Oorlogsherinneringen» Een man vao principes. De Overweldiging van België* Naar Von Manteuffel. Kamerkroniek. Herinneringen aan de omzwervingen van een oud oorlogscorrespondent tusschen de* strijdende partijen. Mijn drie nieuwe „vrienden" gooien de flesschen wijn op den grond en trekken hun geweren onder deu arm. Ze doen beschermend tegenover mij; ze gaan vóór staan en verzekeren me, dat ik niet bang behoef te zijn. Ze zien schuw rand, maar het raadsel wordt gauw opgelost, want reeds hoor ik van achter de puin- hoopen een Duitsch lied lallen. Een troep soldaten duikt voor ons op, blijk baar een patrouille. Ook deze lieden zijn dronken; ze spelen met hun geweren en schieten die bij wijze van „mop" af, als het een of ander in de brandende hui zen hun aandacht trekt en als mikpunt kan dienen. De verbroedering met den bevrienden Hollander begint opnieuw, thans gelukkig zonder champagne of andere wijn. Als ik me eindelijk van mijn vrienden kan los maken, vind ik weldra de Markt*van Leuven, waar o.m- het Stadhuis en de beroemde St. Pieterskerk te vinden zijn- D-w-z-: het Stadhuis stond er nog in ón- geschonden glorie, maar van de mooie St Pieterskerk was niet veel meer over. De toren was verdwenen, het kerkdak was ingestort, de mooie gebrandschil derde vensters waren vernield, het altaar v/as verbrand, de preekstoel ernstig be schadigd. Deze twee laatsten waren kunst schalen van aanzienlijke beteekenis. De meeste huizen op de Markt stonden nog in lichterlaaie, maar een deel der gebouwen is er toch gespaard gebleven. In zulk een huis, een hoekgebouw, is een troep soldaten gelegerd, blijkbaar is liet een officierswacht. Natuurlijk werd ik weer aangehouden enz., maar dat alles kwam op de gewone wijze in orde. Ook lier bleek ik weer een „vriend" der jrandsticfaers te zijn en, ik aanhoorde wondere verhalen over het frac-tireurs- vezen in België! Maar persoonlijk, .een, persoonlijk hadden ze het niet er- /aren Ik begon ernstig te prakkezeeren over sommige plaatsen doorboord. Het mannetje vertelde me, dat al zijn huisgenooten, zijn zoon met vrouw en kinderen, gevlucht waren; ook hij zelf was oorspronkelijk weggetrokken met een der kleinkinderen. Buiten de stad was hij echter afgeclwaald en teneinde raad is hij toen naar Leuven teruggekeerd. Met „toe stemming" der militaire overheid verbleef hij thans inzijn eigen huis- Ik overdacht, dat het in dat huis van het oude heertje allicht beter slapen zou zijn dan tusschen die soldaten op de Markt en ik vroeg het manneke daarom, of hij me voor dien nacht onderdak wil de verleenen. Hij had daar r ts op tegen. Ik wilde hem vergoeding geven voor zijn moeite, maar daar wilde hij niets van weten. Maar, zoo zegt hij, als u misschien wat brood bij» u mocht hébben 't Is voor m'n jongske, meneer, m*n klein kind Heel den dag hebben we nog niets gegeten en't ventje heeft zoo'n honger, meneer! echter tegengesproken door de officieel; Belgische instanties zelve. Maar ook uit eigen ervaring en aanschouwing zoo zei ik met nadruk wéét ik en kan ^k met beslistheid verzekeren, dat vatf die besclfti'diging geen woord waar. is. Ik heb de eerste oorlogsdagen beleefd ter plaatse, waar de strijd woedde en ik kan het dus weten, wat ik u hier vertel. Het gezicht van den brayen man klaar de geheel op. Met ontroering greep hij m'n hand' en, die warm drukkende, sprak hij: Ahwel, het doet me oprecht goed, zulks te hoeren Ge kunt U niet voorstel len, welk schrikkelijk leed het ons, Vla mingen, heeft gedaan, te moeten hooren, dat de Hollanders* met de Duitschers tegen ons zouden hebben samengespan nen. De dokter werd nu ook wat spraak zamer over andere zaken. Volgens hem beweerden de Duitschers, dat de inwoners van Leuven uit vensters en kelders zouden hebben geschoten, toen de bezetting der stad de troepen wilde gaan helpen, die op ongeveer 7 KM- bui ten Leuven in gevecht waren gewikkeld met de Duitschers. De dokter noemde een dergelijk ver ondersteld georganiseerd optreden van de inwoners onder het tyranniek bestuur, dat de Duitschers in de acht dagen vóór de verwoesting der stad hadden gevoerd, een psychologische onmogelijkheid. De gedachte er aan heette hij eenvoudig krankzinnig. Wat de Duitschers aan de stad had den begaan, had deze dokter voelen aan- ze T van de „statie", het door mij 'gezochte „Bahnhof", ze lallen onder mekaar om de menschelijke cadavers, waar ze langs heen moeten Het bloemperk voor het Leuvensche station was uitgegraven; in een grooten kuil had men de lichamen verzameld van de Duitsche soldaten, die in het treffen bij Leuven waren gevallen. Het stationsgebouw zelve werd goed bewaakt, door nuchtere manschappen, maar mijn „papieren" en beslist optreden gaven me doorgang. Ik werd aangediend bij den man, die de verantwoordelijkheid draagt van Eeu wen's verwoesting, bij GENERAAL' VON MANTEUFFEL. Md. (Wordt vervolgd-) Toen huilde het oude heertje. u unA a i_ i. A, u-en D-egaan, nao aeze aoKtcr vocicu u Ik had nog twee boterhammen m m.jn L rugiasch, brood, dat al oud en hard was bev0]|d uifge ]underd; ze hadden - T'e V JrgÏÏ i*"s laatste brood weggehaald, dat Ik Wist óók met, wanneer ,k weer iets I de hen dri d beh(Jden om zich te eten zou bekomen, maar toch stond 1 .e .g 6 ik mijn mondvoorraad gaarne af- AlsI n' 1Q j j f Vise zoo zei hu was verwoest Leuven me den anderen dag zonder eten' J Xnl^ 5 moeten worden om de bevolking van zou laten, dan kon IK er tenminste weg- 1 „A*. m.rt* een groot-stad, Luik, down te stemmen, trekken, maar dat manneke kon dat NIET) J,„„n Ik zette mijn tocht weer voort naar 't „Bahnhof", want in ieder geval wilde ik met den stadscOmmandant praten,, vóór ik in^ deze brandende hel mijn nachtrust ging zoeken. Ik passeer ergens een groot, somber gebouw, dat slechts gedeeltelijk gespaard bleef; de counturen teekenen een grauwe, .massieve silhouet tegen den rood-gekleur- den avondhemel. Omdat van het gebouw een Roode Kruis-vlag neerhangt, sta ik even te kijken en dan zoo meern ik Leuven ging Op in vlammen, vrouwen en kinderen waren hier geslagen'en verjaagd, mannen en jongens waren weggevoerd, vele tientallen burgers waren vermooord, omdat achter Leuven de Belgische hoofd stad, Brussel, lag! De Brusselaars moes ten getemd worden door den schrik van Leuven Het vinden door de Duitschers van de z.g. geweren-depóts, die door de Belgen zouden zijn ingericht, terwijl elk geweer den naam van een burger droeg, berustte, naar de Vlaamsche geneesheer ons mede- ie kwestie van mijn nachtverblijf, want wordt zachtjes een zware,dikke poort-,^ ££n reus~achti )imfsversta„d>, /aar zoude ik moeten logeeren li», deze deur geopend. Meteen sluit de deur zich Mo„ A, jrander.de, door de burgerij verlaten dad? Ik vroeg den bevel veerenden offi cier dan ook, of ik den nacht misschien in de soldatenwacht, slapende bij de man- scha-pen, zou mogen doorbrengen. Hij weer óók, zacht en onhoorbaar Begint het hier nou nog te spoken óók? Kijk! daar opent de deur zich weer, langzaam, héél langzaam. Er ontstaat een kier e-i ik zie..., warempel: ik zag vond het goed, mits ik eerst nog even een gezicht met een baard! Héél even- .oesterhming ga vragen aan den stads- ommandant, die op het „Bahnhof" (Sta- ion) zetelt en mij het gevraagde verlof ïaar de msenin-r Van den luitenant gaar- ie zal verleenen. Eer ik op het „Bahnhof" ben, kom ik k nog. terecht voor de Hallen- van Leu zen, waarin de wereldberoemde biblio theek was gevestigd, welke om haar waar evolle schatten de trots van stad en and was. Slechts de buitenmuren staan viog overeind; binnen is het één ruïne ^an stee:.klompen en een rookerige, smeu- ende papiermassa Verder gaande, vind ik tot mijn groote erwon 'ering ergens een oud mannetje /ooor de open deur van zijn woning, rlij is de eerste burger, dien ik inj de stad ontmeet. Het was een vreemd ge zicht: zoo'n oud baasje, alléén in een brandende stad, op 'n stoel voor zijn huis zittende, terwijl alles om hem heen door vlammen verteerde! Zijn eigen woning is tot heden ge spaard; alleen door kogels is het huis hier en daar beschadigd; vensters werden jddus verniield en het houtwerk was op ,tjes maar; onmiddellijk daarop ging de deur weer zachtjes dicht. Ik moet er het mijne van hebben en loop op de deur toe, die ik open stoot. Er sitond een schuchtere, donkere, ge baarde jongeman voor me, een bur ger. Nadat ik me als Hollander heb be kend gemaakt, is hij merkbaar verrast. Hij legt me de hand op m'n schouder en het is duidelijk, dat hij zijn hart lucht wil geven. Hij is een Vlaamsche geneesheer en hij toont zich zwaar onder den indruk der gebeurtenissen. Ik zal een bittere aanklacht tegen de Duitschers te aanhooren krijgen, meen ik, maar weldra bleek me, dat het Andere gedachten waren, die hem enerveerden. Ahwel, ge zijt uit Holland? Zég me dan, of het waar is, dat ge de Duit schers hebt doorgelaten om ons te over weldigen! Zeg me, of het wadr is! De man wond zich merkbaar op; hij greep me bij m'n arm, me strak in< de oogen ziende, alsof-ie de waarde wilde peilen van 't antwoord, dat komen ging. Ik weet," dat die geruchten verspreid zijn, antwoordde ik. Ze zijn inmiddels Nog vóór de Duitsche troepen de stad waren binnengetrokken, had de burge meester een bevel uitgevaardigd, dat alle wapenen zouden worden ingeleverd. Hier aan was door de bêVólking voldaan en de bijeengebrachte geweren werden van een naamkaartje voorzien, opdat ze na den oorlog aan de rechtmatige eigenaren te ruggegeven konden worden.. Deze wapen- voorraad is door 3e Duitschers genoemd als een „bewijs" van den georganiseer- den Opstand der burgerij. Als ik den dokter nog vertel, dat ik naar het „Bahnhof" wil, wijst hij me, hoe ik zonder over gloeiend puin te moe ten gaan, daar komen kan. Ik volg zijn raad. Ik ga door buurten, welke eens de trots der stad waren en thans slechts puinhoopen zijn; de branden zijn hier echter reeds uitgewoed, zoodat de pas sage er minder gevaarlijk is. Op den Boulevard de Namur blijkt ver schrikkelijk te zijn huisgehouden. Talrijke patriciërshuizen zijn er verwoest en in deze straat werden vele menschen neer geschoten. Hun lijken liggen nog op de straat, als ik er passeer en ze bevinden zich reeds in staat van ontbinding als gevolg van de brandhitte fa Leuven. De lucht is er even verpestend als de aan blik van de straat ontstellend is. Ex loo- pen hier veel dronken soldaten af en aan, Vrede met getrokken' wapenen,' Aalberse.Colijn. De huwen; de onderwijzeres krijgt ontslag. Geen uitbreiding der Staatslo terij. Geen toeslag voor Commissarissen der Koningin. Pers en radio. We krijgen Midden-Europeeschen Tijd. DwangaccoorcTbij surséance van betaling. Buifenlandsche en Binnenlandsche Zaken zijn bin nen. Na de algemeene beschouwingen over cle Staatsbegrootmg kunnen we de posi tie van Kamer en Regeering beschouwen als een gewapende vrede. De heer AAL- BERSE heeft namens de Katholieke frac tie aan de regeering eischen - gesteld van meer constructieve politiek en van min der afbraak. Daartegenover verklaarde min.-pres- Colijn: Hier sta ik, ik kan niet anders! Ik kan me indenken, zei hij, dat de Kamer een frisscber kabinet ver langt, met méér fantasie, welnu, jaag ons dan weg. Doe dat NU, maar begin straks niet te brokkelen aan de structuur van deze regeering door enkele ministers afzonderlijk te belagen. Het antwoord viel den heer Aalberse tegen, maar hij zeide, thans het sneven van deze regeering nog niet te zullen nastreven. Hij wacht de komende daden j van dit kabinet en voldoen die hem niet, dan zal hij den strijd zoeken en uitvech- ten, niet tegen een der ministers, maar j tegen heel de regeering. I De R.K-'s blijven dus als „vrienden" tegenover Colijn c.s- staan, maar met gexokken degens! Onder de begrootingshand door heeft minicter Marchant zijn ontwerp betreffen de ontslag van de huwende onderwijzeres verdedigd. Het eindresultaat is geweest, dat het wetsontwerp is aangenomen met 51 tegen 31 stemmen. De begrooting van BINNENLANDSCHE ZAKEN kon in twee avondvergaderingen worden afgedaan, waarbij zooals we in onze vorige kroniek vermeldden de •kwestie van de autonomie der gemeen-! ten hoofdschotel van debat was. De begrooting werd goedgekeurd met de stemmen der communisten tegen, na dat vooraf op dit onderdeel van het Rijksbudget een aderlating van f 12.000 was toegepast door aanneming met 53 tegen 7 stemmen van een amendement van den heer Teulings tot schrapping van de begrootingspost voor tegemoetko ming aan de Commissarissen der Koningin in de kosten van verwarming, verlichting en waterverbruik hunner woningen. j Vervolgens kwamen een paar wetsvoor stellen ter tafel in 't bijzonder vani be-' lang voor hen, die een kansje wagen in de loterij, te weten het wetsontwerp der Regeeriing tot wijziging van de wet tot regeling van de particuliere loterijen in dien zin, dat 't particulieren loterijen moeilijker wordt gemaakt gebruik te ma- kén van 'de trekkingen der Staatsloterij, ^zoomede een initiatief-vourstel van wet van de heeren K- ter Laan en IJzerman, tot wijziging van artikel 2 der Loterij- wet, aan welke wijziging ten- grondslag, ligt een uitbreiding van de Staatsloterij. De slotsom was, dat het vooorstel-Ter 'Laan werd verworpen met 49 tegen 20 stemmen en het Regeeringswetsontwerp werd aangenomen met 57 tegen iy stemmen. Dinsdag van deze week nam de. Kameri ook de begroooting van Buit. Zaken aan| Tijdens de behandeling^ was in het bij zonder aandacht gewijd aan onzê posi tie in den Volkenbond, welke organisatie fde heer Westermann (Nat. Herstel) een verlengstuk van het Fransche Departement vaa Buit. Zaken ncemaie. De rev-soci Sneevliet zag evenmin iets in den Vol kenbond, maar Genève werd warm ver dedigd door de heeren Snoeck H'enke- mans, Bongaarts én Van Dijk, allen van rechts, en door den soc -dem« Vliegen* Natuurlijk verdedigde- ook de ministerj Jhr de Graaff, den Volkenbond- Veel aandacht werd ook besteed aart onze verhouding tot Duitschland; de Duita sche rechtspleging ten aanzien van eenigö Nederlanders o.a. Spansi-eren Zwiers - werd aan ernstige critiek onderworpen. De begrooting van Economische Zakerl gaf natuurlijk weer aanleiding tot he| uiten van vele wenschen. Mevr- Bakker* Nort propageerde >n organis«he ordening^ daarmee meer benaderend de kath- ziens-! wijze dan de katholieke afgevaardigd^ Van Voorst tot Voorst, die sïeehts hei] zag in de autarkie. We komen op da behandeling van deze afdeeling der be-j grooting nog nader terug. Voor wat betreft de P-T.T.begrooting* met instemming werd kennis geno4 men van de geraamde winst van 6i/2 miR lioen, maar veel critiek was er op dd slechte uitkomsten van de postvluchtert naar Indië* Op 78 vluchten bedraagt hej zuivere verlies thans reeds I1/4 millioeij gulden. Op eiken brief naar Indië wordj practisch een halven gulden overheidsi subsidie verleend Er ontspon zich een uitvoerig pers- ei radiodebat, waarbij de socialisten-zich be^ klaagden, dat de radio-constróle-commis^ sie er practisch slechts was om de V.A< R.A- te beteugelen, hetgeen de heer Booij toejuichte, die meende, dat het peil de( V-A.R.A-uitzendlngen daardoor was gej stegen. Ingevolge een beslissing der Tweedt Kamer minus Ds. Kersten krijgeri we, als het ontwerp ook de verdere wet gevende instanties heeft doorloopen, io het a.s- vooraar, bijj het ingaan van d4 zomerdienstregeling der Spoorwegen, derj Midden-Europeeschen Tijd in ons landi De zomertijd wordt daarmee afgeschaft! Practisch komt de zaak daarop neer, daj we het heele jaar door des avonds 40 minuten lang licht en zon winnen, maai des morgens 40 minuten langer in dep dónker blijven- Dat laatste geeft des zomers geen practisch bezwaar, maar aU de donkere dagen van Kerstmis er zijn Incidenteel ook werd van de een nieuwe regeling van de surséance vu betaling aan de orde gesteld, waarbij dt schuldenaar de bevoegdheid krijgt z il schuldeischers een accoord aan te bied 11 Dit accoord moet op een door de recht bank te bepalen dag en uur in raadka mer worden behandeld. Tot het aanne^ men van het accoord wordt vereischt dq toestemming van twee-derde der erkendfl en der toegelaten schuldeischers, die driej vierde van het bedrag der erkende eij der toegelaten schuldvorderingen verte» genwoordigen. Na aanneming moet rechtbank het accoord bekrachtigen. Hel bekrachtigde accoord is verbindend voo^ alle schuldeischers te wier aanzien de sur> séance werkt. Deze regeling werd met al^e stemmen aanvaard. (Een Sinterklaasvertelling.) De geschiedednis is al twntig jaar oud, d.w-z. niet als verhaal, maar als gebeur- te/i3. Ze be reft zekeren Harmsen, nu boekhouder bij de firma nu ja, laten we zeggen: bij de firma Vroon fa De- vcr.ter. De juiste namen mogen we niet noemen', want ons verhaal is waar en de hoofdpersonen leven allen nog- Vroon had, behalve een lief stel aar- dige, jonge kleuters, ook nog een knap pe Cii ch .rmante doch er, Anne heette ze en ze was negentien. Anne kende van de schoolbanken af al een zekeren Jan, of- {ijiel Jan Harmsen genoemd. Jan was drie en twintig, wat een heele leeftijd is vo r een „man". Dan geven mannen er zich n.1- voor het eerst rekenschap van dat ze oud beginnen te worden en/ het hoogste tijd is, dat ze zich een vrouw kiezen om hun levensavond te verhelde ren. Jan had trouwens al gekozen, toen hij 18 was en Anne 13- De vrijerij had zich t en bepaald tot een verlegen lach je en knikje, na^ twee jaar gevolgd door een romantische wandeling op een- bui tenweg, waar ze elkaar min of meer toe. vallig hadden ontmoet en thans was hij al zoo ver gevorderd, dat papa Vroon zijn eerste huwelijksaanzoek' voorloopig beleefd, maar beslist had afgewezen. Papa Vroon was n.1. wat men in die dagen noemde „een man van principes". Hij vond Jan een goeden jongen, maar 23 iaar noemde hii nog iong. Verbeeld je! En hij nam wel aan, dat Jan Harm sen zijn best deed, doch bleef van mee ning, dat hij het eerst wat verder in de maatschappij moest hebben gebracht, vóór hij hem zijn Anne kon toevertrou wen. Zijn dochter was pas 19, dusl die kon ook nog goed een paar jaar geduld oefenen. De jongelui waren het er natuurlijk heelemaal niet mee eens. De heer Vroon echter had Jan er met nadruk aan her innerd, dat zijn woord een woord betee- kende en dat Jan de eerste twee jaar niet terug behoefde te komen. Anne weende in stilte veel om' wat ze haar verloren geluk noemde. Jan was overtuigd, dat hij sterven ging. Maar het moet tot zijn eer gezegd* worden lang bleef hij niet bij de pakken neer zitten. Zoo „heel toevallig" ontmoette hij zijn Anne nog wel eens en wie die twee een week vóór Sinterklaas zou zijn tegen gekomen, zou het zelfs een opgeruimd paar hebben gevonden, boven welker hoofden geen wolkje aan den Hemel te bespeuren viel. Ze hadden 'n complotje met elkaar Elk jaar kwam Sinterklaas in hoogst eigen persoon brj de familie Vroon op visite. En al groeiden de kleuters al aar dig uit de eerste kinderschoenen, pa handhaafde als man van principes, zijn traditie. Dezen Sinterklaasavond was 'het tien uur geworden en pa verkeerde in vrij radeloozen toestand. Sinterklaas, die zijn bezoek tegen 8 uur had aangekondigd, was er nog niet en de kinderen hadden al lang in bed moeten liggen. Zou,' dit jaar voorbij moeten gaan, zonder hef traditioneele bezoek? Pa Vroon vrat zich op van ergernis. Eindelijk, daar ging de bel. Anne schoot vlug naar voren. In de kamer hoorde men de buitendeur openen toen bleef het stil. Pa werd er nerveus van- Wild opende hij de kamerdeur, keek in den gang enzag daar Anne in del ar men van Sinterklaas! Anne slaakte een gilletje Sinterklaas ging dapper naar voren. Bliksem sche aap! Ik heb jou toch zeker niet besteldSchaam je, dat Ssstl Ssst! Denk om de kinderen, mijnheer Vroon; uw Sinterklaas is daar net dronken opgepakt door de politie D>r uifzeg ik je. D'r uit! Ssst! Ssst! Denk om' de kinderen, mijnheer Vroon. HeuscN, laat ik mijn rol nu maar spelen, anders zal er dib jaar géén Sinterklaas hier in de familie zijn geweest. Mijnheer Vroon schrok van de gedachte. Nou, vooruit dan maar. Enne... vindt u dan goed, mijnheer, dat ik, als Sinterklaas, vanavond een! ring schenk' aan Anne? Nooit! Dan ga ik maar, weer! Met) zóó'n bezwaard hart zou iet mé niet mógelijk zijn 'Je blijft! zeg ik je. l i 1 Vindt» u het dan goéd, mijnheer Vroon? Ach, weigert u Sinterklaas toch1 niet om het geluk te verzekeren van uw dochter. Nou. ïroed dan- Ën schiet nu on! Uw woord, mijnheer Vroon? Sinterklaasje hebt mijn woord er op. En de officieele verloving, mijnheer Vroon, wat dacht u van Kerstmis? Best, best. Het behoeft geen betoog, dat de sin terklaasavond genoeglijk verliep. Alleen mijnheer Vroon keek sip en toen Sinter klaas hem een kistje sigaren overhandig de, kon hij zelfs zijn afschuwelijk gegrom nog niet onderdrukken. Het was Eerste Kerstdag. Een geluk kige, stralende jongeling, belde in het middaguur aan de woning van den heer Vroon aan. Eindelijk was het dan toch zoover. De jongelui hadden elkaar in dien tusschentijd buiten zoo nu en dan wel eens ontmoet en dan was Anne weinig gerust gebleken. Als ze thuis over haar a.s. verloving sprak, dan had Pa slechts zuur geglimlacht en gezegd: „Het is nog niet zoover". Maar Jan stelde haar ge rust. „Je vader is soms moeilijk," zei hij, „maar hij is een man van zijn, woord." Daar klonken zware voetstappen in den gang; het was de heer Vroon, die opende. ,Wel jongmensch? vroeg hij. Dag, mijnheer Vroon, gelukkig Kerstfeest! Dank jej van hetzelfde. Anders nog iets? Maar, mijnheer Vroon, u weet toch, dat ik met uw toestemming hier kom' om ihe te verloven met Anne. U hebt uw Woord terpand, idat u Hoor r's, jongmensch, ik ben een man van orincioes. We leven hier miet in Turkije. Mijn dochter is verloofd mei Sinterklaas en zoolang dat nog niet uil is, komt hier geen andere vrijer ove? den drempel. Het was Tweede Kerstdag. Daar na. derde in de Zondags-stille straat eeq met vier paarden bespannen rijtuig, waar, achter een joelende menigte kinderen en opgeschoten jongens- Het geval hield stil voor de woning van den heer Vroon erj daar stapte Sinterklaas uit in vol ornaaj Zwarte Piet bleef op den bok zitten. Er ontstond een groot lawaai en vee| vroolijkheid onder de menigte, toen Sin, terklaas aanbelde. Hei! Sunterklaas! Je fan in df baune! 't Is nou Kirsmis, jó! Weer deed de heer Vroon ©pen, maaj nu met een woedend gezicht. Wat beteekent dat voor een schan. daal? bulderde hij. Ssst! Ssst! zei Sinterklaas, terwijl Hij zijn voet tusschen de deur zette, moeten al die menschen nu hooren, dal Sinterklaas zijn officieele verloving komt vieren met uw dochter? U hebt uw woord gegeven, mijnheer Vroon, dat u.... Kerel! snauwde Vroon, kom in vre desnaam snel binnen, maar stuur eerst dat rijtuig weg en dien zwarten slemicj daarf Dien dag werd de verloving verbroken van Sinterklaas, maar Anne Vroon en Jan Harmsen wisselden ringen.

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1934 | | pagina 2