Botsing met een komeet
Wat er alzoo zou gebeuren,
harde
het
De grootste ramp
yan alle t ij den.
Geen spelletjes, maar dadelijk
voor levensonderhoud zoreen.
0
jgPOREN VAN ZDLK EEN RAMP IN
N.-AMERIKA. VERWOES
TINGEN DOOR GROOTE
METEOREN.
door
Lr. J. Schenkhof
Yan de oudste tijden af hebben de
•^enscnen vrees gekoesterd voor kome
ten en groote meteoren, doch eerst kort
geleden heeft de officieele wetenschap
pntdekt, hoe gegrond die vrees was. Het
moet meer dan eens zijn voorgekomen,
'dat zulke rondzwervende hemellichamen
'de aarde hebben getroffen, om daarbij
nitgestrekte gebieden te vernietigen en
alle leven daarin te dooden, Op de meest
.Verschillende plekken op aarde hebben
de geologen stukjes van smelting af
komstig glas gevonden, die moldavieten
of tectieten worden genoemd. Prof. L. J
£>pencer, specialist voor meteorieten aan
het Britsch Museum, heeft onlangs ge-
Wezen op de overeenkomst met de stuk
jes glas, die gevonden werden na het
ïieervallen van een groote meteoor en
Ontstaan door de daarbij ontwikkelde
hitte. Rampen als de bovenbedoelde zijn
dus niet eens zeldzaam.
Een botsing met een komeet.
Ontdekkingen op wetenschappelijk ge
bied, die aan elkaar verwant zijn, wor
den vaak ongeveer gelijktijdig gedaan,
zoo ook hier. Kort geleden zagen twee
Amerikaansche geleerden, Prof. F. A.
Melton en Prof. W. Sckriever, vanuit
een vliegtuig in een gebied in de staten
Noord- en Zuid-Carolina merkwaardige
holten in den grond, die' klaarblijkelijk
.waren ontstaan door het neervallen van
een groote komeet. Vanaf den grond
gezien zijn zij te groot om eenige con
clusie te kunnen maken betreffende hun
ontstaan. Ze lijken het meest op eivormi
ge kraters, doch er is in dit gebied nooit
van vulkanische werking sprake ge
weest. Op luchtfoto's ziet men echter,
hoe ongeveer 1500 van deze holten, ver
spreid zijn over een gebied met een om
trek van vele mijlen en er uitzien als
'de sporen van een granaat in een akker.
Be grootste „granaatscherven" hebben
echter een diameter van een kilometer
gehad en de „granaat" moet er dienten
gevolge een hebben van minstens 700
K.M. De komeet van Halley de groot
ste, die men in historische tijden heeft
.waargenomen had een kern van
s,slechts" 500 K.M. middellijn.
De onbekende reuzenkomeet maakte
een voltreffer op het Noord-Amerikaan-
sche vasteland. Zij kwam uit het Noord
westen met zes- of zevenmaal de snel
heid van een geweerkogel; zij deed aar
de en vaste rotsen smelten en opspatten
als weeke modder. De uitwerking moet
'ontzettend geweest zijn; practisch alle
leven moet van het werelddeel zijn weg
gevaagd. Een zoo groote ramp heeft
zich in historische tijdon niet meer af
gespeeld, doch wij kunnen er ons eenigs-
zins een voorstelling van maken, als wij
denken aan de ramp van 30 Juni 1908
in de bevroren woestenijen van Noord-
Siberië. Deze ramp werd veroorzaakt
door een reusachtige meteoor of een
kleine komeet van naar schatting 3
K.M. middellijn. Het geluid van de ont
ploffing werd 300 K.M. verder nog ge
hoord en de hitte werd nog gevoeld op
50 K.M. afstand. Instrumenten namen
de verandering in luchtdruk en de schok
nog waar op meer dan 1500 K.M. af
stand.
Le verwoesting in Siberië.
De bevolking, die door de vuurver-
schijnselen ten zeerste was verschrikt,
klaagde over het spoorloos verdwijnen
van 1500 tamme rendieren. Prof. G. A.
Koelik, een beroemd Russisch geoloog,
bereikte met veel moeite het terrein van
de ramp en vond daar een gebied van
3 K.M. middellijn vol „granaattrech
ters", doch grooter dan er in den oorlog
ooit zijn waargenomen. Daar omheen
zag hij nog kilometers in den omtrek
omvergeblazen boomen met buiten
waarts gerichte toppen, waarvan de
dichtstbijzijnde geheel waren verkoold.
Van de rendieren vond ook hy geen
spoor.
Wanneer men het Siberisthe komeetje
als maatstaf aanneemt, moet de hitte
der in Garolina neergevallen komeet nog
op een afstand van 3000 K.M. baar
verwoestende uitwerking hebben doen
gevoelen. In het Noorden zouden er dan
wellicht nog menschen of dieren in le
ven kunnen zijn gebleven langs de kust
van den Stillen Oceaan, doch zij kon
den geen voedsel vinden en moesten
omkomen van honger, tenzij zij wellicht
konden vluchten over de landtong, die
vroeger Alaska met Azië moet hebben
erbonden.
Een aannemelijke theorie
Deze theorie verklaart tevens het
eigenaardige feit, dat de Inctianen na
het begin onzer jaartelling naar Ame
rika emigreerden en daar een volkomen
onbewoond land aantroffen. Het is een
veel aannemelijker verklaring dan de
vele andere theorieën, die op dit gebied
ten beste worden gegeven. Zij is boven
dien niet in strijd met de vage aanwij
zingen omtrent een tamelijk beschaafd
ras, dat Amerika lang voor de komst der
eerste Indianen heeft bewoond. Verder
is het nu zeer begrijpelijk, dat bij de
komst der blanke kolonisten, paarden in
Amerika onbekend waren.
Als hel weer eens gebeurde...
Wanneer diezelfde ramp zich nu eens
herhaalde, zouden de gevolgen veel ern
stiger zijn. Millioenen menschen zouden
sterven inplaats van eenige honderd
duizenden. De groote Amerikaansche
steden met hun wolkenkrabbers zouden
met den grond gelijk worden gemaakt.
Geen enkel geschrift zou bewaard blij
ven om te getuigen van het hooge peil
der moderne beschaving. Bovendien
zouden er waarschijnlijk over de gehee-
le aarde vloedgolven optreden, die sche
pen en havenwerken vernietigden. Het
verkeer, de hulpverleening zou onmoge
lijk zijn. Honger, gebrek aan water, epi
demieën zouden de overlevenden in het
Noorden en Westen teisteren. Door het
onmiddellijk ontploffen van alle benzi
ne zou men geen auto, geen vliegtuig
meer kunnen gebruiken. Zelfs radiover
keer zou onmogelijk zijn, want de lucht
zou vol zitten met z.g. kosmisch stof,
afkomstig uit de staart van de komeet.
Een komeet als die van Halley heeft een
kern van eenige honderden kilometers,
doch een staart van overweldigende af
metingen, waarbij vergeleken de aarde
om met de Amerikaansche geleerden
te spreken niet grooter is dan een
vlieg op een gordijn. De kern bestaat uit
vaste stukken, die steeds tegen elkaar
aan stooten en tenslotte 'n uiterst fijn
poeder vormen. Behalve uit dit fijne
stof kan de staart ook nit gassen be
staan..
Na de ramp in Noord-
Amerika.
Na de vreeselijke ontploffingen van
de bestanddeelen der zware kern, waar
door de grootste schade werd veroor
zaakt, moet er nog maanden of jaren
lang een aschregen van die deeltjes op
aarde zijn gevallen. In water zakt zulk
een aschlaag dadelijk weg; van berg-
Le kern van een voortsnellende
komeet.
ruggen wordt zij door den wind wegge
blazen; in wouden en velden, die zich
opnieuw vormen, overwoekert de plan
tengroei de asch met de verkoolde over
blijfselen van een vroegere vegetatie,
doch met dat al hoopt men nog ergens
afzettingen van dit kosmische stof te
vinden. Wat dit betreft, stellen de ge
leerden zich zeer veel voor van een na
der onderzoek der veenmoerassen in de
Noordelijke staten der Unie en in Cana
da, want daarin heeft men reeds vrij
goed bewaard gebleven lagen vulkani
sche asch aangetroffen, die afkomstig
waren van erupties der thans uitge
doofde vulkanen in Alaska en langs de
kust van den Stillen Oceaan.
En tenslotte zal ook een onderzoek
van de diepere aardlagen onder de door
de komeet getroffen plaatsen belangrij
ke aanwijzingen moeten opleveren, bijv.
in den vorm van verkoolde plantendee-
len of ijzerdeeltjes. Meteoorsteenen be
staan n.1. voor een groot deel uit ijzer.
Soortgelijke ramp in Australië
Een derde bericht over dit interes
sante onderwerp werd eenige maanden
geleden uit Australië ontvangen, waar
holten in den grond, die doen denken
aan de Siberische, door de inboorlingen
worden aangeduid als „de plaats, waar
de duivel van het zonnevuur wandelde".
Er zijn daar 13 gaten in een gebied van
ongeveer 1 K.M. in het vierkant; er zul
len vroeger nog wel meer holten zijn ge
weest, die door den regen met aarde zijn
volgespoeld, want zelfs bij de grootere
had dit verschijnsel zich voorgedaan.
Door graven in zulk een gat haalde
men een klomp ijzer van 120 K.G. te
voorschijn.
Een verbrande stad" in
Arabiê.
Een dergelijke gebeurtenis maakt uit
den aard der zaak op een primitieve
bevolking een diepen indruk en blijft'
langen tijd in haar herinnering voortlej
ven, zij het ook in den vorm van een
mythe. Zoo bestaan er legenden van een
verbrande stad in Zuid-Arabië, waafl
men een der meest ontoegankelijk®
woestijnen ter wereld heeft. Verleden
jaar heeft de jonge Engelsche ontdek
kingsreiziger H. St. John Philby deze
„stad" gevonden; zij bestond echter nief
uit ruïnes, doch uit kraterwanden van
rotsgesteente, dat gedeeltelijk gesmolten
was geweest. Philby dacht aanvankelijk
aan vulkanische kraters, doch deskun
digen hebben uit zijn materiaal met ze
kerheid geconcludeerd, dat men ook
hier te doen had met een ramp, die
door een meteoor of een kleine komeet
was veroorzaakt.
Een bewijs te meer?
Geen komeet, die dood en verwoes
ting heeft gebracht op de aarde, was
echter zoo groot als die van Garolina.
Als een komeet van die afmetingen eens
neerkwam in een der poolgebieden, zou
de hitte zooveel water vrijmaken, dat de
zeespiegel over de geheele aarde belang
rijk zou stijgen. De plotselinge schok z<m
bovendien de aarde uit haar evenwicht
slaan en hevige schommelingen van
haar as veroorzaken. Kleine schomme
lingen van de aardas de z.g. nütatde
worden ook thans nog waargenomen;
het is, alsof de aarde nog niét in rust
is gekomen na een hevigen schok in hel
verleden.
Teekeningen van kometen uit de oudheid.
Het leven is jegens de dieren veel on
barmhartiger dan jegens de menschen.
Een dier, dat zijn „les" niet kent, mag
do klas niet nog eens een keer over
doen, maar wordt uitgeschakeld en ver
nietigd. Een dier, dat zich in den le
vensstrijd niet staande kan houden,
iieeft afgedaan. Tenminste, geldt dit
voor de in het wild levende dieren. Wie
te zwak is, kan in de huishouding der
natuur niet meegesleept worden. Hier
geldt het: eten of gegeten worden!
:?J
-L./
Luchtfoto van een deel van Zuid-Carolina, waar stukken van eet
groote komeet zijn neergekomen en ontploft. Sommige van deze gra*
naattr echtere" hebben een middellijn van meer dan 2600 Meier.,
De dierenouders hebben daarom tot
taak hun jongen zoo spoedig mogelijk
tegen het leven gehard in de wereld te
laten en zij kwijten zich over het alge
meen van deze opgave met een pijnlijke
zorgvuldigheid. Dikwijls gaan hun zor
gen steeds zoover, dat zij hun eieren in
een daartoe geschikte ruimte leggen en
het overige aan het toeval overlaten.
Een voorbeeld hiervan zijn zekere soor
ten wespen, die voor de eieren een kun
stig nest maken en hierin een hijzonder
toebereide voeding voor de jongen neer
leggen. Daarmee zijn echter de zorgen
afgeloopen; de uit de eieren gekropen
jongen krijgen ze nimmer te zien.
Bij de groote zoogdieren zijn de jon
gen meestal bij de geboorte volkomen
hulpeloos en zouden zich zonder de ou
ders in 't geheel niet kunnen helpen.
Een pasgeboren aap is even hulpeloos
als een menschelijke zuigeling, ontwik
kelt zich dan echter sneller. De kinds
heid van een kleine aap duurt misschien
slechts een jaar, die voor grootere twee
of drie. In dien tijd moeten zij alles lee-
ren, wat zij voor hun bestaan noodig
hebben. De ouders moeten hen dus in
al het noodige onderrechten en men kan
bemerken, dat zij het ook aan tuchtigin
gen niet laten ontbreken, als het jong
zich niet volgens de aanwijzingen van
de ouders gedraagt.
Het langst heeft een olifant noodig
om zich te ontwikkelen, daar hij een
zeer hoogen leeftijd bereikt, dienover
eenkomstig is hij eerst na twintig jaar
volwassen. In deze twintig jaren leert
hij zeer veel, want de olifant is, zooals
bekend, het knapste van alle in het wild
levende dieren.
Een zeer strenge school moeten de
jonge vossen doormaken. Zij worden
blind en volkomen hulpeloos geboren,
met een klein stompje staart en een dik
ke snuit. Tijdens de eerste weken van
hun bestaan doen zij niets anders dan
slapen en zuigen, maar als zij gaan
zien en vast voedsel tot zich nemen,
worden zij levendiger. Dan beginnen zij
met elkaar te stoeien, waardoor zij hun
spieren oefenen. Dit spel is noodzakelijk,
daar het hun later de noodige handig
heid geeft als zij op buit jagen of aan
oen vervolger willen ontkomen. Tame
lijk lang duurt het voordat de jonge
vossen voor den eersten keer 't nest ver
laten, en wel om zelf op jacht te gaan,
terwijl tot dan de moeder hun brokjes
vleesch had gebracht. Op zekeren dag
komt zij zonder voedsel terug. Zij ver
bergt het dan in de nabijheid van het:
nest en neemt de jongen mee naar bui
ten om het voedsel op te zoeken. Zoodra
zij dit geleerd hebben, leert de moeder
hen ook hoe zij de buit moeten vangen.
Zij vangt zelf bijv. een vogel, welke zij
niet doodt, maar slechts in zooverre be-i
schadigt, dat hij niet meer kan vliegen*
Dan vallen de jongen de buit aan en hu
ten zich die goed smaken. Als zij hierin:
genoeg geoefend hebben, nemen de ou-j
clers de jongen op nachtelijke verove-'
ringstochten mee; de jongen kunnen nu;
toonen, of hun leeftijd succesvol was*
Zij speuren muizen, delven hazen. Dej
ouders brengen de jongen ook in de;
buurt van hondenhokken om de lucht'
van hun vijanden te leeren kennen.
Bij de vogels is het grootste gedeelte
van de opvoeding aan de vliegkunst ge-i
wijd. Niet zelden komt het voor, dat vo-i
gels, die op bijzonder booge boomen nes-*
telen, hun jongen, zoodra zij in staat'
tot vliegen zijn, het nest uitgooien om;
ben daardoor zoo spoedig mogelijk hefc|
vliegen bij te brengen. De trekvogels
moeten hun jongen voor de lange reis
te juister tijd trainen en als het zomer,
is kan men dit geregeld waarnemen.
De roofvogels brengen hun jongen"
hoofdzakelijk bij, boe zij op jacht moeien'
gaan en de buit moeten bemachtigen*
iets, dat de vogels niet uit zichzelf ken
nen. Want men heeft dikwijls gezien*
dat roofvogels, die als zeer jonge dieren
door menschen gevangen werden en in
gevangenschap opgroeiden, later niet in
staat bleken een kuiken te vangen. Hier
is dus opvoeding en scholing door de
ouders noodzakelijk, welke in hoofd
zaak door moeder vogel geschiedt. Van
een havikspaar, dat juist een nest vol
jongen had, werd het wijfje weggescho
ten. Het mannetje probeerde den jon
gen voedsel te brengen, maar speelde
het niet klaar, de jongen op de gebrui
kelijke wijze te voederen, ofschoon er
eten genoeg in de buurt was.
Sommige vogels moeten bun hulpe-
looze jongen zeer lang voeren, eer ze
vleugels krijgen en vliegen kunnen. An
dere vogels daarentegen zijn dadelijk*
als zij uit het ei kruipen, levendig en be
wegelijk en loopen de moeder overal na.
Een voorbeeld zijn de jonge kuikens, die
van den eersten dag van bun bestaan
zelf eten. Zulke vogels leeren vóór alle9
hoe zij zich voor hun vijanden moeten
beschutten en kruipen daarom onder de
vleugelen van de moeder en blijven on
bewegelijk als er gevaar dreigt.
Jonge eenden kunnen dadelijk, nadaf
zij uitgebroed zijn, zwemmen, maar bet
duiken, evenals het vliegen en het zoe
ken naar voedsel moeten zij leeren.