rémmmm. /AME!) RUBRIEK si V m 13 M P.i '7/ I i V jj l A j \A\Ji E ME tl AM£S JAPON VAN GEBLOEMDE ZIJDE No. 721 laat u een aardige japon zien van febioomde zijde. Dit model is heel ge- tebikt als zomer japon en zal menigeen goed staan. Wanneer men echter eenigs- Idn* gezet is, is het niet geraden, dat men f» cr'oyt motief in de stof kiest. Laten wij dus veronderstellen, dat de zijden stof wordt gekozen in epn zwarte achtergrond- kleur met witte of gele noppen versiert. Natuurlijk wordt het geheel rechtaan ge knipte kraagje met afhangende einden, wel ke op de linker-schouder geknoopt zijn, ge kozen in de kleur der nopjes. Het lijfje behoeft niet strak te zitten, maar mag eenigszins overblousen, terwijl daaronder een glad aangenaaid heupstuk valt, van voren en van achteren in een vrij diepe punt eindigend. De klokrok mag, als men zijde of crêpe de chine neemt, gerust wijd zijn, hoe wijder een zijden rok is, des te mooier valt hij. De mouw is tot over den elleboog eveneens wijd en wordt dan ge rimpeld aan een gladde manchet genaaid. Bij den pols wordt deze manchet afgewerkt met een schuin-loopend biesje. GEKLEEDE JAPON. De teekening hierboven geeft een ge- kleede japon weer. Dit model is evenwel niet zoo geschikt voor jonge meisjes, dan wel voor dames van wat ouderen leeftijd. De japon (No. 722) wordt gekozen, in zijde, zijde-mousseline of florita, de mooie zo merstof, die zoo aardig afkleedt. Het lijfje der japon is gewoon recht, zoowel van voren als van achteren. De rok bestaat, evenals bij het vorig mo del, uit een glad heupstuk en een klokken de rok. De halsgarneering bestaat uit een rond uitgeknipte opening, waarin een kanten bef of een bef van dezelfde stof wordt gezet. De mouw bestaat uit een pof, welke tot bijna den elleboog reikt, en een rechte ondermouw, die eindigt in een wit te manchet. De manchet, is op haar beurt weer afgewerkt met een strookje gepjisseer- den kant. TWEE MODERNE WANDELJURKEN. Nos. 723 en 724 toonen u een tweetal mo derne wandeljaponnen. Het eerste mode, 723, is gedacht van effen wollen georgette met een garneering van gekruiste biais, die, die, ofschoon op de teekening niet zicht baar, eindigt in een strik op den rug. Zoo als u op het plaatje ziet, zijn lijfje en bo- venmouw aan één stuk geknipt, doch noo- dig is zulks natuurlijk niet. Het lijfje zelf behoeft maar weinig ruimte over te heb ben, doch mag ook weer niet te strak zit ten, anders zullen de aardige plooitjes, door de halsstrik veroorzaakt, niet zicht baar worden en waarlijk, zulke keinighe- dén kunnen het aanzien van een japon al gauw verhoogen of verminderen. De rok mag evenwel om de heupen nauwsluitend zijn, en eindigt vrij ruim. De bovenmouw eindigt op den elleboog in een klokkenden strook, waaronder de ondermouw, die er onder aan kan worden genaaid, te voor schijn komt. Bij den pols behoeft de mouw verder geen garneering meer. No. 724 toont u een aardige wandeljurk van donker marocain met kimonostukken aan de mouwen. Om deze kimonomouwen met succes te dragen, moet men echter niet gezet zijn. Het korte lijfje is wat overblou- zend, waaronder een tamelijk braede cein tuur van dezelfde japonstof komt te zitten, sluitend met een lichte gesp in de Kleur van de plastron, die de halssluiting hooger maakt. De kraag wordt niet geheel rond geknipt en in het midden iets omhoog ge- hrald, waardoor men kleine plooitjes ver krijgt. De aangezette rok mag iets klokkend zijn, terwijl het heupstuk boven den rok weer glad aan mag zitten. De mouw be zit verder geen versieringen. Het is een rechte mouw, bij den pols eindigend in een klein biesje. DE NIEUWE DESSOUS. De lengte van de onderjurken heeft ge lijken tred moeten houden met de lange japonnen, in het bijzonder met die der nitgaansjaponnen. Niet alleen de lengte werd langzaam aan veranderd, maar hét geheele aanzien onzer onderkleeding onderging een wijzi ging. Langen tijd zagen wij het bovenstuk bestaan uit een ajourzpom en entredeux met twee schoudersbandjes van waschlint, maar bij de laatste modellen zijn deze schouderbandjes van dezelfde stof, terwijl ie nachthemden puntig uitgesneden hals openingen vertoonen, waaraan men een kanten garneering zet. Borduurwerk in dezelfde of tegengestelde kleur zien wij bijna algemeen toegepast. Onze teekening geeft een drietal nieuwe onderjurken weer. Het bovenstuk moet gloed vallen, om dat anders de japon niet strak kan sluiten, doch de rok wordt vanaf het middel naar beneden toe klokkend geknipt, ruim en lang, als de onderjurk onder een avondja pon wordt gedragen. Als materiaal ziet men veel zijden-tricot, crêpe de chine, shangtung of voor een minder ruime beurs lingerie-katoen, welke laatste stof toch nog altijd het duurzaamste blijft. ONZE GOEKOOPE PATRONEN. Patronen (in de maten 42 50 58 cent plus 12 cent verzendkosten bij vooruitbe talen) kunnen per giro (25025) per post wissel, of per brief met bijgesloten post zegels worden besteld bij de Redactrice Damesrubriek, L. v. Meerdervoort 45a, Den Haag. Maat en nummer van het gewenschte model s. v. pl. duidelijk vermelden. De ge vraagde patronen worden binnen drie zes dagen aan de aanvraagsters toegezon den. MODERNE MEUBELEN. Wat wij tegenwoordig in de verschillen de meubelzaken zien is wel heel anders dan wat wij kennen uit ons ouderlijk huis. "Wat ons nog wel het dichtst bij den geest zal staan zijn de ongemakkelijke notenhou ten salonmeubelen, die even voor den oor log in bijna geen huisgezin ontbraken. De met beeldhouwwerk of machinaal uitge beitelde randen, die boven de rugleuning en bij de armleuningen waren aangebracht deden beslist pijn als men eenigen tijd op een armstoel moest blijven zitten, terwijl de zittingen van de stoelen ook meestal niet van den gemakkelijken kant waren. De salon, was dan ook meestal het oord van verschrikking en men was dan toch maar liever in de gezellige huiskamer met de pluche meubelen, maar dat waren stoe len, die ten minste gemakkelijk zaten. Langzamerhand werden de leuningstoe len grooter en gemakkelijker. Eerst wer den zij overtrokken met namaak gobelin, daarna langzamerhand met rundleer. Een heel groote verandering in de meu belen werd eenige jaren geleden teweeg gebracht, toen de eerste stalen meubels op de markt kwamen. Zy kregen geen al te goed onthaal, want de meeste vrouwen vonden de meubelen koud en ongezellig, maar het moet worden gezegd, zij zaten buitengewoon gemakkelijk. Dat zij zich hebben weten in te burgeren kan men nu niet direct zeggen, doch zij hebben zich gehandhaafd voor kantoren, spreekkamers en dergelijke, waar een hygiënische stoel een eerste vereischte is Doch er komen ook allerlei andere meu belen op de markt sinds werkelijke architecten en sierkunstenaars zich gaan bezig houden met interieur-inrichtingen zien wij bijzondere meubelen, glas- en aar dewerk ontstaan. Natuurlijk kan men bij een ouderwet- sche inrichting niet plotseling een zeer moderne tafel plaatsen, maar vooral zij, die door hun huwelijk of door het opnieuw inrichten van een huishouding in staat zijn, zich mooie meubelen aan te schaffen, doen goed den raad van een deskundige in te winnen. Onze teekening laat u zien een moderne en tevens gezellige sofa overtrokken met twee verschillende kleurschakeeringen van hetzelfde materiaal. Daarvoor is een van die allermodernste tafeltjes geplaatst. In de ruimte vlak onder het blad zijn drie openingen aangebracht, waarin men boe ken kan zetten, zooals de teekening laat zien, doch een of ander mooi klein kunst voorwerp, een mooie schaal, een beeldje kan hier ook zeer goed tot zijn recht ko men. Bij een dergelijk tafeltje hoort een hoogst modern lampje. Het voordeel van tegenwoordige binnenhuizen is, dat er be trekkelijk weinig meubels in een kamer staan en er dus voldoende ruimte over blijft om te loopen. In de meeste kamers zult u ook te vergeefs naar een groote ta fel zoeken, meestal zijn hier en daar kleine tafeltjes geplaatst, terwijl in de eetkamer een groote tafel zjjn plichten vervult. Maar bij een dergelijke inrichting moet al les in styl zijn, de gordijnen, de grondbe- dekking, het theeservies, de 6choorsteen- versieringen, ja zelfs de schilderijen. De breede gouden lijsten, die in het begin van deze eeuw zoo buitengewoon mooi werden gevonden en in de omgeving van toen, ook waren, worden meer en meer vervangen door smalle zilveren of houten lijsten, vaak gebeitst. De echte mooie etsen, die tegen woordig in den handel zyn, worden zoo billijk verkocht, dat de leelijke gedrukte platen, die vroeger in vele kamers hingen gevoegelijk vervangen rijn door betere voorstellingen en uitvoeringen. Ook het behang spreekt een groot woord mee en meer en meer ziet men de groote bloemen- patronen, uitgevoerd in vele en drukke kleuren plaats maken voor de effen beige, lichtgroene en andere kleuren behang, waarop alles wat men aan den muur hangt, tot zijn volle recht korQt- Hoewel het dikwijls hoofdbrekens kost verdient het vooral aanbeveling bij het in richten van uw woning er op te letten, dat niets uw bijzondere aandacht vraagt, doch alles in overeenstemming en rustig gekozen is, zoodat u zich in huis vooral zeer behagelijk voelt. DE THEE. Het vaderland van de theeplant is China of Japan, misschien wel beide. De thee is bij de inboorlingen sinds onheugelijke tij den in gebruik. In China is een bepaalde streek, waar de plant geteeld wordt, en deze streek wordt door de Chineezen het theeland genoemd. In het begin der 17de eeuw, toen de Oost-Indische Compagnie haar handel over geheel het Oosten uit breidde, werd de theeplant voor het eerst in Europa ingevoerd. De Compagnie ging toen ook handel in thee drijven. De thee handel met China leverde echter niet ge noeg winsten op en daarom besloot men ook op Java theeplantages aan te leggen. Aanvankelijk mislukten deze proeven ech ter; eerst in Ï826 werden eenige goede re sultaten verkregen. De Regeering had uit China en Japan theezaden laten komen en deze te Buitenzorg geplant. De planten ont wikkelden zich goed, maar daar men niet wist, hoe de planten verzorgd moesten worden, kwam men niet veel verder. Men zond toen een zoogenaamden theeproever naar China, die aldaar met levensgevaar het kweeken van de thee bestudeerde. Hij slaagde er in zich het geheim van de thee- cultuur eigen te maken en nam eenige Chi neezen, die hiervan goed op de hoogte wa ren, mede naar Java. Van dien tijd af wor den er ook op Java groote hoeveelheden thee gekweekt. "Uit China werd de thee plant overgebracht naar Indië, Brazilië, het eiland Mauritus, Noord-Amerika en naar de hooge dalen van den Himalaya. Ons land was een der eerste staten van Europa, waar dit Chineesehe voortbrensel het eerst bekend werd. In 1660 was de thee in Engeland ook reeds algemeen be kend, zooaïs blijkt uit een partlements- acte van dat jaar, waarbij een belasting van ongeveer 90 cent werd geheven van elke kan thee, welke in de koffiehuizen werd verkocht. De thee kostte toentertijd in Engeland 30.36.per pond, en een geschenk van twee pond en drie ons thee aan den koning werd als zeer kostbaar be schouwd. Toen de thee in Nederland, En geland en Frankrijk steeds meer gebruikt werd, wilde men de theeplant ook naar Europa overbrengen en aankweeken. Dit ging echter niet zoo gemakkelijk. De Chi neezen zagen dergelijke pogingen met lee- de oogen aan, want als de theeboom in Europa gelukte, dan zou hun handel na tuurlijk een groot verlies lijden. Ook was het zeer moeilijk om op de lange zeereis de planten levend te houden, daar zij groo te temperatuursverwisselingen moesten on dergaan. Toen het bleek, dat het onmoge lijk was een theeplant levend over te bren gen, probeerde men het met de zaden; doch ook deze pogingen mislukten. Twin tig jaar lang beproefde Linné een levende theeplant in Europa te krijgen, herhaalde malen liet hij planten en zaden uit China mede brengen, maar steeds waren zij dood als zij in Europa aankwamen. Toen ver zocht hij prof, Gmelin, dat hij hem door een moscovitische karavaan theezaad zou laten meebrengen, doch dit werd door de waakzaamheid van de Chineezen verijdeld. Soms, als men er zich over verheugde ein delijk eens een levende theeheester in Europa te bezitten, zag men, als de plant begon te bloeien, dat men bedrogen wass, en dat het slechts een soort kamillen wa ren, welke men van de Chineezen had ont vangen. De Zweedsche scheepskapitein Carl Gustav Eckberg bracht op verzoek van Linné theezaden mee, welke hij kort na zjjn vertrek in een pot met aarde deed, zoodat zij voor de aankomst te Gothenberg ontkiemden. Op 3 Oetober 1754 kwam zoodoende het eerste levende theeplantje in den plantentuin van Upsala. Toen be weerden de Franschen, dat zij reeds vroe ger de eerste bloeiende theeplant aan den koning hadden aangeboden. Deze plant zou door een Fransch geestelijke uit Chi na zijn meegebracht. Linné wist een ge droogd blad van dezen heester te verkrij gen. Hierdoor bleek het, dat dit de echte thee niet was en kwam aan de Zweden de eer toe van de eerste bloeiende thee plant in Europa te bezitten. Het oudste ge schrift in Europa waarin over de thee wordt gesproken is „Historica indica", het welk te Leiden in 1583 verscheen. BLOEMEN SCHIKKEN. Veel menschen zijn er, die er hoege naamd geen idee van hebben, om zelfs het eenvoudigste ruikertje een beetje aantrek kelijk te maken. Dat is een kwestie van smaak, zal men zeggen, maar toch is dit niet altijd zoo. Er zijn ook genoeg vak bloemisten, die koningen in hun arbeid zijn, zonder nu bepaald veel smaak te heb ben. De goede bloemist heeft slechts oog voor vormen en kleuren en de rest bestaat uit dingen, welke hij weet en welke wij allemaal kunnen leeren. Het komt neer op het kennen van het effect, dat een zweven de knop oplevert, of de van een stengel of de nerf van een blad. Deze on derdeden spelen alle een rol om der. rui ker tot een „schepping" te verheffen. Als regel aanvaardde men. bij het versieren van kameriioekjes, te we.ken met slcchis weinig uitgezochte bloemen. Elke bouquet moet als het ware een schilderijtje zijn en kan gemakkelijk worden bedorven door een teveei. Het mcc-lste arrangement ver krijgt men steeds als elke stengel al1 een staat, zijn behoorlijk vrachtje blad ot bloem torsend en een natuurlijke stand weergeeft. Men kan de stengels licht tegen elkaar aanzetten, zoodat zij „gekruisd" staan, maar natuurlijk r.let zoo, dat zij zouden verstikken of verfomfaaien. WACHTENDE OP DE NIEUWE AARDAPPELEN. De „aardappelkwestie" maakt het in de zen tyd var. het jaar de huisvrouw moeie lijk! Als het, zooals in. Nederland, nu eenmaal een vaste gewoonte is om den één of ande ren vorm aardappelen in het middagmaal te verwachten, en als daarbij de oude aard. appelen hoe langer hoe slapper en slechter worden, terwijl de nieuwe nog schrikba rend duur zijn, dan kost het dagelijks heel wat hoofdbrekens om een. oplossing te vin den. We zouden natuurlijk den aardappel wel eenigen tijd in ons middagmaal kunnen ai- schaffen, hem kunnen vervangen, b.v. door gerechten van rijst, macaroni of boonen, maar, daarmee is een Hollandsch gezin in den regel niet tevreden. En het eenige za] dus zijn, dat we den smaak van den te ouden aardappel wat trachten te verbete ren, door toevoeging van andere stoffen; dat we de traditioneele schaal met gekook te aardappelen en de daarbij behoorende sauskom met jus tijdelijk op den achter grond brengen en een ruimere plaats ge ven aan de purée, de gebakken aardappe len, de aardappelschoteltjes, aardappel koekjes en dergelijke. Smakelijk zyn die zeker, en veel moei lijkheden in de bereiding brengen ze niet, al zijn ze natuurlijk wel iets ingewikkel der dan de gewone gekookte aardappelen. Een gelukkig toeval wil, dat we juist in dezen tijd een ruimer gebruik van eieren kunnen maken. Omdat die in hun goedkoo- pe dagen zijn. Ook vertoonen de groen ten een grootere verscheidenheid, zoodat een grootere portie daarvoor met een klei nere portie aardappelen vanzelf al mee helpt om het vraagstuk op te lossen. Zoo zal de hoeveelheid aardappelen, die in den vorm van aardappelkoekjes of een aardappel-omelette een koude sla verge zelt, véél kleiner kunnen zijn dan de por tie die als gekookte aardappelen bij diezelf de sla wordt verorberd; zoo zal bij visch een aardappelsla (van aardappelplakjes of wel van fijngewreven aardappelen) per persoon ongeveer de helft van het gewicht aan aardappelen noodig maken, dat voor gekookte aardappelen met een saus wordt geëischt, terwijl daarenboven de smaak van de toegevoegde stoffen (olie, azijn, kruiden, bouillon enz. enz.) sterk zal mee werken om de kwaliteit van het aldus ver kregen aardappelgerecht te verbeteren. De volgende recepten kan ik met ver trouwen aanbevelen. Aardappelsla (4 personen) K.G. gekookte aardappelen, 1 gesnip perd preitje of uitje, 1 eetlepel gehakte pe terselie, 3 eetlepels slaolie, 3 eetlepels azijn, 3 eetlepels melk, 2 theelepels Maggi's Aro ma, wat mosterd, peper en zout. Snijd de aardappelen in plakjes; ver meng ze met de gesnipperde prei en de gehakte peterselie. Meng den mosterd met de peper, het zout en de Maggi's Aroma door elkaar, roer er eerst de melk door, daarna de olie en tenslotte den azijn; klop alles nog eens goed door elkaar en meng er dan de aard appelplakjes mee aan. Laat de sla vóór het opdienen een uurtje staan, zoodat de aardappelen goed doortrokken worden van de saus. 'Presenteer dit gerecht naaf verkiezing nog gegarneerd met plakjes biet, partjes hardgekookt ei, ingemaakte uitjes ep augurkjes vooral bij koude of warme gebakken visch, ook echter wel bij rund- vleesch of varkensvleesch. Fijngewreven aardappelsla (4 personen) Y K.G. gekookte aardappelen, (liefst warm), 1 uitje of preitje (Ook wel een paar Ingemaakte sjalotjes), 8 eetlepels azijn, di». yA L.) kokend water met 2 Mag gis Bouillonblokjes, wat peper en zout. Maal of stamp de aardappelen fijn, ver meng ze met het zeer fijn gesnipperde uitje of preitje (of de gehakte sjalotjes), roer er dan den warmen bouillon door, de olie en den azyn; voeg, als het mengsel nog te droog mocht zijn om een samenhangend geheel te vormen, wat warm water toe. Maak de sla op smaak af met peper en zout, schik ze hoog opgestapeld op een platten schotel en presenteer ze warm of koud bij gebakken visch, bij rundvleesch of bij varkensvleesch. Aardappelkoek (4 personen) 500 G. (1 pond) gekookte aardappelen, 6 eieren, 20 G. (2 afgestreken eetlepels) bloem, 50 G. y2 ons) geraspte kaas, 2 thee lepels Maggi's Aroma, 1 uitje, wat peper en zout, ongeveer 60 G. (3 afgestreken eetlepels) boter. Laat in de koekenpan in 2/3 van de heete boter, in plakjes gesneden aardappelen e het fijn gesnipperde uitje zachtjes lichl bruin bakken. Klop intusschen de eieren, meng er de bloem mee aan, voeg er de geraspte kaas bij, de Maggi's Aroma en naar smaak wat peper en zout. Giet het eiermengsel uit over de aardappelen en bak den koek aan den onderkant goudbruin; keer hem met behulp van een deksel om, doe de rest van de boter in de pan en bak ook den an deren kant bruin. Laat de omelette op een verwarmden schotel glijden en presenteer ze o.a. by sla, spinazie of bloemkool. Hieu niet i Koni v.h. F. C Besl reed FOT STEI

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1934 | | pagina 2