p-
ONZE GUElflvOUFE FATBONEN.
Patronen (in de maten 4050 a 58 ets.
plus 12 ets. verzendkosten bij vooruitbeta
ling) kunnen worden besteld der giro
(125025), per postwissel of per brief met
bijgesloten postzegels aan de Redactrice
Damesrubriek, Laan van Meerdervoort
45a, Den Haag. Maat en nummer van het
gewenschte model s.v.p. duidelijk vermel
den! De gevraagde patronen worden bin
nen drie a zes dagen aan de aanvraagsters
toegezonden.
AARDIG MEISJESJASJE.
No. 747 toont u een aardige meisjesman-
teltje, waaronder een rokje, dat er voor
ongeveer 8 a 10 c.M. uit kan komen. Het
jasje bestaat uit een tweètal voorpanden
en één achterpand, hetwelk geheel recht
loopt, hetgeen u ook op het bijgaande
prentje kunt zien. Het kleine kraagje is
iets opstaand, waaronder de schuingeknip-
te revers komen, die aan één stuk doorloo-
pen met de voorpanden. De mouwen zijn
gewoon recht en eindigen bij den pols in
een opgelegde manchet. De groote opge
stikte zakken zullen wel altijd van pas
kunnen komen .Vièr groote knoopen, waar
bij twee looze, zorgen voor de sluiting.
Het linkervoorpand mag niet onder het
rechter uitzakken; dit staat, onverzorgd.
Zooals het bij damesmantels gebruikelijk
is een bandje tegen den binnennaad van
het rechtervoarpand ,te naaien, zoo wordt
het thans ook wel gedaan bij kinderjasjes,
omdat de snit van den mantel ook veel
beter er in blijft. Het geheele jasje zou men
kunnen afwerken met tres of een biesje,
hetwelk langs de kanten loopt en op de
teekening duidelijk zichtbaar is. Ofwel men
stikt er gewoon langs, wat ook nog stevig
heid aan de stof geeft. Het rokje, dat er
onder wordt gedragen, kan van dezelfde
kleur als het manteltje zijn en alzoo een
aardig stelletje vormen.
EEN GEMAKKELIJKE ZOMERMANTEL.
Nevenstaande afbeelding no. 748 toont
u een gemakkelijken zomermantel. De stof
moet luchtig en soepel zijn. De mantel, die
wel aan een jurk doet denken, is vooral
praktisch. De revers zijn klein en loopen
door in de beide voorpanden, die niet ver
over elkaar behoeven te sluiten, omdat de
vereischte rokruimte al reeds is gevonden
in de beide plooien aan weerszijden van
den rok én wel onder de zakken. Indien
gewenscht, make men één opgestikte zak.
De ceintuur is jan dezelfde mantelstof en
eluit met een gesp. De mouw is gewoon
recht en valt in eo# manchet, welke iets
wijder uitstaat en alzoo de afwerking
vormt. Inderdaad een gemakkelijke zo
mermantel, dia niet ingewikkeld is.
Mlllb -Suii/IIll
HET ZOUT.
Het zout heeft wegens zijn onmisbaar
heid steeds een belangrijke plaats in den
menschelijke samenleving ingenomen.
Reeds in de vroegste tijden was deze stof
bekend en heel wat oorlogen zijn er om
dit artikel gevoerd.
Vriendschap kocht men met zout en bij
sommige natuurvolkeren heeft het zout ook
thans nog de beteekenis en de waarde van
geld. Het gewone zout in het dagelijkseh
leven, keukenzout geheeten, is een der be-
alngrijke schatten van deti aardbodem.
Waar vindt men zout? In het zeewater,
in het water van meeren en rivieren, en in
de lagen van den aardbodem. Het zeewa
ter bevat evenwel een zeer geringe hoe
veelheid keukenzout. Het water van alle
rivieren bevat eenige sporen van keuken
zout. Planten en dieren nemen zout in zich
op en ontleden die stof grootendeels gedu
rende hun leven en groeien. In afgesloten
zeeboezems, zonder een voldoende verbin
ding met de volle zee en met zwakke aan
voeren van het land, verzamelt zich het
zout, door de sterke verdamping van het
water in zulk een hoeveelheid,'dat het Wel
dra het leven en het gedijen van planten
verhindert. Er stroomt zoutwater in zulke
boezems en zoogenaamde strandmeren, cn
dan voert ze nieuwe zoutmassa's aan, zoo-
dat het water eindelijk een verzadigde
zoutoplossing wordt en het zout zich be
gint af te scheiden. Alle meren, welke geen
afvoer bezitten, veranderen mettertijd in
zoutmeren. Plant- en dier.1 oven is er niet
genoeg in aanwezig om het zout in vol
doende hoeveelheid te kunnen verwijderen.
Plet zout-overschot wordt van jaar tot jaar
grooter en in den loop der tijden verandert
het zoet water in pekel. Vooral de hoog
vlakten in Mongolië en Tartarije en de
Siberische vlakte zijn rijk aart zoutmeren,
waarvan eenige zelfs verzadigde zoutop
lossingen zijn. Velen dier zoutmeren zijn
onuitputtelijke voorx-aadsehuren van keu
kenzout., Een voorbeeld hiervan is het Rus
sische meer Elton, hetwelk ten Westen van
de Wolga ligt. Het meer Elton ligt in een
vlakte en heeft een' omtrek: van ongeveer
7 K.M.; het is zeer ondiep en kan in zijn
geheele breedte doorwaad worden. Slechtó
in de wintermaanden stijgt het1 water iets
door het smelten van de sneeuw. Het wa^
ter van dit, meer is niet helder, maar geel1-
achtig en troebel, en bevat 'behalve1'keu-1
kenzout nog vele andere zouten. In den zo
mer, als de verdamping het sterkst is,
vormt er zich een dunne zoutlaag op de
oppervlakte van het water, wat uit kleine
drijvende zoutkristallen bestaat, welke
naar beneden zinken en voor nieuwe kris
tallen plaats maken. Op deze wijze vormt
zich in den loop der dagen in den zomer
een losse zoutlaag op den bodem van het
meer, welke men .Nieuw Zout" noemt. Dit
wordt evenwel niet dadelijk verzameld,
omdat het door bittere en licht vervloeien
de zouten is verontreinigd.
Gedurende den winter zet zich door het
sneeuwwater een dunne zwartachtige leem-
laag over de laatste laag nieuw zout af,
waardoor de bodem van het meer uit tal
rijke lagen zout en leem bestaat. Uit het
Eltonmeer worden jaarlijks groote massa's
keukenzout gewonnen. De zoutschotson
worden met soort van schop losgehakt,
in zuiver water afgespoeld en in schuren
te drogen gelegd. Drogen dergelijke zoüt-
meeren door een of andere eorzaak uit, dan
blijven de zoutvlakt-en, zoutsteppen ovéi*.
De grens tusschen Europa en Azië wordt
gevormd door uitgestrekte zout woestijnen,
waarvan de bodem geheel met een zout
laag is bedekt. Door deze zoutsteppen zijn
de steenzoutlagen in de aarde ontstaan,
welke op vele plaatsen worden aangetrof
fen. Aan de beide zijden der Karpathen
is het steenzout zeer algemeen verspreid.
Hier treft men ook vele zoutmijnen aan,
waar het zout in brokken uit den aardbo
dem te voorschijn wordt gehaald. Oosten-
EEN TWEETAL AVONDJAPONNEN.
De nummers 749 en 750 geven een twee
tal sierlijke avondjaponnen te zien, welke
beide bestemd zijn voor slanke figuren.
Het eerste model (no. 749) kan het best
worden vervaardigd van een zware zijde
soort ofwel van soepel satijn. Het lijfje is
nauwsluitend en vindt de noodige ruimte
van voren in de enkele naadjes, welke
dwars zijn gestikt. De kleine strakke rag-
lanmouw behoeft niet van dezelfde stof te
zijn, doch kan van een aardige streep wor
den gemaakt in de grondkleur der japon.
De rok is op heuptehoogte ook nog mooi
nauwsluitend en loopt dan vrij wijd uit.
Het tweede model is een avondjapon van
zwarte zware stof of fluweel.' De kraag
wordt gevormd door een kort lijfje, waar
onder opnieuw een lijfstukje komt, dat
aansluit op den rok. Met model van dit
avondjaponnetje is zeker niet gemakkelijk
te vervaardigen. De rok loopt evenals het
vorig model, wijd uit. Deze wijdte wordt
gevormd door een breed opgelegde baan,
welke zoowel van voren als van achteren
wordt aangebracht. De sjaal, welke de
dame op de teekening om de arm draagt,
is vastgehecht aan het schouderstuk. Deze
sjaal kan van binnen van wit zijden of wit
fluweel worden gemaakt, hoewel dit laatste
wel een beetje te wam zal zijn. Wit zij
de komt evenwel ook heel bijzonder b^j
zwart fluweel. Om het middel wordt een
breede sjerp gedragen van dezelfde stof
en sluitend van ^oren in een losse knoop.
rijk, Engeland, Frankrijk en ook Spanje
leveren zout. In Cordona vindt men een
open zoutgroeve. Het zout, dat hieruit
wordt gegraven, is heel zuiver. Het Engel-
sche zout is slechts op eenige plaatsen ge
kristalliseerd en wit, gewoonlijk is het
evenwel vast en roodachtig, en niet alles
is bruikbaar. Ook in Nederland treft mén
eenige vaste zoutlagen aan. Deze lagen
bevinden zich op een diepte van ongeveer
300400 meter. Het zout wordt door een
ondergrondsche oplossing in den vorm van
pekel naar de oppervlakte gebracht. Hier
toe heeft men verschillende boorgaten
aangelegd. In elk boorgat bevinden zich
twee buizen, door de eene buis, welke tot
aan den bovenkant van de zoutlagen reikt,
wordt het water ingepei'st, door de andex'e
buis, welke tot aan den voet van de zout
lagen is aangebracht, wordt de verzadigde
pekel opgepompt en naar een ziederij ge
voerd, waar het van alle bij zouten wordt
vrijgemaakt.
De gezuiverde pekel wordt naar de zout
mannen vervoerd, waar het indampings-
proces plaats heeft. De pekel wordt tot ko
ken gebracht, waardoor het water ver
dampt en het zout overblijft. Het zout
speelt een belangrijke rol bij den opbouw
en de dagelijksche vernieuwing van ons
lichaam en is voor het menschelijk lichaam
een voedsel in den waren zin van het
woord, dat men zich zonder nadeel voor
gezondheid en leven niet onthouden mag.
EEN GEZELLIG HOEKJE
Hot gezellig hoekje, de z.g. „cosy-cor-
ner" ontbreekt tegenwoordig oijna in geen
huis meer. Al naar mate de dikte van
de Beurs waarover men kan beschikken,
zullen de meubelen mooier zijn, maar de
gezelligheid heeft met het geld weinig uit
te staan. Dat is een kwestie van „sfeer"
scheppen. Heeft men geen smaak, toch
kan er sfeer zijn^Jerwiji het omgekeerde
ook waar is. Een smaakvol gemeubileerd
vertrek, waarin geen sfeer is, is koud en
kil.
Onze afbeelding laat U een daarbij be-
hoorende canapé zien.
In plaats van een canapé ziet men ook
vaak eenige fauteuils van verschillend
model, maar allen in dezelfde stijl ver
vaardigd en van hetzelfde materiaal. Deze
meubelen zijn voorzien van losse zitkus
sens, waardoor zij zeer gemakkelijk stof-
en mot vrij te houden zijn.
DE VERSIERINGEN VAN ONS
POSTPAPIER
Het getuigt van buitengewoon veel
smaak als men postpapier heeft van zoo
danige kwaliteit en uitvoering, dat cle ver
schillende menschen, die het ontvangen,
dadelijk weten, van wie de brief afkoxn-
stig is. Wij kunnen natuurlijk onzen naam
er op laten drukken, maar wij kunnen
ook een monogram ontwerpen of laten
ontwerpen en het zal heel vaak van de
lettercombinatie afhangen, wat wij er van
kunnen maken.
•Onze teekening geeft u eenige voorbeel
den van monogrammen, welke het papier
zullen verfraaien; hetgeen u tevens op het
daaronder afgedrukte papier kunt zien.
De mogelijkheid van samenstelling van
monograms is zoo uitgebreid, vooral met
de tegenwoordige moderne lettersierkunst,
dat wij moeten volstaan met een achttal
voorbeelden. Bij het ontwerpen zou ik wel
aanraden zelf uw idee aan te geven en
zoo ge zelf niet teekenen kunt, het dan
door een vakman te laten uitvoeren.
Alleen op die manier krijgt u een per
soonlijk cachet aan uw postpapier,
VLEESCHRESTEN.
Wat zullen we er mee doen?
De keus is ruim, maar ze hangt eenigs-
zins af van verschillende omstandigheden.
Is het restje vleesch zóó, dat we er des
noods voor een maaltijd nog genoeg aan
zouden hebben? Of wel, komt de hoeveel
heid slechts in aanmerking voor een kleine
aanvulling van het menu?
Wordt er het een of ander „warm hapje"
van verwacht (voor de koffietafel mis
schien); of heeft een koud schoteltje meer
kans van in den smaak te vallen?
Zijn we maar „onder ons" en mogen we
dus aannemen, dat aan de bereiding niet
al te hooge eischen behoeven te worden
gesteld; of wel verwachten we misschien
gasten en is het er ons om te doen onze
waardigheid en vindingrijkheid op het ge
bied van koken voordeelig te laten uitko
men?
Ten slotte; hebben we wel wat tijd ojn
iets min of meer bewerkelijks te bereiden;
of treft ons restje toevallig een drukken
dag en zijn we er liefst zoo vlug mogelijk
mee klaar?
Op al deze vragen antwoorden we met
geheel verschillende oplossingen van de
vleeschresten-kwestie; het beste zal dus
maar zijn, dat we ons in één van de ge
vallen meer bepaald indenken en dat we
daarom de mogelijkheden bespreken.
Laten we dan aannemen, dat de wen-
schen uitgaan naar een koud schoteltje
voor het déjeuner.
Op z'n allereenvoudigst zouden we dan
het koude vleesch, met een scherp mes in
nette plakjes gesneden, op een schaaltje
kunnen schikken, om het zóó bij de boter
ham te geven.
Aardiger van uiterlijk en ook smakelijker
wordt ons schoteltje, als we kunnen be
schikken over wat ingemaakte uitjes en
augurken of over wat groentestukjes in
mosterdzuur; die gebruiken we dan als gar
neering, hetzij als randje om het vleescn
heen, hetzij hier en daar over het vleesch
gespreid.
Nog aantrekkelijker maken we het ge
recht door er wat mayonnaise bij te ma
ken ,een werkje dat tegenwoordig dank
zij de demonstraties van den kok der Deifi-
sche slaoliefabriek in een ommezien'ie
klaar is. Een dun laagje mayonnaise over
het vleesch gespreid, of ook wel als
tenminste de saus flink dik is losse nop
jes op gelijke afstanden langs den rand,
ontnemen dadelijk aan het koude vleesch
het alledaagsche van de maar gewoon op
gediende plakjes.
Even een raad: probeert u bij de mayon
naise eens de toevoeging van eenige drup
pels Maggi's Aroma; De saus gaat in fijn
heid van smaak er bepaald op vooruit!
Willen we de allermooiste wijze van op
dienen volgen, (voor een restje vleesch van
zeer aristocratische afkomst, b.v. een stukje
kalfsfricandeau of ossenhaas), dan zorgen
we voor \yat heldere zure vleeschgelei, al
gemeen ook bekepd onder den naam van
asp^c.
Vroeger had de bereiding daarvan heel
wat voeten in de aarde^ men moest begin
nen met er bouillon van kalfspoot voor
te trekken, een urenlange bezigheiden
vrij kostbaar óók.
Tegenwoordig echter kunnen die bezwa
ren geheel vervallen; we bereiden eenvou
dig de benoodigde hoeveelheid bouillon van
Maggi's bouillonblokjes (I bouillonblokje
op 2 d.L. kokend water) en we geven er
de geleiachtige consistentie aan door mid
del van gelatine (50 Gr. of ons op 1 L.
bouillon).
Voor het garneeren van een schaaltje
vleesch voor ongeveer 4 personen zullen we
noodig hebben:
2 d.L. y L.) water
1 a 2 Maggi's bouillonblokjes
stukje foelie
takje peterselie'
•stukje ui
worteltje
klein laurierblaadje
1 kruidnagel
2 peperkorrels
2 eetlepels azijn
12y. Gr. (1 y lood) witte gelatine
1 eiwit (liefst ook de gewasschen, ge
kneusde schaal van 't gebruikte ei).
We beginnen met op een zeer zacht vuur
(desnoods op een theelichtje) de verschil
lende kruiden en groenten in het water te
laten trekken tot de vloeistof voldoende
geurig is. Dan lossen we er de bouillon
blokjes in op en laten den bouillon bekoe-
lerv.
De bewerking, die dan volgt, is het z.g.
..klaren" van den bouillon. We doen daar
toe het ongeklopte eiwit, de gekneusde
(uiterst goed gewasschen!) eierschaal, den
azijn en de gelatine in den afgekoelden
bouillon, zetten het pannetje op een zacht
uur en kloppen er met een goed vertinde
garde in, tot tenslotte de vloeistof aan de
kook is gekomen, en er zich langzamerhand
een dikke laag schuim heeft gevormd, die
alle onzuiverheden omhult en mee naar
bove'n neemt. Zoodra het mengsel kookt,
houden we op met klpppet} en zetten we
het vlammetje nóg wat lager, zpodat de
vloeistof ternauwernood blijft doorkoken
(een paar minuten); dan nemen we de pan
van het vuur, wachten nog even een paar
minuten tot er in de vloeistof onder de
schuimlaag geen vezltjes meer opstijgen
en gieten dan alles door een dicht geweven
doek (liefst b.v. een lap flanel).
De thans uitlekkende, volkomen heldere
vloeistof vangen we op in een ondiepe
schaal, zoodat ze vlug kan bekoelen; ze zal
dan een glasheldere gelei vormen, die zich
gemakkelijk voor de garneering van ons
vleeschschoteltje Iaat gebruiken, hetzij in
figuurtjes, hetzij geheel tot kleine, glinste
rende kristalletjes gesneden (met behulp
van twee mnc--