Wat zal 13 Januari a.s. aan Europa brengen? DE KANSEN VAN HET SAARPLEBISCIET. EEN FATALE DATUM? i iT V W. Moretti, benoemd tot lid van het gerechtshof voor de Saarstemming. De gebeurtenis, welke in de komende maand Januari de aandacht der we reld in een vasten greep zal gespan nen houden, heeft reeds jarenlang haar schaduw vooruitgeworpen. De internationale verhoudingen, welke op meer dan één punt de grens van een wereld-catastrophe zijn genaderd waarom zou men het niet met ronde woorden erkennen? zullen rond den tijd, dat het plebisciet in het Saar- gebied plaats vindt, een geweldigen schok moeten opvangen en het is de vraag, of zij nc* voldoende veerkracht bezitten, om deze enorme stootkracht van jarenlangen strijd te elimineeren. Deze vraag met stelligheid te beant woorden, is vooralsnog onmogelijk de vrees, welke er aan ten grondslag ligt, is wellicht in staat een al te pes simistische stemming op te roepen. Het is beter af te wachten en ons goed te bezinnen op de les, welke de historie van het Saargebied leert, n.1. deze, dat vredesverdragen, ingegeven door haat, noodwendig de kiemen in zich dragen voor een volgend conflict. L. Goudet, benoemd tot lid van het gerechtshof voor de Saarstemming. Hoe dichter de datum riadert van het zelfbestemmingsrecht der bewoners van het Saargebied, of zij in de toekomst tot Frankrijk zullen behooren, dan wel weder Duitsche onderdanen zullen zijn, des te feller wordt door partijen wederzijdsch een actie ontwikkeld om wederkeerig stem men voor zich te winnen. Znoals men weet zag Duitschland bij het Verdrag van Ver- sailles af van het bestuur over het Saar gebied en droeg dit over aan den Volken bond als beheerder. Echter werd de restric tie gemaakt, dat na 15 jaar, dit is dus op 13 Januari 1935, de bevolking van het Saar gebied zelf mag kiezen onder wiens sou- vereiniteit zij in den vervolge wenscht te staan. Om nu een inzicht te krijgen, van welk enorm belang deze kwestie niet alleen voor de betreffende bewoners zelf, maar ook voor het overig Europa is, moet men zich de economische en politieke constellaties ter plaatse goed voor oogen houden. Het Saargebied immers is een der dichtst be volkte streken der aarde. Op een oppervlak te van 1910 K.M.2 wonen circa 800.000 menschen. Het grootst gedeelte ;wo- ners vindt zijn bestaan in de ,.i en industrie, terwijl de landbouw slechts in 'zeer beperkte mate wordt uitgeoefend. Ne derland heeft eeuwenlang met het Saarge bied een vlotten handel gedreven. Als groote zeemogendheid betrokken wij het hout voor onze scheepswerven voor een belangrijk deel van hiec-, waar het in groo te vlotten via Saar, Moezel, Rijn naar Ne derland werd vertransporteerd. Bovendien was de hoofdstad Saarbrücken de stapel plaats van de koloniale waren, welke van daaruit verder werden vervoerd naar de Pfaltz, den Elzas, Zwitserland en. Italië. De opkomst der spoorwegen en de ont wikkeling der stoom-Rijn vaart hebben, naast andere motieven langzamerhand een einde gemaakt aan dit Nederlandsch han delswezen in het Saargebied. Intusschen is deze streek voor den we reldhandel gestadig van veel grooter be- teekenis geworden, behalve door reeds bo vengenoemde boschexploitatie nog meer door haar rijke kolen- en ijzermijnen, wel ke uiterst intensief worden bewerkt. De opbrengst der kolenmijnen bedraagt bij voorbeeld ca. 13.000.000 ton per jaar. Allerlei industrieën hebben er zich lang zamerhand uit het mijnwezen ontwikkeld, terwijl de hoofdstad Saarbrücken een zeer belangrijk strategisch spoorwegknoop punt is. Baron Aloïsi en Dr. Knox, president der regeeringscommissie tijdens een bespreking te Rome. Men zal thans begrijpen, welk belang gemoeid is aan het bezit van een dergelijk rijk industriegebied. Nadat het aanvanke lijk eeuwenlang ongestoord bezit was van het land Nassau, werd het in 1792 door Fransche trc-"~n overweldigd. Na den val van Napoleon kwam het in 1815 aan Prui sen, totdat het Verdrag van Versailles aan dit Pruisisch bezit weder een einde maakte. Hoewel tegen zijn zin, maar zooals Her- riot in December 1932 openlijk verklaarde, daartoe geprest door Amerika, kor Frank rijk toen geen onbeperkt bezit ervan ma ken, doch mocht genoegen nemen met een beheer door den Volkenbond over het be twiste gebied, met dien verstande (zooals wij bij den aanvang reeds zeiden), dat een plebisciet na 15 jaar een beslissende uit- H. E. Bindo Galli, president van het gerechtshof, in vol ornaat. spraak zal doen. Sindsdien wordt het Saar gebied bestuurd door een uit 5 leden be staande regeeringscommissie, welke door den Volkenbond is aangesteld. Naast deze commissie bestaat er nog een z.g. Lands- raad, welke uit 30 leden bestaat en geheel Duitsch georiënteerd is, doch voor de Fran sche regeeringscommissie een instelling van geen beteekenis wordt geacht. De 600 man tellende Fransch-Belgische bezettings troepen, welke in den zomer van 1927 al daar voor spoorwegbewaking werden ge vestigd, teneinde tijdens de bezetting van het Rijnland de ach ter waar tsche verbindin gen te waarborgen, werden in December 1930, nadat 5 jaar voor den eertijds vast- gestelden datum de Rijnlandontruiming een feit was geworden, onder goedkeuring van den Volkenbond, teruggetrokken. In ge noemd jaar werden tusschen Duitschland en Frankrijk onderhandelingen gevoerd en op een definitieve regeling over de souve- reiniteit van het Saargebied niet te wach ten tot 1935, doch meteen tot een vergelijk te komen. De maandenlang te Parijs gehouden be sprekingen waren een uitvloeisel van over leg tusschen Briand en Stresemann tijdens de eerste Haagsche schadevergoedingscon ferentie. Zij beoogden een regeling te vin den voor een vervroegde teruggave aan Duitschland van het Saargebied. Toen reeds werd voor 1935 een volks stemming voorzien, welke naar de alge- meene volksstemming in Duitschland, ten voordeele van terugkeer binnen het rijk zou uitvallen. Ook. in Frankrijk scheen men op den uitslag van het referendum nauwe lijks meer hoop te bouwen en dit wakker de de bereidwilligheid der Fransche regee ring om een vervroegde oplossing te over wegen, ten zeerste aan. Het lag toch voor de hand, dat Duitschland heel wat zou over hebben voor een dadelijke terugkeer van den verloren zoon. Frankrijk vroeg daar voor een duurzaam gemeenschappelijk be zit van de mijnen, welke in dat geval op de wijze van een naamlooze vennootschap zouden worden beheerd. Deze eisch wees Duitschland zoo stellig mogelijk van de hand en daarop zijn de besprekingen ten slotte gestrand. Reeds toen bleek nog dui delijk, dat Frankrijk met angst het ko mend plebisciet tegemoet ziet en daar de kans van inlijving bij de Fransche repu bliek reeds zoo uiterst miniem werd ge acht, begon hij er prijs op te stellen dan maar de status quo ook in de verre toe komst gehandhaafd te zien. Het laat zich dus gemakkelijk indenken, dat Frankrijk niet stil is blijven zitten. Naast den Duit- schen Landsraad, welke wij boven reeds noemden, stelde de Fransche regeerings commissie nog een tweede Kamer in van acht leden, welke geheel onder Franschen invloed staat. De taak dezer Kamer is haar goedkeuring te hechten aan besluiten der regeeringscommissie welke hierdoor bij den Volkenbond den indruk wil vestigen, dat deze besluiten terdege rekening houden met het welzijn en den wil der bevolking. Hoewel door de politieke partijen een felle strijd werd gevoerd om opheffing te ver krijgen van deze Kamer, waarvan men niets te verwachten heeft, werd haar man daat toch verlengd. Algemeen is de Duitsche bevolking dan ook van meening, dat Frankrijk door deze Kamer duistere invloeden wil doen gelden om bij de verkiezingen een onzuivere stemming te bewerkstelligen. Dit viel te meer op, daar vooral in latere jaren vele Fransch gezinde personen, die tot nog toe allerlei min dere ambten bekleedden, bij voorkeur door de re geeringscommissie tot de hoogste functies werden toegelaten. Men zag in hen niets anders dan Fransche agitators. De antipathie, welke deze personen zich ian ook bij de bevolking op den hals halen, heeft meer deren onder hen reeds den aftocht doen blazen, waar na hun functies niet meer worden bezet...., terwijl hun aldus geheel overbodig gebleken werkzaamheden toch gehonoreerd waren met ca. 500.000 frs. per hoofd! Maar nog machti ger middel beoogde Frank rijk zich te benuttigen en wel de pers! Ook hierin vond het echter heel wei nig medewerking van de bevolking, hetgeen duide lijk in de in het Saarge bied verschijnende dagbla den tot uiting komt. De laatste jaren is er nog slechts een blad in het Saargebied, dat op de zijde der Fran schen is, n.1. de „Saarlouiser Journal". Hoewel het blad zich aanvankelijk als zeer neutraal voordeed, kwam later steeds meer en meer zijn Fransche ge zindheid naar voren. Een groote moei lijkheid, waarmede dit blad te kampen had, is het feit, dat het geen medewerkers uit het Saargebied zelf kon vinden, want iedefe Saarbewoner, die zijn medewerking zou toezeggen, haalde zich onherroepelijk de verachting zijner medebewoners op den hals. De Franschen konden voor hun me dewerkers slechts enkele minderwaardige krachten krijgen. Slechts één journalist van naam was er toe overgegaan zich aan het blad te verbinden, n.L dr. Feien, vroe ger de redacteur van een liberaal, daarna van een soc.-democratisch, vervolgens van een communistische en tenslotte bijna van een nat.-socialistisch orgaan. De onderhan delingen met de leiders van laatstgenoemd blad werden echter afgebroken. Tenslotte waren de Franschen erin geslaagd hem als hun medewerker te verkrijgen. Deze sterk pro-Duitsche sympathie der Saarbevolking werd in later jaren wel wat getemperd door den slechten economischen toestand, welke wel sterk afstak tegen die in Frankrijk resp. in het binnen het Fran sche munt- en douanegebied gebracht Saar gebied. Dit vond vooral zijn oorzaak in het feit, dat Frankrijk, hoe meer het inzag, dat de Saarbevolking den terugkeer naar Duitschland zou prefereeren, steeds min der bereid bleek nieuwe credieten in het Saarland te investeer en, terwijl de bestaan de Fransche credieten werden ingetrok ken. Hierdoor is de Saarbevolking niet lan ger in staat de noodige goederen in Frank rijk te koopen, terwijl daarentegen de be staande credietenregeling tusschen Frank rijk en het Saargebied den invoer van wa ren uit Duitschland in hooge mate belem mert. Intusschen bracht naast dezen eco nomischen nood ook het Hitler-regime een gedeeltelijke ommekeer in de gezindheid van vele Saarlanders. Op de eerste plaats was daar de vijandige houding der nat. socialisten ten opzichte van de Duitsche Katholieken, hetgeen op de Saarbevol king, welke voor het mee- rendeel den katholieken godsdienst is toegedaan, een voor Duitschland zeer ongunstigen invloed had. Typeerend hiervoor is, dat in het begin van dit jaar als tegenhanger van het Katholieke dagblad de „Saarbrücken Landeszei- tung", dat gemeene zaak maakte met de Nazi's, een nieuw Katholiek dagblad werd opgericht, de „Neue Saar-Post", hetwelk in één maand tijd 30.000 abonné's wist te boeken. Behalve de Katholieken, zijn ook de socialisten, die eertijds voorstanders wa ren van de herstelde ver- eeniging van het Saarland met Duitschland, verklaar de tegenstanders gewor den, zoo zelfs, dat sinds Hitier het marxisme in Duitschland heeft neerge slagen, het Saargebied een der middelpunten werd der socialistische en ook com munistische actie tegen het nat. socialisme en tegen het bewind van Hitier. Hierbij scharen zich tenslotte, behalve natuurlijk de weinig Joden, ook nog de Christelijken, sinds de losbarsting van den strijd in de protestantsche kerkgenootschappen in Duitschland. Het is niet te verwonderen, dat een en ander Hitier niet ontging. Met spoed werd er dan ook voor zorg gedragen, dat op de eerste plaats een modus vivendi werd ge vonden met de Duitsche Katholieken, ter wijl iedere nieuwe botsing vooral den laat- sten tijd zorgvuldig wordt vermeden. Het Vaticaan, dat zich steeds op een verzoenend standpunt pleegt te stellen, gaf gehoor aan de toezeggingen der Nazi's. Hierdoor werd zijn standpunt verklaard, hetwelk het Va ticaan onlangs officieel aan de Fransche regeering ter kennis heeft gebracht. De be volking van het Saargebied zou van haar priesters wel niet formeel den raad maar volg hiervan vaardigde de Duitsche regee-, men vóór den terugkeer naar Duitschland ring een verbod uit tot het dragen van uni formen en het houden van optochten bin nen de gedemilitariseerde zone aan de Duit sche zijde. 3» Intusschen schijnen de gemoederen weer eenigszins te zijn bedaard. Er kunnen ech ter nog steeds onverwachte wendingen in> de situatie optreden. Voor zoover het zich, thans laat aanzien, verwacht men> dat het' plebiciet wel ten gunste van Duitschland zal uitvallen. j De mogelij klheid om na een eventueele keuze tot handhaving van den status quo binnen vijf jaar opnieuw een plebiciet te doen uitschrijven, welk plan door Prins Löwenstein warm werd bepleit, moet als uitgesloten worden beschouwd. Zoo staat niet slechts het Saargebied zelf, maar geheel Europa voor een gewichtige gebeurtenis. Of alles in pais en vree zal verloopen, moet de naaste toekomst leeren. Met groote voortvarendheid is men bezig de voorbereidingen voor het plebiciet te treffen. Ten einde te voorkomen, dat onbe voegden zich laten inschrijven voor de volksstemming, worden in het stadhuis van Saarbrücken alle aanvragen vergeleken met de gegevens van het volksregister het- Een typeerend „Warndt-Kreuz" in het Saar gebied met het inschrift: „Herr, mach uns frei". geen begrijperlijkerwijze een ontzaggelijken arbeid vordert. Ook tallooze regelingen omtrent finan- cieele kwesties zullen het volkenbonds comité heel wat hoofdbrekens kosten. Zou het Saargebied in 1935 weer aan Duitschland kernen, dan nog zou Duitsch land krachtens het vredesverdrag de Saar- mijnen voor een „in goud te betalen prijs" moeten terugkoopen. Een arbitrage-com missie van drie deskundigen (een Fransch- man, een Duitscher en een neutraal Volken bondsgedelegeerde) zal alsdan de koopsom moeten bepalen. Houdt men. rekening met de waarde der mijnen, welke indertijd door de schadevergoedingscommissie op 300 mil- lioen goud-francs werd geschat, en telt men hierbij de bovenvermelde waarde der ge middelde productie der mijnen, dan kan men zich een idee vormen, tot welke fabel- De „Commissie van drie" tijdens een bespreking in het Chigipaleis te Rome. Deze commissie bestaat uit den Italiaan Baron Aloïsi (voorzitter; 3e van links), den Argen tijn Cantilo en de Spanjaard Lopez Olivan, toch de aanwijzing krijgen, dat het stern- moet worden beschouwd als te zijn de „uit drukking van haar volkomen gerechtvaar digde meening". Wat de socialisten betreft, werd door dr. Ley, den leider van het Duitsch arbeidsfront, officieel o.m. ver klaard, dat in beslag nemen van het ver mogen der vakvereenigingen in het Saar gebied niet wordt overwogen en hierom trent dus geen vrees behoeft te bestaan. Duitschland ging echter nog verder dan alleen te trachten de verloren sympathiën door eigen gedrag te herwinnen; het begon daarnaast een krachtige propaganda-actie in het Saargebied zelf te ondernemen. Deze actie nam dusdanige afmetingen aan en werd op een dergelijke ontoelaatbare wijze gevoerd, dat de regeeringscommissie, waar van Knox aan het hoofd staat, een stevig gedocumenteerd rapport hierover uitbracht aan den Volkenbond. Doch hierbij alleen bleef het niet in Juli jJL zagen wij, hoe op eens twintig bladen tegelijkertijd werden verboden, Het conflict nam steeds scher per vormen aan, waarop Frankrijk plotse ling troepen samentrok in de Saargrens, om bij een mogelijke putsch van Duitsche zijde onmiddellijk te kunnen ingrijpen. Als ge- achtige bedragen deze koopprijs zou op klimmen. En dan denken wij onmiddellijk aan een artikel in het orgaan van den Chris telijken Mijnwerkersbond, de „Saarberg- klappe", waarin deze arbeiders niet alleen als hun vaste en onbuigzame wil verklaar den, dat zij niet met zich laten spelen en dat het Saargebied ten spoedigste weer met Duitschland werde vereenigd, maar waar in zij ook den eisch stéllen, dat alle mijnen en kolenvoorraden weder in het bezit wor den gesteld van hun vroegere, rechtmatige eigenaars (dus zonder koopsom!) En de gene, voor wien dit nog niet genoeg zegt, herinnere zich de eens gedane uitspraak van Hitier, die door het geheele Versailles- verdrag een streep wilde halen'. En dan heeft Frankrijk niet alleen nul op het plebiciet, maar mag hij bovendien flui ten naar zijn honderden millioenentalle^ .goudfrancs! H. P. B.

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1934 | | pagina 8