De groote mode van het voorjaar. VOOR ONZE MEISJES SIERLIJKE, SPORTIEVE COMPLETS. Waaiers als borduurmotief. DE MISHANDEL VBRISE EEUW. Eenvoudige schoolkl eeding HET FORNUIS Als het voor jaar nadert DE DAGEN WORDEN LANGEB !«n daarmede verdwijnt dïkw$)3s de lust, om toor xich zeil of de huisgenoot en iets te maken, wat nuttig is! Maar dan vergeet men watl De langere dagen bet eek enen: een nieuw seizoen. En dit weer: nieuwe mode. Men moet „bij" blijven, maar dit kan niet, met de bescheiden bewijzen on zer dagen. Er blijft dan slechts e en-weg: onze ^patronen kunnen U hierbij helpen. Zend 36 ets. 6 ets. (voor porti) en post zegels aan de Redactrice Damesrubriek Laan van Meerdervoort 45a, Den Haag, en binnen enkele dagen ontvangt U het pa troon. De patronen kunnen ook worden be steld per postwissel of per giro <125025). Bijgaand model voor een jomplet is niet alleen bij- ronder modieus, maar ook teer flatteus. De complets kullen in het komend voor jaar, wat wij natuurlijk allen alreeds hebben be merkt, zeer veel worden gezien, niet alleen in apar te en laten wij zeggen kost bare genre, maar ook in het minder dure, ja zelfs dikwijls het zeer eenvou dige. Het model, dat hierbij is afgebeeld, is gemaakt van een soepele dunwollen stof en gegarneerd met een streeppatroon van zijde of wollen mouseline. Laten wij beginnen met de be spreking van de sierlijke japon. De japon No. 879 dan is door haar vrij inge wikkelde roksnit niet ge makkelijk te vervaardigen, maar natuurlijk kan men ook een eenvoudige klok- rok met aan weerszijden zijbanen maken, hoewel de elegante coupe van de ja pon hier zeker onder zal lijden. Het lijfje sluit, zoo als U ziet, met enkele groo te houten knoopen en knoopsgat. Heel practisch. is het echter deze man chetten er los op aan te brengen, omdat zij U kun nen hinderen bij het dra gen van den. mantel. De mantel No. 880 is drie kwart lang en heeft een schouderstukje, waaraan de voorpanden en het rech te achterpand eenigszins, do oh slechts heel weinig, ruim aan worden gezet. De revers zijn vrij breed en lang; een kraag bezit deze mantel niet, doch wel vor men de sohouderstukjes een paar opstaande lussen, waardoor een sjaal wordt gehaald. De mouwen be zitten het raglanmodel en worden bij de schouders eenigszins opgevuld door twee of drie dubbel man telgaas, hetgeen vooral bij die figuren, die smalle schouders hebben, bijzon der geschikt is. Opgevulde sohouderhoeken moet men echter niet dragen, als men groot en breed van stuk is en ook niet, wanneer Hen bijzonder klein is. Om de sportiviteit van dit keurig com plet, dat hoewel elegant en als wandelpak, geschikt is, toch iets heel sportiefs heeft, te verhoogen, brengen wij twee opgestikte zakken op heuphoogte aan. Een drietal knoopen, dezelfde als die, welke wij voor de japongarneering gebruikten, sluiten den mantel. Patronen dezer modellen verkrijgbaar a 36 ets. elk, tezamen a 72 ets. Het is wonderlijk hoe vaak do waaier wordt gebruikt als borduurmotief, als on derwerp voor garneering van beeldhouw werk, van teekeningen, van muurdécors, enz. En niet alleen in onzen tijd, maar ook fca vroeger eeuwen gebruikten de dames hem ais borduur- en schiidermotief. In Engelsch borduurwerk en plumetis met ba retten zijn de waaiers heel decoratief, smaakvol en modern als versieringshoeken aantafellinnen, servetten, tafelkleedjes en dergelijke versieringskleedjes. Zij worden geplaatst tussehen twee rijen opengewerkte steken en versieren, volgens de grootte van het kleed, een hoek, twee hoeken of wel alle vier. De open steken kunnen des noods worden vervangen door uitgeschulp- te lijnen, in opgevuld borduurwerk. Voor dit borduurwerk op fijn linnen, in cremekleur of andere zachte tinten, ge- bruike men liefst glanzend borduunkatoen. Zijde is hierbij minder praktisch, omdat dit bij enkele malen wasschx dikwijls al gaat rafelen en dof wordt. En nu wij het toch over de waaier heb ben, willen wij meteen iets vertellen van de waaiertaai, welke vanuit het Oosten naar de 'Westersche landen is overge waaid". De toegeslagen waaier in het Oos ten, welke aan een lint om den linkerarm werd gedragen, beteekende zooveel als dat de dame haar keuze reeds had bepaald en de cavalier geen moeite behoefde te doen haar op een of andere wijze te benaderen, Een waaier aan de lippen gedrukt be duidde: Ik denk aan U; werd hij snel toe geslagen, dan wilde dit zeggen: ik vrees, dat gij mij bedriegt. Op den grond gewor pen beteekende de waaier: Uw liefde wordt beantwoord en wanneer een dame het ge laat met den waaier bedekte, beteekende dit, dat zij boos was en niet langer meer van de complimentjes van haar cavalier gediend was. Natuurlijk is de waaiertaai reeds langen tijd uit de mode en ondanks het feit, dat de waaiers weer hoe langer hoe meer by de avondtoiletten worden ge zien, blijft zij ook uit de mode. De moderne vrouw en het moderne meisje schijnen de waaiertaai niet meer noodig te hebben; de jongedames van heden zijn heusch wel in staat hun meening omtrent de jonge mannen te uiten INDE De handel van veeren in de vorige eeuw bereikte omstheeks 1870 wel zijn hoogte punt. Vanuit alle Europeesche landen wer den veeren van elk soort en bij duizenden naar het buitenland gezonden. In Frank rijk vooral had de veerenhandel heel wat te beteekenen. Het meerendeel der veeren van alle deelen der aarde werd daar voor den handel gereed gemaakt, waar zij 12 tot 15 maal de waarde aan arbeidsloon op bracht. De veeren, welke de dames van 1870 op de hoeden, japonnen, muilen, mof fen, ja soms zelfs op de kappen der hand schoenen droegen, waren zeer verschil lend o.a. zag men struis-, arends-, ganzen-, zwanen- en pauwenveeren. Het voornaam ste dons kwam van de zwaan en de gans. De prijzen der veeren welke vanuit Frank rijk naar het buitenland gingen, waren dik wijls heel verschillend. Deze prijzen wa ren meestal aan de modegrillen der dames en der groote modemagazijnen onderhe vig. Schreef de mode veel veeren voor, dan kon men er op rekenen, dat één ganzen veer minstens vijf francs opbracht. Schreef de mode weinig of geen veeren voor het komend seizoen voor, dan brachten de vee ren nauwelijks 50 centimes op. Uit Praag en Budapest, waar veel ganzen en pauwen werden gehouden kwamen jaarlijks hon derden pond dons. De mooiste veeren zijn die, welke getrokken zijn uit de huid van levende dieren. Veeren van doode dieren, ook al zijn de beesten pas gedood, vertoo- nen een doffe tint en hangen dikwijls slap. Met het dons is het eveneens zoo gesteld: een goed bed, dat van het dons van een le vend dier is gemaakt, is zacht en veer krachtig; in het tegenovergesteld geval wordt het dadelijk plat en gaat het dons op een hoop zitten. De mooiste ganzenvee- ren kwamen enkele tientallen jaren terug uit Oostenrijk. Hier werden de mooie vee ren geheel met de hand en met een bewon derenswaardig geduld bewerkt en geverfd. In Afrika maakt de veer van den gier een belangrijk deel van den veerenhan del uit, zelfs ook thans nog, nu de vee ren door Vrouw Mode reeds lang op den achtergrond zijn geschoven. Ook Zuid- Amerika prepareert gierenveeren. De veer van een gier is van onderen wit en de top is zwart. Thans wordt deze veer nog wel gebruikt voor kapsels en tooneelpruiken. Van oude gierenveeren maakt men kleine tafelstoffertjes. Tot op het eind van de vorige eeuw had de hanenveeren-speculatie voor kapsels nog heel wat te beteekenen. Uit geheel Europa werden zij naar Frankrijk gezon den, om te worden bewerkt, daar men van meening was, dat de beste kappers zich te Parijs bevonden. Polen en Rusland lever den aan Frankrijk diet zelden 6 a 7000 pond hanenveeren per jaar. GOOI DE APPELSCHIL NIET WEG! Het vitamine gehalte van appelschillen is, volgens wetenschappelijke onderzoekingen, minstens zoo groot bij het vruchtvleesch als rondom de pit. Wanneer men dus de meeste waarde uit appelen wil krijgen, dan dient men de appel eerst te wasschen en daarna met schil eii al te verorberen. No. 649 is een zeer eenvoudige meisjes mantel van warme wc^jen stof zoodat onze dochter, als het weer guur is, weer en wind kan trotseer en bij het' naar school gaan. De 'mantel bestaat uit een glad rugpand en twee voorpanden, welke een flink eind over elkaar heensluiten, terwijl het linkervoor pand een bmnensluiting heeft-, waardoor dit goed op zijn plaats blijft. De mouw is glad en heeft bij den pols een paar kleine knoopjes als garneering, De mantel sluit met een viertal knoopen. Een paar diepe zakken voltooien het geheel. No. 650 is een schooljurk, eveneens van wollen stof gemaakt. Het lijfje heeft een recht voor- en achterpand, terwijl links op zij 'n oplegsel is aangebracht, waarop eeni- ge knoopjes zitten als garneering. De jurk sluit evenwel niet links, maar middenvoor ziet U onder het kleine bobbykraagje, waarmee de halsopening is afgewerkt een splitje, juist groot genoeg om het hoofd door te laten. Het splitje wordt aan den hals met een drukkertje gesloten. Het rokje heeft een voor- en achterbaan en twee geplooide zijbanen, terwijl om het middel een smalle ceintuur wordt gedragen, die met een knoopje vlak onder de bies sluit. De mouw is glad en heeft een kleine manchet, welke geheel dichtgestikt kan zijn, of met een splitje kan worden afge werkt, waarna de manchet sluit met twee knoopjes. De zoom van het rokje kan vlak op den kant worden gestikt en mag dan aan den bovenkant zichtbaar zijn, of men kan er een breeden zoom in maken, doch dan moet de zoom binnen met de hand on zichtbaar worden afgewerkt. Hoe moet de parapluie worden behandeld? De parapluie is een nuttig en onontbeer lijk voorwerp, al willen de moderne regen jassen, regenhoedjes en kaplaarzen haar ook probeeren te verdringen. En toch wordt onze parapluie soms zoo achteloos behan deld en zonder nadenken in den standaard geplaatst, waar zij bij nat of vochtig weer maar moet zien te drogen. Weet U wel, dat het tussehen onze grootmoeders een ware strijd was wie de oudste en meest gebruik te parapluie bezat? Er zijn tegenwoordig maar weinig menschen, die zich erop kun nen beroepen een parapluie van respecta belen ouderdom te bezitten. Misschien zou den wij ook wel langer met onze parapluie doen, als wij niet zoo.... vergeetachtig waren, want het is een feit, dat het meeren deel der parapluiebezitters hun regen scherm kwijtraken door het bij dezen of genen, ofwel in tram, bioscoop, of waar dan ook, te laten staan. Hieronder willen wij eenige wenken geven voor haar, die er prijs op stellen, lang ple zier van haar parapluie te hébben: 1. Wanneer onze parapluie nat of voch tig is, span haar dan uit, maar niet in de buurt van een kachel. 2. Vuile parapluies worden met gewoon water afgesponst. Is de vlek er in gevreten, voeg bij het water een weinig amoniak en wasch de plek weer over met séhoon water. 3. Donkere parapluie's, welke min of meer grauw zijn geworden, borstelt men af, na alvorens een beetje spiritus op de borstel te hebben laten druppelen. Geroes te raampjes langs den binnenkant van de parapluie moet men poetsen met een wol len lap, waarop tevoren een beetje olie werd gesmeerd. Geroeste raampjes laten de stof van de paraplui snel slijten. 4. Kleine gaatjes in de parapluie kan men zelf repareeren door een klein stukje van dezelfde stof. tegen de binnenzijde van de parapluie te plakken door middel van^col- lodium, dat zeer vasthoudend is en water trotseert. 5. Wil men een parapluie waterdicht ma ken, bestrijk de binnenzijde van de stof dan met een oplossing van twee deelen water en een deel azijnzure pijpaarde en laat de parapluie in een warm vertrek vluchtig drogen. Er is in de laatste tientallen van jaren een periode geweest, dat het fornuis bijna ge heel in onbruik raakte. Men wilde er niet meer aan, vond het ouderwetsch en menig jong mevrouwtje zette een huishoudentje op, zonder ook maar één oogenblik aan het fornuis te denken. Van lieverlede is men hierop echter terug gekomen en gedu rende de laatste jaren is het fornuis weer meer en meer op den voorgrond getreden. Thans ontbreekt het niet zoo vaak meer in het huishouden. Het fornuis Immers was niet in de eerste plaats in het levèn geroe pen om er op te koken. Integendeel, daar voor heeft men waarlijk zulk een groof en dikwijls kostbaar stuk keukengereed schap niet noodig. Maar het fornuis dank te zijn populairiteit voornamelijk aan den oven. En met het besluit geen fornuis ta nemen, deed men dus tevens afstand van een oven. Nu heeft men later getracht hier in tegemoet te komen door kleine gas- oventjes, electrische ovens, enz. in den handel te brengen, doch het is gebleken, dat de ouderwetsche oven zich niet zoo ge makkelijk laat verdringen. Geen wonder dus, dat men nu het „ouderwetsche" ding weer in eere heeft hersteld. Een oven is voor de handige huisvrouw goud waard en een vrouw, die werkelijk de kunst van koken en stoven verstaat, werkt met haar oven nog meer dan met haar comforts. Er zijn een massa gerechten, welke op het comfort veel aan gein- en smaak verliezen, doch die door het zacht smoren of stoven in den oven juist bijzonder geurig en smakelijk worden. Een van de eerste din gen b.v. juist bijzonder geurig en smake lijk worden. Een van de eerste dingen b.v. is visch. Schelvisoh met wat boter in den oven gestoofd is zoo verrukkelijk van smaak, dat zelfs de grootste vischhater en die zijn er velen! van Mee verande ren zal. Behalve visch kunnen echter ook vele vleeschsoorten het beste in den oven worden afgewerkt. B.v. roastbeaf, gewo nen biefstuk, haas en wild, speciaal gevo gelte. Die nooit een oven gebruikt weet ook niet hoe deze gerechten smaken kunnen! Afgezien van deze gerechten bewijst da oven natuurlijk nog goede diensten bij het bakken van deeg in de honderd en een vormen, welke daarvan bestaan. In een goeden oven kan men cake maken, koek jes, pastein, enz. Allemaal dingen waar men anders eenvoudig niet aan .beginnen kan. Op ons prentje ziet men b.v. een huis vrouwtje, bezig met het bakken van koek« jes. Zij giet het deeg op een overblad uit en snijdt later het baksel in de gewenschte vormen alvorens zij het in een schaaltje doet. Nju is het, wel waar, dat het veelvul dig en nuttig gebruik, dat men thans van den oven maakt, hoofdzakelijk is te dan ken aan het practisch gasfornuis. Zelfs een kind zou een dergelijk fornuisje kunnen be dienen en wat een groot voordeel biedt, men heeft er weinig schoonmaken en op poetsen aan, nu de toestellen zoo vaak aan de buitenzijde, zij het dan ook ten deela met een speciaal procédé worden ver chroomd. EEN SMAAKVOL JAPONNETJE. Bijgaand japonnetje (No. 878) is alvast een voorproefje voor de zomerdagen, waar naar wij reeds verlangend uitzien. Deze ja pon is niet alleen charmant, maar tevens ook bijzonder geschikt voor de huisvrouw, die in haar huiselijke bezigheden graag een kleedje draagt, dat gemakkelijk zit en waarvan zij geen last heeft on der haar werk. De jurk is tamelijk eenvoudig en daarom niet moei lijk te maken. De mouwen bezitten het raglanmodel en hebben, om de pof van het korte mouwtje beter uit te doen komen, een smal boordje, dat strak om den arm sluit. De halssluiting is al zeer eenvou dig. Zij bestaat slechts uit een niet te diepe in snijding, waarvan de split jes open vallen en waar onder het sjaaltje komt en wordt vastgehouden door twee knoop jes aan weerskan ten van den hals. De rok heeft van voren (en desge- wenscht ook van achteren) een die pe naar binnen geslagen plooi en een ceintuurtje in de kleur en de stof der japon sluit met een sierlijke gesp ter hoogte van het middel.

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1935 | | pagina 2