Toen de mammoet nog leefde Uit voorhistorischs Zwendel met geestenfoto's. ïÈmmSÊIÈëm Voor masische doeleinden vervaardigd Wat er alzoo voor geest speelt ONZICHTBAAR DUNNE DRADEN. Hoe ze vervaardigd worden. DIE HUN AFKOMST NIET VERLOOCHENEN Rotsteekening van een rhinoceros uit het steenen tijdperk. door I Yof. H. VREDENDAAL. Ondanks het feit, dat er vele skelet- ïen van mammoets gevonden zijn, zou den wij toch niet geweten hebben, hoe ideze groote, harigo disren er precies uitzagen zonder de rotsteekeningen, die er uit voorhistorische tijden van hen zijn overgebleven. Reeds in dien tijd beeldde de mensch dus datgene af, wat in zijn leven van belang was. Het is echter onjuist, deze teekeningen te be schouwen als een tijdverdrijf zonder meer. Daarvoor was hel leven In dien tijd niet gemakkelijk gene.!?. Men had êr een doel tnee, zooals wij zullen zien. Oorspronkelijk waagde de mensch hpt natuurlijk niet om groote dieren als Jnammoets, mastodonten, olifanten e.a. Jan te vallen. Zij waren immers behal ve groot' en sterk ook slim. Maar wel kon de nietige mensch hun kudden op eenigen afstand volgen om te profitee jen van het vleeseh dor doode dieren. Een doode mammoet bete üsende voedsel voor vele menschen, doch lang bewaren kon men het vleeseh natuurlijk niet. Na een overdadig maal kwamen soms weken van honger voor de menschen. Want het sterven van een mammoet was afhankelijk van betrekkelijk toeval lige omstandigheden, zooals ouderdom, ziekte of gevechten tusscb.an twee man netjes. Als de kudde niet zeer groot was, leefde men dus in voortdurende onze- wees naar een moeras of waar dit niet aanwezig was een valkuil. Ter wijl het zware dier zich inspande om hier uit te komen, werden zijn oogen door steenen en pijlen blind gemaakt en dan was hij betrekkelijk hulpeloos. On der normale omstandigheden zal een mammoet, evenals de tegenwoordige olifant, wel te voorzichtig zijn geweest om een moeras in te loopen of zijn zwa re lichaam toe te vertrouwen aan een dun laagje takken en modder. Maar dat was het juist: de omstandigheden waren niet normaal', het dier werd ge kweld door de steenen, die naar zijn oogen werden geworpen, en opgeschrikt door rumoer, juist wanneer het de ge vaarlijke plaats naderde. Wat voor reden hadden de primitie ve stammen, die jacht maakten op mammoets, echter om van deze dieren afbeeldingen te maken? Nu, deze jacht bleef natuurlijk altijd gevaarlijk en ris kant, wat voor de menschen reden was om al hun magische gebruiken erbij in toepassing te brengen. Effigies (beeltenissen), speelden daarbij een groote rol, zooals nu nog het geval is bij primitieve volkeren. De toovenaar of medicijnmeester maakt een afbeelding van den mensch of het dier, welke gedood moeten worden; de afbeelding wordt doorstoken, verbrand of op andere wijze vernietigd en daar door wordt het succes bij de jacht ver zekerd. Het middel hielp natuurlijk niet al tijd. Dit werd dan daaraan toegeschre ven, dat de gelijkenis te wenschen over- Links: Rotsteekening van een boogschutter uit het steenen tijdperk, gevonden in de grot van Aaltadora in Oost-Spanje. Rechts: Interessante rotsteekening, waarop men ziet, hoe de jagers reeds in voorhistorische tijden de gewoonte had den om zich als struisvogels te vermommen bij de jacht op deze dieren. kerhoid. Zoo begon de jacht op mammoets. Vermoedelijk viel de mensch eerst al leen gewonde of zieke dieren aan, doch daarbij leerde hij de sterke en zwakke punten van de mammoet kennen. Een sterk punt was bijv. zijn dikke, leer achtige huid, die onder zijn haren aan wezig was, evenals bij alle andere aan olifanten verwante dieren. Een steen met een scherpen rand het meest primitieve wapen was wel geschikt om die huid bij een dood dier langzaam door te zagen, doch tegen een levende en bejegende mammoet kon men er weinig mee beginnen. De wapens wer den echter verbeterd lot steenen bijlen en speren met steenen punten, en nu durfde men het aan om jonge- of van de kudde afgedwaalde dieren te over rompelen. Als regel schijnen de men schen onder rumoer steenen te heb ben geworpen naar het zwakke punt van de mammoet, zijn oogen. Slechts als hij één bepaalde richting insloeg, werd hij met rust gelaten; die richting In Spanje gevonden rotsteekening van -n m in ee« krijgsdans, f:tt. door L. R. OSWALD. Als het aardsche leven moeilijk wordt, neemt de belangstelling voor mystieke onderwerpen toe. Nood leert bidden. Het is maar de vraag, tot wien. Een zeer sterke opbloei beleeft hef spiritisme. En in spiritistische kringen zijn het weer de geestenfoto's, die de groote belangstelling genieten. Een be stuurslid van een bekende vereeniging trachtte indertijd ook ons te overtuigen. Eerst liet hij stevig dichtgeplakte doos jes zien, in het eene bevonden zich vin gerafdrukken van een geest en in het andere een naald, waar een geest een groenen draad' in had gestoken. Tevens had deze geest zijn naam in het doosje geschreven, hij heette Robert. En toen wij nog alles behalveu overtuigd waren, bet hij zoogenaamde geestenfoto's zien. Die hadden naar zijn meening een maximum aan bewijskracht. Over deze geestenfoto's is nu onlangs het noodige „onthuld" in een boek van den Amerikaan Kraus. Ér zijn foto's bij van geesten, die men tijdens de séance ook als niet-medium met eigen oogen zien kan. Hiertoe behoort de beroemde geest Katie King, waarvan er 44 foto's bestaan. Deze geest liet zich de pols voe len, lokken afknippen en zelfs kussen. Het was heelemaal een geest van vleeseh en bloed en wij behoeven er ons dus niet a.1 te zeer over te verwonderen, dat zij ook net als eoa mensch gefoto- liet. Zoo werd er. gestreefd naar het ma ken van afbeeldingen, die zooveel mo gelijk natuurgetrouw waren. Er werden echte kunstwerken tot stand gebracht. Velen daarvan zijn natuurlijk verloren gegaan; het meest voor de hand liggen de materiaal, modder, was al zeer wei nig duurzaam. Doch er kwam een an dere factor bij, zeer in het belang van de moderne wetenschap. Niet alleen werden de afbeeldingen steeds meer na tuurgetrouw, doch tevens werden de magische ceremoniën gaandeweg inge wikkelder, terwijl men er ook toe over ging om ze althans gedeeltelijk geheim te houden. Wat lag meer voor de hand dan dat men ze niet meer in de open lucht, doch in grotten en holen ver richtte? Zoo vond men in Frankrijk aan het einde van een lange, bochtige gang grafeerd kon worden. Nog minder ver wondert ons dit, waar eenigen tijd la ter bleek, dat het betrokken medium meermalen levende menschen als gees ten liet optreden. Er zijn echter ook meer gecompli ceerde geesten, die het menschelijk oog zoder meer niet ziet. Zij vertoonen zich echter wel op fotografische platen. De occulte verklaring luidt als volgt Het medium legt voor het belichten de handen op de plaat., waardoor het „od" dat naderhand de geesten in staat stelt om zich te materialiseeren van het medium op de plaat overgaat. Er zijn echter ook eenvoudiger verklarin gen. Bij den beroemden Franschen gees ten fotograaf Bugnet zijn bij een huis zoeking vele met lijkwaden omhangen poppen gevonden, die hij door dubbele belichting en andere truos mei het me dium op èèn foto bracht. Maar onder de spiritisten zijn er ook sceptici, die hun eigen platen meebrengen, als zij naar den fotograaf gaan. Eenigen tijd pleeg den de geesten lijdelijk verzet, doch toen konden' zij ook dit wantrouwen overwinnen. De klanten brachten zelf hun platen mee en waren ook aanwezig bij de ontwikkeling in de donkere ka mer; deze geestenfoto's verkreeg de fo tograaf dus niet zoo gemakkelijk. Soms bediende hij zich van de eenvoudige, maar vernuftige uitvinding van het geestenstemper. Hierop stond de geest gereed en wel afgebeeld en in een oogenblik van duisternis, voordat in de donkere kamer het roode licht aanging, werd het op de plaat gedrukt. Er zijn echter pok sceptische met een grot met groote, natuurgetrouwe afbeeldingen van onbekende dieren, die bij nader onderzoek mammoets bleken te zijn. Uit hun skeletten had men wel al eenigszins hun lichaamsvormen af geleid; men wist ook, dat zij met lang haar waren bedekt, want in de bevro ren toendra's van Siberië waren stuk ken behaard vel onverteerd gebleven, doch alles bij elkaar bleven de recon structies wetenschappelijke gissingen, zooals nog steeds gezegd kan worden van de reconstructies der nog oudere dinosaurussen. Bij vergelijking met de bovengenoem de rotsteekeningen bleken de recon structies van mammoets echter tot in détails juist te zijn, zoodat wij ook in de andere reconstructies vertrouwen mo gen hebben. In de afgelegen grotten, soms een ki lometer en meer van den ingang verwij derd, bleven de teekeningen gespaard voor weersinvloeden en andere vernie tigende oorzaken. Zoo konden zij dui zenden jaren bewaard blijven. In de Fransche grotten zijn ook teekeningen en zelfs enkele beelden gevonden van andere uitgestorven diersoorten, terwijl oude beenen werktuigen en wapens met teekeningen werden versierd, o.a. van rendieren, die dus blijkbaar een maal in Zuid-Frankrijk hebben geleefd. Bij èèn afbeelding van een holenbeer heeft de voorhistorische kunstenaar zelfs den kop en de huid van een wer kelijk dier over een model van klei heen getrokken. Op de afbeeldingen ziet men vaak pij len of speren in de lichamen der dieren afgebeeld en bij sommigen ook echte wapens, die erin zijn gestoken op kwetsbare punten. Bij bovengenoemde beer waren zij kort na het maken van bet beeld in de nog weeke klei gestokon. Dit bevestigt volkomen de veronderstel ling, dat de afbeeldingen voor magische doeleinden werden gebruikt. schen, die hun platen zelf willen ont wikkelen. Dan kan' de geest te voor schijn worden gebracht, met behulp van een afbeelding in lichtende verf, welke zoo klein is, dat zij in een mouw of in de holle hand verborgen kan worden gehouden. Men kan ook een wand beschilderen met een chemische oplossing, die on zichtbaar, doch bij ultraviolette belich ting wel inwerkt op een fotografische plaat. Wie kan ontkennen, dat dit we tenschappelijk occultisme" is? Men kan de geesten ook met loodhoudende verf op de onderzijde van een tafel schilde ren. Daar zijn tevens Röntgenlampen aangebracht, die via de tafelpooten met een schakelaar zijn verbonden. De pla ten worden op de tafel gelegd, het me dium houdt alleen de handen erboven, zonder ze aan te raken en toch verschij nen er naderhand geestenfoto's. De grootste scepticus kan .daarmee tot een overtuigd spiritist worden gemaakt. Werkelijk sceptisch blijven alleen zij, die zich niet kunnen voorstellen, hoe een geest zich op kan houden met dra den in naalden steken en te poseeren voor een fototoestel. In een natuurkundig laboratorium vindt men naast andere uiterst fijne meetinstrumenten ook een zeer nauw keurige weegschaal. De beschrijving daarvan zou de geheele ons beschikbare plaatsruimte in beslag nemen; wij zul len daarom alleen de ophanging iftS zoo'n weegschaal bekijken, die een merkwaardigheid is op zichzelf. Men heeft er zulke fijne draden van metaal voor noodig, dat de weefdraad van een spin daarbij vergeleken grof touw is. Alleen bij zoo dunne draden zijn storin gen door temperatuurswisselingen, luchtstroomingen, torsieweerstand e.d, buitengesloten. Hoe maakt men nu die dunne me taaldraadjes? Eerst wordt er door een trekmachine een fijna draad gemaakt, bijv. van zilver. Om dien draad nog fij ner uit te trekken, wordt hij gehaald door een edelsteen, waarin op zeer ver nuftige wijze een uiterst fijn kanaal is geboord. Met de beste instrumenten kan men zoodoende draden verkrijgen, waarvan de dikte nog slechts een zes tigste millimeter bedraagt. Door een eenvoudig en origineel middel kan men echter nog veel fijnere draden maken. Langs galvaniscken weg wordt er om den zilderdraad een koperlaag aange bracht en nu kan men den dikker ge- maakten draad weer uittrekken. Wan neer daarna langs chemischen weg het koper wordt verwijderd, dan houdt men oen zilverdraadje over, dat slechts en kele duizendste millimeters dik is. AM ER! KAANSCHE MILLIONAIRS VENTEN KRANTEN. Een, in den laatsten tijd ondernomen poging om de afkomst van Amerikaan sche millionairs vast te stellen, heeft duidelijk bewezen, dat ook beden ten dage een groot aantal Amerikaansche millionairs „selfmade men" zijn, men schen die bescheiden begonnen zijn en zich door flinkheid en geluk tot millio- nair opgewerkt hebben. Schoenpoetsers, stratenmakers, kran tenjongens, en wat nog meer van der gelijke beroepen mogen bestaan, zijn de voormalige betrekkingen geweest van velen der hedendaagsche machtige Amerikaansche millionairs. Vooral de catagorie der krantenver- koopers, de zg.n. „news-boys" heeft een groot gedeelte van tegenwoordig rijke Amerikanen opgeleverd. De oorzaak hieryan is waarschijnlijk, dat juist krantenjongens veel gelegenheid heb ben het drukke zakengedoe op straat waar te nemen, en ook, omdat zich bij een krantenjongen in een Amerikaan sche stad een zekere „smartness" ont wikkelt, zonder welke zij, in concurren tiestrijd met de vele andere krantenjon gens niet bestaan kunnen. Maar welke de redenen, dat juist krantenjongens later zoo rijk worden,- ook mogen zijn, een feit is het, dat in twee Amerikaansche steden, in Detroit en Boston, millionairclubs bestaan,- wier leden vroeger het eerbare beroep van jeugdige krantenverkooper uitge oefend hebben. Het is zelfs voorwaarde, vroeger krantenjongen geweest te zijn, om in deze clubs te worden opgenomen. Een parvenuachtige schaamte, zooals elders denkbaar zou zijn, is er bij de le den van deze „selfm adem en-clubs" niet. Zij zijn trotsch op hun levenswerk en zouden het juist als een beleediging op vatten, als men geloofde, dat ze door hun vaders' „geld" in hun pecuniaire machtspositie gekomen zijn. Bij hun samenkomsten is hun gelief koosd gesprek, een herinnering aan vroegere dagen, toen zij nog arme krantenventende straatjongens waren. En eenmaal per jaar hebben zij bun groote dag: dan bollen zij in den vroe gen morgen, op hun grijze of glad ge worden hoofden de krantenjongens pet,- naar de krantenexpedities en halen groote stapels ochtendbladen, die ze, zooals in hun jeugd, op straat verkoo- pen. Natuurlijk hebben deze millio- nairsbladen een enormen aftrek. De op brengst komt een stichting ter onder steuning van krantenjongens ten goede. De krantenjongenmillionairs van Boston hebben hun clubhuis tot een „ontwikke- lmgsschool" gemaakt, waar ruim 200Ö jeugdige krantenverkoopers leeren. De eenige verplichting van de hier studee renden Is, dat zij als ze eenmaal rijk ge worden zijn, ook op hun beurt de jon* gere generatie van krantenjongens zul* lep onjiexsteunefts

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1933 | | pagina 8