Dieren uit het Amerikaansche
Woestijngebied»
Grillige vormen
en vreemde
levensgewoonten
Opvoedings-methoden bij
Indianen-stammen.
Een vrairiehQM tart eeji ratelslang uit tot den, amvvk
WRN4.
g<?«66cJ/3«*
Het woestijngebied in de Zuid Wes
telijke staten van Amerika, waar de zo-
mertemperaturen oploopen tot 140 gra
den Fahrenheit, heeft een zeer merk
waardige fauna gekregen juist als ge
volg van die omstandigheid. Men ziet
hier vreemde vormen, die nergens an
ders voorkomen, terwijl een betrekkelijk
groot percentage dezer dieren giftig is,
zooals de ratelslang met zijn doodelijke
biet- de giftige tarantula-spin en de
verschillende schorpioenen. Daartegen
over staan weer andere diersoorten, die
zich buitengewoon snel kunnen bewe
gen, zooals de z.g. prairie-hondjes en
de merkwaardige kangeroe-rat, die in
de verte verwant is aan de Australische
kangferoe, maar zich nog sneller be
weegt. Zijn voorpootjes zijn uiterst
klein en zwak, maar hij heeft lange
achterpooten, waarmee hij verrassend
groote sprongen kan doen. Het meest
opvallend is zijn staart, die langer is
dan zijn geheele lichaam en aan het
eind een groote witte pluim draagt. Hij
is steeds reisvaardig, want in zijn
wangzakken bevindt zich altijd wat
proviand. Hij graaft zijn hol onder de
een of andere woe^tijnstruik en zorgt
in een groote troep een ratelslang let
terlijk dood te plagen. Zij laten haar
keer op keer zich oprollen en aanvallen,
om dan heel behendig haar beet te ont
wijken. Eindelijk is de slang te ver
moeid om het spelletje voort te zetten en
dan vallen de hondjes haar met zijn al
len aan. Een wilde kat kan op soortge
lijke manier een ratelslang dooden en
ook het vogelrijk, dat zooveel slachtof
fers aan deze slang moet afstaan, bevat
enkele soorten, die haar de baas zijn.
Een ervan is de havik, die uit de hoogte
op de slang neerschiet en haar hersens
uitpikt. Daarom zijn ratelslangen zoo
bang voor schaduwen; een van de rede
nen, waarom zij zonder eenige provoca
tie menschen aanvallen, is het feit, dat
bet gewaar worden van een schaduw
hen onmiddellijk in de aanvalshouding
brengt. Een andere vogel, die ratelslan
gen aanvalt, zendt niet eens een waar
schuwing in den vorm van een scha
duw. Wij bedoelen de chaparral, die
evenals een kip een loopvogel is en snel
ler loopt dan menige auto rijdt. Een der
afbeeldingen laat ons zien, hoe hij door
schijn-aanvallen een ratelslang uitput.
Wij zien dus, dat ook een zoo gevaar
lijk dier als de ratelslang nog wel vijan
den heeft, die afkomen op haar smake-
altijd voor een ingewikkeld netwerk van
gangen en een groot aantal openingen,
als er dan een slang binnenkomt op
zoek naar buit, heeft hij alle gelegen
heid om te ontvluchten.
Het merkwaardigste van deze woes
tijnfauna is het evenwicht, dat er be
slaat tusschen de verschillende dier
soorten, welke alle op elkaar azen. De
ratelslangen leven in hoofdzaak van
7. g. prairiehonden en zij vangen er ge
noeg voor hun behoeften, maar niet zoo
veel, dat de prairiehonden uitgeroeid
v orden. Het is n.1. voor een ratelslang
niet zoo gemakkelijk om een prairie
hond te vangen, want hoewel de slang
zich- bij het toebrengen van de doode
lijke beet sneller beweegt dan een film
camera kan opnemen, den nog snelle
ren prairiehond kan zij niet achtervol
gen. Op de bijgaande afbeelding ziet
men, hoe een prairiehond schijnbaar
onverschillig blijft voor een ratelslang,
die gereed is tot den aanval. Die onver
schilligheid is echter schijn; hij neemt
wel degelijk de slang waar en zal op het
kritieke moment snel wegspringen. Dan
is hij voor eenige oogenblikken veilig,
want een ratelslang kan alleen aanval
len, wanneer zij zich opgerold heeft In
haar kaken heeft zij n.1. weinig kracht,
zoodat zij haar tanden slechts in het
vleesch van haar prooi kan doen drin
gen met behulp van de spierkracht, die
er in haar dikke, sterke lijf wordt ont
wikkeld bij het losschieten van de spi
raalvormige windingen daarvan.
De prairiehonden weten dit alles uit
ervaring en maker» daarvan gebruik om
lijke vleesch, terwijl haar gift slechts
gevaarlijk is, wanneer het in de bloed
baan, niet wanneer het in de maag
komt. Het is een bekend feit, dat zwij
nen gaarne ratelslangen eten en haar
beet niet vreezen, want een varken heeft
niet alleen een dikke huid, maar daar
onder nog een vetlaag, waarin zich
geen bloedvaten bevinden.
Op de laatste afbeelding zien wij de
gevaarlijke tarantula-spin met een der
vreemdsoortige hoornpadden, omringd
door een groot aantal jongen. Sommi
gen zien een hoornpad op het eerste ge
zicht aan voor een schildpad, doch in
werkelijkheid is het een hagedis. Het is
een absoluut ongevaarlijk dier men
ziet er in deze streken wel kinderen mee
De tarantulu en de hoornpadmet
haar kleintjes leven vreedzaam naast,
elkaar voort.
spelen maar het ziet er zeer gevaar
lijk uit met zijn harde, met stekels be
zette huid. Het volwassen dier is 7 of 8
c.M> lang. üe kleintjes hebben weinig-
zorg noodig; zij zien er oneetbaar uit en
als de moeder een paar dagen lang in
secten gevangen en voor hen op den
grond gelegd heeft, leeren zij al spoedig
hun eigen voedsel 'zoeken. Een t^rantula
eten zij echter niet, terwijl omgekeerd
de tarantula ook hen met-rust laat, al
was het alleen maar, omdat hij niet door
hun harde schild kan heenbijten. De
beide vervaarlijke diersoorten leven dus
zeer vreedzaam naast elkaar.
In de bibliotheek van het Vaticaan
heeft men een manuscript ontdekt,
waarvan een Amerikaansch wetenschap
pelijk genootschap een copie liet ma
ken, omdat de inhoud van dit manu
script voor de vóórgeschiedenis van
Amerika belangrijker is, dan die van
Italië. Het betreft de aanteekeningen
van een Spaanschen wereldreiziger.
,V asquez de Espinosa, die 300 jaar ge
leden in het binnenland van Zuid-Aine-
rika onderzoekingen heeft gedaan. Het
manuscript bevat waardevolle gegevens
over de cultuur van de Zuid Ameri
kaansche Indianen, voornamelijk over
de zeden en gebruiken, welke tot de op
voeding van een krijgshaftig strijder be
hoorden. Het zijn zeer bijzondere din
gen, welke Espinosa over de stam der
Cariben vertelt, die destijds als men-
scheneters aan de monding van de Ori-
noco leefden en een zeer krijgszuchtig
volk. waren.
De jonge Indiaan had het niet gemak
kelijk een dappere strijder en een wer
kelijke held te worden. De procedures,
waaraan hij zich had te onderwerpen,
waren lang niet gemakkelijk, het komt
ons zelfs voor, dat ze in menig opzicht
moeilijker waren dan de ontzaggelijke
arbeid van Heracles. Een der voornaam
ste voorwaarden om in den krijgsstand
te worden opgenomen, was, dat hij
minstens drie vijanden met zijn strijd-
knots moest hebben gedood. Had hij de
ze taak vervuld, dan wachtte hij af tot
het stamhoofd hem op :ocht om in zeke
ren zin zijn daad officieel vast te leg
gen. Daarna wachtte den gelukkige in
zijn woonplaats de eerste eerbetuiging:
zijn haren werden feestelijk versierd.
Maar daarna volgde weer een tijd van
vernieuwde standvastigheid pn geduldig
afwachten. Een jaar lang moest de jon
ge Indiaan in zijn tent doorbrengen,
zonder andere voeding dan de Indiaan-
sclie nationale drank: Msato.
Nog ongeloofwaardiger schijnen de
taken, die daarna volbracht moesten
worden en het moet dikwijls 'voorgeko
men zijn, dat de „examinant", terwijl
hij zooals de voorschriften eischfen
168 JAAR GEVANGENISSTRAF
VOOR ééN PERSOON.
Vonissen van het Engelsche Gerecht
zijn den buitenlanders meestal volko
men onbegrijpelijk. Als buitenstaander
staat men als voor een raadsel voor de
ze eigenaardige rechtspraak, die even
barbaarsch als overdreven mild kan
zijn. Zoo werd dezer dagen in Londen
een brandstichter tot 168 jaar gevange
nisstraf veroordeeld, die hij natuurlijk
niet uitzitten kan.
In ons land zou men hem waarschijn
lijk tot levenslange gevangenisstraf ver
oordeeld hebben, wat precies op 't zelfde
neerkomt als de 168 jaar in Londen,'
doch de Engelsche rechter is conserva
tief, hij telt de straffen voor de verschil
lende misdaden bij elkaar op en komt
zoo tot een oordeel van 168 jaar.
Een medeplichtige van den brand
stichter, die niets minder op zijn kerf
stok had, werd daarentegen op vrije
voeten gesteld. En waarom? Hij had zijn
metgezel verraden, daarvoor kreeg hij
de verzekering dat hij vrij zou komen.
Zooiets bestaat in Engeland!
Leopold Harris, de directeur van een
oude en absoluut solied bekend staande
taxateursfirma hield er zich sinds vele
jaren mee bezig in de City de huizen
van zijn medeplichtigen in brand te ste
ken en de door' de verzekeringsmaat
schappij betaalde schadevergoeding met
zijn kameraden te deelen. Het bedrag
van de schade werd gewoonlijk door
hem zelf vastgesteld en hoewel meer
malen de verdenking van brandstich
ting opdook, vermoedde niemand in den
houder van de honderdjarige firma den
brandstichter.
Harris en zijn vrienden verdienden
millioenen en leefden als vorsten. Een
advocaat echter, die met Harris' brand-
geschiedenissen te doen had gehad, toon
de weinig respect voor den ouden naam
en de oude firma.' Harris kwam hem
verdacht voor en zes jaar lang hield zij
den eerwaardigen heer in 't oog. De ad
vocaat, Crocker geheeten, offerde er zijn
vermogen voor op, om overtuigende
bewijzen tegen Harris te verkrijgen. De
ze was echter te geslepen. Pas door het
omkoopen van een medeplichtige van
Harris gelukte het Leopold Harris te
arresteeren.
Hoewel het gevak-,,Harris" eenig is
in de geschiedenis van den misdaad, zal
den niet-Engelschman de straf die over
Gevecht tusschen een chaparral en een ratelslang.
vier en twintig uur lang werd bloot
gesteld aan de steken van een leger mie
ren, wat hij zonder ook maar met zijn
wimpers te knipperen moest verdragen,
verder voor de eer moest bedanken. Had
hij echter deze standvastigheidsprotf
met succes doorstaan, dan wachtten
hein, terwijl hij aan een boomstam was
vastgebonden, harde zweepslagen, welke
hij zonder klagen had te aanvaarden.
Tenslotte moest hij nog bewijzen, dat hij
een goede schutter was. Een wollen
kluwen werd in een snel tempo voorbij
de oogen van den jongen man voorti c-
wogen, met vier pijlschoten incest l-ij
dezen wollen bal treffen. Maar dan ook
wenkte den jongen krijgsman een schoo-
ne belooning. Had hij door al dez/ din
gen zijn dapperheid en flinkheid bewe
zen, dan werd hij tot hoofdman uitge
roepen en was hij tot aan zijn dood ze
ker van de vereering van zijn stam.
Drie honderd jaren zijn voorbijge
gaan, sinds dit ruwe Indianenvolk jon
ge lieden tot krijgslieden opvoedde. Drie
honderd jaar beschaving gingen over
ons heen, maar in den modernen tijd
blijken overblijfselen van deze barbaar-
sche opvoedingsmethoden, zelfs in het
Avondland als opvoedingsmethoden te
worden gehandhaafd.
Harris uitgesproken werd. tamelijk hoog
toeschijnen. Naar Engelsch recht echter
was deze nog zeer mild. Hij zou den
misdadiger n.1. ook ter dood veroordeeld
kunnen hebben! Volgens een oude wet
wordt in Engeland met den dood ge
straft, wie een schip, arsenaal of regee-
ringsgebouwen in brand steekt. Deze
objecten worden volgens een latere wet
met de Londensehe City gelijkgesteld en
de meesten der brandstichtingen van
Harris werden in de City uitgevoerd.
WETENSWAARDIG
ALLERLEI.
Naa-r men heeft kunnen lezen bestaat
er in Rusland een ware papiernood en
kan een krantenlezer slechts een nieu-
we krant krijgen als hij zijn oude in to
vert. In Amerika is men nog lang niet1
aan papiernood toe. Daar heeft men in
£few York de gewoonte als er een of
ander beroemd mensch wordt binnenge
haald, duizenden kilo's papiersnippers
naar beneden te werpen. Na den intocht
van Wiley Post, den vlieger om de we
reld, werd er zooveel papier op de stra
ten geworpen, dat de straatvegers des
avonds en des nachts niet minder dan
70.000 kilo papier opveegden, dat een
waarde vertegenwoordigt van ongeveer
twee duizend gulden.