest krijgen. Wanneer door de één of andere nalatigheid de bladeren toch' zijn afgevallen, is de plant daarmee nog niet verloren. Als men haar goed blijft verzorgen, zal men na eenigen tijd weer kleine blaadjes zien verschijnen. Bij het aankoopen van een kamerlinde kieze men geen te groote plant. Het groot ste genoegen "beleeft men immers aan hët zelf opkweeken, waarbij men tevens hët beste op de hoogte komt van de meest gunstige levensomstandigheden. Zoolang het plantje klein is, kan hët op de venster bank staan, en later op een standaard of zelfs op den grond, als de kamerlinde zeer groot is geworden. Zij heeft altijd veel licht noodig, alleen 's zomers in de mid daguren fs hef beter om hef raam, waar voor zij staat, te beschaduwen. Om te voorkomen, dat zij te spoedig hët plafond in de kamer bereikt, kan men snoeien, bij voorkeur in Juli. Daardoor verkrijgt men mooie, volle planten, die in den herfst en winter bloeien. De mooie, witte, ongeveer 2.5 c.M. breede, in bloei- wijzen groeiende bloemen mogen gezien worden; er bestaat een speciale, lang bloelende soort. In Maart en April kan men stekken snijden, die men in een pot onder een glazen klok wortel laat schie ten. Zij vormen nog in hetzelfde jaar on geveer 30 c.M. lange loten. De grond moet los zijn met zand gemengd en rijk aan voedingsstoffen. STOOMEN -VERVEN DE GESCHIEDENIS BLIJFT ZICHZELF HERHALEN door BANCROFT GHERARDI Viee-president American Telephone and TelegrapK Co. TUINBOUW, PLUIMVEE, ENZ. De Kamerlinde. Van de grootere planten, die in de ka mer kunnen groeien en ons langen tijd achtereen genoegen bereiden, is de ka merlinde wel één der mooiste. De groote, mooi-groene bladeren trekken ons persoon lijk meer aan dan die van vele palmen, welke in een gesloten vertrek dikwijls een starren, wij zouden haast zeggen: leven- loozen indruk maken. Ze neemt echter veel meer plaats in dan een palm, te meer waar zij snel groeit en in den loop der jaren een echte boom wordt. De kwee kers bieden echter ook een dwergvorm aan in verband met de beperkte afmetin- Wanneer men zich bezig heeft gehou den met de sociale en economische geschie denis der laatste eeuwen, kan men zich slechts verbazen over het feit, dat deze depressie zooveel verbazing uitlokt. Velen meenen in dezen tijd iets geheel nieuws te beleven en velen vragen zich in ernst af, of het ooit beter zal worden. Zij we ten niet, dat de menschen van een eeuw geleden precies dezelfde gewaarwordingen doormaakten. Ik vond bijv. een artikel van de hand van den bekenden Engelschen schrijver Macaulay, waarin hij o.a. het volgende schreef: Deze tijd is er één van grooten nood. Hoe gering komt die nood ons echter voor, wanneer wij de geschiedenis der laatste veertig jaar in onze herinnering te rugroepen; een oorlog, waarbij vergeleken, alle andere oorlogen onbeduidend worden belastingen, zooals het zwaarst belaste volk van vroegere tijden zich niet had kunnen voorstellen een schuld, groo- ter dan alle nationale schulden, welke ooit in de wereld hebben bestaan, bij elkaar... Wanneer wij zouden voorspellen, dat in 1930 een bevolking van vijftig millioen deze eilanden zal bedekken, beter gevoed, gekleed en gehuisvest dan de Engelschen van thansdat machines, geconstrueerd volgens nog niet ontdekte principes, in elk huis aangetroffen zullen worden dat er geen hoofdwegen zullen zijn anders dan spoorwegen en geen reizen elders dan door stoom dat onze schuld, hoe on metelijk zij ons ook toeschijnt, onze ach terkleinkinderen een onbeteekenende last zal lijken, die gemakkelijk in een jaar of twee kan worden afbetaald dan zouden velen ons als krankzinnig beschouwen Dat is ook de reden, dat, hoewel in elk tijdperk iedereen weet, dat tot dien tijd toe een steeds voorbijgaande verbetering heeft plaats gehad, niemand schijnt te rekenen op eenige verbetering gedurende de vol gende generatie. Wij kunnen volkomen bewijzen, dat zij dwalen, die zeggen, dat de maatschappij het keerpunt heeft bereikt dat wij den besten tijd gehad hebben. Hetzelfde heb ben allen gezegd, die er voor ons zijn geweest, en met evenvee/* schijbare reden. Dat schreef Macaulay in 1830 en niet in 1930. Laten wij nu eens iets lezen, wat in Amerika verscheen en wel te New York in Connecticut in 1837: Enkele maanden geleden was de onge ëvenaarde welvaart van ons land een on derwerp van algemeene gelukwenschen. Zulk een ontwikkeling van hulpbronnen, welke een snelle toename van het persoon lijk- en volksvermogen, zulk een groot- sche openbaring van ondernemingsgeest, zulk een krachtig en schijnbaar gerecht vaardigd vertrouwen op een vooruitzicht van onbegrensd succes, had men nimmer tevoren gezien. Doch hoe plotseling is er aan al deze welvaart een einde gekomen. Dat vertrouwen, dat in den modernen tijd en vooral in ons land de grondslag vormt van het handelsverkeer, ontbreekt overal en al de flnancieele belangen van het land schijnen krampachtig vertrokken en ont redderd. De koopman, wiens handel zich bewoog over een uitgebreid grondgebied, en die geen moeilijkheden vreesde, aange zien al zijn transacties volgens solide be ginselen werden verricht, ziet zijn papie ren bewijzen van vordering en de beloften, die hij in ruil voor zijn goederen heeft ont vangen, hun waarde verliezen. Hij kan niet langer aan zijn verplichtingen voldoen... en het eene verlies volgt op het andere, totdat hij zijn zaak sluit en zijn personeel ontslaat. De speculant, die zich rijk waan de, ziet zijn denkbeeldige rijkdommen ver vliegen als rook... Tn menige groote fa briek, waarin nog enkele dagen geleden het gedreun der machines weerklonk, is alles reeds stil als in een verlaten stad... Het gebrek staat reeds als een gewapend man op den drempel van menige woning, waar, enkele dagen geleden de dagelijksche vlijt nog voorzag in de dagelijksche behoeften. Onder deze rampen van den tegenwoor- digen tijd en deze sombere voorteekenen van de toekomst is het niet vreemd, dat vele geesten zoeken en alle stemmen spre ken over den oorzaak en het geneesmiddel. Laten wij nu een kwarteeuw verder zien en een hoofdartikel lezen uit Harper's Weekly van 1857, waaruit wij het volgen de overnemen: Nooit heeft de toekomst zoo onbere kenbaar geschenen als thans. In ons land is overal de handel geknakt en duizenden onzer armste medeburgers gaan den na derenden winter tegemoet, zonder werk en zonder kans daarop. ïn Frankrijk kookt de politieke heksenketel. Rusland hangt steeds als een donkere wolk aan den ho rizon van Europa, terwijl de energie en invloed van het Britschë rijk op een zware proef worden gesteld en in de toekomst nog zwaarder zullen worden beproefd. Het is een ernstige tijd en niemand kan on verschillig blijven voor de uitkomst der gebeurtenissen. Van onze eigen moeilijk heden kan niemand het einde zien. In 1886 schreef een ambtenaar van het Amerikaansche Ministerie van Arbeid in zijn jaarrapport o.a.: De snelle ontwikkeling en invoering van machines op elk terrein van productie en vervoer heeft overproductie veroorzaakt... Ongeacht de financiëele gevolgen is rle industrie tot enorme ontwikkeling ge bracht Ongetwijfeld zullen er nog meer uitvindingen worden gedaan, doch hier van zal geen opvallende uitbreiding, zoo als die van de laatste vijftig jaar, het ge volg zijn, hierdoor zal geen winstgevende belegging mogelijk worden voor het groo te hoeveelheid kapitaal, welke in dat tijd perk is ontstaan. De marktprijs der pro ducten zal laag blijven, ongeacht de pro ductieprijs. De tijd van de groote winsten behoort klaarblijkelijk tot het verleden. Er kan in hët tegenwoordige tijdperk der menschelijke beschaving nog wel plaats zijn voor een verder verdiepende, doch niet voor een tot uitbreiding leiden ontwikke ling van de industrie. De bovengenoemde uittreksels zouden vrijwel woord voor woord in 1933 ge schreven kunnen zijn. Het aantal van die uittreksels zou eindeloos vermeerderd kun nen worden. Voor de menschen, die een depressie meemaken, is zij altijd erger dan de depressies van vroegere jaren. Men meent telkens, dat zoo'n depressie een ge heel nieuw karakter draagt en diepgewor telde oorzaken heeft, die óf in hët geheel niet óf alleen ten koste van radicale veran deringen uit den weg geruimd kunnen worden. Allerlei middelen tot verbetering worden aan de hand gedaan. Sommige daarvan, met name de minst ingrijpende, blijken een ernstige beschouwing en toe passing waardig te zijn. De meeste kun nen in het licht der latere gebeurtenissen slechts dwaas of fantastisch worden ge noemd. In het verleden zijn, ondanks h<$ niet-toepassen van de aangeprezen midde len, de depressies uitgewoed, waarna de industrie' telkens op hooger peil kwam. Daarmee wil ik niet zeggen, dat de toe stand op het oogenblik niet ernstig is, of dat wij niet alles moeten doen, wat wij kunnen, om er verbetering in te bren gen. Ik wil er alleen op wijzen, dat wij het op grond van de geschiedenis niet moeten verwachten van radicale verande ringen. Wij hebben er alleen toe biigedra- gen, dat de tegenwoordige moeilijkheden over ons zijn gekomen en wij moeten er allen toe bijdragen om er weer uit te ko men. Op dezelfde manier zijn wij ook met goed gevolg vroegere depressies te boven gekomen.

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1933 | | pagina 6