Oorlogsherinneringen»
Een man vao principes.
De Overweldiging van België*
Naar Von Manteuffel.
Kamerkroniek.
Herinneringen aan de omzwervingen van een oud
oorlogscorrespondent tusschen de* strijdende partijen.
Mijn drie nieuwe „vrienden" gooien de
flesschen wijn op den grond en trekken
hun geweren onder deu arm. Ze doen
beschermend tegenover mij; ze gaan vóór
staan en verzekeren me, dat ik niet
bang behoef te zijn. Ze zien schuw rand,
maar het raadsel wordt gauw opgelost,
want reeds hoor ik van achter de puin-
hoopen een Duitsch lied lallen. Een
troep soldaten duikt voor ons op, blijk
baar een patrouille. Ook deze lieden zijn
dronken; ze spelen met hun geweren en
schieten die bij wijze van „mop" af, als
het een of ander in de brandende hui
zen hun aandacht trekt en als mikpunt
kan dienen.
De verbroedering met den bevrienden
Hollander begint opnieuw, thans gelukkig
zonder champagne of andere wijn. Als ik
me eindelijk van mijn vrienden kan los
maken, vind ik weldra de Markt*van
Leuven, waar o.m- het Stadhuis en de
beroemde St. Pieterskerk te vinden zijn-
D-w-z-: het Stadhuis stond er nog in ón-
geschonden glorie, maar van de mooie
St Pieterskerk was niet veel meer over.
De toren was verdwenen, het kerkdak
was ingestort, de mooie gebrandschil
derde vensters waren vernield, het altaar
v/as verbrand, de preekstoel ernstig be
schadigd. Deze twee laatsten waren kunst
schalen van aanzienlijke beteekenis.
De meeste huizen op de Markt stonden
nog in lichterlaaie, maar een deel der
gebouwen is er toch gespaard gebleven.
In zulk een huis, een hoekgebouw, is een
troep soldaten gelegerd, blijkbaar is
liet een officierswacht. Natuurlijk werd ik
weer aangehouden enz., maar dat alles
kwam op de gewone wijze in orde. Ook
lier bleek ik weer een „vriend" der
jrandsticfaers te zijn en, ik aanhoorde
wondere verhalen over het frac-tireurs-
vezen in België! Maar persoonlijk,
.een, persoonlijk hadden ze het niet er-
/aren
Ik begon ernstig te prakkezeeren over
sommige plaatsen doorboord.
Het mannetje vertelde me, dat al zijn
huisgenooten, zijn zoon met vrouw en
kinderen, gevlucht waren; ook hij zelf
was oorspronkelijk weggetrokken met een
der kleinkinderen. Buiten de stad was hij
echter afgeclwaald en teneinde raad is hij
toen naar Leuven teruggekeerd. Met „toe
stemming" der militaire overheid verbleef
hij thans inzijn eigen huis-
Ik overdacht, dat het in dat huis van
het oude heertje allicht beter slapen zou
zijn dan tusschen die soldaten op de
Markt en ik vroeg het manneke daarom,
of hij me voor dien nacht onderdak wil
de verleenen. Hij had daar r ts op tegen.
Ik wilde hem vergoeding geven voor zijn
moeite, maar daar wilde hij niets van
weten.
Maar, zoo zegt hij, als u misschien
wat brood bij» u mocht hébben
't Is voor m'n jongske, meneer, m*n klein
kind Heel den dag hebben we nog
niets gegeten en't ventje heeft
zoo'n honger, meneer!
echter tegengesproken door de officieel;
Belgische instanties zelve. Maar ook uit
eigen ervaring en aanschouwing zoo
zei ik met nadruk wéét ik en kan
^k met beslistheid verzekeren, dat vatf
die besclfti'diging geen woord waar. is.
Ik heb de eerste oorlogsdagen beleefd
ter plaatse, waar de strijd woedde en ik
kan het dus weten, wat ik u hier vertel.
Het gezicht van den brayen man klaar
de geheel op. Met ontroering greep hij
m'n hand' en, die warm drukkende, sprak
hij:
Ahwel, het doet me oprecht goed,
zulks te hoeren Ge kunt U niet voorstel
len, welk schrikkelijk leed het ons, Vla
mingen, heeft gedaan, te moeten hooren,
dat de Hollanders* met de Duitschers
tegen ons zouden hebben samengespan
nen.
De dokter werd nu ook wat spraak
zamer over andere zaken.
Volgens hem beweerden de Duitschers,
dat de inwoners van Leuven uit vensters
en kelders zouden hebben geschoten, toen
de bezetting der stad de troepen wilde
gaan helpen, die op ongeveer 7 KM- bui
ten Leuven in gevecht waren gewikkeld
met de Duitschers.
De dokter noemde een dergelijk ver
ondersteld georganiseerd optreden van de
inwoners onder het tyranniek bestuur, dat
de Duitschers in de acht dagen vóór de
verwoesting der stad hadden gevoerd,
een psychologische onmogelijkheid. De
gedachte er aan heette hij eenvoudig
krankzinnig.
Wat de Duitschers aan de stad had
den begaan, had deze dokter voelen aan-
ze
T van de „statie", het door mij 'gezochte
„Bahnhof", ze lallen onder mekaar om
de menschelijke cadavers, waar ze langs
heen moeten
Het bloemperk voor het Leuvensche
station was uitgegraven; in een grooten
kuil had men de lichamen verzameld van
de Duitsche soldaten, die in het treffen
bij Leuven waren gevallen.
Het stationsgebouw zelve werd goed
bewaakt, door nuchtere manschappen, maar
mijn „papieren" en beslist optreden gaven
me doorgang.
Ik werd aangediend bij den man, die
de verantwoordelijkheid draagt van Eeu
wen's verwoesting, bij GENERAAL' VON
MANTEUFFEL.
Md. (Wordt vervolgd-)
Toen huilde het oude heertje.
u unA a i_ i. A, u-en D-egaan, nao aeze aoKtcr vocicu u
Ik had nog twee boterhammen m m.jn L
rugiasch, brood, dat al oud en hard was bev0]|d uifge ]underd; ze hadden
- T'e V JrgÏÏ i*"s laatste brood weggehaald, dat
Ik Wist óók met, wanneer ,k weer iets I de hen dri d beh(Jden om zich
te eten zou bekomen, maar toch stond 1 .e .g 6
ik mijn mondvoorraad gaarne af- AlsI n'
1Q j j f Vise zoo zei hu was verwoest
Leuven me den anderen dag zonder eten' J
Xnl^ 5 moeten worden om de bevolking van
zou laten, dan kon IK er tenminste weg-
1 „A*. m.rt* een groot-stad, Luik, down te stemmen,
trekken, maar dat manneke kon dat NIET) J,„„n
Ik zette mijn tocht weer voort naar
't „Bahnhof", want in ieder geval wilde
ik met den stadscOmmandant praten,, vóór
ik in^ deze brandende hel mijn nachtrust
ging zoeken.
Ik passeer ergens een groot, somber
gebouw, dat slechts gedeeltelijk gespaard
bleef; de counturen teekenen een grauwe,
.massieve silhouet tegen den rood-gekleur-
den avondhemel. Omdat van het gebouw
een Roode Kruis-vlag neerhangt, sta ik
even te kijken en dan zoo meern ik
Leuven ging Op in vlammen, vrouwen en
kinderen waren hier geslagen'en verjaagd,
mannen en jongens waren weggevoerd,
vele tientallen burgers waren vermooord,
omdat achter Leuven de Belgische hoofd
stad, Brussel, lag! De Brusselaars moes
ten getemd worden door den schrik van
Leuven
Het vinden door de Duitschers van de
z.g. geweren-depóts, die door de Belgen
zouden zijn ingericht, terwijl elk geweer
den naam van een burger droeg, berustte,
naar de Vlaamsche geneesheer ons mede-
ie kwestie van mijn nachtverblijf, want wordt zachtjes een zware,dikke poort-,^ ££n reus~achti )imfsversta„d>,
/aar zoude ik moeten logeeren li», deze deur geopend. Meteen sluit de deur zich Mo„ A,
jrander.de, door de burgerij verlaten
dad? Ik vroeg den bevel veerenden offi
cier dan ook, of ik den nacht misschien
in de soldatenwacht, slapende bij de man-
scha-pen, zou mogen doorbrengen. Hij
weer óók, zacht en onhoorbaar
Begint het hier nou nog te spoken óók?
Kijk! daar opent de deur zich weer,
langzaam, héél langzaam. Er ontstaat
een kier e-i ik zie..., warempel: ik zag
vond het goed, mits ik eerst nog even een gezicht met een baard! Héél even-
.oesterhming ga vragen aan den stads-
ommandant, die op het „Bahnhof" (Sta-
ion) zetelt en mij het gevraagde verlof
ïaar de msenin-r Van den luitenant gaar-
ie zal verleenen.
Eer ik op het „Bahnhof" ben, kom ik
k nog. terecht voor de Hallen- van Leu
zen, waarin de wereldberoemde biblio
theek was gevestigd, welke om haar waar
evolle schatten de trots van stad en
and was. Slechts de buitenmuren staan
viog overeind; binnen is het één ruïne
^an stee:.klompen en een rookerige, smeu-
ende papiermassa
Verder gaande, vind ik tot mijn groote
erwon 'ering ergens een oud mannetje
/ooor de open deur van zijn woning,
rlij is de eerste burger, dien ik inj de
stad ontmeet. Het was een vreemd ge
zicht: zoo'n oud baasje, alléén in een
brandende stad, op 'n stoel voor zijn
huis zittende, terwijl alles om hem heen
door vlammen verteerde!
Zijn eigen woning is tot heden ge
spaard; alleen door kogels is het huis
hier en daar beschadigd; vensters werden
jddus verniield en het houtwerk was op
,tjes maar; onmiddellijk daarop ging de
deur weer zachtjes dicht.
Ik moet er het mijne van hebben en
loop op de deur toe, die ik open stoot.
Er sitond een schuchtere, donkere, ge
baarde jongeman voor me, een bur
ger. Nadat ik me als Hollander heb be
kend gemaakt, is hij merkbaar verrast.
Hij legt me de hand op m'n schouder
en het is duidelijk, dat hij zijn hart
lucht wil geven. Hij is een Vlaamsche
geneesheer en hij toont zich zwaar onder
den indruk der gebeurtenissen.
Ik zal een bittere aanklacht tegen de
Duitschers te aanhooren krijgen, meen ik,
maar weldra bleek me, dat het Andere
gedachten waren, die hem enerveerden.
Ahwel, ge zijt uit Holland? Zég
me dan, of het waar is, dat ge de Duit
schers hebt doorgelaten om ons te over
weldigen! Zeg me, of het wadr is!
De man wond zich merkbaar op; hij
greep me bij m'n arm, me strak in< de
oogen ziende, alsof-ie de waarde wilde
peilen van 't antwoord, dat komen ging.
Ik weet," dat die geruchten verspreid
zijn, antwoordde ik. Ze zijn inmiddels
Nog vóór de Duitsche troepen de stad
waren binnengetrokken, had de burge
meester een bevel uitgevaardigd, dat alle
wapenen zouden worden ingeleverd. Hier
aan was door de bêVólking voldaan en
de bijeengebrachte geweren werden van
een naamkaartje voorzien, opdat ze na den
oorlog aan de rechtmatige eigenaren te
ruggegeven konden worden.. Deze wapen-
voorraad is door 3e Duitschers genoemd
als een „bewijs" van den georganiseer-
den Opstand der burgerij.
Als ik den dokter nog vertel, dat ik
naar het „Bahnhof" wil, wijst hij me,
hoe ik zonder over gloeiend puin te moe
ten gaan, daar komen kan. Ik volg zijn
raad. Ik ga door buurten, welke eens de
trots der stad waren en thans slechts
puinhoopen zijn; de branden zijn hier
echter reeds uitgewoed, zoodat de pas
sage er minder gevaarlijk is.
Op den Boulevard de Namur blijkt ver
schrikkelijk te zijn huisgehouden. Talrijke
patriciërshuizen zijn er verwoest en in
deze straat werden vele menschen neer
geschoten. Hun lijken liggen nog op de
straat, als ik er passeer en ze bevinden
zich reeds in staat van ontbinding als
gevolg van de brandhitte fa Leuven. De
lucht is er even verpestend als de aan
blik van de straat ontstellend is. Ex loo-
pen hier veel dronken soldaten af en aan,
Vrede met getrokken' wapenen,'
Aalberse.Colijn. De huwen;
de onderwijzeres krijgt ontslag.
Geen uitbreiding der Staatslo
terij. Geen toeslag voor
Commissarissen der Koningin.
Pers en radio. We krijgen
Midden-Europeeschen Tijd.
DwangaccoorcTbij surséance van
betaling. Buifenlandsche en
Binnenlandsche Zaken zijn bin
nen.
Na de algemeene beschouwingen over
cle Staatsbegrootmg kunnen we de posi
tie van Kamer en Regeering beschouwen
als een gewapende vrede. De heer AAL-
BERSE heeft namens de Katholieke frac
tie aan de regeering eischen - gesteld van
meer constructieve politiek en van min
der afbraak. Daartegenover verklaarde
min.-pres- Colijn: Hier sta ik, ik kan
niet anders! Ik kan me indenken, zei hij,
dat de Kamer een frisscber kabinet ver
langt, met méér fantasie, welnu, jaag
ons dan weg. Doe dat NU, maar begin
straks niet te brokkelen aan de structuur
van deze regeering door enkele ministers
afzonderlijk te belagen.
Het antwoord viel den heer Aalberse
tegen, maar hij zeide, thans het sneven
van deze regeering nog niet te zullen
nastreven. Hij wacht de komende daden
j van dit kabinet en voldoen die hem niet,
dan zal hij den strijd zoeken en uitvech-
ten, niet tegen een der ministers, maar
j tegen heel de regeering.
I De R.K-'s blijven dus als „vrienden"
tegenover Colijn c.s- staan, maar met
gexokken degens!
Onder de begrootingshand door heeft
minicter Marchant zijn ontwerp betreffen
de ontslag van de huwende onderwijzeres
verdedigd.
Het eindresultaat is geweest, dat het
wetsontwerp is aangenomen met 51 tegen
31 stemmen.
De begrooting van BINNENLANDSCHE
ZAKEN kon in twee avondvergaderingen
worden afgedaan, waarbij zooals we
in onze vorige kroniek vermeldden de
•kwestie van de autonomie der gemeen-!
ten hoofdschotel van debat was.
De begrooting werd goedgekeurd met
de stemmen der communisten tegen, na
dat vooraf op dit onderdeel van het
Rijksbudget een aderlating van f 12.000
was toegepast door aanneming met 53
tegen 7 stemmen van een amendement
van den heer Teulings tot schrapping
van de begrootingspost voor tegemoetko
ming aan de Commissarissen der Koningin
in de kosten van verwarming, verlichting
en waterverbruik hunner woningen. j
Vervolgens kwamen een paar wetsvoor
stellen ter tafel in 't bijzonder vani be-'
lang voor hen, die een kansje wagen in
de loterij, te weten het wetsontwerp
der Regeeriing tot wijziging van de wet
tot regeling van de particuliere loterijen
in dien zin, dat 't particulieren loterijen
moeilijker wordt gemaakt gebruik te ma-
kén van 'de trekkingen der Staatsloterij,
^zoomede een initiatief-vourstel van wet
van de heeren K- ter Laan en IJzerman,
tot wijziging van artikel 2 der Loterij-
wet, aan welke wijziging ten- grondslag,
ligt een uitbreiding van de Staatsloterij.
De slotsom was, dat het vooorstel-Ter
'Laan werd verworpen met 49 tegen 20
stemmen en het Regeeringswetsontwerp
werd aangenomen met 57 tegen iy
stemmen.
Dinsdag van deze week nam de. Kameri
ook de begroooting van Buit. Zaken aan|
Tijdens de behandeling^ was in het bij
zonder aandacht gewijd aan onzê posi
tie in den Volkenbond, welke organisatie
fde heer Westermann (Nat. Herstel) een
verlengstuk van het Fransche Departement
vaa Buit. Zaken ncemaie. De rev-soci
Sneevliet zag evenmin iets in den Vol
kenbond, maar Genève werd warm ver
dedigd door de heeren Snoeck H'enke-
mans, Bongaarts én Van Dijk, allen van
rechts, en door den soc -dem« Vliegen*
Natuurlijk verdedigde- ook de ministerj
Jhr de Graaff, den Volkenbond-
Veel aandacht werd ook besteed aart
onze verhouding tot Duitschland; de Duita
sche rechtspleging ten aanzien van eenigö
Nederlanders o.a. Spansi-eren Zwiers -
werd aan ernstige critiek onderworpen.
De begrooting van Economische Zakerl
gaf natuurlijk weer aanleiding tot he|
uiten van vele wenschen. Mevr- Bakker*
Nort propageerde >n organis«he ordening^
daarmee meer benaderend de kath- ziens-!
wijze dan de katholieke afgevaardigd^
Van Voorst tot Voorst, die sïeehts hei]
zag in de autarkie. We komen op da
behandeling van deze afdeeling der be-j
grooting nog nader terug.
Voor wat betreft de P-T.T.begrooting*
met instemming werd kennis geno4
men van de geraamde winst van 6i/2 miR
lioen, maar veel critiek was er op dd
slechte uitkomsten van de postvluchtert
naar Indië* Op 78 vluchten bedraagt hej
zuivere verlies thans reeds I1/4 millioeij
gulden. Op eiken brief naar Indië wordj
practisch een halven gulden overheidsi
subsidie verleend
Er ontspon zich een uitvoerig pers- ei
radiodebat, waarbij de socialisten-zich be^
klaagden, dat de radio-constróle-commis^
sie er practisch slechts was om de V.A<
R.A- te beteugelen, hetgeen de heer Booij
toejuichte, die meende, dat het peil de(
V-A.R.A-uitzendlngen daardoor was gej
stegen.
Ingevolge een beslissing der Tweedt
Kamer minus Ds. Kersten krijgeri
we, als het ontwerp ook de verdere wet
gevende instanties heeft doorloopen, io
het a.s- vooraar, bijj het ingaan van d4
zomerdienstregeling der Spoorwegen, derj
Midden-Europeeschen Tijd in ons landi
De zomertijd wordt daarmee afgeschaft!
Practisch komt de zaak daarop neer, daj
we het heele jaar door des avonds 40
minuten lang licht en zon winnen, maai
des morgens 40 minuten langer in dep
dónker blijven- Dat laatste geeft des
zomers geen practisch bezwaar, maar aU
de donkere dagen van Kerstmis er zijn
Incidenteel ook werd van de
een nieuwe regeling van de surséance vu
betaling aan de orde gesteld, waarbij dt
schuldenaar de bevoegdheid krijgt z il
schuldeischers een accoord aan te bied 11
Dit accoord moet op een door de recht
bank te bepalen dag en uur in raadka
mer worden behandeld. Tot het aanne^
men van het accoord wordt vereischt dq
toestemming van twee-derde der erkendfl
en der toegelaten schuldeischers, die driej
vierde van het bedrag der erkende eij
der toegelaten schuldvorderingen verte»
genwoordigen. Na aanneming moet
rechtbank het accoord bekrachtigen. Hel
bekrachtigde accoord is verbindend voo^
alle schuldeischers te wier aanzien de sur>
séance werkt.
Deze regeling werd met al^e
stemmen aanvaard.
(Een Sinterklaasvertelling.)
De geschiedednis is al twntig jaar oud,
d.w-z. niet als verhaal, maar als gebeur-
te/i3. Ze be reft zekeren Harmsen, nu
boekhouder bij de firma nu ja, laten
we zeggen: bij de firma Vroon fa De-
vcr.ter. De juiste namen mogen we niet
noemen', want ons verhaal is waar en de
hoofdpersonen leven allen nog-
Vroon had, behalve een lief stel aar-
dige, jonge kleuters, ook nog een knap
pe Cii ch .rmante doch er, Anne heette ze
en ze was negentien. Anne kende van de
schoolbanken af al een zekeren Jan, of-
{ijiel Jan Harmsen genoemd. Jan was
drie en twintig, wat een heele leeftijd
is vo r een „man". Dan geven mannen
er zich n.1- voor het eerst rekenschap van
dat ze oud beginnen te worden en/ het
hoogste tijd is, dat ze zich een vrouw
kiezen om hun levensavond te verhelde
ren. Jan had trouwens al gekozen, toen
hij 18 was en Anne 13- De vrijerij had
zich t en bepaald tot een verlegen lach
je en knikje, na^ twee jaar gevolgd door
een romantische wandeling op een- bui
tenweg, waar ze elkaar min of meer toe.
vallig hadden ontmoet en thans was hij
al zoo ver gevorderd, dat papa Vroon
zijn eerste huwelijksaanzoek' voorloopig
beleefd, maar beslist had afgewezen.
Papa Vroon was n.1. wat men in die
dagen noemde „een man van principes".
Hij vond Jan een goeden jongen, maar
23 iaar noemde hii nog iong. Verbeeld
je! En hij nam wel aan, dat Jan Harm
sen zijn best deed, doch bleef van mee
ning, dat hij het eerst wat verder in de
maatschappij moest hebben gebracht,
vóór hij hem zijn Anne kon toevertrou
wen. Zijn dochter was pas 19, dusl die
kon ook nog goed een paar jaar geduld
oefenen.
De jongelui waren het er natuurlijk
heelemaal niet mee eens. De heer Vroon
echter had Jan er met nadruk aan her
innerd, dat zijn woord een woord betee-
kende en dat Jan de eerste twee jaar
niet terug behoefde te komen.
Anne weende in stilte veel om' wat ze
haar verloren geluk noemde. Jan was
overtuigd, dat hij sterven ging. Maar
het moet tot zijn eer gezegd* worden
lang bleef hij niet bij de pakken neer
zitten. Zoo „heel toevallig" ontmoette hij
zijn Anne nog wel eens en wie die twee
een week vóór Sinterklaas zou zijn tegen
gekomen, zou het zelfs een opgeruimd
paar hebben gevonden, boven welker
hoofden geen wolkje aan den Hemel te
bespeuren viel. Ze hadden 'n complotje
met elkaar
Elk jaar kwam Sinterklaas in hoogst
eigen persoon brj de familie Vroon op
visite. En al groeiden de kleuters al aar
dig uit de eerste kinderschoenen, pa
handhaafde als man van principes, zijn
traditie.
Dezen Sinterklaasavond was 'het tien
uur geworden en pa verkeerde in vrij
radeloozen toestand. Sinterklaas, die zijn
bezoek tegen 8 uur had aangekondigd,
was er nog niet en de kinderen hadden
al lang in bed moeten liggen. Zou,' dit
jaar voorbij moeten gaan, zonder hef
traditioneele bezoek? Pa Vroon vrat zich
op van ergernis.
Eindelijk, daar ging de bel. Anne schoot
vlug naar voren. In de kamer hoorde
men de buitendeur openen toen bleef
het stil. Pa werd er nerveus van- Wild
opende hij de kamerdeur, keek in den
gang enzag daar Anne in del ar
men van Sinterklaas! Anne slaakte een
gilletje Sinterklaas ging dapper naar
voren.
Bliksem sche aap! Ik heb jou toch
zeker niet besteldSchaam je, dat
Ssstl Ssst! Denk om de kinderen,
mijnheer Vroon; uw Sinterklaas is daar
net dronken opgepakt door de politie
D>r uifzeg ik je. D'r uit!
Ssst! Ssst! Denk om' de kinderen,
mijnheer Vroon. HeuscN, laat ik mijn rol
nu maar spelen, anders zal er dib jaar
géén Sinterklaas hier in de familie zijn
geweest.
Mijnheer Vroon schrok van de gedachte.
Nou, vooruit dan maar.
Enne... vindt u dan goed, mijnheer,
dat ik, als Sinterklaas, vanavond een!
ring schenk' aan Anne?
Nooit!
Dan ga ik maar, weer! Met) zóó'n
bezwaard hart zou iet mé niet mógelijk
zijn
'Je blijft! zeg ik je. l i
1 Vindt» u het dan goéd, mijnheer
Vroon? Ach, weigert u Sinterklaas toch1
niet om het geluk te verzekeren van uw
dochter.
Nou. ïroed dan- Ën schiet nu on!
Uw woord, mijnheer Vroon?
Sinterklaasje hebt mijn woord
er op.
En de officieele verloving, mijnheer
Vroon, wat dacht u van Kerstmis?
Best, best.
Het behoeft geen betoog, dat de sin
terklaasavond genoeglijk verliep. Alleen
mijnheer Vroon keek sip en toen Sinter
klaas hem een kistje sigaren overhandig
de, kon hij zelfs zijn afschuwelijk gegrom
nog niet onderdrukken.
Het was Eerste Kerstdag. Een geluk
kige, stralende jongeling, belde in het
middaguur aan de woning van den heer
Vroon aan. Eindelijk was het dan toch
zoover. De jongelui hadden elkaar in dien
tusschentijd buiten zoo nu en dan wel
eens ontmoet en dan was Anne weinig
gerust gebleken. Als ze thuis over haar
a.s. verloving sprak, dan had Pa slechts
zuur geglimlacht en gezegd: „Het is nog
niet zoover". Maar Jan stelde haar ge
rust. „Je vader is soms moeilijk," zei hij,
„maar hij is een man van zijn, woord."
Daar klonken zware voetstappen in den
gang; het was de heer Vroon, die opende.
,Wel jongmensch? vroeg hij.
Dag, mijnheer Vroon, gelukkig
Kerstfeest!
Dank jej van hetzelfde. Anders nog
iets?
Maar, mijnheer Vroon, u weet toch,
dat ik met uw toestemming hier kom' om
ihe te verloven met Anne. U hebt uw
Woord terpand, idat u
Hoor r's, jongmensch, ik ben een
man van orincioes. We leven hier miet
in Turkije. Mijn dochter is verloofd mei
Sinterklaas en zoolang dat nog niet uil
is, komt hier geen andere vrijer ove?
den drempel.
Het was Tweede Kerstdag. Daar na.
derde in de Zondags-stille straat eeq
met vier paarden bespannen rijtuig, waar,
achter een joelende menigte kinderen en
opgeschoten jongens- Het geval hield stil
voor de woning van den heer Vroon erj
daar stapte Sinterklaas uit in vol ornaaj
Zwarte Piet bleef op den bok zitten.
Er ontstond een groot lawaai en vee|
vroolijkheid onder de menigte, toen Sin,
terklaas aanbelde.
Hei! Sunterklaas! Je fan in df
baune! 't Is nou Kirsmis, jó!
Weer deed de heer Vroon ©pen, maaj
nu met een woedend gezicht.
Wat beteekent dat voor een schan.
daal? bulderde hij.
Ssst! Ssst! zei Sinterklaas, terwijl
Hij zijn voet tusschen de deur zette,
moeten al die menschen nu hooren, dal
Sinterklaas zijn officieele verloving komt
vieren met uw dochter? U hebt uw woord
gegeven, mijnheer Vroon, dat u....
Kerel! snauwde Vroon, kom in vre
desnaam snel binnen, maar stuur eerst
dat rijtuig weg en dien zwarten slemicj
daarf
Dien dag werd de verloving verbroken
van Sinterklaas, maar Anne Vroon en
Jan Harmsen wisselden ringen.