Koe zal men in de toekomst het luchtruim kiezen? Met een scherpen of een rechten hoek? Perspectieven van de Auto-giro DE HALVE MAAN DER TURKEN. Waar de auto-giro wordt gebouwd DOOR Nauwelijks had de luchtvaart zich eenigszins ingeburgerd en populariteit ver kregen, of men begon reeds een groot on gemak te voelen, dat meer en meer op den Don Juan de la Cierva voorgrond trad, naarmate de vliegsnelheid hooger opvoerde. In de meeste gevallen bracht dit een verhooging van de landings snelheid mee, met als gevolg de behoefte aan groote vliegvelden, waarvan de omge ving dan nog vrij moest zijn van hooge obstakels. Zulke terreinen zijn er wel te vinden maar meestal niet daar, waar men ze het meest noodig heeft, d.w.z. dicht bij de groote handels- en verkeerscentra, Velen streefden er dan ook naar om deze schaduwzijde van de luchtvaart te verlich- ttn. Onder hen dient op de eerste plaats genoemd te worden Juan de la Cierva. De eerste auto-giro. Deze Spaansche ingenieur zocht naar een middel om aan het vliegtuig het vermogen te geven de zwaartekracht te overwinnen, zonder dat dit berustte op'de voorwaart- sche snelheid van het toestel, ten opzichte \an de omringende lucht; daar hij had on dervonden, dat de voorwaartsche snelheid met voldoende waarborg bood aan de vei ligheid. De la Cierva vond de oplossing hiervoor, door een stel om een verticale as draaien de wieken, „de rotor" op een normaal vliegtuig te monteeren. Als model voldeed zijn uitvinding uitstekend. Maar zoodra hij deze op ware grootte probeerde, had hij geen succes. Sinds 1920 werkte hij gestadig aan de verwezenlijking van zijn plan. Eerst plaat ste hij nog een tweede stel wieken boven het eerste, en dat juist in tegengestelde riching werkte, teneinde te voorkomen, cat zijn toestel in een kring zou blijven. Dit systeem bleek niet te voldoen. In 1923 had hij eindelijk succes met een toestel, dat voorzien was van een rotor, waarvan de as naar links en rechts beweegbaar was. Dit werd de eerste auto-giro-vlucht. Toch kreeg zijn vinding niet de belang stelling, welke zij had verdiend. Kort hier na .vertrok de la Cierva naar Engeland, waar hij, in samenwerking met de A. V. Roe vliegtuigen-fabriek, het auto-giro principe verder uitwerkte en ontwikkelde. Na de eerste vlucht van een Engelsche auto-giro in 1926 werd er een school opge richt te Hanworth voor de opleiding tot auto-giro piloot. Deze school verheugt zich momenteel in een zeer grooten bloei, daar er veel belangstelling bestaat voor de auto giro en tot voor korten tijd de eenige ge legenheid was om het vliegen er mee te leeren. (Sedert einde Augustus is een der gelijke school opgericht te Orly, even buiten Parijs, welke evenwel Engelsch ma teriaal gebruikt). Te Hanworth wordt den geheelen dag gelest. Door de ondervinding bij dit dage lij ksch auto-giro-vliegen opgedaan, konden er steeds verbeteringen worden aange bracht. Zoo kwam men van de c. 19, een toestel met normale vliegtuigbesturing en voorzien van een vasten vleugel, tot de C 30 en C 30a, toestellen, welke geen vasten vleugel meer hebben en op een zeer bij zondere doch uiterst eenvoudige manier worden bestuurd. Alvorens nu iets nader op de behandeling van dit toestel in te gaan, willen wij eerst nog een groot mis verstand uit de wereld helpen. Het groote publiek ziet en kent geen verschil tusschen een auto-giro en een helioptère en gebruikt beide namen door elkaar voor een toestel met molenwieken er boven op. Het opstijgen. U zult in het vervolg daar boven staan, en deze begrippen niet meer verwarren. Een auto-giro is heel iets anders als een helioptère; wel beoogen beide hetzelfde doel, n.1. om zoo steil mogelijk te stijgen (de auto-giro doet dit reeds onder een hoek van 60 graden) en om nagenoeg loodrecht te kunnen dalen, maar bij een auto-giro wordt dit „uitsluitend" bereikt door de aërodynamische krachten, welke op de ro- tcr werken. Bij een helioptère daarente gen krijgt men dit hierdoor, dat de motor voortdurend op de rotor werkt, waardoor het toestel zich a.h.w. omhoog schroeft. Wij zullen nu even in onze verbeelding een op stijging maken per auto-giro. Hei toestel staat op den grond, wij zetten de wielrem- men vast, daarna wordt de motor aangezet. Vervolgens brengen wij de rotor aan het draaien, dit geschiedt door deze tijdelijk op de motor te koppelen. Hierdoor wordt de rotor op het vereischte aantal toeren gebracht. In een minuut wordt dit aantal bereikt. Dan is het toestel startklaar en bezit nu reeds 95 procent van de benoo- digde stijgkracht. De voorwaartsche snelheid behoeft nog slechts de resteeren- de 5 procent te leve ren. Bij alle andere vliegtuigen daaren tegen moet de voor waartsche snelheid alleen de volle 100 pet. stijgkracht ople veren. Door een ver nuftig instrument, de z.g. quick release, ontkoppelt men den motor van de draaiende wieken en gooit men tevens de wielremmen los. Het toestel neemt nu een korten aanloop van ong. 10 meter, en stijgt zeer snel op, 4J4 meter per se conde en kan dan een hoogte bereiken van ruim 5000 M. Eenmaal los van de aarde kan de voor waartsche snelheid worden geregeld tus schen 20 km. en 190 m. per uur. De be sturing kost niet veel moeite, deze bestaat uitsluitend in het naar rechts of links, naar zich toe of van zich af bewegen van de hangende stuurstok, de z.g. joystick. Deze joystick is direct bevestigd aan den rotor. Door dezen nu te bewegen brengt men de draaiende wieken in een ander vlak van draaiing waardoor verandering van vliegrichting wordt verkregen. Het landen. Wil men landen, dan gebeurt dit niet zooals men zich dit over het algemeen Behalve in Engeland mag de auto-giro in licentie worden gemaakt in Frankrijk, Duitschland, Rusland, Japan, Mansjoekwo en in Amerika. In de Ver. Staten vindt de auto-giro al veel toepassing. In Engeland heeft men een toestel gebouwd, dat plaats biedt aan vijf personen en dat; naar men zegt 250 km.h. moet maken. In dit land ook staan momenteel 100 toestellen van het nieuwste type C. 30 a. op stapel. Deze zijn alle of door particulieren besteld of worden gebouwd in opdracht van de ver schillende regeeringen. O.a. de Noordsche, Engelsche en Spaansche regeeringen. Ook de bekende Bata-schoenfabriek heeft zulk een toestel reeds aangeschaft. Hieruit blijkt wel, dat de auto-giro meer en meer veld wint en zich in onze hedendaagsche luchtvaart een plaats heeft verzekerd. In de militaire luchtvaart kan de auto-giro aangewend worden als een verplaatsbare waarnemingspost, daar het mogelijk is na genoeg stil te blijven staan in de lucht, zoodat bepaalde' vijandelijke stellingen ge makkelijk in kaart kunnen worden ge bracht. Daarbij is het heel goed mogelijk met auto-giro's op een scheepsdek te da len en er van op te stijgen. Voor politie doeleinden is de auto-giro zeer geschikt, in Londen heeft men er reeds een als zooda nig in gebruik. Het gebruik van de auto-giro. Ook voor ambulancediensten kan dit toe stel van onschatbare waarde zijn (zieken- vervoer vanaf schepen, kleine eilanden, rotsachtige gebieden, kortom vanuit alle denkbare geisoleerd liggen plaatsen). Het grootste arbeidsveld voor de auto-giro ligt waarschijnlijk toch in de burgerluchtvaart en 't versnelde postvervoer. Men heeft ge zien, dat een klein stukje van het Malie veld reeds voldoende zou zijn om Den Haag een snelle verbinding met Waalhaven of Schiphol te geven, welke aansluiting zou hebben op de intern, luchtlijnen. De Haagsche vliegveldkwestie zou door ge bruik van (groote) auto-giro's zonder hooge kosten kunnen opgelost worden. Zelfs in het hartje van Parijs.... IN DE MIDDELANDSCHE ZEE Midden tusschen de beide groote werk zame vulkanen van Italië, de Vesuvius en de Etna, liggen de Liparische eilanden, die iedereen wel bij naam zal kennen. Minder bekend misschien is de sage, dat op een van deze eilanden de Windgod Aeolos ze telde, die den zeevaarders den windrich ting aanwees door een tegen den berg hangende rookwolk. De zeeschepen, welke tusschen Napels en Palermo varen, of naar Messina gaan, en ook de groote Oost-Azia tische lijnen, varen allen langs deze merk waardige archipel, en toch kent haast nie mand ze. Niemand van de duizenden, die Italië bezoeken, komt hier. Slechts enke len komen hier, en dan nog meestal uit Waar een gewoon vliegtuig niet kan landen: het Malieveld te Den Haag voorstelt, n.1. door den motor af te zetten en het toestel maar te laten zakken, dit is wel mogelijk, maar niet gewenscht. Men komt dan met nog 15 km. h. verticale snel heid op de aarde terecht; dit is, hoewel minder snel dan een parachutedaling (18 km.) toch een flinke schok. Nogmaals is het wel mogelijk, en ieder wiel afzonder lijk is er ook op berekend die schok alleen te kunnen opvangen. Maar het is geen ge bruikelijke landingswijze, en wordt slechts in noodgevallen toegepast. De juiste wijze is de volgende: men laat zich met afgezet te motor zakken tot op 50 k.m. hoogte, dan steekt men het toestel tot een meter of vier, vijf boven den grond, trekt het weer recht, dan langzaam achterover en zonder uitloop komt men tot stilstand. Verder be staat er nog een andere wijze van landen, welke echter alleen voor ervaren auto-giro vliegers is weggelegd. Deze landing ge schiedt met loopenden motor, maar men trekt het toestel dan achterover, terwijl men den motor zoo afstelt, dat de werking van den propeller, bijna gelijk wordt aan de kracht, welke de zwaartekracht op het toestel uitoefent. De propeller werkt dan remmend op de daling. Op deze wijze is men in staat bijna onmerkbaar op de aar de neer te komen, terwijl de machine dan ook geen uitloop meer heeft en dus bij de eerste aanraking met moeder aarde stil staat Daarenboven kan de auto-giro bij voldoende ruimte ook op normale wijze landen. Voor groote steden zou men desnoods ver schillende startplaatsen kunnen inrichten eventueel zelfs op een versterkt dak- Zoo kan men dan de post, welke gearriveerd is op de vliegvelden buiten de steden, binnen zeer korten tijd naar het postkantoor over brengen. Zooals dit de laatste paar maan den in Engeland geschiedt, waar de post welke op Croydon arriveert per auto-giro naar het hoofdpostkantoor te Londen wordt gebracht. Er zou zelfs een snelle postdienst mogelijk zijn tusschen de zee schepen onderling en de steden op het vatse land. De auto-giro kan ons brengen waar wy het wenschen; overal is er wel een plekje te vinden om aan den grond te komen. Men kan haar onderbrengen in iedere flinke garage, doordat de wieken in de lengterichting van het toestel kunnen worden opgevouwen. Binnen afzienbaren tijd zullen de aanschaffingskosten, welke momteneel 1250 bedragen, niet hooger zijn dan die van een auto. Sedert 1935 zal een uiterst licht een-persoons toestel reeds voor den prys van 300 zijn aan te schaf fen. Wellicht bezoeken wy elkaar later per auto-girol Zouden deze toekomstbeelden werkelijkheid worden? Wij weten het niet. Maar wij durven met een gerust hart be weren, dat de auto-giro, zooals wij deze hebben leeren kennen, ruime perspectieven biedt voor de toekomst. een wetenschappelijk oogpunt. De men- schen spreken hier een geheel aparte taal; met het gewone Italiaansch kunnen wij ons hier niet verstaanbaar maken. Het is dus noodzakelijk een gids mede te nemen. Ver der is het aan te raden, zelf proviand mee te nemen, want wat de menschen daar eten, is voor de doorsnee Hollander onge nietbaar. De drie grootste eilanden zijn Vulcano, het zuidelijkste; daar achter het voornaamste eiland, Lipari en iets links, nog verder Salina. Links van dezen groep liggen Filicudi en Alioudi, welke eenvou dige kegelbergen zijn; het zijn uitgewerk te vulkanen. Maar ook de andere eilan den zijn uitsluitend vulkanisch. Rechts van den hoofdgroep, veel verder weg ligt Pa naria, en daarna de stijl uit zee opstygen- gende, Pyramide van de Stromboli. Het eiland Lipari maakt een troosteloozen indruk. Een sombere langgerekte bergrug verheft zich steil uit de zee, met diepe geu len door de werking van het water; geheel rechts vinden wij de kleine afgestompte kegel van de „Vulcanello". Nergens een spoor van leven, of zelfs van menschelijke nederzettingen. Maar komt men bij de ha ven, dan krijgt men een geheel ander beeld. Reeds van verre ziet men de aar dige huizenrijen van het ongeveer 4000 in woners tellende stadje. Schilderachtig ligt bij de haven het oude kasteel. De men schen hier hebben het direct in de gaten, wanneer er vreemdelingen komen. Dan wacht een groote schare nieuwsgierigen de boot af. Het is echter geen opdringerige nieuwsgierigheid. De menschen blijven op een eerbiedigen afstand staan. Slechts en kele komen naar voren, om te vragen, of zij misschien kunnen helpen met een kamer, of met iets anders van dienst kunnen zijn. Het valt op, dat er hier alles zindelijker uit ziet, dan in de meeste zijstraten van Napels. Men ziet hier in de straten wel honden, katten, kippen en dikwijls var kens, waartusschen de kinderen maar hun heil moeten zoeken, maar toch is het schil derachtig. Het is net, of de Italiaansche zon hier alles mooi maakt. De menschen hier zyn wel echte bloemenliefhebbers, want overal ziet men bloemen. Het eten hier is echt Italiaansch, waar niet ieder een van houdt; de wijn is goed. Canneto is de tweede plaats van het eiland, van Lipari gescheiden door de in zee insprin gende „Monta Rosa", Natuurlijk is dat weer een vulkaan. De liparische bergsteen is prachtig door de talrijke kleurovergan gen, en de levendigheid van kleuren. De menschen leven hier nogal gelukkig. Men heeft heelemaal geen last van bedelaars. Gold schijnt hier prettig maar geen noodzakelijkheid te zijn. Honger hoeft hier niemand te lijden, want de natuur is heel vruchtbaar en de menschen zijn ongeloof lijk bescheiden in voedingseischen. De weg naar Canetto gaat eerst -langs steile bergwanden van lava en later door wijn bergen. De bergmuren aan beide zijden zyn begroeid met groote agaven en cac- teeën. Alles herinnert hier aan Capri, als men zich de huizen van de welgesteld en wegdenkt. Zelfs zijn Faraglioni heeft Li pari. Aan de zuidzijde, tusschen het eiland en Vulcano verheffen zich drie rotsen uit de zee, de cyclopenrotsen; de grootste, Pietra lunga, is 60 M. hoog; een van de andere kan men binnenvaren, evenals bij Capri. Zaten in oude tijden te Capri op de rotsen de sirenen, hier zetelde Polyoheem, de Eenoogige, die de voorbijvarende sche pen met steenen bekogelde. De berg, Mon- te Pelato, bestaat uit witten steen, en wel uit puimsteen. De puimsteen uit Lipari is van bijzondere kwaliteit. Geheele scheeps ladingen worden ook n"'-* van hier ver stuurd. Onder aan d^o vindt men uit- gestrekte lagen van h°* ere obsidiaan, het zoogenaamde vulkanische glas. Dit komt ook in andere vulkanische streken voor, o.a. in reusachtige hoeveelheden in Yellowstone Park in Noord Amerika. De vulkanische werkzaamheid van Lipari be hoort tot het verleden. Slechts is overge bleven een warmwaterbron, waar de tem peratuur van het water ongeveer 50o. C. is, soms echter tot 70o. C. kan stijgen. Hoe komen de Turken aan de maan, en dan nog wel aan de halve maan boven hun tempels? Volgens sommige schrijven werd de halve maan het zinnebeeld der stad Byzantium tijdens Philippus van Ma cedonië. Deze omstreeks 347 vóór Christus, de stad belegerende en alle reden hebben de in zijn toeleg te zullen slagen, moest ten gevolge van het opkomen der maaD zijn nu meer zichtbaar geworden krijgs- operaties opgeven. Uit erkentelijkheid aan Diana, de bena ming der maand in de mythologie, richtten de Byzantijnen haar een standbeeld op en^. de maan, destijds een opkomende, in haai phase van eerste kwartier, werd het zin nebeeld van den Oost-Romeinschen staat, De Turken namen bij de inneming van Constantinopel in. 1453 dat symbool over. En als wy een andere lezing mogen ge- looven, dan plaatsen de Turken een halve maan boven hun moskeeën met het doel den vreemdeling te kennen te geven, dat hij een huis des gebeds voorbijgaat. En namen zij juist de halve maan, in de hoop, dat, gelijk de opkomende maan eiken dag in grootte en luister toeneemt, zoo ook eenmaal hun eeredienst, het Islamisme, in uitgebreidheid toenemen en eens over de geheele aarde zal worden beleden. H. P. R

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1935 | | pagina 8